Ontvangen 13 december 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt na «Wegenverkeerswet 1994» ingevoegd «, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Militair Strafrecht» en wordt aan het slot toegevoegd: , en het invoeren van een verzwaarde regeling voor rijontzeggingen wegens rijden onder invloed.
II
In de beweegreden wordt voor de puntkomma aan het slot toegevoegd: , en een verzwaarde regeling in te voeren voor rijontzeggingen wegens rijden onder invloed.
III
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
G
Artikel 179 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het eerste tot en met derde lid tot het tweede tot en met vierde lid wordt onder het opschrift van het artikel een lid ingevoegd, luidende:
1. Bij veroordeling van de bestuurder van een motorrijtuig wegens overtreding van een der strafbare feiten in artikel 8, eerste tot en met vierde lid, genoemd, kan hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor ten hoogste tien jaren worden ontzegd.
2. In het tweede lid (nieuw) wordt na «8,» wordt ingevoegd: vijfde lid,.
4. Na het vierde lid (nieuw) wordt, onder vernummering van het vierde lid (oud) tot en met tiende lid tot het zesde tot en met twaalfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
5. Indien tijdens het plegen van een der strafbare feiten in het eerste lid genoemd, nog geen vijf jaren zijn verlopen na het einde van de tijdsduur waarvoor bij een vroegere onherroepelijke veroordeling wegens een van die strafbare feiten de betrokkene de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is ontzegd, en betrokkene:
a. eenmaal eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens een van die feiten, kan hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor ten hoogste twintig jaren worden ontzegd;
b. tweemaal eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens een van die feiten, kan hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor ten hoogste dertig jaren worden ontzegd;
c. driemaal eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens een van die feiten, kan hem de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor ten hoogste levenslang worden ontzegd.
3. In het zesde lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door: tweede lid.
4. In het zevende lid (nieuw) wordt «tweede lid» vervangen door: derde lid.
5. In het achtste lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door: zevende lid.
3. In het tiende lid (nieuw) wordt «zesde lid» vervangen door: achtste lid.
4. In het twaalfde lid (nieuw) wordt «het vierde onderscheidenlijk het vijfde lid» vervangen door: het vijfde tot en met het zevende lid.
IV
Na artikel I worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
In het Wetboek van Strafvordering wordt in het Vierde Boek, na Titel IX, een titel ingevoegd, luidende:
1. De veroordeelde aan wie de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen is ontzegd wegens een misdrijf omschreven in artikel 179, vijfde lid, onderdeel c of d, van de Wegenverkeerswet 1994 kan na verloop van 25 jaren na de onherroepelijke veroordeling een schriftelijk verzoek tot herbeoordeling van de rijontzegging indienen bij de griffie van het gerecht in feitelijke aanleg waarvoor de zaak het laatst werd vervolgd.
2. De behandeling van het verzoek door de raadkamer vindt plaats in het openbaar.
3. Tijdens de behandeling van het verzoek worden de veroordeelde en de officier van justitie in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. De veroordeelde kan zich doen bijstaan door een advocaat welke in de gelegenheid wordt gesteld de nodige opmerkingen te maken. De beschikking van het gerecht is met redenen omkleed en wordt in het openbaar uitgesproken. Aan de veroordeelde wordt door de griffier tijdig te voren schriftelijk mededeling van de dag der uitspraak gedaan. Acht het gerecht het verzoek gegrond, dan herroept het de levenslange ontzegging van de rijbevoegdheid.
In artikel 36, derde lid, van het Wetboek van Militair Strafrecht wordt «vierde en zesde lid» vervangen door: zesde en achtste lid.
V
Na artikel VI wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De indiener beoogt met dit amendement een getrapte regeling in het leven te roepen voor rijontzeggingen wegens alcohol- en drugsgebruik in het verkeer. Dit amendement regelt dat een rijontzegging voor een delict als bedoeld in artikel 8, eerste tot en met vierde lid, van de Wegenverkeerswet kan worden opgelegd voor de duur van 10 jaar, en dat wanneer een verkeersdeelnemer eerder de bevoegdheid tot het besturen van motorvoertuigen is ontzegd, en binnen vijf jaar opnieuw de fout ingaat, de rechter hem de bevoegdheid tot het besturen van motorvoertuigen voor langere tijd kan ontzeggen dan nu het geval is. Het amendement stelt daartoe een getrapte recidiveregeling voor die, in het uiterste geval, ertoe kan leiden dat een verkeersdeelnemer een levenslange rijontzegging opgelegd kan krijgen. De indiener is van mening dat wanneer iemand vanwege herhaald alcohol- en drugsgebruik dusdanig overtuigend heeft bewezen geen deel te kunnen nemen aan het verkeer, deze uiteindelijk uitgesloten zou moeten kunnen worden van het besturen van motorvoertuigen. Met het oog op de proportionaliteit van de mogelijkheid een levenslange ontzegging van de rijbevoegdheid op te leggen (en een mogelijkheid van een rijontzegging van dertig jaren), is in het amendement een periodieke herbeoordelingsmogelijkheid opgenomen. De betrokkene kan daardoor de rechter na 25 jaar vragen om de levenslange sanctie te heroverwegen. Voorts is een overgangsregeling opgenomen, op basis waarvan de in artikel I, onderdeel G, van deze wijzigingswet te realiseren wijzigingen van artikel 179 van de Wegenverkeerswet, geen gevolgen zullen hebben voor feiten die voorafgaand van de inwerkingtreding van de wet zijn begaan.
Hoogland