Vastgesteld 8 juni 2016
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een vraag met het daarop gegeven antwoord.
De vragen zijn op 27 mei 2016 voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bij brief van 7 juni 2016 zijn ze door de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Van der Burg
De griffier van de commissie, Post
Vraag 1
Wat is het verschil tussen het aantal bijstandsgerechtigden en de raming in 2015?
Antwoord 1
Ten tijde van de begroting is het bijstandsvolume voor 2015 geraamd op 378.000 bijstandsuitkeringen. Het gerealiseerde aantal bijstandsuitkeringen is uitgekomen op 383.000 bijstandsuitkeringen. Dit geeft een bijstelling van 5.000 bijstandsuitkeringen.
Vraag 2
Kan de regering toelichten waarom het verplichtingenbedrag op artikel 2 bij slotwet met 5,7 miljard euro is verlaagd?
Antwoord 2
In de begroting 2015 is rekening gehouden met een verplichtingenbudget van afgerond € 5,7 miljard om de budgettoekenningen voor 2016 uit het Macrobudget Participatiewetuitkeringen in 2015 te kunnen aangaan. In 2015 is echter de regelgeving aangepast (Aanwijzingsregeling verplichtingbedrag=kasbedrag 2015), waardoor voor bedoelde budgettoekenningen eenmalig geen verplichtingenbudget in het jaar voorafgaand aan het uitvoeringsjaar meer nodig was. Dit is gebeurd om administratieve en doelmatigheidsredenen. Voor de gemeenten die deze budgetten ontvangen verandert er met deze wijziging niets, ook niet in de informatieverstrekking of in de betalingen.
Vraag 3
Wat is de bijstelling van de uitgaven aan uitsluitend de bijstand?
Antwoord 3
De bijstelling van de uitgaven aan «algemene bijstand en loonkostensubsidies» is circa € 60 miljoen (zie tabel 2.2 van het SZW-jaarverslag, blz. 35).