Vastgesteld 7 juni 2016
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over het rapport van 18 mei 2016 inzake Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) (Kamerstuk 34 475 VII, nr. 2).
De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 6 juni 2016. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Vraag 1
Kunt u aangeven welke informatie de Minister moet leveren om ervoor te zorgen dat de structurele financiering helder is voor de Leden van de Tweede Kamer?
In ons onderzoek hebben wij vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de structurele financiering van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI), waar DigiD deel van uitmaakt. Voor een heldere structurele financiering van DigiD is (meer) informatie nodig over de dekking van kosten die voortvloeien uit de doorontwikkelingen op de DigiD-omgeving, van nieuw beleid met financiële consequenties op het beheer en de exploitatie van DigiD en van kosten als gevolg van volumegroei door de invoering van de wet EBV (Wetsvoorstel elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst).
Vraag 2
Aan welke regels voldoet de Haagse Inkoopsamenwerking nog niet als het gaat om de aanbestedingsregels?
In ons rapport «Resultaten verantwoordingsonderzoek 2015 Wonen en Rijksdienst (XVIII)» (Kamerstuk 34 475 XVIII, nr. 2) zijn wij nader ingegaan op de onvolkomenheid in het inkoopbeheer HIS. We geven hierin aan dat de keuze voor de uit te nodigen ondernemers (objectieve leverancierskeuze) vaak? niet voldoende is onderbouwd. De HIS heeft in 2015 standaard documenten en procedures ontwikkeld om het inkoopproces conform de aanbestedingsregels te laten verlopen. De structureel juiste werking van deze verbetermaatregelen dient nog aangetoond te worden. De HIS voerde in 2015 wel interne audits uit. We vinden dit een positieve ontwikkeling.
Naast het aanpakken van de zwakke punten in de aanbesteding, hebben we de Minister van BZK aanbevolen om de verbijzonderde interne controle verder te professionaliseren, door de aanbestedingstrajecten ook inhoudelijk te toetsen op naleving van de relevante wet- en regelgeving. Ten slotte bevelen wij aan de dossiervorming te verbeteren.
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van de onderdelen van het ministerie die de beveiligingsnormen nog niet volledig hebben geïmplementeerd?
Het Ministerie van BZK heeft in 2015 acties ondernomen voor een verdere implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (BIR) en de totstandkomingsprocedure voor de In Control Verklaring (ICV). In de ICV dient te worden aangegeven in hoeverre het ministerie de informatiebeveiliging op orde heeft. Als een beheermaatregel van de BIR niet of niet volledig is geïmplementeerd levert dit een zogenoemde «explain» op voor de ICV. Alle door de onderdelen aangegeven explains en de daarbij aangegeven risico’s zijn inhoudelijk beoordeeld door de CIO BZK. In alle gevallen heeft de CIO-BZK geoordeeld dat de (decentraal) geconstateerde risico’s geen, dan wel beperkte directe en relevante gevolgen hebben voor de te beschermen belangen (TBB), zoals die voor BZK als geheel gelden. Een afweging per onderdeel afzonderlijk is daarbij niet opgenomen. Wij hebben in ons onderzoek wel geconstateerd dat de informatiebeveiliging bij één onderdeel van het ministerie onvoldoende vooruitgang heeft laten zien; dit betreft de Rijksdienst Caribisch Nederland. Voor dit onderdeel hebben wij de onvolkomenheid voor de informatiebeveiliging uit 2014 dan ook gehandhaafd over 2015.
Vraag 4
Kan u toelichten welke verbeteringen ten aanzien van het financieel beheer en materieelbeheer bij de AIVD wenselijk zijn
De vraag die u ons stelt houdt direct verband met de nog openstaande vraag welke informatie over de bedrijfsvoering van de AIVD in het openbaar besproken kan worden.
Wij kunnen op deze plaats niet verder in detail toelichten welke verbeteringen in de bedrijfsvoering bij de AIVD wenselijk zijn, omdat er onduidelijkheid is over de demarcatielijnen tussen openbaarheid en geheimhouding zolang het parlement hier niet over heeft besloten. Dit hebben wij toegelicht in ons rapport Bezuinigingen en intensiveringen bij de AIVD; Gevolgen van de budgettaire turbulentie in de periode 2012–2015 (mei 2015). Wij hebben de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten vorig jaar aangeraden hierin gezamenlijk duidelijkheid te verschaffen, zodat de democratische controle in het juiste gremium plaatsvindt.