Ontvangen 11 mei 2016
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 21, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b, wordt «, en» vervangen door een puntkomma.
2. Onderdeel c komt te luiden:
c. in uitzonderlijke omstandigheden indien scheepsuitrusting wordt vervangen aan boord van een schip dat zich in een haven buiten de Europese Unie bevindt en het vanuit het oogpunt van tijd en kosten redelijkerwijs niet uitvoerbaar is om scheepsuitrusting die is voorzien van een stuurwielmarkering aan boord te plaatsten, en
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. in uitzonderlijke omstandigheden indien het aantoonbaar is dat specifieke scheepsuitrusting die is voorzien van een stuurwielmarkering niet in de handel verkrijgbaar is.
Artikel 21 van het voorstel betreft een delegatiegrondslag om bij ministeriele regeling regels te stellen met betrekking tot enkele uitzonderingen op de verplichting om enkel scheepsuitrusting die is voorzien van een stuurwielmarkering aan boord te hebben. Abusievelijk is daarbij een grondslag ter implementatie van artikel 32, vijfde tot en met achtste lid, niet opgenomen.
Daartoe wordt een nieuw onderdeel d toegevoegd aan het eerste lid van artikel 21. Daarnaast wordt in onderdeel c een tekstuele verbetering aangebracht, zodat de delegatiegrondslag nog beter aansluit bij hetgeen in ministeriële regeling zal worden geregeld.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus