Kamerstuk 34475-H-1

Jaarverslag BES-fonds 2015

Dossier: Jaarverslag en slotwet BES-fonds 2015

Gepubliceerd: 18 mei 2016
Indiener(s): Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34475-H-1.html
ID: 34475-H-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET BES-FONDS (H)

Aangeboden 18 mei 2016

Inhoudsopgave

A.

Algemeen

3

 

1.

Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

3

 

2.

Leeswijzer

5

       

B.

Beleidsverslag

6

 

1.

Beleidsprioriteiten

6

 

2.

Beleidsartikel

7

   

Artikel 1. BES-fonds

7

 

3.

Bedrijfsvoeringparagraaf

10

       

C.

Jaarrekening

11

 

1.

De verantwoordingsstaat

11

 

2.

De saldibalans

12

       

D.

Bijlage

15

1.

Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland

15

A. ALGEMEEN

1. AANBIEDING EN DECHARGEVERLENING

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2015 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2015 gevoerde financiële beheer.

Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:

  • a. het gevoerde financieel en materieel beheer;

  • b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;

  • c. de financiële informatie in het jaarverslag;

  • d. de betrokken saldibalans;

  • e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;

  • f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.

Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:

  • a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2015;

  • b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • c. het rapport van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2015 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2015, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2015 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. LEESWIJZER

Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een eigen bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.

Dit jaarverslag zal de eerdere, op 2015 betrekking hebbende, begrotingen van het BES-fonds (de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2015 en de eerste en tweede suppletoire begrotingen 2015) als uitgangspunt nemen. Terugkijkend op de beleidsprioriteiten zal hierbij de ontwerpbegroting 2015 van het BES-fonds van belang zijn.

De uitsplitsing van bedragen op instrument- en regelniveau («Verantwoord Begroten») is ingegaan per 2012. De bedragen van 2011 worden daarom weergegeven op totaalniveau.

Het jaarverslag is verdeeld in twee onderdelen: het beleidsverslag en de jaarrekening.

Het beleidsverslag 2015

Het beleidsverslag is een terugblik op het gevoerde beleid in 2015. Hierin komt de realisatie van de beleidsprioriteiten aan bod, worden de budgettaire gevolgen van het gevoerde beleid in beeld gebracht en worden er beleidsmatige conclusies ten aanzien van de beleidsprioriteiten getrokken. Bovendien wordt in de paragraaf beleidsartikel stilgestaan bij de prestatiegegevens die betrekking hebben op de beleidsdoelstellingen van het BES-fonds. Hier wordt ook de toelichting gegeven op het verschil tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting en realisatie.

In de toelichting op de financiële instrumenten wordt zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend.

Opmerkelijke verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht.

De jaarrekening 2015

In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.

De bijlage

Ten slotte volgt er nog een bijlage Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland.

Groeiparagraaf

Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.

B. BELEIDSVERSLAG

1. BELEIDSPRIORITEITEN

Het begrotingsjaar 2015 kenmerkte zich door het feit dat het evaluatierapport van de commissie Spies is uitgebracht over de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur Caribisch Nederland over de afgelopen vijf jaar (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 IV, nr. 23). Een kabinetsreactie, die momenteel wordt opgesteld met inbreng van de eilanden, wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2016 waarin ook de uitkomsten van het onderzoek naar de toereikendheid van de vrije uitkering (BES-fonds) door IdeeVersa zijn meegenomen. Ook zijn er in juni tijdens de Caribisch Nederland week met Bonaire en Saba meerjarenplannen ondertekend die de economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten moeten gaan verbeteren. Sint Eustatius is in juni onder bestuurlijk toezicht geplaatst van de Rijksvertegenwoordiger en is er een verplichtingenstop ingevoerd teneinde een verbetering in financieel beheer en begrotingsuitvoering te bewerkstelligen.

Enkele financieringsstromen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) zijn in 2015 via de vrije uitkering aan de eilanden van Caribisch Nederland beschikbaar gesteld. Dit betroffen de gelden voor kwalitatief en kwantitatief drinkwater op alle drie de eilanden en gelden ten behoeve van de rioolwaterzuiveringsinstallatie op Bonaire.

2. BELEIDSARTIKEL

Artikel 1. BES-fonds

A Algemene doelstelling

Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en eilandgebieden overeengekomen taken naar behoren uit te voeren.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhoudingen met de eilanden. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarvan zij voor de bekostiging op de algemene middelen zijn aangewezen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervult ook een coördinerende schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende departementen. Een belangrijk instrument daarin is de zogenaamde Caribisch Nederland (CN)-week die één keer per jaar georganiseerd wordt rond het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen BES (BOFv). De CN-week biedt de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba om te overleggen met de departementen in Den Haag. De week moet bijdragen aan een goede relatie en samenwerking tussen de rijksoverheid en de drie eilandbesturen op bestuurlijk en ambtelijk niveau. De wet Financiën BES (FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als toezichthouder en het College financieel toezicht (Cft) als adviseur richting de eilanden en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, om financieel in te grijpen; het zogenaamde voorafgaand toezicht. Het openbaar lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.

C Beleidsconclusies

Algemeen

Het BES-fonds is een beleidsarm fonds. De eilanden leggen verantwoording af aan de Eilandsraden over de via het BES-fonds verstrekte middelen. Om te voorkomen dat er discrepanties ontstaan tussen eilandelijke taken en financiën, toetst de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op artikel 87 van de Wet financiën BES (systeemverantwoordelijkheid). Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens aan te geven welke financiële gevolgen deze hebben voor de openbare lichamen.

De indexatie van de vrije uitkering heeft plaatsgevonden op basis van een actueel indexatiecijfer per eiland afzonderlijk.

Staatkundige evaluatie

In 2015 heeft de evaluatie van de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van de BES plaatsgevonden. De evaluatie is uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie onder voorzitterschap van oud-minister Spies. De evaluatiecommissie heeft op 12 oktober 2015 het eindrapport opgeleverd (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 IV, nr. 23). Het kabinet streeft naar een door zowel de eilanden als het kabinet gedragen gezamenlijk kabinetsstandpunt dat de Tweede Kamer nog voor het zomerreces 2016 kan behandelen. In de kabinetsreactie is in ieder geval aandacht voor het bestuur en coördinatie van Caribisch Nederland vanuit de Haagse departementen en hoe dit steeds effectiever kan worden vormgegeven.

Meerjarenontwikkelingsplan

In 2015 hebben de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de bestuurscolleges van Bonaire en Saba een meerjarenprogramma ondertekend. Het meerjarenprogramma van Sint Eustatius is op 1 februari 2016 door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het bestuurscollege van Sint Eustatius ondertekend. De meerjarenprogramma’s moeten zorgen voor meer gecoördineerd beleid op basis van gezamenlijke plannen en prioriteiten. De focus ligt daarbij op economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten. De aanpak van de verbetering van de kinderrechten is gestart.

De afronding van de samenwerkingsprogramma’s met de landen verloopt volgens plan.

Op het gebied van economische samenwerking zijn op basis van extern onderzoek aanbevelingen gedaan die deels zijn geëffectueerd.

D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 1 BES-Fonds
Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2011

2012

2013

2014

Realisatie 2015

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2015

Verschil

2015

Verplichtingen:

28.154

35.519

35.688

38.786

46.939

31.938

15.001

                 

Uitgaven:

25.128

38.545

35.688

38.686

46.586

31.938

14.648

                 

1.1

BES-fonds

25.128

38.545

35.688

38.686

46.586

31.938

14.648

 

Opdrachten

 

56

46

0

98

100

– 2

 

Onderzoek

 

56

46

0

98

100

– 2

 

Bijdragen aan medeoverheden

 

38.489

35.642

38.686

46.488

31.838

14.650

 

Overige uitkering

 

3.241

1.204

0

0

60

– 60

 

Vrije uitkering

 

35.248

34.438

38.686

46.488

31.778

14.710

                 

Ontvangsten:

25.128

38.545

35.688

38.686

46.586

31.938

14.648

E Toelichting op de financiële instrumenten
1.1 BES-fonds

Bijdrage aan medeoverheden

Vrije uitkering

De vrije uitkering omvat de vrij besteedbare middelen voor de openbaar lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarmee zij hun publieke taken uitvoeren. De hoogte van de vrije uitkering wordt vastgesteld in US dollars. Overeengekomen is dat het valutarisico samenhangend met schommelingen in de koers van de dollar ten opzichte van de euro bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rust. De overschrijding van de vrije uitkering van € 14,7 mln. is toe te schrijven aan het negatieve wisselkoersresultaat (€ 7,9 mln.), hogere uitgaven aan fondsen ten behoeve van kwantitatief en kwalitatief drinkwater (€ 5,0 mln.) die vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) via de Vrije uitkering aan eilanden beschikbaar zijn gesteld en de complete toevoeging van de indexatie over het jaar 2015 (€ 0,8 mln.). Het resterende bedrag (€ 1,0 mln.) is toegelicht in de eerste suppletoire begroting.

Ontvangsten

Artikel 88, derde lid van de Wet financiën BES regelt dat bij (begroting)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk.

3. BEDRIJFSVOERINGPARAGRAAF

Inleiding

Het BES-fonds kent een bedrijfsvoeringparagraaf met twee verplichte elementen, te weten rechtmatigheid en de totstandkoming van de beleidsinformatie. Voor rechtmatigheid geldt dat wordt vermeld of en bij welk beleidsartikel de tolerantiegrens voor verplichtingen en ontvangsten is overschreden en wat daarvan de oorzaak was. Ten aanzien van de beleidsinformatie is aangegeven op welke manier aandacht is besteed aan de totstandkoming daarvan.

1. Rechtmatigheid

Uit het onderzoek naar de financiële informatie en de saldibalans in het Jaarverslag 2015 van het BES-fonds blijkt dat deze voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat er geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave zijn geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. De informatie over de bedrijfsvoering en het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2015 van het BES-fonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.

2. Totstandkoming van beleidsinformatie

De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

3. Financieel- en materieelbeheer

Voor het financieel- en materieelbeheer wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

4. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Voor de overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).

C. JAARREKENING 2015

1. DE VERANTWOORDINGSSTAAT

Verantwoordingsstaat 2015 van BES-fonds (H) (bedragen x € 1.000)
     

-1-

   

-2-

 

3=(2–1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

31.938

31.938

31.938

46.939

46.586

46.586

15.001

14.648

14.648

                     
 

Beleidsartikelen

                 

1

BES-Fonds

31.938

31.938

31.938

46.939

46.586

46.586

15.001

14.648

14.648

2. DE SALDIBALANS

Saldibalans per 31 december 2015 van BES-fonds (H) Bedragen x 1.000

Activa

31–12-’15

31–12-’14

 

Passiva

 

31–12-’15

31–12-’14

1)

Uitgaven ten laste van de begroting 2015

46.586

38.686

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting 2015

46.586

38.686

                 

3)

Liquide middelen

0

0

       

0

                 

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

                 

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

0

 

5a)

Begrotingsreserves

0

0

                 

6)

Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

0

0

 

7)

Ontvangsten buiten begrotingsverband (ischulden) ntra-comptabele

0

0

                 

8)

Kas-transverschillen

0

0

         
                 
 

Subtotaal

46.586

38.686

     

46.586

38.686

                 

9)

Openstaande rechten

0

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

                 

10)

Extra-comptabele vorderingen

0

0

 

10a)

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

0

0

                 

11a)

Tegenrekening extra- comptabele schulden

0

0

 

11)

Extra-comptabele schulden

0

0

                 

12)

Voorschotten

48.249

2.175

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

48.249

2.175

                 

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

0

 

13)

Garantieverplichtingen

0

0

                 

14a)

Tegenrekening openstaande verplichtingen

452

100

 

14)

Openstaande verplichtingen

452

100

                 

15)

Deelnemingen

0

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

                 
 

TOTAAL

95.287

40.961

   

TOTAAL

95.287

40.961

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2015

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2015 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 12. Voorschotten

Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2015 openstaande voorschotten en van de in 2015 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

Bedragen in €)

Ontstaansjaar

stand 1-1-2015

verstrekt 2015

afgerekend 2015

(stand

31-12-2015

t/m 2013

1.205.450

0

0

1.205.450

2014

969.149

0

0

969.149

2015

0

46.152.648

– 78.887

46.073.761

Totaal

2.174.599

46.152.648

– 78.887

48.248.360

De saldi van der per 31 december 2015 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:

Artikel

Omschrijving

(Bedragen in €)

1

BES-Fonds

48.248.360

Totaal

48.248.360

Toelichting:

Artikel 1: BES-fonds

Het BES-fonds is een begrotingsfonds. De openbare lichamen BES ontvangen deze middelen van het Rijk om de overeengekomen taken uit te voeren (vergelijkbaar met het gemeentefonds). Het openstaand saldo heeft voor het overgrote deel betrekking op in 2015 verstrekte voorschotten (ad € 46,1 mln.). Een klein deel van de openstaande voorschotten is in het kader van uitkering voor integrale projecten in 2013 aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (zie ministeriële regeling integrale projecten 2014). De betaling van deze uitkering geschiedt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), nadat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de door een Bestuurscollege ingediend projectvoorstel heeft goedgekeurd. In het jaarverslag BES-fonds 2013 is vermeld dat het merendeel van de voorschotten in de loop van 2014 zou worden afgewikkeld.

Op 13 november 2014 is de regeling bijzondere uitkering integrale projecten 2013 verlengd in verband met opgelopen achterstand in de realisatie van diverse projecten door de openbare lichamen van Caribisch Nederland (Staatscourant nr. 32050, 21 november 2014). Hierdoor zullen uiterlijk in 2016 de voorschotten worden afgewikkeld voor die projecten die geheel zijn afgerond.

Het over 2014 openstaande voorschotbedrag (circa € 1,0 mln.) betreft een infrastructureel project Windwardside op Saba waarvoor BZK een voorschot op de vrije uitkering 2015 heeft verleend om het project te financieren. Dit voorschot zal ultimo 2024 zijn afgewikkeld.

Ad 14. Openstaande verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

Het bedrag aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

 

100.000

 

Aangegane verplichtingen in 2015

 

46.938.707

+/+

   

47.038.707

 
       

Tot betaling gekomen in 2015

46.585.053

   

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

1.772

   
   

46.586.825

-/-

       

Verplichtingen Binnen Begrotingsverband

 

451.881

 

D. BIJLAGEN

1. OVERZICHT RIJKSUITGAVEN CARIBISCH NEDERLAND

Ministerie

Artikelonderdeel

Instrument

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

IV Koninkrijksrelaties

Artikel 1 Waarborgfunctie

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

       
 

Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners

 

72

322

2.292

 
   

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

     

4.008

   

Bijdrage aan medeoverheden

     

2.850

   

Subsidies

     

48

VI Veiligheid en Justitie

Artikel 31 Nationale Politie

Bijdrage aan medeoverheden

0

18.193

20.536

21.348

 

Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties en medeoverheden

4.886

4.829

5.107

5.658

 

Artikel 34 Sanctietoepassing

Bijdrage aan agentschappen

10.506

9.790

8.444

12.023

   

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

533

803

940

1.035

 

Artikel 35 Jeugd

Bijdrage aan medeoverheden

718

685

880

1.348

VII Binnenlandse Zaken

Artikel 1 Openbaar bestuur en democratie

569

422

0

0

 

Artikel 6 Dienstverlenende overheid

Bijdrage aan agentschappen

1.254

1.180

1.430

1.148

 

Artikel 7 Arbeidszaken overheid

Inkomensoverdracht

810

810

810

896

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel 1 Primair Onderwijs

Bekostiging

11.641

11.949

11.481

14.558

   

Subsidies

308

504

437

456

 

Artikel 3 Voortgezet onderwijs

Bekostiging

12.967

13.065

13.403

15.741

 

Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Bekostiging

3.019

3.801

4.313

6.600

   

Subsidies

   

200

342

   

Opdrachten

   

3.545

12.354

   

Bijdragen aan medeoverheden

3.206

3.788

1.000

920

 

Artikel 9 Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid

Subsidies

2.280

2.268

2.353

2.308

 

Artikel 11 Studiefinanciering

Inkomensoverdracht

1.868

2.809

2.129

3.013

 

Artikel 14 Cultuur

Bijdragen aan (inteer)nationale organisaties

41

50

50

0

 

Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Subsidies

2.500

2.500

2.500

0

   

Bekostiging

     

2.500

 

Artikel 25 Emancipatie

Subsidies

80

106

156

174

IX Financiën

Artikel 1 Belastingen

Apparaatsuitgaven

10.933

21.477

13.211

17.897

 

Artikel 2 Financiële markten

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

1.269

1.195

1.188

1.010

X Defensie

 

Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen.

       

XII Infrastructuur en Milieu

Artikel 12 Ruimtelijke Ontwikkeling

Bijdragen aan medeoverheden

12.300

     
 

Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling

Opdrachten

       
   

Bijdragen aan medeoverheden

 

1.500

4.168

5.733

 

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Opdrachten

     

2.202

 

Artikel 17 Luchtvaart

 

515

2.388

   
   

Opdrachten

   

510

365

   

Bijdragen agentschappen

   

10.000

12.010

 

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Opdrachten

100

160

160

125

 

Artikel 21 Duurzaamheid

Opdrachten

   

3.697

417

 

Artikel 22 Externe Veiligheid en Risico's

Opdrachten

   

39

0

 

Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Bijdragen agentschappen

650

640

610

1.335

 

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Bijdragen agentschappen

885

770

795

770

 

Artikel 26 Bijdrage aan Investeringsfondsen

 

700

770

770

 
   

Bijdragen Infrastructuurfonds

       
   

Bijdragen Deltafonds

       
 

Artikel 97 Algemeen departement

 

100

50

   

XIII Economische Zaken

Artikel 11 Goed functionerende economie en markten

Opdrachten

58

42

0

125

   

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

878

823

725

725

 

Artikel 12 Een sterk innovatievermogen

Bijdragen organisaties

60

     
 

Artikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat

Subsidies

0

44

81

69

 

Artikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Subsidies

1.300

3.160

6.807

17.108

 

Artikel 16 Concurrerende, duurzame en veilige agro-, visserij- en voedselketens

Opdrachten

40

     
 

Artikel 18 Natuur en regio

Opdrachten

505

1.113

980

686

   

Bijdragen aan medeoverheden

   

579

1.313

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel 2 Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorziening

Inkomensoverdrachten

1.154

958

1.249

1.901

 

Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid

Inkomensoverdrachten

562

592

616

711

 

Artikel 5 Werkloosheid

Inkomensoverdrachten

79

46

3

25

 

Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap

Inkomensoverdrachten

1.685

2.471

2.530

3.252

 

Artikel 7 Kinderopvang

Opdrachten

     

1.000

 

Artikel 8 Oudedagsvoorziening

Inkomensoverdrachten

15.480

15.537

15.254

18.503

 

Artikel 9 Nabestaanden

Inkomensoverdrachten

869

814

863

1.123

 

Artikel 98 Algemeen

Inkomensoverdrachten

2.490

2.626

2.675

3.295

XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel 1 Volksgezondheid

Subsidies

166

397

1.240

1.124

 

Artikel 4 Zorgbreed beleid

Bekostiging

89.218

92.580

87.618

106.717

 

Artikel 10 Apparaatsuitgaven

Personeel/materieel

   

8.858

10.518

XVIII Wonen en Rijksdienst

Artikel 2 Woonomgeving en Bouw

Subsidies

1.000

1.680

80

600

   

Opdrachten

     

124

Totaal

   

200.254

229.707

247.312

319.987