Kamerstuk 34444-1

Geleidende brief bij de Raming der voor de Tweede Kamer in 2017 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Dossier: Raming der voor de Tweede Kamer in 2017 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Gepubliceerd: 6 april 2016
Indiener(s): Khadija Arib (PvdA)
Onderwerpen: begroting bestuur financiƫn parlement
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34444-1.html
ID: 34444-1

Nr. 1 GELEIDENDE BRIEF

Den Haag, 6 april 2016

De Tweede Kamer is onafhankelijk van de regering en stelt daarom elk jaar haar eigen begroting op, de Raming. In deze Raming staan behalve de kosten die de Tweede Kamer jaarlijks maakt ook de kosten van specifieke aandachtspunten voor het volgende jaar. Elk voorjaar behandelt de Tweede Kamer de Raming, die daarna wordt verwerkt in de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

In de Raming staat een overzicht van de uitgaven aan de schadeloosstelling (het inkomen van de Kamerleden), de wachtgelden en pensioenen voor de oud-Kamerleden, de fractiekosten en de uitgaven voor het ambtelijk apparaat dat de Tweede Kamer ondersteunt. Dit zijn uitgaven die jaarlijks min of meer gelijk blijven en alleen in verkiezingsjaren fluctueren, door een samenloop van schadeloosstelling en wachtgelden na Tweede Kamerverkiezingen.

Speerpunten: sterke informatiepositie Tweede Kamer en transparantie parlementair proces

De Tweede Kamer is de rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging van ons land en heeft een controlerende en medewetgevende rol. Bij die rol hoort ook de uitoefening van het budgetrecht en de controle op de begrotingsuitvoering. Een goede uitvoering van deze taken vergt een sterke, onafhankelijke positie van de Kamer. Adequate en tijdige informatievoorziening is daarbij van cruciaal belang. De informatievoorziening van de Kamer is dan ook een belangrijk speerpunt voor de voorliggende periode. Die informatiepositie kan op verschillende manieren worden versterkt. Bijvoorbeeld door initiatieven als regelmatige rappellering bij het uitblijven van antwoorden op schriftelijke vragen (zie ook de Voorzittersbrief d.d. 17 maart 20161), of door verheldering van de reikwijdte van de inlichtingenplicht van de regering op grond van artikel 68 GW, mede in relatie tot de WOB. Waar ook naar wordt gekeken, is hoe de kennis- en onderzoeksfunctie van de Kamer – naar voorbeeld van andere parlementen – (verder) kan worden uitgebreid, zodat wetenschappelijke informatie beter beschikbaar komt.

Een ander speerpunt ligt in de transparantie van het Kamerwerk. Het hoort bij een representatieve democratie om inzichtelijk te maken wat volksvertegenwoordigers – namens hun kiezers – doen en besluiten. Kamerleden hebben daarin zelf een verantwoordelijkheid, maar ook het instituut Tweede Kamer moet zo open mogelijk communiceren. Dat gebeurt bijvoorbeeld met nieuwe functionaliteiten zoals Debat Gemist en Debat Direct, die ervoor zorgen dat mensen Kamerdebatten ook op afstand kunnen volgen en worden voorzien van relevante achtergrondinformatie. Daarnaast wordt er met openbare Voorzittersbrieven – bijvoorbeeld de brief over het mondelinge vragenuur d.d. 29 februari 20162 – uitleg gegeven over de werkwijze van de Kamer en over de spelregels die daarbij gelden.

In het verlengde van een grotere transparantie is er aandacht voor de toegankelijkheid van de Kamer. De Kamer is van iedereen, voor iedereen; iedereen moet zich er welkom voelen om debatten bij te wonen. In het huidige tijdsgewricht brengt dat, in fysieke termen, een zeker spanningsveld met zich mee; veiligheidsmaatregelen werpen per definitie drempels op. Dat neemt niet weg dat er jaarlijks zo’n 80.000 scholieren door ProDemos worden rondgeleid en de Kamer in totaal door zo’n 160.000 personen wordt bezocht.

De Raming voor 2017 is tot stand gekomen tegen de achtergrond van de hierboven genoemde prioriteiten – een sterkere informatiepositie van de Kamer en een grotere transparantie van het parlementaire proces. Onderstaande aandachtspunten moeten daaraan bijdragen.

Professionalisering en flexibilisering van de ambtelijke organisatie

De prioriteiten vragen om een professionele en flexibele ambtelijke organisatie, die goed en snel kan inspringen op de gevraagde veranderingen. De primaire taak van de ambtelijke organisatie bestaat immers uit de ondersteuning van Tweede Kamer bij de uitvoering van haar kerntaken: controle en wetgeving. De prioriteiten en aandachtspunten van de Tweede Kamer voor 2017 zijn dan ook richtinggevend voor de keuzes die binnen de ambtelijke organisatie worden gemaakt als het gaat om inzet van personeel en middelen. De aanbevelingen uit het ABD-rapport «Meer verzakelijking en verdere professionalisering» dat betrekking heeft op de ambtelijke organisatie zullen in 2016 en 2017 worden geïmplementeerd. Daarbij zal de nadruk liggen op flexibilisering van de personele inzet en een sterkere focus op de kerntaken. Het personeel moet flexibeler kunnen worden ingezet als de vraag naar ondersteuning verandert en op plekken waar de werkdruk op een bepaald moment het hoogst is. Het gaat om flexibilisering van de inzet van het huidige personeel; er wordt niet beoogd om de verhouding tijdelijk/vast personeel te wijzigen. Tegelijkertijd werkt de organisatie aan de vereenvoudiging en de standaardisering van werkprocessen. Ook wordt de bestaande dienstverlening tegen het licht gehouden: zijn alle diensten nog nodig of kunnen ze efficiënter?

Betere ontsluiting digitale informatie

De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de digitalisering van de processen in de Tweede Kamer. Zoals gezegd zijn er nieuwe functionaliteiten ontwikkeld en zijn bestaande systemen zoals Parlis en VLOS uitgebreid. De komende periode zal het accent liggen op betere benutting van de in deze systemen beschikbare informatie. De gegroeide afhankelijkheid van ICT maakt het daarnaast nodig om meer aandacht te hebben voor beheer en beveiliging. Nieuwe regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging en privacy dwingt daar eveneens toe. In 2016 zal een actuele visie op het gebruik van informatie en ICT door de Tweede Kamer worden opgesteld om deze beleidslijnen gericht op betere benutting en beheer van informatie uit te werken. De komende periode zijn geen grootschalige investeringen ten behoeve van nieuwe ICT-toepassingen te verwachten.

Voorbereiding renovatie Binnenhofcomplex

De renovatie van het Binnenhof is een omvangrijk project, dat in 2017 veel aandacht en inzet vraagt van de organisatie. De Tweede Kamer zal haar wensen voor de renovatie en voor de inrichting van een tijdelijke locatie voor de Tweede Kamer duidelijk (moeten) maken. Denk hierbij aan de inrichting van de plenaire zaal en andere vergaderzalen, de werkplekken en beveiligingsaspecten. De renovatie biedt kansen op het terrein van openheid. Ook in de tussenliggende periode – op de tijdelijke locatie – is het van belang dat transparantie van het parlementaire proces wordt geborgd.

Het onderhoud van het Binnenhofcomplex vraagt om aandacht tot het moment van de renovatie. Welke investeringen zijn nog verantwoord en welke niet? Duidelijk is dat de renovatie van het Binnenhof een veelomvattend project is. Een goede samenwerking tussen de Kamerleden, fractiemedewerkers en de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer is daarvoor noodzakelijk.

De verwachting is dat de investeringsuitgaven voor de Tweede Kamer die samenhangen met de renovatie van het Binnenhofcomplex, zoals inrichtingskosten en de verhuizing, gefinancierd worden binnen de totale uitgaven voor de renovatie. De renovatiekosten worden begroot bij het Rijksvastgoedbedrijf. Een en ander wordt in de komende periode nader uitgewerkt

Beperkte investeringsruimte binnen de begroting

De vrije investeringsruimte binnen de begroting van de Tweede Kamer is beperkt. Aanpassingen moeten binnen de bestaande financiële kaders worden vormgegeven. Dit vergt het maken van keuzes en beperkt de ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, zoals de versterking van de kennis- en onderzoeksfunctie van de Kamer. De beveiliging van de Tweede Kamer is een bron van aanhoudende aandacht en zal mogelijk tot extra uitgaven leiden.

Als oplossing wordt onder andere gestreefd naar een flexibeler inzet van mensen en middelen. Een voorbeeld hiervan is het vergroten van de inzetbaarheid van medewerkers binnen en tussen de afzonderlijke afdelingen, bijvoorbeeld door te werken in projectteams. Dit kan de externe inhuur terugdringen en levert daardoor een besparing op. Investeringen zullen scherper worden getoetst op de vraag of deze bijdragen aan een verbetering van het primaire proces.

Verkiezingen 2017

Op 15 maart 2017 zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer. De verkiezingen brengen extra werkzaamheden met zich mee. Het gaat om praktische zaken als het begeleiden van nieuwe en vertrekkende Kamerleden, de inrichting van werkplekken, het verstrekken van toegangspassen en mobiele apparatuur. Na vorige verkiezingen zijn goede ervaringen opgedaan met het zogeheten Ledenplein, waar nieuwe Kamerleden op één plaats en op één moment al hun zaken kunnen regelen. Het voornemen is om dit Ledenplein ook in 2017 in te richten. Door samenloop van de schadeloosstelling van de nieuwe leden en de wachtgelden voor de vertrekkende leden zijn de uitgaven in een verkiezingsjaar hoger dan in de tussenliggende jaren.

Tot slot

De volledige set Ramingsdocumenten bestaat naast deze brief uit een begrotingsvoorstel (Kamerstuk 34 444, nr. 2), een memorie van toelichting (Kamerstuk 34 444, nr. 3) en de Staat van de Tweede Kamer (Kamerstuk 34 444, nr. 4). De Staat bevat inzichten in de trends en ontwikkelingen – bijvoorbeeld over de aantallen debatten, moties, mondelinge en schriftelijke vragen – en helpt bij de aansturing van de organisatie en de inrichting van de werkprocessen. Ook is een overzicht van de externe inhuur over 2015 (bijlage bij Kamerstuk 34 444, nr. 3) en een formatieoverzicht per 1 januari 2016 bijgevoegd (bijlage bij Kamerstuk 34 444, nr. 3).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, R.G.K. Voss