Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII);
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Wetsartikel 3
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen
Het onderhavige wetsvoorstel leidt tot een opwaartse bijstelling van de geraamde uitgaven 2016 op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) van EUR 288 miljoen.
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2016 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties suppletoire begroting. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is aanzienlijk. Om de leesbaarheid te waarborgen worden daarom alleen de financiële instrumenten die meer dan 3 procent van het artikelonderdeel uitmaken opgenomen in de financiële tabel. Dat betekent dat er in sommige gevallen geen uitputtende opsomming is van de financiële instrumenten per artikelonderdeel.
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt vanaf 2016 gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Het voorstel is om de uitgaven voor 2016 te verhogen met EUR 288 miljoen. De mutatie is grotendeels veroorzaakt door de extra middelen die het Kabinet bij Voorjaarnota vrij maakt ten behoeve van het Turkey Refugee Fund en de aanpak van de crisis in de Syrië-regio (humanitaire hulp en opvang in de regio). Uw Kamer is per brief d.d. 2 mei 2016 over deze extra inzet geïnformeerd.
De verwachte ODA-prestatie bedraagt in 2016 naar verwachting 0,69% BNI, met name als gevolg van de hogere uitgaven voor eerstejaarsasielopvang en opvang in de regio.
Eerstejaarsopvangkosten asielzoekers
In de migratiebijlage bij Najaarsnota 2015 is gemeld dat de raming voor asielinstroom 2016 t.o.v. de ontwerpbegroting is bijgesteld naar 58.000. Dit leidt tot meerkosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers bij het COA die conform de OESO DAC-systematiek aan ODA worden toegerekend. De kosten voor de instroom in 2016 worden gedekt uit BNI-ruimte in 2016 t/m 2020. Ten opzichte van de migratiebijlage bij de Najaarsnota 2015 zijn de kosten voor de asielinstroom in 2016 wel neerwaarts bijgesteld vanwege nieuwe maatregelen in de asielketen. Daarentegen zijn de asielkosten 2015 hoger uitgekomen dan geraamd. Dit tezamen leidt tot een per saldo meevaller van 33,7 mln. Dit wordt verrekend met VenJ.
Maatschappelijk kanaal
De motie Voordewind/Mulder (34 300 XVII nr. 14) vraagt het kabinet erop toe te zien dat in 2016 25% van de ODA-middelen wordt besteed via maatschappelijke organisaties en hierover bij Voorjaarnota te rapporteren. Naar verwachting omvat het maatschappelijk kanaal dit jaar 22% van het totale ODA-budget. In 2015 was dit 20%. Bepalend is daarbij het kanaal dat de activiteit daadwerkelijk uitvoert.
In aanvulling op het bovenstaande vindt u hieronder een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2015 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Artikel 1
Dutch Trade and Investment Fund
Er wordt een nieuw bedrijfsleveninstrument opgericht: het Dutch Trade en Investment Fund (DTIF). Het DTIF wordt gefinancierd binnen het bestaande non-ODA budget voor internationaal ondernemen (subartikel 1.2). Zoals reeds in de ontwerpbegroting 2016 is gemeld, worden de regelingen FOM (Financiering Opkomende Markten) en FIB (Finance for Internationale Business) stopgezet en afbgebouwd. De middelen uit de beschikbare begrotingsreserves van FOM en FIB worden voor het DTIF ingezet. In 2016 bedraagt het budget voor het DTIF EUR 18,8 miljoen, waarvan EUR 13,8 miljoen uit de begrotingsreserves van FOM en FIB en EUR 5 miljoen wordt geherprioteerd binnen het subartikel 1.2.
Artikel 2
Stroomlijning financiële instrumenten Voedselzekerheid (subartikel 2.1)
Binnen het centrale budget voor voedselzekerheidprogramma’s zijn de activiteiten en budgetten herschikt en de namen van de financiële instrumenten gewijzigd. Zes centrale instrumenten worden teruggebracht tot vier. Hiermee wordt de activiteitenportfolio coherenter en inzichtelijker ingedeeld volgens de doelen in de beleidsbrief Nederlandse inzet voor wereldwijde voedselzekerheid, die in november 2014 aan uw Kamer is aangeboden. Per saldo stijgt dit subartikel met EUR 8,5 miljoen.
Artikel 4
Noodhulp Syrië
Zoals aangegeven in de artikel 100-brief is tijdens de Syrië-conferentie van 4 februari jl. in Londen door Nederland een additionele bijdrage van EUR 25 miljoen voor opvang in de regio Syrië toegezegd. Dit is gedekt uit de BNI-ruime. Dit bedrag is toegevoegd aan subartikel 4.1.
Opvang in de regio
Zoals gemeld in de kamerbrief van 11 januari jl. (TK 21 501 nr. 1074) is op 25 november 2015 in Europees verband besloten om een «Turkey Refugee Facility» op te richten. De faciliteit heeft een omvang van EUR 3 mld. cumulatief over de jaren 2016 en 2017. Het Nederlandse aandeel hierin bedraagt circa EUR 94 mln. en wordt in het fonds gestort. Daarnaast wordt EUR 166 miljoen extra geïntensiveerd in opvang in de regio Syrië. De inzet is om de extra middelen te gebruiken voor steun in Turkije, Jordanië, Libanon en Irak, vooral door te investeren in werkgelegenheid, onderwijs, basisvoorzieningen en infrastructuur. De steun draagt bij aan het verhogen van de weerbaarheid van de bevolking en aan stabiliteit in de regio. De Kamer is reeds per brief d.d. 2 mei 2016 over deze extra inzet geïnformeerd. In totaal is EUR 260 miljoen toegevoegd aan subartikel 4.3.
Overzicht budgetten hulprelatie-, overgangsrelatie- en exitlanden 2016
Bij de beantwoording van de Kamervragen over de begroting 2012 is toegezegd jaarlijks bij Voorjaarsnota een overzicht te geven van de budgetten van de hulprelaties-, overgangsrelaties- en exit-landen. Voor het jaar 2016 zijn de volgende budgetten voorzien:
Overzicht budgetten hulprelatie-, overgangsrelatie- en exitlanden
2016 |
|
---|---|
Hulprelatielanden |
|
Afghanistan |
20.000 |
Burundi |
27.300 |
Jemen |
10.613 |
Mali |
31.500 |
Palestijnse Autoriteit |
17.200 |
Rwanda |
45.928 |
Zuid-Soedan |
18.500 |
Totaal hulprelatielanden |
171.041 |
Overgangsrelatielanden |
|
Bangladesh |
38.400 |
Benin |
28.075 |
Ethiopië |
52.737 |
Ghana |
27.800 |
Indonesië |
17.935 |
Kenia |
16.450 |
Mozambique |
34.331 |
Oeganda |
15.545 |
Totaal overgangsrelatielanden |
231.273 |
Regionale programma's |
|
Afrika Grote Meren |
20.595 |
Hoorn van Afrika |
6.063 |
Midden Amerika |
3.760 |
Totaal regionale programma's |
30.418 |
Exitlanden |
|
Bosnië & Herzegovina |
2.000 |
Burkina Faso |
0 |
Colombia |
850 |
Congo, Democratische Republiek |
1.000 |
Egypte |
231 |
Georgië |
0 |
Guatemala |
0 |
Kosovo |
0 |
Moldavië |
0 |
Mongolië |
0 |
Nicaragua |
0 |
Pakistan |
700 |
Senegal |
0 |
Soedan |
0 |
Suriname |
2.921 |
Tanzania |
0 |
Vietnam |
0 |
Zambia |
0 |
Zuid-Afrika |
1.632 |
Totaal exitlanden |
9.334 |
Totaal |
442.066 |
Beleidsartikel 1
Beleidsartikel 1 Duurzame handel en investeringen Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Mutaties via NvW en amendementen |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 |
2016 |
2016 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1+2+3) |
|||||||
Verplichtingen |
325.230 |
0 |
36.907 |
362.137 |
131.970 |
54.348 |
54.806 |
52.591 |
||
Uitgaven: |
||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
582.187 |
0 |
– 67.758 |
514.429 |
– 250.858 |
80.918 |
22.820 |
– 9.204 |
||
waarvan juridisch verplicht |
||||||||||
1.1 |
Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen |
10.695 |
5.000 |
– 50 |
15.645 |
218 |
|
|
|
|
Opdrachten |
||||||||||
Beleidsondersteuning internationaal ondernemen |
2.719 |
2.719 |
||||||||
Bijdrage (inter)nationale organisaties |
||||||||||
Contributies internationaal ondernemen |
5.670 |
5.670 |
||||||||
Maatschappelijk verantwoord ondernemen |
2.306 |
5.000 |
– 50 |
7.256 |
||||||
1.2 |
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid |
70.599 |
0 |
13.080 |
83.679 |
21.024 |
14.163 |
12.621 |
10.406 |
|
Subsidies |
||||||||||
Starters International Business (SIB)/ Programma Strategische Beurzen |
5.940 |
5.940 |
||||||||
Partners for International Business (PIB) |
11.732 |
11.732 |
||||||||
Financieringsfaciliteit/Demontratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsstudies (DHI) |
15.000 |
– 5.000 |
10.000 |
|||||||
Package4growth non-ODA |
0 |
0 |
||||||||
Overig Programmatische Aanpak |
2.500 |
– 720 |
1.780 |
|||||||
PSO/2g@there |
2.500 |
2.500 |
||||||||
Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) |
0 |
18.800 |
18.800 |
|||||||
Leningen |
||||||||||
Finance for International Business (FIB) |
1.000 |
1.000 |
||||||||
Bijdragen aan agentschappen |
||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
26.000 |
26.000 |
||||||||
Versterking economische functie (NBSO's via RVO) |
5.927 |
5.927 |
||||||||
1.3 |
Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden |
350.893 |
– 5.000 |
– 50.288 |
295.605 |
– 62.439 |
– 46.745 |
– 45.301 |
– 47.110 |
|
Subsidies |
||||||||||
Transitiefaciliteit |
500 |
1.550 |
2.050 |
|||||||
Marktontwikkeling in het kader van private sector development |
53.890 |
14.000 |
67.890 |
|||||||
Wet en regelgeving |
9.070 |
– 2.070 |
7.000 |
|||||||
Financiele sectorontwikkeling |
27.961 |
– 3.861 |
24.100 |
|||||||
Versterking privaat ondernemerschap |
67.284 |
– 20.374 |
46.910 |
|||||||
Infrastructuurontwikkeling |
99.803 |
– 5.000 |
– 44.803 |
50.000 |
||||||
Samenwerking bedrijfsleven en PPP's |
7.400 |
1.300 |
8.700 |
|||||||
Versterking privaat ondernemerschap non-ODA |
6.382 |
– 1.757 |
4.625 |
|||||||
Technische assistentie DGGF |
11.900 |
11.900 |
||||||||
Bijdragen aan agentschappen |
||||||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
35.000 |
7.355 |
42.355 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
International Labour Organization |
5.217 |
5.217 |
||||||||
Partnershipprogramma ILO |
5.000 |
500 |
5.500 |
|||||||
International Finance Corporation |
2.628 |
– 2.628 |
0 |
|||||||
Landenprogramma's ondernemingsklimaat |
13.700 |
500 |
14.200 |
|||||||
Bedrijfsmatige technische bijstand |
1.709 |
1.709 |
||||||||
1.4 |
Dutch Good Growth Fund: intensivering van ontwikkelingsrelevante investeringen in en handel met ontwikkelingslanden door het Nederlandse en het lokale bedrijfsleven, met de focus op het MKB en bij uitzondering en onder condities grootbedrijf |
150.000 |
0 |
– 30.500 |
119.500 |
-209.661 |
113.500 |
55.500 |
27.500 |
|
Subsidies/Leningen/Garanties |
||||||||||
programma's Dutch Good Growth Fund |
150.000 |
– 30.500 |
119.500 |
|||||||
Ontvangsten |
23.463 |
0 |
69.569 |
93.032 |
2.441 |
2.304 |
2.176 |
2.058 |
||
1.10 |
Ontvangsten duurzame handel en investeringen |
23.463 |
69.069 |
92.532 |
1.941 |
1.804 |
1.676 |
1.558 |
||
1.40 |
Ontvangsten DGGF |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
500 |
Verplichtingen
De stijging van het verplichtingenbudget met EUR 37 miljoen is een saldo van mutaties. Op subartikel 1.2 is het budget voor 2016 met EUR 13,8 miljoen verhoogd ten behoeve van het nieuwe bedrijfsleveninstrument DTIF. Anderszijds is de verplichtingenbudgetten voor financiële sector ontwikkeling en de International Finance Corporation (IFC) (subartikel 1.3) verlaagd met respectievelijk EUR 50 miljoen en EUR 2,6 miljoen. In 2016 zijn geen nieuwe activiteiten voorzien. Tenslotte is het verplichtingenbudget voor het DGGF voor 2016 vastgesteld op EUR 75,5 miljoen.
Uitgaven
Artikel 1.1
Ter uitvoering van het amendement Van Laar/Van Veldhoven (34 300 XVII nr 25) is het budget voor maatschappelijk verantwoord ondernemen verhoogd met EUR 5 miljoen ter bestrijding van kinderarbeid.
Artikel 1.2
Als onderdeel van de Voorjaarsbesluitvorming heeft het Kabinet ingestemd met de start van een nieuw bedrijfsleveninstrument: het Dutch Trade en Investment Fund (DTIF). Het DTIF wordt gefinancierd binnen het bestaande non-ODA budget voor internationaal ondernemen. Zoals reeds in de ontwerpbegroting 2016 is gemeld, worden de regelingen FOM (Financiering Opkomende Markten) en FIB (Finance for Internationale Business) stopgezet en afgebouwd. De middelen uit de beschikbare begrotingsreserves van FOM en FIB worden voor het DTIF ingezet. In 2016 bedraagt het budget voor het DTIF EUR 18,8 miljoen, waarvan EUR 13,8 miljoen uit de begrotingsreserves van FOM en FIB en EUR 5 miljoen wordt binnen dit subartikel geherprioriteerd.
Artikel 1.3
Het budget voor marktontwikkeling in het kader van private sectorontwikkeling stijgt met EUR 14 miljoen ten behoeve van Solidaridad, Initiatief Duurzame Handel en Trade Mark East Africa. Deze programma’s zijn verlengd om de lopende activiteiten af te ronden en goed aan te laten sluiten op de vervolgfasen. De verhoging is mogelijk door een tijdelijk lagere kasbehoefte binnen hetzelfde artikel onderdeel op het budget voor infrastructuurontwikkeling. Het budget voor infrastructuurontwikkeling is voorts met EUR 5 miljoen verlaagd ten gunste van het budget voor maatschappelijk ondernemen op subartikel 1.1 (amendement Van Laar/Van Veldhoven 34 300 XVII nr. 25). Het budget voor versterking privaat ondernemerschap is verlaagd als gevolg van de invulling van het ODA tekort in 2016. Aanvullend is binnen dit budget is EUR 250.000 vrijgemaakt voor de uitvoering van het amendement Smaling/Mulder (34 300 XVII, nr. 15). Het budget voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland stijgt met EUR 7,4 miljoen. De offerte voor 2016, die pas in het najaar 2015 beschikbaar is gekomen, valt hoger uit dan de aanvankelijke raming die is opgenomen in de Ontwerpbegroting 2016.
Artikel 1.4
Conform de aankondiging in de Kamerbrief over de Mid-term Review van het Dutch Good Growth d.d. 1 oktober 2015 is het kasritme voor het DGGF meerjarig bijgesteld. In 2016 leidt dit tot een verlaging van het kasbudget met EUR 30,5 miljoen.
Ontvangsten
De ontvangst van EUR 69,6 miljoen in 2016 betreft hoofzakelijk de toevoeging van de middelen uit de (begrotings)reserves van de instrumenten FOM en FIB die worden ingezet voor het nieuwe bedrijfsleveninstrument DTIF. Van dit bedrag wordt EUR 13,8 miljoen ingezet in 2016. De resterende EUR 55 miljoen is door middel van een herschikking binnen subartikel 1.2 verdeeld over de jaren 2017 (EUR 14 miljoen), 2018 (EUR 13 miljoen), 2019 (EUR 12 miljoen), 2020 (EUR 9 miljoen) en 2021 (EUR 8 miljoen). De ontvangsten in 2017 en verder betreffen de vrijval van middelen van de nog uitstaande FOM-portfolio.
Beleidsartikel 2
Beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Mutaties via NvW en amendementen |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 |
2016 |
2016 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1+2+3) |
|||||||
Verplichtingen |
439.033 |
– 8.500 |
305.706 |
736.239 |
178.980 |
163.358 |
119.274 |
119.274 |
||
Uitgaven: |
||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
632.320 |
– 8.500 |
19.436 |
643.256 |
15.785 |
14.984 |
8.715 |
8.715 |
||
waarvan juridisch verplicht |
95% |
|||||||||
2.1 |
Toename van voedselzekerheid |
328.795 |
0 |
8.500 |
337.295 |
10.000 |
– 5.000 |
– 7.000 |
– 7.000 |
|
Internationaal onderwijsprogramma |
32.700 |
– 30.000 |
2.700 |
|||||||
Duurzame voedselproductie |
73.500 |
– 70.000 |
3.500 |
|||||||
Marktontwikkeling in het kader van voedselzekerheid |
40.656 |
– 39.156 |
1.500 |
|||||||
Voeding |
17.000 |
– 17.000 |
0 |
|||||||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||||||
Partnerschapsprogramma FAO |
2.500 |
– 2.500 |
0 |
|||||||
versterking ruraal ondernemersklimaat |
20.596 |
– 20.596 |
0 |
|||||||
Landenprogramma's voedselzekerheid |
141.843 |
– 1.500 |
140.343 |
|||||||
Subsidies |
||||||||||
Realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen |
0 |
34.700 |
34.700 |
|||||||
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector |
0 |
103.423 |
103.423 |
|||||||
Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid |
0 |
34.129 |
34.129 |
|||||||
Uitbannen huidige honger en voeding |
0 |
17.000 |
17.000 |
|||||||
2.2 |
Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie |
188.157 |
– 6.500 |
7.125 |
188.782 |
8.053 |
14.126 |
8.557 |
8.557 |
|
Subsidies |
||||||||||
Integraal waterbeheer |
28.123 |
– 1.500 |
5.000 |
31.623 |
||||||
Drinkwater en sanitatie |
37.110 |
5.000 |
42.110 |
|||||||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||||||
Wereldbank |
10.000 |
– 5.000 |
5.000 |
|||||||
Landenprogramma's integraal waterbeheer |
61.233 |
2.166 |
63.399 |
|||||||
Landenprogramma's drinkwater en sanitatie |
51.691 |
– 5.041 |
46.650 |
|||||||
2.3 |
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering |
115.368 |
– 2.000 |
3.811 |
117.179 |
– 2.268 |
5.858 |
7.158 |
7.158 |
|
Subsidies |
||||||||||
Hernieuwbare energie |
30.000 |
– 600 |
29.400 |
|||||||
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen |
39.744 |
1.820 |
41.564 |
|||||||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||||||
Klimaat: algemene vrijwillige en verplichte bijdragen |
14.240 |
176 |
14.416 |
|||||||
GEF |
20.000 |
750 |
20.750 |
|||||||
UNEP |
7.142 |
– 2.000 |
5.142 |
|||||||
Landenprogramma's klimaatbeleid |
3.885 |
1.665 |
5.550 |
|||||||
Landenprogramma's milieubeleid; biodiversiteit en bossen |
0 |
0 |
||||||||
Landenprogramma's klimaat, energie en milieutechnologie |
0 |
0 |
||||||||
Contributie IZA/IZT |
357 |
0 |
0 |
357 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor programma’s op het gebied van voedselzekerheid (subartikel 2.1) is verhoogd met EUR 184 miljoen. Voor de jaren 2016–2019 waren nog geen verplichtingenramingen opgenomen. Voorts stijgt het verplichtingenbudget voor een aantal bilaterale waterprogramma’s (subartikel 2.2) in totaal met EUR 121 miljoen. Het verplichtingenbudget is verhoogd voor de start van een nieuw waterprogramma in Benin. Per brief d.d. 8 september 2015 is uw Kamer daarover reeds geïnformeerd. In Bangladesh zijn vanwege het naar voren halen van de start van nieuwe activiteiten verplichtingen verschoven van 2017 naar 2016. In Rwanda en Mozambique zijn geplande verplichtingen in 2015 niet geconcretiseerd en doorgeschoven naar 2016. Tot slot is het verplichtingenbudget verhoogd voor de start van een nieuw regionaal waterprogramma in de Grote Meren-regio.
Uitgaven
Artikel 2.1
Binnen het centrale budget voor voedselzekerheidsprogramma’s zijn de activiteiten herschikt en de namen van de financiële instrumenten gewijzigd. Zes centrale instrumenten worden teruggebracht tot vier. Hiermee wordt de activiteitenportfolio coherenter en inzichtelijker ingedeeld volgens de doelen in de beleidsbrief Nederlandse inzet voor wereldwijde voedselzekerheid, die in november 2014 aan uw Kamer is aangeboden.
De herindeling leidt tot de volgende mutaties:
– Het instrument «Duurzame voedselproductie» wordt «Kennis en capaciteitsopbouw». Door herschikking van de activiteiten is het oorspronkelijke budget van EUR 73,5 miljoen verlaagd met EUR 39 mln. Dit is een saldo bestaande uit een verlaging van EUR 44 mln als gevolg van de bovengenoemde herschikking en een verhoging van EUR 5 miljoen vanwege een betalingsverplichting aan IFAD die hoger uitvalt door koersverlies.
– Het instrument «Marktontwikkeling voor voedselzekerheid» wordt «Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector». Door herschikking van de activiteiten is het oorspronkelijk budget verhoogd met EUR 63 miljoen.
– Het instrument «Voeding» wordt «Uitbannen huidige honger en ondervoeding». Het budget blijft gelijk.
– Het instrument «Versterking ruraal ondernemingsklimaat» wordt «Realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen». Het oorspronkelijk budget van EUR 20,5 miljoen is verhoogd met EUR 14 miljoen.
– Het instrument «Internationaal onderwijs» wordt afgesloten en gaat op in «Kennis en capaciteitsopbouw». Een restbedrag van EUR 2,7 miljoen blijft op het oude instrument staan voor het afsluiten van een lopende activiteit.
– Het instrument partnerschap FAO wordt afgesloten en de activiteit wordt voortgezet in het nieuwe instrument «Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector». Het budget EUR 2,5 miljoen is overgeheveld.
Per saldo stijgt dit subartikel met EUR 8,5 miljoen o.a. door verhoging van de bijdrage aan IFAD vanwege een ongunstige wisselkoers en verhoging van het voedselzekerheidbudget voor Zuid Soedan.
Artikel 2.2
Het centrale budget voor integraal waterbeheer is allereerst verlaagd met EUR 1,5 miljoen door een korting op UNESCO IHE als het gevolg van het amendement Ten Broeke/Servaes (34300 XVII 8). Dit amendement beoogt een verschuiving in de vrijwillige bijdragen aan multilaterale organisaties ten gunste van UNWOMEN (artikel 3), UNICEF en UNHCR (artikel 4). Hiertegenover staan verhogingen van de centrale waterbudgetten van in totaal EUR 10 miljoen voor bijdragen aan o.m. het Fonds Duurzaam Water, WASH Alliance en water- en sanitatieactiviteiten in ebolalanden. Het uitgavenbudget voor het partnerschapsprogramma met de Wereldbank is verlaagd met EUR 5 miljoen als gevolg van het amendement Taverne c.s. (34 300 XVII). ten behoeve van geïntegreerde SRGR- en HIV/aids-dienstverlening en voorlichting voor moeilijk bereikbare mensen. Deze EUR 5 miljoen is ingezet op subartikel 3.1. Het stopzetten van het oude waterprogramma in Benin leidt nog tot een verlaging van het bilaterale budget voor drinkwater en sanitatie.
Artikel 2.3
Als gevolg van het amendement Ten Broeke/Servaes (34300 XVII 8) is de bijdrage aan UNEP verlaagd met EUR 2 miljoen.
Beleidsartikel 3
Beleidsartikel 3 Sociale vooruitgang Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Mutaties via NvW en amendementen |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 |
2016 |
2016 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1+2+3) |
|||||||
Verplichtingen |
572.209 |
8.000 |
370.505 |
950.714 |
– 54.345 |
89.055 |
– 63.445 |
101.555 |
||
Uitgaven: |
||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
847.642 |
8.000 |
– 1.356 |
854.286 |
– 2.446 |
– 2.447 |
– 3.547 |
– 3.547 |
||
waarvan juridisch verplicht |
99% |
|||||||||
3.1 |
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids |
416.784 |
5.000 |
0 |
421.784 |
– 2.000 |
– 1.000 |
– 2.000 |
– 2.000 |
|
Subsidies |
||||||||||
Centrale programma's SRGR & HIV/aids |
154.864 |
4.000 |
7.875 |
166 739 |
||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
UNICEF |
10.000 |
2.000 |
12.000 |
|||||||
UNAIDS |
20.000 |
20.000 |
||||||||
SRGR; Strategische Alliantie Internationale NGO's |
1.500 |
375 |
1.875 |
|||||||
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis |
55.000 |
– 1.000 |
54.000 |
|||||||
UNFPA |
60.000 |
5.000 |
65.000 |
|||||||
WHO-PAHO |
6.713 |
6.713 |
||||||||
Partnershipprogramma WHO |
11.683 |
11.683 |
||||||||
Landenprogramma's SRGR & HIV/aids |
97.024 |
– 13.250 |
83.774 |
|||||||
3.2 |
Gelijke rechten en kansen voor vrouwen |
43.417 |
3.000 |
– 78 |
46.339 |
603 |
– 447 |
– 547 |
– 547 |
|
Subsidies |
||||||||||
Vrouwenrechten en gendergelijkheid |
31.939 |
419 |
32 358 |
|||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
UNWOMEN |
6.000 |
3.000 |
9.000 |
|||||||
Landenprogramma's gelijke rechten en kansen voor vrouwen |
5.478 |
– 497 |
4.981 |
|||||||
3.3 |
Versterkt maatschappelijk middenveld |
335.282 |
0 |
194 |
335.476 |
– 49 |
||||
Subsidies |
||||||||||
Vakbondsmedefinancieringsprogramma |
4.000 |
– 322 |
3.678 |
|||||||
SNV programma |
7.000 |
7.000 |
||||||||
Versterking maatschappelijk middenveld |
323.000 |
323.000 |
||||||||
Twinningsfaciliteit Suriname |
1.282 |
516 |
1.798 |
|||||||
3.4 |
Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek |
52.159 |
0 |
– 1.472 |
50.687 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
– 1.000 |
|
Subsidies |
||||||||||
Onderzoekprogramma's |
4.000 |
– 1.000 |
3.000 |
|||||||
Onderwijsprogramma's |
0 |
121 |
121 |
|||||||
Internationale hoger onderwijsprogramma's |
45.459 |
45.459 |
||||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
Landenprogramma's hoger onderwijs |
2.000 |
– 850 |
1.150 |
|||||||
Landenprogramma's onderwijs algemeen |
700 |
257 |
957 |
|||||||
Internationale onderwijsinstituten |
0 |
0 |
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor artikel 3 is verhoogd met EUR 370 miljoen met name ten behoeve van nieuwe committeringen voor de strategische partnerschappen.
Uitgaven
Artikel 3.1
Als gevolg van een viertal amendementen stijgt het budget van artikel 3.1 per saldo met EUR 5 miljoen. Het betreft de amendementen:
– Taverne c.s. (34 300-XVII nr. 23) ten behoeve van geïntegreerde SRGR- en HIV/aids-dienstverlening en voorlichting voor moeilijk bereikbare mensen (EUR 5 miljoen);
– Smaling en Taverne (34 300-XVII nr. 26) ten behoeve van het versterken van nationale gezondheidssystemen (EUR 1 miljoen);
– Voordewind (34 300-XVII nr. 33) ten behoeve van social protection (EUR 2 miljoen);
– Veldhoven en Van Laar (34 300-XVII nr. 25) ten behoeve van het voorkomen van onveilige abortus in humanitaire en/of fragiele omstandigheden (EUR 4 miljoen).
Voorts stijgt het centrale budget voor SRGR en HIV/aids met EUR 7,8 miljoen door een bijstelling van de kasramingen op aangegane verplichtingen. De verlaging van EUR 13 miljoen van het budget voor de landenprogramma» voor SRGR en HIV/aids betreft een bijstelling van de kasramingen op aangegane verplichtingen. De verhoging van EUR 5 miljoen van de bijdrage aan UNFPA betreft een uit 2015 doorgeschoven betaling.
Artikel 3.2
De mutatie van EUR 3 miljoen voor UNWOMEN komt voort uit het hiervoor genoemde amendement Ten Broeke/Servaes.
Beleidsartikel 4
Beleidsartikel 4 Vrede en veiligheid voor ontwikkeling Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Mutaties via NvW en amendementen |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 |
2016 |
2016 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1+2+3) |
|||||||
Verplichtingen |
543.709 |
13.000 |
375.168 |
931.877 |
– 113.029 |
9.600 |
– 19.400 |
– 19.400 |
||
Uitgaven: |
||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
544.571 |
13.000 |
336.509 |
894.080 |
– 69.465 |
– 1.766 |
– 8.311 |
– 8.311 |
||
waarvan juridisch verplicht |
||||||||||
4.1 |
Humanitaire hulp |
205.017 |
13.000 |
25.075 |
243.092 |
15.000 |
||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
UNHCR |
33.000 |
9.000 |
42.000 |
|||||||
Wereldvoedselprogramma |
36.000 |
36.000 |
||||||||
UNRWA |
13.000 |
13.000 |
||||||||
Noodhulpprogramma's |
123.017 |
4.000 |
20.075 |
147.092 |
||||||
4.3 |
Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie |
189.554 |
0 |
261.434 |
450.988 |
8.164 |
– 1.766 |
– 8.311 |
– 8.311 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
landenprogramma's legitieme en capabele overheid |
1.085 |
187 |
1.272 |
|||||||
Landenprogramma's functionerende rechtsorde |
98.394 |
– 26.668 |
71.726 |
|||||||
Midden Amerika programma |
3.760 |
3.760 |
||||||||
Landenprogramma's inclusieve en politieke processen; vredesdialoog en confilictpreventie |
6.800 |
– 3.300 |
3.500 |
|||||||
functionerende rechtsorde |
10.000 |
10.000 |
||||||||
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie |
34.645 |
34.645 |
||||||||
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen |
46.585 |
46.585 |
||||||||
Legitieme en capabele overheid |
19.275 |
19.275 |
||||||||
Opvang in de regio |
0 |
259.900 |
259.900 |
|||||||
4.4 |
Noodhulpfonds |
150.000 |
0 |
50.000 |
200.000 |
– 92.629 |
||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
Noodhulpfonds |
150.000 |
50.000 |
200.000 |
– 92.629 |
Verplichtingen
Het amendement Ten Broeke/Servaes (34300 XVII 8) leidt tot een verhoging van EUR 13 miljoen van het verplichtingenbudget voor de bijdragen aan UNHCR en UNICEF. Voorts is het verplichtingenbudget verhoogd met in totaal EUR 375 miljoen, waarvan in totaal EUR 285 miljoen en behoeve van humanitaire hulp en opvang in de Syrië-regio (zie onder Uitgaven). Ten behoeve van een nieuw programma met UNICEF is het verplichtingenbudget van subartikel 4.3 verhoogd met EUR 30 miljoen. Tenslotte resulteert de aanpassing van de ramingen voor het Noodhulpfonds in een verhoging van EUR 50 miljoen.
Uitgaven
Artikel 4.1
De mutaties van EUR 9 miljoen (UNHCR) en EUR 4 miljoen (Noodhulpprogramma’s) vloeien voort uit het amendement Ten Broeke/Servaes (34300 XVII 8). Verder is zoals aangegeven in de artikel 100-brief tijdens de Syrië-conferentie van 4 februari jl. in Londen door Nederland een additionele bijdrage van EUR 25 miljoen voor opvang in de regio Syrië toegezegd. Dit wordt gedekt uit de BNI-ruime. Dit bedrag is toegevoegd aan subartikel 4.1.
Artikel 4.3
Zoals gemeld in de kamerbrief van 11 januari jl. (TK 21 501 nr. 1074) is op 25 november 2015 in Europees verband besloten om een «Turkey Refugee Facility» op te richten. De faciliteit heeft een omvang van 3 mld. cumulatief over de jaren 2016 en 2017. Het Nederlandse aandeel hierin bedraagt circa 94 mln. en wordt in het fonds gestort. Daarnaast wordt EUR 166 miljoen extra geïntensiveerd in opvang in de Syrië-regio. De inzet is om de extra middelen te gebruiken voor steun in Turkije, Jordanië, Libanon en Irak, vooral door te investeren in werkgelegenheid, onderwijs, basisvoorzieningen en infrastructuur. De steun draagt bij aan het verhogen van de weerbaarheid van de bevolking en aan stabiliteit in de regio. Uw Kamer is reeds per brief d.d. 2 mei 2016 over deze extra inzet geïnformeerd. In totaal is EUR 260 miljoen toegevoegd aan subartikel 4.3. De verlaging van EUR 26,6 miljoen op de landenprogramma’s functionerende rechtsorde betreft het bilaterale programma voor Zuid-Soedan. Enerzijds leidt de instabiele politieke situatie in dit land tot vertragingen van lopende activiteiten. Anderzijds is een aantal activiteiten overgeheveld naar subartikel 2.1 Toename voedselzekerheid en subartikel 2.2 Verbeterd waterbeheer omdat ze beleidsmatig beter onder artikel 2 passen.
Artikel 4.4
De mutatie van EUR 50 miljoen betreft de ophoging van het Noodhulpfonds tot EUR 200 miljoen in 2016 wat gecompenseerd wordt met een navenante verlaging van de middelen in het Noodhulpfonds voor 2017. Vanwege de humanitaire noden in de Syrië-regio verloopt de uitputting sneller dan verwacht en is de meerjarige kasraming aangepast.
Beleidsartikel 5
Beleidsartikel 5 Versterkte kaders voor ontwikkeling Bedragen in EUR 1.000 |
Stand ontwerpbegroting |
Mutaties via NvW en amendementen |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Stand suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
Mutaties (+ of –) suppletoire begroting VJN |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 |
2016 |
2016 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|||
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1+2+3) |
|||||||
Verplichtingen |
188.571 |
– 12.500 |
23.788 |
199.859 |
– 2.560 |
– 2.510 |
– 2.510 |
97.490 |
||
Uitgaven: |
||||||||||
Programma-uitgaven totaal |
80.186 |
– 12.500 |
1.169 |
68.855 |
– 84.741 |
– 355.959 |
– 198.371 |
– 249.517 |
||
waarvan juridisch verplicht |
95% |
|||||||||
5.1 |
Versterkte multilaterale betrokkenheid |
164.352 |
– 12.500 |
2.628 |
154.480 |
– 4.872 |
678 |
– 205 |
– 205 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
UNDP |
40.500 |
– 12.500 |
28.000 |
|||||||
UNICEF |
24.000 |
24.000 |
||||||||
UNIDO |
1.950 |
1.950 |
||||||||
Middelenaanvullingen fondsen bij regionale ontwikkelingsbanken |
75.828 |
75.828 |
||||||||
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken |
6.301 |
227 |
6.528 |
|||||||
Speciale multilaterale activiteiten |
6.773 |
2.401 |
9.174 |
|||||||
Assistent-deskundigen programma |
9.000 |
9.000 |
||||||||
5.2 |
Overig armoedebeleid |
– 93.166 |
0 |
– 7.459 |
– 100.625 |
– 85.869 |
– 356.637 |
– 198.166 |
– 249.312 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling |
10.776 |
10.776 |
||||||||
Voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking |
4.250 |
4.250 |
||||||||
Schuldverlichting |
50.940 |
– 629 |
50.311 |
|||||||
Unesco |
4.400 |
404 |
4.804 |
|||||||
nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNP en/of toerekeningen |
– 163.532 |
– 7.234 |
– 170.766 |
|||||||
5.3 |
Bijdrage aan migratie en ontwikkeling |
9.000 |
0 |
6.000 |
15.000 |
6.000 |
||||
Subsidies |
||||||||||
Migratie en ontwikkeling |
3.100 |
3.100 |
||||||||
Diversen |
||||||||||
Migratie en ontwikkeling |
5.900 |
6.000 |
11.900 |
|||||||
Ontvangsten |
164.737 |
0 |
0 |
164.737 |
||||||
5.20 |
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen |
43.561 |
43.561 |
|||||||
5.21 |
Ontvangsten OS |
121.176 |
121.176 |
|||||||
5.22 |
Koersverschillen OS |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
pm |
Verplichtingen
Het verplichtingbudget op dit artikel is met EUR 12,5 miljoen verlaagd als gevolg van het amendement Ten Broeke/Servaes (34300 XVII 8). Het betreft een verlaging van de bijdrage aan UNDP ten gunste van de bijdragen aan UNWOMEN (artikel 3), UNICEF en UNHCR (artikel 4).
Tegenover deze verlaging staat een verhoging van EUR 17,7 miljoen van de budgetten voor cultuur en ontwikkeling. Ten behoeve van een aantal nieuwe activiteiten, waaronder het Prins Claus Fonds, is verplichtingenbudget vanuit 2017 naar voren gehaald. Ten behoeve van de uitvoering van het Bed, Bad, Brood-akkoord is het budget voor migratie en ontwikkeling met EUR 6 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Artikel 5.1
Het kasbudget op dit subartikel is met EUR 12,5 miljoen verlaagd ter uitvoering van het amendement Ten Broeke/Servaes (34300 XVII 8) Het betreft een verlaging van de bijdrage aan UNDP ten gunste van de bijdragen aan UNWOMEN (artikel 3), UNICEF en UNHCR (artikel 4). Het budget voor speciale multilaterale activiteiten is verhoogd om de Nederlandse inspanningen op het gebied van domestic revenue mobilisation te verdubbelen (toezegging Finance for Development-bijeenkomst in Addis Abeba in augustus jl.) Deze verhoging is gedekt met de verlaging van het budget voor de International Finance Corporation op subartikel 1.3.
Artikel 5.2
De mutaties op subartikel 5.2 leiden per saldo tot een verlaging. Het betreft hoofdzakelijk de verwerking van de financiële maatregelen uit de migratiebijlage bij Najaarsnota 2015. Zoals gemeld bij Najaarsnota 2015 is de raming voor asielinstroom 2016 t.o.v. de ontwerpbegroting verhoogd naar 58.000 asielzoekers. De kosten voor de instroom in 2016 worden gedekt uit BNI-ruimte in 2016 t/m 2020. Ten opzichte van de migratiebijlage bij de Najaarsnota 2015 zijn de kosten voor de asielinstroom in 2016 wel neerwaarts bijgesteld vanwege nieuwe maatregelen in de asielketen. Daarentegen zijn de asielkosten 2015 hoger uitgekomen dan geraamd. Dit tezamen leidt tot een per saldo meevaller van 33,7 mln. Dit wordt verrekend met VenJ. Ook is de zogenoemde BNI-bijstelling ingevuld op de verschillende artikelen van de BHOS-begroting.
Artikel 5.3
Het Bed, Bad, Brood-akkoord leidt tot een verhoging van het budget voor migratie en ontwikkeling met EUR 6 miljoen.
Ontvangsten
Geen toelichting