Ontvangen 18 februari 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, punt 5, wordt in onderdeel az na «windmolens» een zinsnede toegevoegd, luidende: op zee.
II
In artikel I vervalt onderdeel D.
III
In artikel I, onderdeel E, artikel 15a, eerste lid, vervalt telkens: op zee.
IV
Artikel I, onderdeel O, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel h wordt na «nog niet in gebruik genomen investeringen» een zinsnede ingevoegd, luidende: voor een windpark.
2. In onderdeel i wordt na «investeringen» een zinsnede ingevoegd, luidende: voor een windpark.
V
Artikel I, onderdeel Q, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het zevende lid, onderdeel a, wordt na «nog niet in gebruik genomen investeringen» een zinsnede ingevoegd, luidende: voor een windpark.
2. In het zevende lid, onderdeel b, wordt na «investeringen» een zinsnede ingevoegd, luidende: voor een windpark.
Naar aanleiding van het verwerpen van de elektriciteits- en gaswet 1998 (wet stroom) in de Eerste Kamer, is er vanwege het spoedeisende karakter gesproken over het maken van een «spoedwet Wind Op Zee». De nu in de wet voorgestelde versnelling bij Wind Op Land is nieuw. Aanpassingen in Wind Op Land vragen een zorgvuldiger behandeling en een meer integrale benadering.
Dit amendement regelt dat deze wet alleen ziet op wind op zee. De voorgestelde wijzigingen zijn derhalve beperkt tot wind op zee.
Smaling