Vastgesteld 6 juni 2016
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over het rapport van de Algemene Rekenkamer van 18 mei 2016 inzake de Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 bij het Ministerie van Defensie (X) (Kamerstuk 34 475 X, nr. 2).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 3 juni 2016. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Ten Broeke
De adjunct-griffier van de commissie, Van Eck
1
Wat gaat u ondernemen om de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden terug te brengen in de komende jaren?
4
Welke acties gaat u ondernemen om de aanbeveling over gerichter en zakelijker werken op te pakken?
18
Op welke manier gaat u prioriteiten geven aan de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer om de basis op orde te krijgen?
Ten aanzien van de ernstige onvolkomenheid in de logistieke keten reservedelen worden initiatieven versneld dan wel versterkt en aanvullende maatregelen getroffen. Zo worden de inspanningen ter verbetering van de inzetbaarheid van het materieel gebundeld en ondergebracht in een plan van aanpak gericht op de logistieke keten reservedelen met hoge prioriteit en met actieve betrokkenheid van alle defensieonderdelen. Zie ook het antwoord op vraag 9.
De aanbevelingen met betrekking tot de geconstateerde onvolkomenheden op het gebied van het ERP-systeem, IT-beheer, autorisatiebeheer en verplichtingenbeheer worden overgenomen. Het betreft maatregelen die reeds in gang zijn gezet. En zo ook de aanbeveling bij het aandachtspunt over het Budget Internationale Veiligheid (BIV). Echter, hieraan wordt een lagere prioriteit gegeven dan aan de hierboven aangegeven aanbevelingen bij de (ernstige) onvolkomenheden.
2
Kunt u reageren op de uitspraak van de Algemene Rekenkamer dat Defensie nog altijd een niet vol te houden wissel op zichzelf trekt?
Al in 2014 gaf Defensie (bij herhaling) aan dat de inzetbaarheidsdoelstellingen werden gehaald, maar met een aantal (hardnekkige) beperkingen. In gevallen waar beperkingen niet acceptabel waren, werden deze opgelost ten koste van andere eenheden, de geoefendheid en het voortzettingsvermogen. Het aanhoudende beroep op de krijgsmacht, mede door de verslechtering van de veiligheidssituatie en de daarmee samenhangende hogere eisen die de Navo aan de krijgsmacht stelt, zette in 2015 het voortzettingsvermogen verder onder druk. In de inzetbaarheidsrapportage 2015 is dat ook zichtbaar.
3
Wanneer gaat u keuzes maken, zoals de Algemene Rekenkamer aanbeveelt?
13
Bent u van plan scherpere keuzes te maken, zoals de Algemene Rekenkamer aanbeveelt? Zo ja, op welke wijze gaat u daar concreet invulling aan geven? Zo nee, waarom niet?
Ik heb oog voor de opmerking van de Algemene Rekenkamer dat Defensie scherpe keuzes moet maken en prioriteiten moet stellen. Keuzes om binnen de financiële kaders te blijven zijn soms onvermijdelijk. Deze keuzes zijn ook in het recente verleden gemaakt. Zo heb ik uw Kamer in de begroting van 2016 geïnformeerd over de vertraging van projecten zoals de MALE UAV, het licht indirect vurend wapensysteem (LIVS) en de beschermingspakketten van het infanterie gevechtsvoertuig en de Capability Upgrade elektronische oorlogsvoering. Bij gelijkblijvend budget zal Defensie ook de komende jaren keuzes moeten maken om ambities beter te laten aansluiten op de financiële middelen. Tegelijkertijd heeft het kabinet zich uitgesproken voor de versterking van de krijgsmacht in een meerjarig perspectief. Met de begroting 2017 informeer ik uw Kamer hierover.
4
Welke acties gaat u ondernemen om de aanbeveling over gerichter en zakelijker werken op te pakken?
Zie het antwoord op vraag 1.
5
Welke duurzame stappen heeft Defensie gezet om méér te veranderen om zaken structureel op orde te krijgen?
De belangrijkste verbetertrajecten zijn het verbeteren van de prestaties van de «voorzien in»-keten, de logistieke keten voor de reservedelen, de vernieuwing van de IT en het vergroten van de financiële duurzaamheid. De verbetertrajecten moeten de komende tijd tot de beoogde resultaten leiden.
6
Welke taken kan Nederland nog wel uitoefenen ter verdediging van haar grondwettelijke verplichtingen en welke niet?
Defensie heeft in 2015 aan de tweede en derde hoofdtaak van Defensie voldaan. De krijgsmacht is veelvuldig ingezet. Ten aanzien van de eerste hoofdtaak gelden beperkingen. De beperkingen betreffen de voorbereidingstijd, geoefendheid en, bij langdurige inzet, het voortzettingsvermogen. In de afgelopen periode is het belang van het opheffen van deze beperkingen toegenomen in het kader van de verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied. Sinds de oprichting van de Navo is de verdediging van het eigen grondgebied per definitie een bondgenootschappelijke taak. Het niet meer volledig voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen, dan wel het halen van die inzetbaarheidsdoelstellingen met beperkingen, betekent nadrukkelijk niet dat Nederland niet meer in staat is om het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied te verdedigen. Defensie kan alle grondwettelijke taken uitvoeren.
7
In hoeverre is het structurele gebrek aan technici een oorzaak dat materieel niet tijdig beschikbaar is?
Het niet tijdig beschikbaar zijn van het materieel kent diverse oorzaken. Naast het tekort aan reserveonderdelen heeft Defensie een gebrek aan technisch personeel voor het uitvoeren van verschillende onderhoudsprocessen. Hiertoe zijn aanvullende wervingsinspanningen gestart.
8
Klopt het dat materieel voor missies voorrang krijgt op materieel voor andere activiteiten?
32
Klopt het dat missies qua materieel en personeel voorrang hebben op oefeningen en andere activiteiten?
Ja. Om zeker te stellen dat een missie succesvol kan worden uitgevoerd onder zo veilig mogelijke omstandigheden krijgt het benodigde materieel voorrang. Dit geldt ook voor het materieel dat wordt gebruikt in de voorbereiding van missies.
9
Op welke termijn denkt u dat alle onderhoudsplannen op orde kunnen zijn?
10
Hoe gaat u de oproep van de Algemene Rekenkamer om meer prioriteit te leggen bij het verbeteren van het langetermijnperspectief in het materieelonderhoud oppakken?
14
Wie gaat de coördinatie op zich nemen om tot de door de Algemene Rekenkamer gewenste verbeteringen bij het materieelonderhoud te zorgen?
16
Wat is het tijdspad voor het verbeteren/rechtzetten van het onderhoudsproces, zowel op materieel niveau (IT, onderhoudsplannen) als op het gebied van personeel (genoeg mensen én met voldoende kennis)?
27
Welke (extra) maatregelen gaat u nemen om de ernstige onvolkomenheden in de logistieke keten voor reserveonderdelen op te lossen? Graag een toelichting.
28
Wat gaat u doen om de beschikbaarheid van materieel structureel te verbeteren de komende tijd, daar in het rapport van de Algemene Rekenkamer wordt gesproken van een groot deel Defensiemateriaal dat niet of slecht beschikbaar is?
30
Op welke termijn denkt u dat de vertraging in de onderhoudsprocessen weg te kunnen werken?
31
Kunt u een plan van aanpak maken waaruit blijkt dat de onderhoudsprocessen wel de door de Algemene Rekenkamer gewenste prioriteiten krijgen?
Defensie heeft de conclusies en aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer ter harte genomen. Defensie heeft al initiatieven genomen om verbeteringen te realiseren en lacunes weg te nemen. Voorts is met de begroting 2016 extra budget voor de basisgereedheid en hiermee voor de materiële exploitatie toegekend. Het zal echter enige jaren duren alvorens dit budget in de volle omvang beschikbaar is en de reserveonderdelen met lange levertijden werkelijk voorhanden zijn. Achterstanden in de onderhoudsplannen en de verwerving van reservedelen worden weggewerkt. Waar nodig en mogelijk worden initiatieven versneld of versterkt en aanvullende maatregelen genomen. Voor de inspanningen ter verbetering van de inzetbaarheid van het materieel wordt een plan van aanpak opgesteld. Dit plan richt zich op de logistieke keten van reserveonderdelen en de quick wins die hierbij zijn te behalen, de onderhoudsplannen, alsmede op de inrichting van de materieellogistieke organisatie en het personeel. In het plan van aanpak wordt, in overeenstemming met een van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer, een prioriteitstelling van wapensystemen gehanteerd. Daarnaast wordt in het plan een tijdschema opgenomen met de termijnen waarop de verschillende verbeteracties worden uitgevoerd en de wijze waarop de uitvoering van de verbeteracties worden gecoördineerd en gerapporteerd. De uitkomsten van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar de gereedstelling worden betrokken bij de maatregelen om de beschikbaarheid van het materieel verder te verhogen.
11
In hoeverre is er nog sprake van een discrepantie tussen de inkoopcapaciteit van het departement en de geplande investeringen die Defensie wil realiseren? Graag een toelichting.
Op dit moment is er een tekort aan inkopers bij de DMO. Dit wordt ondervangen met tijdelijke inhuur.
12
Kunt u reageren op de uitspraak van de Algemene Rekenkamer dat blijkt dat benodigde investeringen voor het vervangen van bestaande wapensystemen te laag zijn geraamd? Om welke wapensystemen gaat het? Hoeveel te laag zijn de ramingen? Graag een toelichting.
Zoals reeds gemeld in de begroting 2016 is de investeringsbehoefte voor alle benodigde vernieuwingen en vervangingen de komende vijftien jaar groter dan het beschikbare budget. Bij een gelijkblijvend budget leidt dit ook in de toekomst tot keuzes. De investeringsbehoefte van Defensie zal worden betrokken bij de uitwerking van het meerjarige perspectief. De mogelijkheden om daarin extra stappen te zetten, evenals het tempo ervan, is afhankelijk van de beschikbare financiële middelen. Dit zal onderwerp zijn van politieke besluitvorming.
13
Bent u van plan scherpere keuzes te maken, zoals de Algemene Rekenkamer aanbeveelt? Zo ja, op welke wijze gaat u daar concreet invulling aan geven? Zo nee, waarom niet?
Zie het antwoord op vraag 3.
14
Wie gaat de coördinatie op zich nemen om tot de door de Algemene Rekenkamer gewenste verbeteringen bij tet materieelonderhoud te zorgen?
Zie het antwoord op vraag 9.
15
Hoe gaat u de door de Algemene Rekenkamer vastgestelde onbalans bij het ondersteunend personeel rechtzetten?
Defensie werkt hard aan het verbeteren van de basisgereedheid van de krijgsmacht. Zoals vermeld in mijn brief van 9 november 2016 (Kamerstuk 34 300 X, nr. 41) komt een deel van de met de begroting 2016 beschikbaar gekomen extra middelen ten goede aan het verbeteren van de operationele aansturing en ondersteuning en het vergroten van de opleidings- en trainingscapaciteit. Daarnaast is extra budget toegekend aan de algemene ondersteuning en bedrijfsvoering. Verdere stappen ter versterking van de basisgereedheid zijn onderdeel van het meerjarig perspectief.
16
Wat is het tijdspad voor het verbeteren/rechtzetten van het onderhoudsproces, zowel op materieel niveau (IT, onderhoudsplannen) als op het gebied van personeel (genoeg mensen én met voldoende kennis)?
Zie het antwoord op vraag 9.
17
Welke stappen onderneemt u om de ramingen bij investeringen te verbeteren? Wanneer denkt u deze ramingen beter op orde te hebben?
Voor het verbeteren van de kwaliteit van ramingen en plannen, zijn initiatieven ontplooid in het kader van het traject financiële duurzaamheid. Een voorbeeld van zo’n initiatief is het verbeteren van de omgang met risico’s en onzekerheden. Bij complexe projecten wordt bijvoorbeeld met simulatietechnieken de hoogte van de projectreserve bepaald. Daarnaast is er aandacht voor een betere interne toetsing van ramingen en het uitvoeren van kostenanalyses.
Voorts heb ik u in mijn brief van 28 oktober jl. (Kamerstuk 34 300 X, nr. 39) geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek naar de oorzaken van de onderrealisatie in de «voorzien in»-keten. Een van de aanbevelingen uit dit onderzoek heeft betrekking op het verbeteren van de ramingen van investeringsprojecten. Op dit moment werkt Defensie deze aanbevelingen verder uit.
18
Op welke manier gaat u prioriteiten geven aan de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer om de basis op orde te krijgen?
Zie het antwoord op vraag 1.
19
Welke stappen onderneemt u om tot een heldere taakverdeling te komen die ertoe leiden dat de organisatie structureel beter gaat worden?
Het oplossen van de problemen waar Defensie voor staat, vergt een gezamenlijke, gecoördineerde inzet van meerdere disciplines. Voor de belangrijke verbetertrajecten, zoals het verhogen van de prestaties van de «voorzien-in»-keten en de financiële duurzaamheid, zijn speciale taskforces geformeerd waarin alle relevante spelers zijn samengebracht. De activiteiten van deze taskforces worden gecoördineerd door een stuurgroep op het niveau van directeuren en hoofddirecteuren. De stuurgroep wordt voorgezeten door een bestuursraadslid, die aanspreekbaar is op het behaalde resultaat. Naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer, zal deze gecoördineerde inzet ook plaatsvinden voor de geconstateerde ernstige onvolkomenheid in de logistieke keten van reserveonderdelen.
20
Hoe groot is het verschil tussen de huidige dollarkoers en de geraamde dollarkoers bij het JSF-project?
De huidige dollarkoers (1 juni 2016) is $ 1,12/€. De raming van dollargevoelige uitgaven in de begroting, waaronder het project Verwerving F-35, wordt gebaseerd op de raming van de dollarkoers in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau. Voor de begroting 2016 was de raming van de dollarkoers $ 1,13/€ (CEP 2015). Voor de begroting 2017 is de raming van de dollarkoers $ 1,09/€ (CEP 2016). De dollarkoers die werd gehanteerd ten tijde van de nota In het belang van Nederland (2013), en op basis waarvan het budget is vastgesteld, is $ 1,29/€.
21
Hoe kunt u de trainingsuren van de F-16 en de operationele uren van de F-16 in de strijd tegen ISIS in balans brengen?
Het geheel van trainingsvlieguren en inzetvlieguren in balans brengen is op korte termijn niet mogelijk. Naast de vlieguren voor inzet zijn extra vlieguren nodig om het jaarlijks oefenprogramma uit te voeren en de vliegers voor alle taken op niveau te houden. Zoals eerder gemeld, is na het einde van de inzet in de strijd tegen ISIS een jaar nodig om de volledige operationele gereedheid van de F-16 jachtvliegtuigen te herstellen (Kamerstuk 27 925, nr. 539). Sinds 2016 is er budget voor extra vlieguren toegekend als gedeeltelijke compensatie voor de inzeturen. Door in het vervolg direct bij de besluitvorming over een (verlengde) inzet extra vlieguren toe te kennen, kan een al te grote onbalans tussen trainingsvlieguren en inzetvlieguren worden voorkomen. Ondanks het extra geld is het totaal aantal te produceren vlieguren echter wel beperkt door de omvang van de logistieke organisatie.
22
Hoe valt de daling in de operationele gereedheid van 77% in 2013 naar 59% in 2015 te verklaren? Verwacht u met de reeds aangekondigde maatregelen een stijging van dit percentage? Zo ja, op welke termijn valt dit te verwachten? Zijn hiervoor aanvullende maatregelen nodig die nog niet door u zijn aangekondigd? Zo ja, welke?
De voornaamste oorzaken van de daling in de operationele gereedheid zijn de lage geoefendheid door eenzijdige inzet in missies en de beschikbaarheid van materieel. De druk op Defensie is hoog, onder meer door de inzet, de aanhoudende verslechtering van de veiligheidssituatie en de hogere eisen die de Navo aan de krijgsmacht stelt. Ook zijn de effecten van eerdere bezuinigingen nu in volle omvang voelbaar. De lage beschikbaarheid van materieel doet zich vooral voor bij oefeningen en missievoorbereiding. Het extra budget in de begroting 2016 wordt onder meer aangewend voor de versterking van de onderhoudscapaciteit, de logistieke bedrijfsvoering en voor extra reservedelen. Hierbij is er in de komende jaren sprake van een oplopende financiële reeks. Het aanvullen van reservedelen kost voorts tijd. De operationele gebruiker zal de positieve effecten van deze intensivering dan ook pas na verloop van tijd ondervinden. Aanvullend werkt Defensie aan een plan van aanpak voor het verbeteren van de logistieke keten voor reservedelen (zie ook het antwoord op vraag 9). Uitkomsten uit het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) naar de gereedstelling worden zodra deze beschikbaar zijn betrokken bij de maatregelen om de gereedheid verder te verhogen.
23
Waarom zijn nog niet alle eenheden aangesloten op de voorgeschreven basisadministratie? Welke eenheden zijn nog niet aangesloten op de voorgeschreven basisadministratie?
26
Hoe gaat u de aanbevelingen om te komen tot een meer uniforme informatievoorziening en een standaard geautomatiseerde rapportagesysteem, gestalte geven?
Met de voltooiing van de migratie van de F-16, die eind van dit jaar is voorzien, zullen alle hoofdwapensystemen over zijn op ERP. Voor het bepalen van de personele en materiële gereedheid wordt dan gebruikgemaakt van dezelfde basisadministratie. Voor het bepalen van de geoefendheid voeren de defensieonderdelen een eigen administratie.
24
Zijn er meer voorbeelden van trainingen die niet konden worden afgewerkt vanwege beperkte beschikbaarheid van materieel waarvoor men alternatieve oplossingen heeft gezocht? Kunt u deze alternatieve trainingen toelichten?
In 2015 is een aantal oefeningen niet doorgegaan. De belangrijkste oorzaak daarvoor was niet de materiële gereedheid, maar tekorten in de exploitatie. Met het oog op een financieel duurzame begroting kunnen tekorten in de exploitatie niet langer worden gedekt uit het investeringsbudget. Gedurende 2015 is het wel voorgekomen dat door de beperkte beschikbaarheid van materieel niet alle beoogde oefendoelstellingen konden worden behaald.
25
Wanneer denkt u de beschrijving over de totstandkoming van de informatie over de geoefendheid klaar te hebben?
De beschrijving over de totstandkoming van de geoefendheid is in februari 2016 vastgesteld. Deze beschrijving wordt momenteel verwerkt in interne regelgeving en daarna uitgegeven. Samen met de professionele inschatting van de commandant van een eenheid vormt dit de informatie over de geoefendheid.
26
Hoe gaat u de aanbevelingen om te komen tot een meer uniforme informatievoorziening en een standaard geautomatiseerde rapportagesysteem, gestalte geven?
Zie het antwoord op vraag 23.
27
Welke (extra) maatregelen gaat u nemen om de ernstige onvolkomenheden in de logistieke keten voor reserveonderdelen op te lossen? Graag een toelichting.
28
Wat gaat u doen om de beschikbaarheid van materieel structureel te verbeteren de komende tijd, daar in het rapport van de Algemene Rekenkamer wordt gesproken van een groot deel Defensiemateriaal dat niet of slecht beschikbaar is?
Zie het antwoord op vraag 9.
29
Kunt u zich in de stelling uit het rapport vinden, dat Defensie het onderhoudsproces veelal benadert vanuit een korte termijnperspectief? Welke stappen neemt u om dit proces te verbeteren?
33
Op welke termijn denkt u dat Defensie wel in staat is om ervoor te zorgen dat er rekening wordt gehouden met de exploitatie en onderhoud en er voldoende inzicht is in de benodigde reserveonderdelen én dat ramingen robuust zijn?
In het verleden is bij de verwerving van nieuw materieel niet altijd voldoende rekening gehouden met de exploitatie, contracten en het uit te voeren onderhoud. Met de nota «In het belang van Nederland» (Kamerstuk 33 763, nr. 1) heeft het kabinet gekozen voor een krijgsmacht die financieel en operationeel duurzaam is. De toepassing van de levensduurbenadering voor wapensystemen moet bijdragen tot financiële duurzaamheid. Het helpt Defensie investeringen en exploitatie, inclusief (kosten van) onderhoud, beter in samenhang en over de lange termijn te overzien. Bij de voorbereiding van investeringsbeslissingen conform het Defensie Materieelproces (DMP) wordt al gebruikgemaakt van de levensduurbenadering voor wapensystemen (life cycle costing). De kosten van de materiële exploitatie van wapensystemen maken daar deel van uit. Deze informatie berust voornamelijk op informatie van fabrikanten en ervaringscijfers van vergelijkbare systemen. Defensie werkt eraan om dit nu voornamelijk handmatig opgebouwde inzicht structureel te verankeren in de IT-systemen, zodat dit in de toekomst geautomatiseerd kan worden verkregen. Ook het verbeteren van ramingen en plannen en de ontwikkeling van een duurzaam exploitatieplan zijn onderdeel van dit traject.
Voorts heeft Defensie initiatieven genomen om de vastgestelde tekortkomingen in het onderhoudsproces aan te pakken. Voor de inspanningen ter verbetering van de inzetbaarheid van het materieel wordt een plan van aanpak opgesteld (zie het antwoord op vraag 9).
30
Op welke termijn denkt u dat de vertraging in de onderhoudsprocessen weg te kunnen werken?
31
Kunt u een plan van aanpak maken waaruit blijkt dat de onderhoudsprocessen wel de door de Algemene Rekenkamer gewenste prioriteiten krijgen?
Zie het antwoord op vraag 9.
32
Klopt het dat missies qua materieel en personeel voorrang hebben op oefeningen en andere activiteiten?
Zie het antwoord op vraag 8.
33
Op welke termijn denkt u dat Defensie wel in staat is om ervoor te zorgen dat er rekening wordt gehouden met de exploitatie en onderhoud en er voldoende inzicht is in de benodigde reserveonderdelen én dat ramingen robuust zijn?
Zie het antwoord op vraag 29.
34
Wat is de reden dat de instandhoudingsanalyses van de wapensystemen van Defensie pas eind 2018 gereed zullen zijn? Hoe kan het dat hier nog ruim twee jaar voor nodig is?
Het uitvoeren van een instandhoudingsanalyse op een wapensysteem is een intensief traject en vraagt veel capaciteit van de organisatie. Mede door het uitvoeren van missies, de deelname aan oefeningen en de missievoorbereidingen kunnen de instandhoudingsanalyses op de belangrijkste hoofdwapensystemen niet altijd tegelijkertijd worden uitgevoerd. In overeenstemming met de aanbeveling van de Rekenkamer, om met prioriteit uitvoering te geven aan de aanbevelingen van de in 2015 voltooide interne analyse van de problematiek, versnelt Defensie de uitvoering van de instandhoudingsanalyses. Het streven is om voor eind 2017 de analyses te hebben uitgevoerd. In 2016 worden drie pilots uitgevoerd. Per hoofdwapensysteem worden direct initiatieven genomen om tekortkomingen weg te nemen.
35
Welke les trekt Defensie uit de opmerking van de Algemene Rekenkamer dat verbeteringen beperkt zijn door een «gebrek aan capaciteit in combinatie met een onvoldoende scherpe prioriteitstelling en coördinatie»?
Defensie heeft de conclusies en aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer ter harte genomen. Defensie heeft al initiatieven genomen om verbeteringen te realiseren en lacunes weg te nemen. Waar nodig en mogelijk worden initiatieven versneld of versterkt en aanvullende maatregelen genomen. Voor de inspanningen ter verbetering van de inzetbaarheid van het materieel wordt een plan van aanpak met hoge prioriteit opgesteld. Zie ook het antwoord op vraag 9.
36
Op welke termijn denkt u het Enterprise Resource Planning (ERP)-systeem op orde te hebben?
Het leren werken met een ERP-pakket vergt een forse inspanning van de organisatie. Het vereist een andere manier van werken, onder meer door de langere procesketens met meer onderlinge afhankelijkheden, het gebruik van gestandaardiseerde processen en een grotere afhankelijkheid van datakwaliteit. De optimalisatie van ERP en de bedrijfsvoering vordert gestaag. Toch zal het nog wel even duren voordat de laatste rimpels zijn gladgestreken, onder meer omdat de laatste migraties nog moeten worden voltooid. Voorts geeft het gebruik van ERP meer inzicht in de werking van processen dan voorheen. Dit geeft mogelijkheden voor verdere optimalisatie van procesketens waarvan eerder niet duidelijk was waar de bottlenecks zitten. Dit hele proces kan nog wel enige jaren in beslag nemen.
37
Moeten er nog extra financiële middelen vrijgemaakt worden om het ERP te verbeteren, of zijn de huidige kaders hiervoor toereikend?
De huidige kaders zijn toereikend.
38
Hoe gaat u ervoor zorgen dat het aantal foutieve gegevens in het ERP systeem de komende jaren structureel afneemt?
Om de datakwaliteit op peil te brengen en te houden zijn meerdere maatregelen genomen, waaronder het schonen van complexe gegevens, de introductie van een tool waarmee de juistheid van gegevens vooraf kan worden gecontroleerd en een traject waarmee het beheer van gegevens per wapensysteem verder wordt verbeterd.
39
Kloppen de door de Algemene Rekenkamer gemelde aantallen foutieve gegevens binnen ERP (7.000 artikelen eraf en 6.000 erbij)?
Ja. ERP bevat overigens in totaal 2,2 miljoen artikelen. Hoe dan ook, deze gegevens worden nu geschoond. Door de introductie van een tool waarmee gegevens kunnen worden gecontroleerd voordat ze het systeem in komen, wordt toekomstige vervuiling zoveel mogelijk voorkomen.
40
Wanneer moet operatie Get Clean afgerond zijn?
Het project «Get Clean», waarmee de datakwaliteit in eerste aanleg is verbeterd, is voltooid. De genoemde activiteiten maken deel uit van «Stay Clean», waarmee de datakwaliteit voortdurend op peil wordt gehouden. Deze activiteiten worden in de lijn belegd.
41
Hoe gaat u de aanbeveling om te komen tot «een goede departementsbrede bewakingsfunctie op de registratie van verplichtingen» invullen?
Defensie start in 2016 met een inrichting van een monitoringstelsel waarbij de juistheid en volledigheid van de verplichtingenadministratie beter worden beheerst. Het stelsel is naar verwachting ultimo 2017 geïmplementeerd.
42
Welke maatregelen zijn inmiddels doorgevoerd om herhaling van een substantiële overschrijding, in dit geval van € 361,6 miljoen in het verplichtingenbeheer, ondanks de daar in 2015 doorgevoerd verbeteringen, te voorkomen?
43
Wat waren de contractuele verplichtingen ter waarde van € 351,6 miljoen die niet tijdig aan de Kamer zijn gemeld? Waarom is dit niet tijdig aan de Kamer gemeld? Graag een toelichting.
44
Wat is de reden dat er een overschrijding heeft plaatsgevonden ter hoogte van in totaal € 351,6 miljoen, een overschrijding ter waarde van bijna 5% van de totale begroting van Defensie?
45
Kunt u aangeven waar deze € 351,6 miljoen aan uitgegeven is? Welke acties heeft u ondernomen om dit soort foutieve meldingen te voorkomen?
De volgende mutaties zijn niet voorafgaand aan de Slotwet gemeld:
• Beleidsartikel 2 (Taakuitvoering Zeestrijdkrachten): verplichtingen voor een bedrag van € 15,1 miljoen. Deze budgetoverschrijding heeft betrekking op het nieuwe jaarcontract 2016 met de Rijksrederij dat op 27 november 2015 is aangegaan.
• Beleidsartikel 4 (Taakuitvoering Luchtstrijdkrachten): verplichtingen voor een bedrag van € 75,3 miljoen. Deze budgetoverschrijding heeft betrekking op het contract voor C-130 over de jaren tot en met 2032.
• Beleidsartikel 6 (Investeringen Krijgsmacht): verplichtingen voor een bedrag van € 166,4 miljoen. Deze budgetoverschrijding heeft betrekking op IT-investeringen en contracten met betrekking tot de F-35.
• Beleidsartikel 7 (Defensie Materieelorganisatie): verplichtingen voor een bedrag van € 94,4 miljoen. Deze budgetoverschrijding heeft betrekking op contracten voor onderhoud en munitie.
Het totale bedrag waarover voorafgaand aan de Slowet de Kamer niet is geïnformeerd, is € 351,6 miljoen aan verplichtingen. Het gaat om verplichtingen die al wel in de begroting waren opgenomen, maar in het jaar 2016 in plaats van in 2015. Deze verplichtingen zijn echter na de tweede suppletoire begroting 2015 al aangegaan. Deze versnelling had moeten worden gemeld aan de Kamer, maar dat is pas met de Slotwet gebeurd. Defensie zal de Kamer voortaan tijdig over dergelijke mutaties informeren.
46
Hoe gaat u de wens van de Rekenkamer om te komen tot een goede projectadministratie voor het verplichtingenbeheer bij het F-35 project oppakken?
De Algemene Rekenkamer heeft vorig jaar in haar zijlichtbrief opgemerkt dat het van belang is dat verplichtingen F-35 goed worden geregistreerd. Ook in de ADR-rapportage van vorig jaar werd geadviseerd interne beheersmaatregelen te treffen om de risico’s op onjuiste en/of onvolledige verplichtingen- en voorschottenadministraties te voorkomen. Dit advies heeft Defensie overgenomen. In overleg met de ADR zijn procedures ontwikkeld voor het vastleggen van aangegane verplichtingen, het controleren van de verplichtingenadministratie en het verrekenen van (oude) voorschotten. De werking van deze procedures zal in 2016 resulteren in een verbetering van het verplichtingenbeheer.
47
Wat houdt de Strategische Samenwerking op IT feitelijk in, wanneer Defensie streeft naar strategische samenwerking met de industrie op het gebied van over ontwerpen/ontwikkelen, investeren, exploiteren en innoveren van de IT infrastructuur, daar gaande het verwervingsproces invulling aan wil geven, waarbij de lasten voor investeringen en exploitatie geheel bij Defensie liggen?
Defensie heeft, met het oog op de continuïteit van de IT-dienstverlening, ervoor gekozen de nieuwe IT tot stand te brengen terwijl de huidige IT blijft draaien. Defensie kan de nieuwe IT niet realiseren zonder samenwerking met de markt. De samenwerking tussen Defensie en de markt beslaat een contractperiode van tien jaar, waarbij de markt grotendeels verantwoordelijk is voor het ontwikkelen, neerzetten en onderhouden van de nieuwe IT. Het beheer van de nieuwe IT wordt in samenwerking met de markt uitgevoerd, waarbij Defensie de verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van de geheime IT en de IT die op missies wordt gebruikt. De wijze waarop de strategische samenwerking vorm krijgt, is onderdeel van de dialoog met de markt. De financieringsconstructie en verrekenmodellen zijn eveneens onderdeel van de dialoog.
48
Klopt de bewering van de Algemene Rekenkamer dat er nog extra kosten gemaakt moeten gaan worden om de IT-basisinfrastructuur op orde te krijgen? Zo ja, hoeveel denkt u nodig te hebben? Zo nee, waarom niet?
50
Wanneer gaat u een integraal kostenoverzicht geven voor de realisatie van de nieuwe IT, zoals de Algemene Rekenkamer aanbeveelt?
51
Verwacht u nog steeds dat de reservering van 40 miljoen euro voor de IT-basisinfrastructuur voldoende is?
52
Vallen eventueel aanvullende kosten voor de transformatie, voor het onderhoud van oude én nieuwe IT tijdens de uitvoering van het programma, voor het uit faseren van oude IT-systemen en voor extra continuïteitsmaatregelen gedurende de looptijd van het programma wel of niet binnen de huidige reservering van 40 miljoen euro voor de IT-vernieuwing?
Op basis van de aanbevelingen van Gartner is inmiddels een financieel model opgesteld waarin, binnen de huidige financiële kaders, een eerste raming van het benodigde budget is opgenomen. Daarbij is ook een schatting gemaakt van de dubbele beheerslasten als gevolg van het gelijktijdige gebruik van de huidige en de nieuwe infrastructuur. Het betreft een voorlopige schatting. Een goed inzicht in de kosten kan pas tijdens de dialoog met de markt ontstaan.
49
Hoe komt het dat niet alle urgente continuïteitrisico’s in de IT die in 2014 aangegeven zijn, opgelost zijn?
De continuïteitsmaatregelen voor de generieke IT zijn vrijwel allemaal voltooid. Wat resteert, is het omzetten van nieuwe netwerkcomponenten in de rekencentra en het voltooien van de vernieuwing van de internetkoppelingen. De vernieuwing van de LAN-netwerken op de defensielocaties vindt in het reguliere onderhoudsproces plaats.
50
Wanneer gaat u een integraal kostenoverzicht geven voor de realisatie van de nieuwe IT, zoals de Algemene Rekenkamer aanbeveelt?
51
Verwacht u nog steeds dat de reservering van 40 miljoen euro voor de IT-basisinfrastructuur voldoende is?
52
Vallen eventueel aanvullende kosten voor de transformatie, voor het onderhoud van oude én nieuwe IT tijdens de uitvoering van het programma, voor het uit faseren van oude IT-systemen en voor extra continuïteitsmaatregelen gedurende de looptijd van het programma wel of niet binnen de huidige reservering van 40 miljoen euro voor de IT-vernieuwing?
Zie het antwoord op vraag 48.
53
Kunt u toelichten in hoeverre de inzet in geval van nood, na de gemelde beperkingen in de inzetbaarheid door de Operationele Commandanten en de Algemene Rekenkamer, nog een geloofwaardige, volwaardige inzet zal zijn en niet noodzakelijke (noodgedwongen) minimale inzet?
Zoals gemeld in het jaarverslag 2015 (Kamerstuk 34 475 X, nr. 1) waren de structurele nationale taken gedurende 2015 haalbaar. De vraag van civiele autoriteiten naar ondersteuning door Defensie was ook in 2015 groot. Defensie voldoet aan de vraag, maar indien eenheden gelijktijdig voor nationale en internationale inzet nodig zijn, is prioriteitstelling onvermijdelijk. Dit heeft echter niet geleid tot effecten in de uitvoering. In 2015 zijn bij enkele gegarandeerde capaciteiten uit de ICMS-catalogus weliswaar beperkingen geconstateerd, maar het beoogde effect kon doorgaans op alternatieve wijze worden bereikt.
54
Wat kunt en gaat u doen om de militairen nog met geloof in eigen optreden naar de kazerne te laten gaan, als rapporten en meldingen van operationele commandanten bevestigen wat zij al lange tijd om zich heen zien, waarbij op televisie dik uitgemeten wordt dat de militairen niet kunnen oefenen door gebrek aan materieel en dat hun optreden en hun organisatie bespottelijk wordt gemaakt wegens gebrek aan munitie en inzetbare voertuigen, vliegtuigen en schepen?
Defensie is tegenover het personeel open over de problematiek, zij erkent het ongemak en is zich bewust van de flexibiliteit en de inventiviteit van het personeel. Hiervoor verdient het personeel grote waardering. Het personeel wordt geinformeerd over de stapsgewijze verbeterslagen, zoals bijvoorbeeld het plan van aanpak voor het verbeteren van de logistieke keten van reservedelen. Zoals gemeld in het antwoord op vraag 22, kost het aanvullen van reservedelen en het vergroten van de personele onderhoudscapaciteit echter tijd, zodat de operationele gebruiker de positieve effecten pas na verloop van tijd zal ondervinden.
55
Wanneer zal het Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar de operationele gereedheid gereed zijn?
Het streven is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar de gereedstelling eind 2016 te voltooien.
56
Wat is uw toekomstvisie op de gewenste operationele capaciteiten en heeft u onderzocht wat nieuwe dreigingen en nieuwe technologieën kunnen betekenen voor deze capaciteiten? Zo ja, wat zijn dan de gewenste operationele capaciteiten? Zo nee, waarom niet?
57
Bent u van plan om de aanbeveling van de Algemene Rekenkamer op te volgen, om te vertrekken vanuit een toekomstvisie op de gewenste operationele capaciteiten en dan gericht na te gaan wat nieuwe dreigingen en nieuwe technologieën kunnen betekenen voor deze capaciteiten? Zo ja, op welke termijn gaat u concrete invulling hieraan geven? Zo nee, waarom niet?
Met mijn brief van 8 maart jl. (Kamerstuk 33 763, nr. 98) over het meerjarig perspectief voor de versterking van de krijgsmacht, heb ik de Kamer geïnformeerd over de uitwerking van het middellangetermijnperspectief van Defensie. In deze brief zijn de belangrijkste elementen daarvan geschetst. In de brief beschrijft het kabinet tevens de strategische opgaven voor Defensie. Recente (technologische, maatschappelijke en andere) ontwikkelingen en dreigingen zijn hierin meegewogen. Het spreekt vanzelf dat de mogelijkheden om deze vervolgstappen te zetten, en ook het tempo daarvan, afhankelijk zijn van de beschikbare financiële middelen. Wanneer vervolgstappen bekend zijn, zal in de verdere uitwerking ervan uiteraard opnieuw rekening worden gehouden met de dreigingsanalyses en beschikbare en voorziene nieuwe technologieën.
58
Bent u het eens met de Algemene Rekenkamer dat direct en zonder extra geld werk kan worden gemaakt van het uitvoeren van de aanbeveling om de ernstige onvolkomenheid op te lossen? In hoeverre kunt u de ernstige onvolkomenheden die door de Algemene Rekenkamer zijn aangestipt oplossen zonder extra middelen?
In 2015 heb ik uw Kamer regelmatig geïnformeerd over knelpunten in de materiële gereedheid, zowel in de inrichting als in de uitvoering, en over de oorzaken daarvan (Kamerstukken 33 763, nrs. 74, 78 en 84). Ook liet ik u weten dat problemen per wapensysteem verschillen. Niet alle knelpunten zijn financieel van aard. Enkele voorbeelden zijn het nog niet optimaal functioneren van het nieuwe SAP-systeem en assortimentsgewijs werken. Defensie werkt voortdurend aan het oplossen van knelpunten binnen de huidige financiële kaders. Ook de Rekenkamer stelt vast dat Defensie werk maakt van de vereiste aanpassingen en verbeteringen. Als onderdeel van het traject financiële duurzaamheid zijn bijvoorbeeld de ramingen van de materiële exploitatie verbeterd. Ook worden de achterstanden in de onderhoudsplannen en de verwerving van reservedelen weggewerkt (zie het antwoord op vraag 9). Met de voltooiing van de invoering van ERP neemt het inzicht in de werking van de logistieke keten toe en kunnen knelpunten verder worden aangepakt. De Rekenkamer constateert niettemin dat het traag verloopt, zonder de benodigde prioriteit en onvoldoende gecoördineerd. Defensie neemt deze conclusie van de Rekenkamer ter harte en waar nodig versnelt dan wel versterkt zij initiatieven. Ook bundelt Defensie de inspanningen ter verbetering van de inzetbaarheid van het materieel in een plan van aanpak met hoge prioriteit en betrokkenheid van alle defensieonderdelen (zie het antwoord op vraag 9). Ik teken hierbij wel aan dat de gewenste verbeteringen tijd kosten. Extra middelen zullen voorts onontbeerlijk zijn om de basisgereedheid volledig op orde te brengen.