Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).
Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 25 januari 2016, aangeboden aan de Koning door de Minister van Infrastructuur en Milieu.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 23 oktober 2015, nr. 2015001859, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 9 december 2015, nr. W14.15.0376/IV, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
De redactionele opmerkingen van de Afdeling advisering zijn gedeeltelijk overgenomen.
Niet overgenomen zijn de redactionele opmerkingen met betrekking tot:
− het voorgestelde artikel 36a, onderdeel c, van de Wegenverkeerswet 1994 omdat het betekenisverschil met de voorgestelde artikelen 48a, onderdeel c, 50a, onderdeel c, en 72a, onderdeel d, bedoeld is;
− toelichting op de artikelen II, onderdeel B, onder b, en IV, onderdeel B, onder b, van het wetsvoorstel omdat die onderdelen reeds toegevoegd zijn door de Fiscale verzamelwet 2015.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele redactionele verbeteringen door te voeren in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus