Vastgesteld 25 april 2016
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken belast met het voorbereidend onderzoek van de Raming van de Tweede Kamer voor 2017 (Kamerstuk 34 444, nr. 3) en de Staat van de Tweede Kamer 2015 (Kamerstuk 34 444, nr. 4), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat het presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de onderscheiden stukken van de Raming voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave |
blz. |
||
I |
Raming |
2 |
|
1. |
Inleiding |
2 |
|
2. |
Wetgeving en controle Tweede Kamer |
2 |
|
– |
Werkwijze Kamer |
2 |
|
– |
EU-voorzitterschap aandeel Tweede Kamer |
2 |
|
– |
De fractiekosten |
3 |
|
3. |
Duurzame bedrijfsvoering |
4 |
|
4. |
Speerpunten en aandachtspunten 2017 |
5 |
|
– |
Informatiepositie en transparantie |
5 |
|
– |
Professionalisering en flexibilisering ambtelijke organisatie |
7 |
|
– |
Ontsluiting digitale informatie |
8 |
|
– |
Voorbereiding renovatie Binnenhofcomplex |
10 |
|
– |
Investeringsruimte |
11 |
|
– |
Stageplaatsen in de Kamer |
11 |
|
5. |
Risico’s |
11 |
|
– |
Werkkostenregeling |
11 |
|
– |
Roemernorm |
11 |
|
II |
Staat van de Tweede Kamer 2014 |
12 |
|
1. |
Plenaire vergaderingen en wetgeving |
12 |
|
2. |
Commissieactiviteiten |
13 |
|
3. |
Contacten met de samenleving |
13 |
|
4. |
Specifieke onderwerpen |
13 |
|
– |
Kabinetsformatie |
13 |
|
– |
Afsplitsingen van fracties |
13 |
|
– |
Relatie met «de wetenschap» |
14 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Voorstel Raming der voor de Tweede Kamer in 2017 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten. Graag willen zij het presidium enkele vragen stellen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de Raming van de Tweede Kamer, de staat van de Tweede Kamer (2015), en van de brieven van de Voorzitter van de Tweede Kamer over het mondelinge vragenuur en de behandeling van schriftelijke vragen (bijlagen bij Kamerstuk 34 444, nr. 1). Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie lezen in de toelichting bij de Raming dat Eerste en Tweede Kamer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het financiële beheer en dat het in beginsel niet aan de orde kan zijn dat de regering van de Raming zou afwijken. Toch, zo merken de aan het woord zijnde leden op, wordt er jaarlijks besloten om ook over de begroting van de Staten-Generaal een feitelijke vragenronde te houden. Waartoe dient deze vragenronde dan nog?
De leden van de SP-fractie hebben de Raming der Tweede Kamer in 2017 met belangstelling gelezen en hebben hierover nog enkele opmerkingen en vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor 2017. Wel hebben deze leden nog een aantal vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming der voor de Tweede Kamer in 2017 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten en van de Staat van de Tweede Kamer. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen aan het presidium.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming voor de Tweede Kamer voor 2017. Zij hebben hierover enkele vragen aan het presidium.
– Werkwijze Kamer
De leden van de CDA-fractie vragen, wat de consequenties voor de Tweede Kamer zullen zijn als het initiatiefwetsvoorstel Wet open overheid (Kamerstuk 33 328) door de Eerste Kamer wordt aangenomen.
– EU-voorzitterschap aandeel Tweede Kamer
De leden van de SP-fractie zouden graag wat meer toelichting willen op de € 1,35 mln. die is geraamd voor het Nederlandse EU-voorzitterschap. Welke activiteiten zijn hiervan betaald en welke kosten kwamen voor rekening van de Tweede Kamer?
– De fractiekosten
De leden van de PvdA-fractie vragen zich af in hoeverre het zetelbedrag, zoals dat in de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer is gedefinieerd, in 2016 is verhoogd of in 2017 wordt verhoogd naar aanleiding van de verhoging van de BBRA-loonschalen. Naar de aan het woord zijnde leden uit de genoemde Regeling opmaken, wordt dit zetelbedrag immers gebaseerd op de hoogte van de loonschalen 6 en 10 BBRA inclusief overhead. Is of wordt het zetelbedrag naar aanleiding van de verhoging van de ambtenarenschalen, in het Loonruimteakkoord, verhoogd? Als dat al gebeurd is, met hoeveel is het bedrag dat per fractie op grond van de genoemde Regeling jaarlijks ter beschikking wordt gesteld verhoogd? En is deze verhoging al toegevoegd aan de fractiebudgetten? Zo nee, waarom niet? En als de verhoging van het zetelbedrag nog niet aan de orde is geweest: waarom niet, en hoe verhoudt zich dat tot artikel 2 (Berekening bijdrage en hoogte zetelbedrag) van de genoemde regeling?
Hoe werkt de financiering van de fracties in de praktijk? Krijgen de fracties het budget zoals dat door middel van de Regeling financiële ondersteuning fracties Tweede Kamer wordt bepaald volledig uitgekeerd? Gebeurt dit op basis van bevoorschotting of achteraf aan de hand van werkelijk gemaakte kosten? Biedt artikel 3 (Bestemming bijdrage) van de genoemde Regeling ruimte voor het treffen van een voorziening voor latere uitgaven? Zo nee, waarom niet? Mogen fracties, die het hun ter beschikking gestelde budget niet volledig gebruiken, het overschot reserveren? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet? Is er in de wijze waarop fracties worden gefinancierd de afgelopen vijf jaren verandering opgetreden? Zo ja, betreft dit verandering in het budget waar fracties recht op hebben en/of ook veranderingen in de wijze waarop fracties bevoorschot werden? Hebben deze eventuele veranderingen gevolgen gehad voor de wijze waarop fracties reserves mochten en konden vormen? Zo ja, op welke wijze?
Deelt het presidium de mening dat de bijdrage, die fracties jaarlijks gerechtigd zijn te ontvangen op grond van de genoemde regeling, ook daadwerkelijk volledig ter beschikking moet staan aan die fracties? Zo ja, is dit volledige bedrag ook altijd volledig ter beschikking gesteld aan de fracties? Zo nee, waarom niet en wat is er dan wel met dat recht op die fractiebudgetten gebeurd?
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de fractiekosten tussen 2016 en 2019 licht dalen. Zij vragen dit te onderbouwen.
Genoemde leden constateren voorts dat nieuwe berekening van de fractiebudgetten, die enkele jaren geleden is ingevoerd, dit jaar onverwachte effecten heeft waardoor de totale fractiebudgetten met enkele duizenden euro’s per lid zijn verlaagd. Hierdoor zijn fracties genoodzaakt te bezuinigen op hun ondersteuning. Dit past volgens de genoemde leden niet bij de constatering in de Raming dat het juist van belang is de kennis- en onderzoeksfuncties van de Kamer te versterken. Een en ander wordt met name veroorzaakt doordat de fractiekosten onder andere zijn gekoppeld aan de bijkomende kosten van de Rijks-cao en de totale loonkosten van het Rijk zijn gedaald als gevolg van lagere pensioenlasten. Fracties hebben echter hun eigen pensioenvoorzieningen die niet onder deze afspraak vallen. Gekoppeld met de salarisstijgingen leidt dit tot de situatie dat fracties hogere kosten hebben en lagere inkomsten. Volgens genoemde leden is dat nooit de bedoeling geweest. Zij vragen een nadere onderbouwing van de ontstane verschillen. Zij menen dat vorig jaar uit de aanvullende post al extra geld is gegaan naar de verschillende ministeries en ook naar de Tweede Kamer ter compensatie van de cao afspraken. Hoe komt het dat de fracties dit nu niet terugzien in de vergoeding van de fractiekosten? En hoe verhoudt de extra uitkering via de aanvullende post zich naar het oordeel van het presidium tot het nieuws dat er een tekort is op de ambtenarensalarissen op de ministeries? Genoemde leden zijn van mening dat de ontstane verlaging van de vergoeding fractiekosten gecorrigeerd moet worden. Is hier ruimte voor?
Voorts constateren de leden van de ChristenUnie-fractie dat er nog discussie is met de regering over de uitbetaling van de fractiekosten die voorheen verliep via trekkingsrechten en nu via een egalisatiereserve. Volgens genoemde leden is het voor de toetsing op rechtmatigheid van de uitgaven van belang dat ook de oude opgebouwde trekkingsrechten overgaan op de nieuwe egalisatiereserve. Zij vragen wat de stand van zaken is van het overleg met de regering hierover. Genoemde leden zijn van mening dat de fracties via de egalisatiereserve moeten kunnen beschikken over het volledige bedrag dat ook in het verleden is opgebouwd.
Het lid Klein geeft als zijn mening dat de begrotingstoelichting laat zien dat de berekening van het zetelbedrag ten behoeve van de financiële ondersteuning van de fracties dit jaar zeer nadelig uitpakt. Hiervoor zijn een aantal oorzaken aan te wijzen, maar de belangrijkste oorzaak betreft het gegeven dat voor overheidspersoneel dat bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) is aangesloten, de premies verlaagd zijn en daarmee tevens ook de werkgeverslasten zijn verlaagd. Aangezien deze premies als grondslag worden gebruikt in de berekening van het zetelbedrag, wordt dit zetelbedrag automatisch ook lager. De fractiestichtingen kunnen zich echter niet aansluiten bij het ABP en kunnen deze verlaging in de werkgeverslasten dus ook niet effectueren. Kortom, de fracties hebben gelijkblijvende of zelf hogere pensioenlasten maar een lager zetelbedrag om dit te financieren. Het lid Klein is van mening dat ófwel de berekeningsmethodiek nog eens kritisch tegen het licht moet worden gehouden, óf de fracties hiervoor gecompenseerd zouden moeten worden.
De leden van de D66-fractie zouden graag een overzicht ontvangen van de verscheidene manieren waarop de Tweede Kamer in haar inkoop concreet vorm geeft aan de wens dit duurzaam te doen. Welke ruimte bestaat er om, vooruitlopend op de rijksoverheid, pilots te houden met verduurzaming van onze bedrijfsvoering?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke ambities er zijn om de Kamerorganisatie verder te verduurzamen.
Concreet constateren deze leden dat enkele jaren gelden gestopt is met de afvalscheiding in de restaurants. Reden was toen voor zover deze leden weten dat de gescheiden afvalstromen te sterk vervuild waren. Zij vragen nu of de mogelijkheden voor afvalscheiding opnieuw kunnen worden onderzocht. Het is immers vreemd dat het Rijksbeleid is om afval zo veel mogelijk te scheiden, en dat gemeenten en burgers hiertoe worden aangemoedigd, terwijl dat in de Tweede Kamer, behoudens het gescheiden inzamelen van papier, niet gebeurt.
Verder vragen deze leden wat het beleid is ten aanzien van maatschappelijk verantwoord inkopen. Sinds dit jaar geldt de afspraak dat overheden 100% duurzaam inkopen. In hoeverre gebeurt dat ook door de Tweede Kamer zelf, zo vragen deze leden. Welke ambities zijn er om bij het inkopen beter te presteren dat alleen volgens de minimumcriteria. Concreet vragen deze leden of de Tweede Kamer ook gekozen heeft voor een duurzame huisbankier, en zo nee, of het presidium bereid is hierin verandering te brengen. Ook vragen deze leden of de Kamer al gebruik maakt van 100% Nederlandse groene stroom. Tenslotte vragen deze leden of de Kamer bij haar inkopen de Toolkit Kinderarbeidvrij- inkopen toepast, nu Minister Ploumen heeft toegezegd deze ook binnen de rijksoverheid te gebruiken.
– Informatiepositie en transparantie
In de begrotingstoelichting wordt terecht, zo menen de leden van de VVD-fractie, het speerpunt van transparantie in het parlementaire proces genoemd alsmede de toegankelijkheid van de Kamer. Zoals ook wordt opgemerkt werpt de toegankelijkheid van de Kamer per definitie drempels op vanwege de veiligheidsmaatregelen. Kan het presidium meer inzicht geven hoe het speerpunt transparantie zich verhoudt tot de veiligheid?
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brieven van de Voorzitter over de behandeling van schriftelijke vragen en het mondelinge vragenuur. Deze leden delen de mening dat de Regeling van werkzaamheden niet belast moet worden met rappellerende Kamerleden maar dat, in geval de vragen niet op tijd zijn beantwoord, de Voorzitter de desbetreffende bewindspersoon zal rappelleren. Daarnaast stelt de Voorzitter dat in het geval de vragen dan nog niet binnen 6 weken beantwoord worden, zij een langer of een extra mondeling vragenuur zou kunnen gelasten. De leden van de PvdA-fractie vragen zich af of een langer of extra vragenuur door Kamerleden als een stimulans kan worden opgevat om meer schriftelijke vragen te gaan stellen met als doel om, in geval van overschrijding van de beantwoordingstermijn, live op tv, mondelinge vragen te kunnen stellen. Begrijpen de aan het woord zijnde leden het goed dat de Voorzitter van mening is dat er terughoudender zou moeten worden omgegaan met het stellen van schriftelijke vragen? Zo ja, doelt de Voorzitter dan enkel op schriftelijke vragen die in aanloop naar een plenair debat worden ingediend met het verzoek die binnen enkele dagen te beantwoorden of doelt de Voorzitter ook op andere schriftelijke vragen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie constateren dat er plannen bestonden om het vragenuurtje aantrekkelijker te maken. Voorts constateren zij dat deze plannen nooit in de praktijk zijn gebracht omdat het presidium af heeft gezien van dit plan. Zij vragen of het presidium toch mogelijkheden ziet om op andere manieren het vragenuurtje aantrekkelijker te maken, temeer omdat het aantal ingediende mondelinge vragen toeneemt.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van transparantie van het Kamerwerk. In dit verband vragen zij of ook AO’s inmiddels beschikbaar zijn door middel van de functionaliteit Debat Gemist. Het is handig om beelden van debatten even terug te halen. Dat geldt niet alleen voor plenaire debatten, maar ook voor AO’s. Deze leden vragen het presidium erop toe te zien dat conceptverslagen van AO’s in ieder geval beschikbaar zijn voordat over het betreffende AO een VAO wordt gehouden.
De leden van de CDA-fractie hechten groot belang aan de toegankelijkheid van de Kamer voor bezoekers. Deze leden hebben grote waardering voor de inventiviteit van ProDemos om het parlementaire werk inzichtelijk te maken. Deze leden ervaren de samenwerking tussen de Kamer en ProDemos als vanzelfsprekend en vruchtbaar. Deze leden zijn blij, dat er jaarlijks zo’n 80.000 scholieren door ProDemos worden rondgeleid, en dat de Kamer in totaal door zo’n 160.000 personen wordt bezocht. Zijn daarbij de groepsbezoeken aan fracties inbegrepen, zo vragen deze leden. Alleen de CDA-fractie heeft in 2015 al 6.000 bezoekers ontvangen.
De leden van de D66-fractie delen volledig de opvatting dat het een speerpunt van beleid moet zijn de informatiepositie van de Tweede Kamer te versterken en het parlementair proces transparanter te maken. Zij waarderen het ook dat de Voorzitter heeft aangekondigd de beantwoordingstermijn van schriftelijke vragen beter te gaan bewaken en Ministers aan te spreken op overschrijding. Deze leden wachten wel nog steeds op de, bij de behandeling van het begrotingshoofdstuk III Algemene Zaken toegezegde, analyse van de gemiddelde beantwoordingstermijn van schriftelijke vragen ter nadere uitwerking van de door deze leden gedane steekproeven. Uit die steekproeven bleek dat de gemiddelde beantwoordingstermijn ver boven de maximale primaire termijn van drie weken ligt en dat uitstelberichten eerder regel dan uitzondering zijn. Graag horen zij wat de stand van zaken ten aanzien van dit onderzoek is.
De leden van de D66-fractie willen, net als voorgaande jaren, opmerken dat zij een breed gevoelde behoefte constateren om niet slechts plenaire debatten, maar ook algemeen overleggen te kunnen terugkijken via Debat Gemist. Een groot deel van de vergaderingen in de Tweede Kamer vindt immers plaats via algemeen overleggen. Door de toegankelijkheid en inzichtelijkheid van die debatten te vergroten wordt de samenleving beter bereikt. Al is het maar doordat gelijk teruggeluisterd kan worden in plaats van maanden later naar een schriftelijk verslag te moeten zoeken, en doordat fragmenten gedeeld kunnen worden via sociale media. Binnen welke termijn kan een uitbreiding van Debat Gemist, die hieraan tegemoet komt, gereed zijn?
Moderne media bieden, naar de mening van de leden van de christenUnie-fractie, veel mogelijkheden om het werk van de Tweede Kamer toegankelijk te maken voor veel meer mensen. Genoemde leden vragen wat de concrete ambities en planning zijn voor de doorontwikkeling van Debat Direct en Debat Gemist. Debat Direct bevindt zich nog in de testfase. Volgens de website zou de tweede testfase eind februari zijn afgerond en zou de app in maart voor iedereen beschikbaar zijn. Inmiddels is het eind april. Wanneer komt Debat Direct beschikbaar voor het algemene publiek?
Bij Debat Gemist zit er nu doorgaans een dag tussen het debat en de publicatie. Genoemde leden vragen of het mogelijk is dit proces te versnellen. Debat Gemist is momenteel alleen beschikbaar voor de plenaire debatten terwijl er van de commissievergaderingen wel live debatten zijn te volgen. Genoemde leden vragen wanneer ook de commissievergaderingen zijn terug te kijken.
Het lid Klein vindt transparantie van het Kamerwerk zeer belangrijk en juicht de nadruk op dit onderwerp in de Raming voor 2017 dan ook toe. Het hoort bij een representatieve democratie om inzichtelijk te maken wat volksvertegenwoordigers – namens hun kiezers – doen en besluiten. «Debat Gemist» en «Debat Direct» zijn in dit kader belangrijke middelen die momenteel ingezet worden om de burgers een blik in de Tweede Kamer te geven. Echter, in dit kader heeft het aan het woord zijnde lid wel nog een drietal opmerkingen. Allereerst valt op de website van de Tweede Kamer te lezen dat de app «Debat Direct» vanaf het voorjaar 2016 voor iedereen beschikbaar is. Tot op heden is dit echter nog niet het geval Het lid Klein vraagt zich derhalve af wanneer deze app echt «de lucht ingaat» waardoor alle burgers in Nederland daadwerkelijk de plenaire debatten live kunnen volgen. Is hier en realistische nauwkeurige inschatting voor te geven?
Betreffende de website «Debat Gemist» heeft het lid Klein ook nog een tweetal vragen. Ten eerste is het op dit moment alleen mogelijk om plenaire vergaderingen/debatten terug te kijken. Commissievergaderingen kunnen tot op heden nog niet terug gekeken worden via «Debat Gemist». Het lid Klein ziet dit graag veranderen zodat in de toekomst de burgers thuis, idealiter, ook alle vergaderingen op commissieniveau terug kunnen kijken. Ook in deze vergaderingen worden immers wezenlijke dingen besproken en bediscussieerd die voor de burger interessant en belangrijk kunnen zijn. De mogelijkheid om óók deze vergaderingen terug te kunnen kijken verhoogt de transparantie van het Kamerwerk aanzienlijk, zo verwacht hij. Bovendien zou dit ook een groot pluspunt kunnen betekenen voor de kleinere fracties in de Tweede Kamer. Zij lopen immers regelmatig tegen het probleem aan dat zij vergaderingen niet kunnen bijwonen omdat deze tegelijkertijd zijn gepland. Wanneer alle commissievergaderingen terug te bekijken zijn, kunnen ook de leden van deze fracties op de hoogte blijven van al datgene dat in deze vergaderingen is besproken.
Een tweede punt dat het lid Klein wil aansnijden omtrent de website «Debat Gemist» betreft de mogelijkheid om debatten te downloaden. Momenteel is het alleen mogelijk om debatten integraal te downloaden; dat wil zeggen het hele debat. Dit zijn meestal grote bestanden. Echter, soms is iemand enkel geïnteresseerd in een bepaalde passage uit een debat, of in een bepaalde bijdrage van een specifiek lid of een specifieke bewindspersoon. In dat kader is het momenteel wél mogelijk om op de website «Debat Gemist» van een debat een specifieke bijdrage terug te zien. Men kan zogezegd een bepaald fragment kiezen om te kijken. Dit specifieke fragment vervolgens als enige downloaden behoort momenteel echter nog niet tot de mogelijkheden. Het lid Klein vraagt zich af in hoeverre het wenselijk is om, in lijn met deze mogelijkheid om enkel bepaalde fragmenten te kunnen bekijken en in plaats van het hele debat integraal te moeten downloaden, voortaan juist (ook) korte fragmenten te kunnen downloaden.
– Professionalisering en flexibilisering van de ambtelijke organisatie
De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe de invoering van de nieuwe ambtelijke organisatiestructuur verloopt. Hoe wil men de beoogde flexibilisering van het huidige personeel bereiken? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het presidium.
De leden van de SP-fractie lezen dat het personeel flexibeler moeten worden ingezet. Hoewel deze leden begrijpen dat er een bepaalde mate van flexibiliteit kan worden verwacht bij het werken in de Tweede Kamer, staan deze leden ook voor een goed personeelsbeleid. De leden van de SP-fractie vragen daarom of er personeelsleden verplicht worden andere werkzaamheden te verrichten dan zij normaal verrichten, of dat deze mogelijkheden alleen geboden worden wanneer het personeel dat zelf ook wil.
De leden van de SP-fractie hebben vorig jaar aandacht gevraagd voor de arbeidsomstandigheden in de Tweede Kamer, door mensen meer te laten bewegen en de mogelijkheid te introduceren om staand te kunnen werken, door hoog-laag-bureaus te plaatsen voor mensen die dat willen. Wat is hierin de stand van zaken? Welke voortgang is er geboekt?
De leden van de CDA-fractie hechten groot belang aan de uitvoering van het rapport van ABD TOP Consult «Meer verzakelijking en verdere professionalisering», dat in december 2014 aan het presidium is aangeboden. In het Verslag over de Raming voor 2016 hebben deze leden de verwachting uitgesproken, dat op basis van deze aanbevelingen de ambtelijke capaciteit effectiever en efficiënter kan worden ingezet ten behoeve van het politieke proces (Kamerstuk 34 183, nr. 7). Daarom vragen deze leden naar de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen, die in de toelichting op de Raming nog weinig concreet is.
De leden van de D66-fractie vragen zich af op welk moment in de reorganisatie van de ambtelijke organisatie duidelijk wordt waar en hoeveel ruimte er is om nieuwe specialismen in huis te halen ter ondersteuning van de Kamerleden. Zij denken hierbij bijvoorbeeld aan de discussies die lopen over het al dan niet toevoegen van ambtelijke ondersteuning aan de CIVD of de discussie over de goedkeuringsprocedures van verdragen, waarbij gespecialiseerde staf de Kamer mogelijk kan ondersteunen haar controlerende taak op dit aspect beter in te vullen.
– Ontsluiting digitale informatie
Op het terrein van de ICT wordt in 2016 een actuele visie op het gebruik van informatie en ICT door de Tweede Kamer opgesteld. De leden van de VVD-fractie vragen zich af wanneer de notitie hierover ongeveer in 2016 wordt verwacht?
Een betere ontsluiting van de digitale informatie, is ook naar de mening van de leden van de PvdA-fractie van groot belang. Deze leden lezen dat er meer aandacht zal komen voor een betere benutting van de beschikbare informatie en voor beheer en beveiliging. In hoeverre speelt ook de gebruikersvriendelijkheid een rol? De aan het woord zijnde leden vinden bijvoorbeeld dat het bestaande Parlis-systeem wat gebruikersvriendelijkheid niet uitblinkt. Kan het presidium daar nader op ingaan? Wanneer worden de gebruikers van dat systeem om hun ervaringen gevraagd? Waarom is het bijvoorbeeld niet mogelijk om aan de hand van het invoeren van het desbetreffende nummer de behandeling van een wetsvoorstel vanaf indiening tot eindstemming in de Eerst Kamer overzichtelijk in beeld te krijgen, zoals dat op de site van de Eerste Kamer wel kan?
De leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat het gebruik van opensource software en -bestanden veel meer door de Tweede Kamer gestimuleerd zou moeten worden? Deelt het presidium die mening? Zo ja, waarom is de beschikbaarheid van opensource desondanks minimaal? Zo nee, waarom deelt u die mening niet? Deze leden hebben dezelfde vragen over open standaarden. Tevens vragen deze leden zich af of de website van de Tweede Kamer voldoet aan de webrichtlijnen?1 De digitale toegankelijkheid van informatie brengt met zich mee dat het verstrekken van informatie op papier sterk verminderd kan worden. Dat vinden de leden van de PvdA-fractie in zijn algemeenheid uiteraard wenselijk. Echter in het geval van de Handelingen van de Tweede Kamer menen deze leden dat naast een digitale variant er ook nog een of enkele papieren versies beschikbaar zouden moeten blijven. Is dit ook geval? Deelt het presidium de mening dat bijvoorbeeld in de Handelingenkamer ingebonden versies van de Handelingen bewaard zouden moeten blijven?
De leden van de CDA-fractie constateren, dat alle processen die te maken hebben met informatieverwerking van wezenlijk belang zijn voor het functioneren van de Tweede Kamer. Deze leden vragen, wat precies moet worden verstaan onder een actuele visie op het gebruik van informatie en ICT door de Tweede Kamer. Deze leden vragen, op welke wijze het presidium een betere benutting van de, in de bestaande systemen zoals Parlis en VLOS, beschikbare informatie wil bewerkstelligen. Deze leden vragen ook, op welke wijze het presidium gebruikers wil betrekken bij verbetering van deze systemen.
In dit verband vragen de leden van de CDA-fractie aandacht voor Europese wetgevingsprocessen. In de Raming voor 2016 kondigde het presidium aan, dat extra aandacht zou worden besteed aan het streven naar een betere parlementaire beïnvloeding, besluitvorming en controle op Europese wetgevingsprocessen. Wat zijn de vruchten daarvan, zo vragen deze leden.
De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat in Parlis doorgaans het onderwerp van amendementen wordt vermeld. Op stemmingslijsten gebeurt dat echter niet, terwijl dit voor moties wel gebeurt. Deze leden vragen of het presidium bereid is in de stemmingslijsten voortaan ook de onderwerpen te vermelden.
Genoemde leden waarderen het zeer dat conceptverslagen van de plenaire vergaderingen doorgaans binnen een paar uur terug te vinden zijn op www.tweedekamer.nl. In Parlis verschijnen deze verslagen echter pas veel later. Genoemde leden vragen of het mogelijk is de conceptstenogrammen ook beschikbaar te stellen via Parlis zodat alle parlementaire documenten op één plaats terug te vinden zijn.
De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat in 2016 een actuele visie op het gebruik van informatie en ICT door de Tweede Kamer zou worden opgesteld om de beleidslijnen voor ICT-dienstverlening, gericht op betere benutting en beheer van informatie, uit te werken. Genoemde leden pleiten ervoor hierbij ook de wensen van gebruikers te inventariseren. Zij zijn er van overtuigd dat er nog veel verbeteringen mogelijk zijn die het werk van fracties, maar ook van griffies, efficiënter kunnen maken. Zij vragen of het presidium hiertoe bereid is. Verder vragen genoemde leden in de op te stellen ICT-visie in te gaan op de mogelijkheid van het gebruik van opensource software. Dit verkleint de afhankelijkheid van leveranciers en kan mogelijk kosten besparen.
Het afgelopen jaar zijn tv’s vervangen en is gekozen voor nieuwe mobiele telefoons. Genoemde leden vragen zich af of de nieuwe tv’s niet tot onnodig hoge kosten hebben geleid doordat is uitgegaan van één type tv waarvoor vaak, door de omvang, ook extra meubilair noodzakelijk was. In een aantal gevallen hadden volgens deze leden kleinere tv’s volstaan. De mobiele telefoons hebben ten opzichte van de oude modellen ook enkele beperkingen zoals de beschikbaarheid van apps. Deelt het presidium de mening dat ook bij vervanging van apparatuur het van belang is dat gebruikerswensen worden geïnventariseerd?
Deze leden vragen een onderbouwing van de stelling dat de komende periode geen grootschalige investeringen ten behoeve van nieuwe ICT-toepassingen te verwachten zijn. Waarom is hiervoor gekozen? Kan de Kamer een overzicht krijgen van de ICT-investeringen in de afgelopen jaren en de voornemens voor de komende jaren? Investeringen kunnen immers juist ook tot besparingen leiden. Bovendien merken deze leden op dat extra ICT-faciliteiten ook de ongemakken tijdens de verbouwing van het Binnenhof deels kunnen compenseren. Daarom lijkt het deze leden juist nu het moment om gericht de ICT-ondersteuning te verbeteren.
Concreet leggen de leden van de ChristenUnie-fractie een aantal voorstellen voor waarvan zij vragen of het presidium mogelijkheden ziet deze te ontwikkelen, en zo ja, op welke termijn het presidium dit zou willen doen.
Allereerst constateren genoemde leden dat er nog steeds delen van het Binnenhofcomplex zijn waar wifi gebruik niet mogelijk is. Hier staat tegenover dat de nieuwe telefoons op 4G draaien. Is er onderzoek gedaan of het kosteneffectief is om het wifi-bereik te vergroten zodat wifi overal in het complex gebruikt kan worden?
Ten tweede vragen genoemde leden naar de voornemens voor de ontwikkeling van apps. Het is opmerkelijk dat de Tweede Kamer steeds meer met tablets werkt maar dat de ontwikkeling van apps die het gebruik van tablets ondersteunen achterblijft. Apps zouden het werk van fracties efficiënter kunnen maken maar ook praktische voordelen kunnen hebben voor griffie, bezoekers en belangengroepen. Concreet is een app rond de stemmingslijsten volgens genoemde leden erg wenselijk. Het opstellen van stemmingslijsten in fracties is erg arbeidsintensief, mede door het grote aantal last minute wijzigingen. Het is in het belang van het democratische proces dat de voorbereiding van stemmingen goed gebeurt. Als fracties digitaal hun interne stemmingslijsten zouden kunnen bijhouden, waarbij wijzigingen van de stemmingslijst zichtbaar worden in de app, zouden fracties goed ondersteund kunnen worden, en wordt ook het fenomeen dat fracties achteraf nog hun stemgedrag corrigeren, mogelijk beperkt.
Ten derde geven deze leden in overweging de mogelijkheid te onderzoeken van het digitaal indienen van moties. Dit zou veel papier kunnen schelen. Bovendien hebben alle deelnemers aan het debat de motieteksten dan tegelijk onder ogen en wordt het voor bezoekers ook makkelijker een debat te volgen.
Ten vierde zijn genoemde leden blij met de verbetering die het afgelopen jaar is doorgevoerd rond het indienen van feitelijke vragen. Zij constateren echter dat hier nog steeds veel werk in zit voor de griffie om dubbele vragen, die door meerdere fracties zijn ingediend, eruit te halen. Bovendien kunnen fracties niet zien welke vragen reeds door anderen zijn ingediend. Daardoor formuleren ze soms onnodig vragen die al zijn ingediend. Deze leden geven daarom in overweging de feitelijke vragen-app verder te ontwikkelen, zodat, reeds voor de deadline ingediende, vragen voor alle fracties zichtbaar zijn. Dit onder de randvoorwaarde dat, bij vragenrondes waarbij dat is afgesproken, de vragen niet terug te leiden zijn naar de specifieke fracties, en fracties er ook voor kunnen kiezen vragen nog niet zichtbaar te maken, bijvoorbeeld omdat ze nog werken aan de definitieve formulering.
Ten vijfde constateren deze leden dat de fracties al flink bezig zijn met digitalisering en het invoeren van een papierloos kantoor. Zij zijn benieuwd in hoeverre dit al zichtbaar is in het papiergebruik van de Kamerorganisatie en vragen of hiervan cijfers zijn. Zij hebben de indruk dat de invoer van papierloos werken bij de ambtelijke diensten minder ver gevorderd is. Genoemde leden vragen daarom wat de voornemens zijn op dit vlak.
Tenslotte constateren genoemde leden dat digitale tools die specifiek voor de Kamer worden ontwikkeld ook praktisch kunnen zijn voor andere overheden. Is het presidium bereid hierover het gesprek aan te gaan met de regering en met bijvoorbeeld VNG en IPO om te bezien of bestaande kennis uitgewisseld kan worden? Volgens genoemde leden zou een tool als Parlis bijvoorbeeld ook heel nuttig gebruikt kunnen worden door gemeenten.
– Voorbereiding renovatie Binnenhofcomplex
De leden van de VVD-fractie lezen dat de voorbereiding van de renovatie van het Binnenhof in volle gang is. Wanneer is meer bekend over de kosten van de renovatie van het Binnenhofcomplex? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van het presidium.
De leden van de CDA-fractie vragen wat het presidium precies bedoelt met de zin: «De renovatie biedt kansen op het terrein van openheid». In dit verband vragen zij ook, wat het presidium bedoelt met de stelling, dat een goede samenwerking tussen de Kamerleden, fractiemedewerkers en de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer noodzakelijk is voor de renovatie van het Binnenhofcomplex. Het spreekt voor deze leden vanzelf, dat in dit verband ProDemos niet mag ontbreken.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de stand van zaken is bij de planvorming voor de verbouw van het Binnenhof, en op welke wijze, en wanneer, de wensen van de leden zullen worden geïnventariseerd voor de uiteindelijke inrichting van het gebouw. Ook vragen zij in hoeverre nog een variant wordt onderzocht waarbij de verbouw van het Binnenhof in twee fasen zal gebeuren.
– Investeringsruimte
De leden van de CDA-fractie vragen het presidium uitdrukkelijk aandacht te besteden aan beveiliging. Nu is dit onderwerp in de toelichting op de Raming te vinden onder het kopje «Beperkte investeringsruimte binnen de begroting». Deze leden realiseren zich dat veiligheidsmaatregelen ten koste gaan van de toegankelijkheid van het Kamergebouw. Niettemin vergt de beveiliging van de Kamer in deze tijd van toenemende dreiging adequate maatregelen.
– Stageplaatsen in de Kamer
De leden van de CDA-fractie missen in de toelichting op de Raming voor 2017 de maatschappelijke stage voor leerlingen uit het vmbo. In de Raming voor 2016 was nog sprake van het aanbieden van stages op basis van de motie-Biskop c.s. (Kamerstuk 32 531, nr. 14). Is het presidium bereid ook in 2017 maatschappelijke stages aan te bieden? Zo nee, waarom niet?
– Werkkostenregeling
In de begrotingstoelichting lezen de leden van de VVD-fractie over een rijksbrede overschrijding van € 2,4 mln. in het kader van de «werkkostenregeling». Deze leden vragen of er komende jaren meer tegenvallers worden verwacht wat betreft de werkkostenregeling. Is er overleg met andere actoren?
De leden van de CDA-fractie vragen, wat moet worden verstaan onder de eindheffing van ruim € 2,4 mln. die de Tweede Kamer heeft ontvangen.
– Roemernorm
De leden van de PvdA-fractie hebben moeite met de vaststelling dat het aantal externen ook voor 2017 weer niet tot onder de Roemernorm kan worden gebracht. De reorganisatie van de Dienst Automatisering brengt met zich mee dat vacatures met externe krachten moeten worden ingevuld. Wanneer is deze reorganisatie afgerond? Hoeveel extra kosten brengt deze externe inhuur met zich mee? Bij welke functies of afdelingen naast de Dienst Automatisering worden er nog meer relatief veel externen ingehuurd en waarom?
De leden van de SP-fractie constateren dat er een voorwaarschuwing wordt gegeven met betrekking tot het niet halen van de Roemernorm. De verwachting is dat er meer dan 10% externe inhuur noodzakelijk is. Genoemde leden vinden dat een teleurstellende conclusie. Genoemde leden lezen dat het niet halen van de norm mede het gevolg is van het uitbesteden van de Dienst Automatisering, een beslissing waar de leden van de SP-fractie nooit voorstander van zijn geweest. Wanneer de Tweede Kamer van overheidsinstanties eist dat zij voldoen aan die norm is het een heel slecht voorbeeld wanneer dat niet lukt binnen de eigen organisatie. Deelt het presidium de mening dat dit geen goed voorbeeld is?
De leden van de ChristenUnie-fractie stellen vast dat ook dit jaar de Roemer norm ten aanzien van externe inhuur weer niet wordt gehaald. Als reden wordt de gefaseerde uitbesteding van delen van de Dienst Automatisering gegeven. Genoemde leden vragen een nadere onderbouwing van de omvang van de externe inhuur en welke mogelijkheden er zijn om zo spoedig mogelijk structureel aan deze norm te voldoen.
Voorts constateren deze leden dat er gekozen is voor het uitbesteden van de ICT aan externe partijen. Daar staat tegenover dat ministeries zijn aangesloten bij het Shared Service Centrum van het Rijk. Genoemde leden vragen waarom er niet voor wordt gekozen om de Kamer bij dit SSC aan te laten sluiten. Volgens genoemde leden zou hierbij ook als overweging kunnen dienen dat de ICT ondersteuning van de Tweede Kamer ook een publiek belang dient en dat aansluiten bij het SSC bijdraagt aan de bedrijfszekerheid en veiligheid.
De leden van de SP-fractie constateren dat er verscheidene jaren meer dertigledendebatten worden aangevraagd dan er uiteindelijk kunnen worden gepland. Ook is de praktijk dat wanneer dertigledendebatten uiteindelijk worden ingepland het onderwerp van debat aan actualiteitswaarde heeft ingeboet. Deze leden vragen aan het presidium of het dit probleem ook ziet en wat hiervoor een eventuele oplossing zou zijn, nu de Commissie voor de Werkwijze het makkelijker omzetten van een dertigledendebat in een Algemeen Overleg heeft afgewezen.
De leden van de CDA-fractie vragen, of het presidium inzicht kan geven in de redenen waarom dertigledendebatten worden afgevoerd van het lange termijnschema. Zij vragen dit naar aanleiding van de constatering van het presidium dat lang niet alle dertigledendebatten, waartoe in de regeling van werkzaamheden wordt besloten, uiteindelijk ook daadwerkelijk gevoerd worden.
De leden van de CDA-fractie vragen voorts wat er de oorzaak van is dat het aantal begrotingsvoorstellen is afgenomen zoals grafiek 4 toont.
De leden van de CDA-fractie constateren, dat het presidium opnieuw zijn zorgen uit over het gegeven dat amendementen vaak pas kort voor of tijdens de plenaire behandeling van een wetsvoorstel worden ingediend. Is er op dit punt niets veranderd, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Heeft het presidium inzicht in de redenen waarom amendementen pas kort voor of tijdens de plenaire behandeling van een wetsvoorstel worden ingediend?
De leden van de CDA-fractie constateren, dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de Kamer een actualisatie heeft toegezegd van de notitie uit 2002 over de reikwijdte van artikel 68 van de Grondwet. Deze leden vragen het presidium erop toe te zien, dat de regering de informatieplicht aan de Kamer opvat in de geest van Thorbecke, die schreef dat als een Minister inlichtingen worden gevraagd «… (hij) geen voorwendsels of uitvluchten moet zoeken. [...] De Minister moet niet ontduiken, maar tegemoet komen; hij moet niet blijven beneden hetgeen men verlangt, hij moet meer aanbieden.»
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het een goed voornemen van de Voorzitter om door middel van Voorzittersbrieven mogelijkheden voor verbetering van het parlementaire proces onder de aandacht te brengen.
Zij vragen specifiek hoe het presidium aankijkt tegen het aantal gevoerde dertigledendebatten ten opzichte van het aantal aangevraagde dertigledendebatten die tijdens de regeling van werkzaamheden zijn gehonoreerd. In 2015 zijn 20 van deze debatten gehouden terwijl dit er in 2014 nog 30 waren. Hier staat overigens tegenover dat er in 2015 aanmerkelijk meer meerderheidsdebatten zijn gevoerd. Toch lijkt het genoemde leden geen goede zaak als dertigledendebatten vrijwel standaard worden omgezet in een (spoed) algemeen overleg.
Recent is een initiatiefwet ingediend door het lid Schouten om er voor te zorgen dat een wetsartikel, dat reeds 5 jaar geleden door beide Kamers is aangenomen, ook kracht van wet krijgt (Kamerstuk 34 450). Genoemde leden vragen het presidium te reflecteren op deze kwestie aangezien het veel vaker gebeurt dat aangenomen wetgeving uiteindelijk niet wordt ingevoerd en de Kamer hier ook niet altijd zicht op heeft. Welke mogelijkheden ziet het presidium om op dit punt het wetgevende proces te verbeteren. Genoemde leden stellen voor de regering te vragen jaarlijks te rapporteren over aangenomen wetgeving die nog niet kracht van wet heeft gekregen inclusief een motivatieplicht.
Iets dergelijks geldt ook voor begrotingsamendementen. Genoemde leden constateren dat het geen automatisme is dat geld dat de Kamer via een amendement heeft toegewezen ook voor dit doel wordt besteed. Welke mogelijkheden ziet het presidium dit te verbeteren?
Genoemde leden constateren dat steeds meer regelgeving niet in wetten wordt opgenomen maar in lagere regelgeving. Dit heeft invloed op de verhouding Kamer en regering. De Kamer kan hierbij er voor kiezen dat AMvB’s worden voorgehangen maar de mogelijkheden voor behandeling zijn beperkter. Genoemde leden vragen of het presidium de mening deelt dat hierbij de positie van de Kamer kan worden versterkt. Zij geven in overweging het te vergemakkelijken om te inhoudelijke AMvB’s te blokkeren, ook als de grondslag van deze AMvB’s geen voorhangprocedure kent.
Het presidium moedigt zeer aan dat de commissies zelf hun activiteiten jaarlijks evalueren en de statistiek van de eigen commissie vergelijken met die van andere commissies. Volgen alle commissies de aanmoediging van het presidium op, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen de resultaten daarvan worden samengevoegd en gepresenteerd?
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het overzicht van actieve contactvormen met burgers en instellingen in aantallen. Wel vragen zij of het aantal volgers van het algemeen Twitteraccount (@2eKamertweets) wel thuishoort onder de actieve contactvormen. Is het aantal volgers van een Twitteraccount niet vergelijkbaar met het aantal bezoekers van de website of het aantal kijkers naar tv-uitzendingen of livestreams? Het volgen van een Twitter-account is toch niet vergelijkbaar met het sturen van een brief of e-mail?
– Kabinetsformatie
De leden van de CDA-fractie vragen, wat de stand van zaken is met betrekking tot het conceptdraaiboek voor de kabinetsformatie.
– Afsplitsingen van fracties
De leden van de VVD-fractie brengen in herinnering dat, tijdens de behandeling van de Raming voor de Tweede Kamer in 2016, is toegezegd dat er een onderzoek komt naar de afsplitsingen van fracties. Deze leden vragen wanneer het toegezegde onderzoek naar de afsplitsingen van fracties mag worden verwacht.
De leden van de PvdA-fractie vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot voorstellen om afsplitsingen van fracties tegen te gaan.
– Relatie met «de wetenschap»
De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat opnieuw een literatuuroverzicht is toegevoegd aan de Staat van de Tweede Kamer. Deze leden waarderen het ook, dat het overzicht is voorzien van een duiding van de inhoud. Naar de mening van deze leden verdient het literatuuroverzicht in deze vorm een blijvende plaats in de Staat van de Tweede Kamer.
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx