Aangeboden 18 mei 2016
A. |
Algemeen |
3 |
|
1. |
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening |
3 |
|
2. |
Leeswijzer |
5 |
|
B. |
Beleidsverslag |
6 |
|
1. |
Beleidsprioriteiten |
6 |
|
2. |
Beleidsartikel |
7 |
|
Artikel 1. BES-fonds |
7 |
||
3. |
Bedrijfsvoeringparagraaf |
10 |
|
C. |
Jaarrekening |
11 |
|
1. |
De verantwoordingsstaat |
11 |
|
2. |
De saldibalans |
12 |
|
D. |
Bijlage |
15 |
|
1. |
Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland |
15 |
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2015 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2015 gevoerde financiële beheer.
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:
a. het gevoerde financieel en materieel beheer;
b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
c. de financiële informatie in het jaarverslag;
d. de betrokken saldibalans;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:
a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2015;
b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
c. het rapport van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2015 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2015, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2015 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een eigen bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.
Dit jaarverslag zal de eerdere, op 2015 betrekking hebbende, begrotingen van het BES-fonds (de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2015 en de eerste en tweede suppletoire begrotingen 2015) als uitgangspunt nemen. Terugkijkend op de beleidsprioriteiten zal hierbij de ontwerpbegroting 2015 van het BES-fonds van belang zijn.
De uitsplitsing van bedragen op instrument- en regelniveau («Verantwoord Begroten») is ingegaan per 2012. De bedragen van 2011 worden daarom weergegeven op totaalniveau.
Het jaarverslag is verdeeld in twee onderdelen: het beleidsverslag en de jaarrekening.
Het beleidsverslag 2015
Het beleidsverslag is een terugblik op het gevoerde beleid in 2015. Hierin komt de realisatie van de beleidsprioriteiten aan bod, worden de budgettaire gevolgen van het gevoerde beleid in beeld gebracht en worden er beleidsmatige conclusies ten aanzien van de beleidsprioriteiten getrokken. Bovendien wordt in de paragraaf beleidsartikel stilgestaan bij de prestatiegegevens die betrekking hebben op de beleidsdoelstellingen van het BES-fonds. Hier wordt ook de toelichting gegeven op het verschil tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting en realisatie.
In de toelichting op de financiële instrumenten wordt zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het begrotingsjaar is aangewend.
Opmerkelijke verschillen tussen de budgettaire raming en de realisatie in het verslagjaar worden toegelicht.
De jaarrekening 2015
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.
De bijlage
Ten slotte volgt er nog een bijlage Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland.
Groeiparagraaf
Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.
Het begrotingsjaar 2015 kenmerkte zich door het feit dat het evaluatierapport van de commissie Spies is uitgebracht over de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur Caribisch Nederland over de afgelopen vijf jaar (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 IV, nr. 23). Een kabinetsreactie, die momenteel wordt opgesteld met inbreng van de eilanden, wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2016 waarin ook de uitkomsten van het onderzoek naar de toereikendheid van de vrije uitkering (BES-fonds) door IdeeVersa zijn meegenomen. Ook zijn er in juni tijdens de Caribisch Nederland week met Bonaire en Saba meerjarenplannen ondertekend die de economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten moeten gaan verbeteren. Sint Eustatius is in juni onder bestuurlijk toezicht geplaatst van de Rijksvertegenwoordiger en is er een verplichtingenstop ingevoerd teneinde een verbetering in financieel beheer en begrotingsuitvoering te bewerkstelligen.
Enkele financieringsstromen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) zijn in 2015 via de vrije uitkering aan de eilanden van Caribisch Nederland beschikbaar gesteld. Dit betroffen de gelden voor kwalitatief en kwantitatief drinkwater op alle drie de eilanden en gelden ten behoeve van de rioolwaterzuiveringsinstallatie op Bonaire.
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om de tussen het Rijk en eilandgebieden overeengekomen taken naar behoren uit te voeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhoudingen met de eilanden. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarvan zij voor de bekostiging op de algemene middelen zijn aangewezen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vervult ook een coördinerende schakel tussen de openbare lichamen en de verschillende departementen. Een belangrijk instrument daarin is de zogenaamde Caribisch Nederland (CN)-week die één keer per jaar georganiseerd wordt rond het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen BES (BOFv). De CN-week biedt de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba om te overleggen met de departementen in Den Haag. De week moet bijdragen aan een goede relatie en samenwerking tussen de rijksoverheid en de drie eilandbesturen op bestuurlijk en ambtelijk niveau. De wet Financiën BES (FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als toezichthouder en het College financieel toezicht (Cft) als adviseur richting de eilanden en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, om financieel in te grijpen; het zogenaamde voorafgaand toezicht. Het openbaar lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.
Algemeen
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds. De eilanden leggen verantwoording af aan de Eilandsraden over de via het BES-fonds verstrekte middelen. Om te voorkomen dat er discrepanties ontstaan tussen eilandelijke taken en financiën, toetst de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op artikel 87 van de Wet financiën BES (systeemverantwoordelijkheid). Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens aan te geven welke financiële gevolgen deze hebben voor de openbare lichamen.
De indexatie van de vrije uitkering heeft plaatsgevonden op basis van een actueel indexatiecijfer per eiland afzonderlijk.
Staatkundige evaluatie
In 2015 heeft de evaluatie van de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van de BES plaatsgevonden. De evaluatie is uitgevoerd door een onafhankelijke evaluatiecommissie onder voorzitterschap van oud-minister Spies. De evaluatiecommissie heeft op 12 oktober 2015 het eindrapport opgeleverd (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 IV, nr. 23). Het kabinet streeft naar een door zowel de eilanden als het kabinet gedragen gezamenlijk kabinetsstandpunt dat de Tweede Kamer nog voor het zomerreces 2016 kan behandelen. In de kabinetsreactie is in ieder geval aandacht voor het bestuur en coördinatie van Caribisch Nederland vanuit de Haagse departementen en hoe dit steeds effectiever kan worden vormgegeven.
Meerjarenontwikkelingsplan
In 2015 hebben de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de bestuurscolleges van Bonaire en Saba een meerjarenprogramma ondertekend. Het meerjarenprogramma van Sint Eustatius is op 1 februari 2016 door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het bestuurscollege van Sint Eustatius ondertekend. De meerjarenprogramma’s moeten zorgen voor meer gecoördineerd beleid op basis van gezamenlijke plannen en prioriteiten. De focus ligt daarbij op economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten. De aanpak van de verbetering van de kinderrechten is gestart.
De afronding van de samenwerkingsprogramma’s met de landen verloopt volgens plan.
Op het gebied van economische samenwerking zijn op basis van extern onderzoek aanbevelingen gedaan die deels zijn geëffectueerd.
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
Realisatie 2015 |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2015 |
Verschil 2015 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: |
28.154 |
35.519 |
35.688 |
38.786 |
46.939 |
31.938 |
15.001 |
|
Uitgaven: |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
38.686 |
46.586 |
31.938 |
14.648 |
|
1.1 |
BES-fonds |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
38.686 |
46.586 |
31.938 |
14.648 |
Opdrachten |
56 |
46 |
0 |
98 |
100 |
– 2 |
||
Onderzoek |
56 |
46 |
0 |
98 |
100 |
– 2 |
||
Bijdragen aan medeoverheden |
38.489 |
35.642 |
38.686 |
46.488 |
31.838 |
14.650 |
||
Overige uitkering |
3.241 |
1.204 |
0 |
0 |
60 |
– 60 |
||
Vrije uitkering |
35.248 |
34.438 |
38.686 |
46.488 |
31.778 |
14.710 |
||
Ontvangsten: |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
38.686 |
46.586 |
31.938 |
14.648 |
Bijdrage aan medeoverheden
Vrije uitkering
De vrije uitkering omvat de vrij besteedbare middelen voor de openbaar lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarmee zij hun publieke taken uitvoeren. De hoogte van de vrije uitkering wordt vastgesteld in US dollars. Overeengekomen is dat het valutarisico samenhangend met schommelingen in de koers van de dollar ten opzichte van de euro bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rust. De overschrijding van de vrije uitkering van € 14,7 mln. is toe te schrijven aan het negatieve wisselkoersresultaat (€ 7,9 mln.), hogere uitgaven aan fondsen ten behoeve van kwantitatief en kwalitatief drinkwater (€ 5,0 mln.) die vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) via de Vrije uitkering aan eilanden beschikbaar zijn gesteld en de complete toevoeging van de indexatie over het jaar 2015 (€ 0,8 mln.). Het resterende bedrag (€ 1,0 mln.) is toegelicht in de eerste suppletoire begroting.
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet financiën BES regelt dat bij (begroting)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk.
Inleiding
Het BES-fonds kent een bedrijfsvoeringparagraaf met twee verplichte elementen, te weten rechtmatigheid en de totstandkoming van de beleidsinformatie. Voor rechtmatigheid geldt dat wordt vermeld of en bij welk beleidsartikel de tolerantiegrens voor verplichtingen en ontvangsten is overschreden en wat daarvan de oorzaak was. Ten aanzien van de beleidsinformatie is aangegeven op welke manier aandacht is besteed aan de totstandkoming daarvan.
Uit het onderzoek naar de financiële informatie en de saldibalans in het Jaarverslag 2015 van het BES-fonds blijkt dat deze voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat er geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave zijn geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. De informatie over de bedrijfsvoering en het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2015 van het BES-fonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
Voor het financieel- en materieelbeheer wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
Voor de overige aspecten van de bedrijfsvoering wordt u verwezen naar de bedrijfsvoeringsparagraaf van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII).
-1- |
-2- |
3=(2–1) |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Realisatie |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
||||||
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
Totaal |
31.938 |
31.938 |
31.938 |
46.939 |
46.586 |
46.586 |
15.001 |
14.648 |
14.648 |
|
Beleidsartikelen |
||||||||||
1 |
BES-Fonds |
31.938 |
31.938 |
31.938 |
46.939 |
46.586 |
46.586 |
15.001 |
14.648 |
14.648 |
Activa |
31–12-’15 |
31–12-’14 |
Passiva |
31–12-’15 |
31–12-’14 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1) |
Uitgaven ten laste van de begroting 2015 |
46.586 |
38.686 |
2) |
Ontvangsten ten gunste van de begroting 2015 |
46.586 |
38.686 |
|
3) |
Liquide middelen |
0 |
0 |
0 |
||||
4) |
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding |
0 |
0 |
4a) |
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding |
0 |
0 |
|
5) |
Rekening-courant RHB Begrotingsreserve |
0 |
0 |
5a) |
Begrotingsreserves |
0 |
0 |
|
6) |
Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen) |
0 |
0 |
7) |
Ontvangsten buiten begrotingsverband (ischulden) ntra-comptabele |
0 |
0 |
|
8) |
Kas-transverschillen |
0 |
0 |
|||||
Subtotaal |
46.586 |
38.686 |
46.586 |
38.686 |
||||
9) |
Openstaande rechten |
0 |
0 |
9a) |
Tegenrekening openstaande rechten |
0 |
0 |
|
10) |
Extra-comptabele vorderingen |
0 |
0 |
10a) |
Tegenrekening extra-comptabele vorderingen |
0 |
0 |
|
11a) |
Tegenrekening extra- comptabele schulden |
0 |
0 |
11) |
Extra-comptabele schulden |
0 |
0 |
|
12) |
Voorschotten |
48.249 |
2.175 |
12a) |
Tegenrekening voorschotten |
48.249 |
2.175 |
|
13a) |
Tegenrekening garantieverplichtingen |
0 |
0 |
13) |
Garantieverplichtingen |
0 |
0 |
|
14a) |
Tegenrekening openstaande verplichtingen |
452 |
100 |
14) |
Openstaande verplichtingen |
452 |
100 |
|
15) |
Deelnemingen |
0 |
0 |
15a) |
Tegenrekening deelnemingen |
0 |
0 |
|
TOTAAL |
95.287 |
40.961 |
TOTAAL |
95.287 |
40.961 |
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2015
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2015 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2015 openstaande voorschotten en van de in 2015 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
Ontstaansjaar |
stand 1-1-2015 |
verstrekt 2015 |
afgerekend 2015 |
(stand 31-12-2015 |
---|---|---|---|---|
t/m 2013 |
1.205.450 |
0 |
0 |
1.205.450 |
2014 |
969.149 |
0 |
0 |
969.149 |
2015 |
0 |
46.152.648 |
– 78.887 |
46.073.761 |
Totaal |
2.174.599 |
46.152.648 |
– 78.887 |
48.248.360 |
De saldi van der per 31 december 2015 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:
Artikel |
Omschrijving |
(Bedragen in €) |
---|---|---|
1 |
BES-Fonds |
48.248.360 |
Totaal |
48.248.360 |
Toelichting:
Artikel 1: BES-fonds
Het BES-fonds is een begrotingsfonds. De openbare lichamen BES ontvangen deze middelen van het Rijk om de overeengekomen taken uit te voeren (vergelijkbaar met het gemeentefonds). Het openstaand saldo heeft voor het overgrote deel betrekking op in 2015 verstrekte voorschotten (ad € 46,1 mln.). Een klein deel van de openstaande voorschotten is in het kader van uitkering voor integrale projecten in 2013 aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (zie ministeriële regeling integrale projecten 2014). De betaling van deze uitkering geschiedt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), nadat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de door een Bestuurscollege ingediend projectvoorstel heeft goedgekeurd. In het jaarverslag BES-fonds 2013 is vermeld dat het merendeel van de voorschotten in de loop van 2014 zou worden afgewikkeld.
Op 13 november 2014 is de regeling bijzondere uitkering integrale projecten 2013 verlengd in verband met opgelopen achterstand in de realisatie van diverse projecten door de openbare lichamen van Caribisch Nederland (Staatscourant nr. 32050, 21 november 2014). Hierdoor zullen uiterlijk in 2016 de voorschotten worden afgewikkeld voor die projecten die geheel zijn afgerond.
Het over 2014 openstaande voorschotbedrag (circa € 1,0 mln.) betreft een infrastructureel project Windwardside op Saba waarvoor BZK een voorschot op de vrije uitkering 2015 heeft verleend om het project te financieren. Dit voorschot zal ultimo 2024 zijn afgewikkeld.
Ad 14. Openstaande verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening openstaande verplichtingen
Het bedrag aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1/1 |
100.000 |
||
Aangegane verplichtingen in 2015 |
46.938.707 |
+/+ |
|
47.038.707 |
|||
Tot betaling gekomen in 2015 |
46.585.053 |
||
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren |
1.772 |
||
46.586.825 |
-/- |
||
Verplichtingen Binnen Begrotingsverband |
451.881 |
Ministerie |
Artikelonderdeel |
Instrument |
Realisatie 2012 |
Realisatie 2013 |
Realisatie 2014 |
Realisatie 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|
IV Koninkrijksrelaties |
Artikel 1 Waarborgfunctie |
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. |
||||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners |
72 |
322 |
2.292 |
|||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
4.008 |
|||||
Bijdrage aan medeoverheden |
2.850 |
|||||
Subsidies |
48 |
|||||
VI Veiligheid en Justitie |
Artikel 31 Nationale Politie |
Bijdrage aan medeoverheden |
0 |
18.193 |
20.536 |
21.348 |
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties en medeoverheden |
4.886 |
4.829 |
5.107 |
5.658 |
|
Artikel 34 Sanctietoepassing |
Bijdrage aan agentschappen |
10.506 |
9.790 |
8.444 |
12.023 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
533 |
803 |
940 |
1.035 |
||
Artikel 35 Jeugd |
Bijdrage aan medeoverheden |
718 |
685 |
880 |
1.348 |
|
VII Binnenlandse Zaken |
Artikel 1 Openbaar bestuur en democratie |
569 |
422 |
0 |
0 |
|
Artikel 6 Dienstverlenende overheid |
Bijdrage aan agentschappen |
1.254 |
1.180 |
1.430 |
1.148 |
|
Artikel 7 Arbeidszaken overheid |
Inkomensoverdracht |
810 |
810 |
810 |
896 |
|
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
Artikel 1 Primair Onderwijs |
Bekostiging |
11.641 |
11.949 |
11.481 |
14.558 |
Subsidies |
308 |
504 |
437 |
456 |
||
Artikel 3 Voortgezet onderwijs |
Bekostiging |
12.967 |
13.065 |
13.403 |
15.741 |
|
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
Bekostiging |
3.019 |
3.801 |
4.313 |
6.600 |
|
Subsidies |
200 |
342 |
||||
Opdrachten |
3.545 |
12.354 |
||||
Bijdragen aan medeoverheden |
3.206 |
3.788 |
1.000 |
920 |
||
Artikel 9 Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid |
Subsidies |
2.280 |
2.268 |
2.353 |
2.308 |
|
Artikel 11 Studiefinanciering |
Inkomensoverdracht |
1.868 |
2.809 |
2.129 |
3.013 |
|
Artikel 14 Cultuur |
Bijdragen aan (inteer)nationale organisaties |
41 |
50 |
50 |
0 |
|
Artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid |
Subsidies |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
0 |
|
Bekostiging |
2.500 |
|||||
Artikel 25 Emancipatie |
Subsidies |
80 |
106 |
156 |
174 |
|
IX Financiën |
Artikel 1 Belastingen |
Apparaatsuitgaven |
10.933 |
21.477 |
13.211 |
17.897 |
Artikel 2 Financiële markten |
Bijdragen aan ZBO's en RWT's |
1.269 |
1.195 |
1.188 |
1.010 |
|
X Defensie |
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. |
|||||
XII Infrastructuur en Milieu |
Artikel 12 Ruimtelijke Ontwikkeling |
Bijdragen aan medeoverheden |
12.300 |
|||
Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling |
Opdrachten |
|||||
Bijdragen aan medeoverheden |
1.500 |
4.168 |
5.733 |
|||
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid |
Opdrachten |
2.202 |
||||
Artikel 17 Luchtvaart |
515 |
2.388 |
||||
Opdrachten |
510 |
365 |
||||
Bijdragen agentschappen |
10.000 |
12.010 |
||||
Artikel 18 Scheepvaart en havens |
Opdrachten |
100 |
160 |
160 |
125 |
|
Artikel 21 Duurzaamheid |
Opdrachten |
3.697 |
417 |
|||
Artikel 22 Externe Veiligheid en Risico's |
Opdrachten |
39 |
0 |
|||
Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie |
Bijdragen agentschappen |
650 |
640 |
610 |
1.335 |
|
Artikel 24 Handhaving en toezicht |
Bijdragen agentschappen |
885 |
770 |
795 |
770 |
|
Artikel 26 Bijdrage aan Investeringsfondsen |
700 |
770 |
770 |
|||
Bijdragen Infrastructuurfonds |
||||||
Bijdragen Deltafonds |
||||||
Artikel 97 Algemeen departement |
100 |
50 |
||||
XIII Economische Zaken |
Artikel 11 Goed functionerende economie en markten |
Opdrachten |
58 |
42 |
0 |
125 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
878 |
823 |
725 |
725 |
||
Artikel 12 Een sterk innovatievermogen |
Bijdragen organisaties |
60 |
||||
Artikel 13 Een excellent ondernemingsklimaat |
Subsidies |
0 |
44 |
81 |
69 |
|
Artikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening |
Subsidies |
1.300 |
3.160 |
6.807 |
17.108 |
|
Artikel 16 Concurrerende, duurzame en veilige agro-, visserij- en voedselketens |
Opdrachten |
40 |
||||
Artikel 18 Natuur en regio |
Opdrachten |
505 |
1.113 |
980 |
686 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
579 |
1.313 |
||||
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Artikel 2 Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorziening |
Inkomensoverdrachten |
1.154 |
958 |
1.249 |
1.901 |
Artikel 3 Arbeidsongeschiktheid |
Inkomensoverdrachten |
562 |
592 |
616 |
711 |
|
Artikel 5 Werkloosheid |
Inkomensoverdrachten |
79 |
46 |
3 |
25 |
|
Artikel 6 Ziekte en Zwangerschap |
Inkomensoverdrachten |
1.685 |
2.471 |
2.530 |
3.252 |
|
Artikel 7 Kinderopvang |
Opdrachten |
1.000 |
||||
Artikel 8 Oudedagsvoorziening |
Inkomensoverdrachten |
15.480 |
15.537 |
15.254 |
18.503 |
|
Artikel 9 Nabestaanden |
Inkomensoverdrachten |
869 |
814 |
863 |
1.123 |
|
Artikel 98 Algemeen |
Inkomensoverdrachten |
2.490 |
2.626 |
2.675 |
3.295 |
|
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Artikel 1 Volksgezondheid |
Subsidies |
166 |
397 |
1.240 |
1.124 |
Artikel 4 Zorgbreed beleid |
Bekostiging |
89.218 |
92.580 |
87.618 |
106.717 |
|
Artikel 10 Apparaatsuitgaven |
Personeel/materieel |
8.858 |
10.518 |
|||
XVIII Wonen en Rijksdienst |
Artikel 2 Woonomgeving en Bouw |
Subsidies |
1.000 |
1.680 |
80 |
600 |
Opdrachten |
124 |
|||||
Totaal |
200.254 |
229.707 |
247.312 |
319.987 |