Vastgesteld 6 juni 2016
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een vraag met het daarop gegeven antwoord.
De vraag is op 27 mei 2016 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 3 juni 2016 is ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Vraag 1
Op welke verkiezingen wordt gedoeld in «beleidsartikel 1. Openbare Orde en democratie», waarvan de uitgaven voor verkiezingen (€ 1,8 mln.) niet in 2015, maar in 2016 zullen gaan plaatsvinden?
Antwoord:
Het betreft uitgaven voor het verkiezingsproces in den brede. Er zijn verschillende projecten en onderzoeken gaande die betrekking hebben op de inrichting van het verkiezingsproces zoals de vorming van een permanente registratie voor de Nederlanders die vanuit het buitenland mogen stemmen, het haalbaarheidsonderzoek naar elektronisch stemmen en tellen in het stemlokaal en de test met internetstemmen voor Nederlanders in het buitenland.