Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat het instemmingsrecht van de ondernemingsraad over de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van de pensioenregeling worden verduidelijkt;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op de ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «een regeling met betrekking tot een pensioenverzekering» gewijzigd in: regelingen met betrekking tot een pensioenovereenkomst.
2. Aan het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Instemming is eveneens niet vereist indien de pensioenovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is ondergebracht bij een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet, voor het deel van de pensioenovereenkomst dat verplicht door dat bedrijfstakpensioenfonds wordt uitgevoerd.
3. Het zevende lid komt te luiden:
7. Onder regelingen met betrekking tot een pensioenovereenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden mede verstaan regelingen opgenomen in een uitvoeringsovereenkomst of een uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet die direct van invloed zijn op de pensioenovereenkomst waaronder in ieder geval worden begrepen: regelingen over de wijze waarop de verschuldigde premie wordt vastgesteld en de maatstaven voor en de voorwaarden waaronder toeslagverlening plaatsvindt.
4. Na het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
8. De ondernemer behoeft de instemming van de ondernemingsraad voor elk door hem voorgenomen besluit tot onderbrenging van de pensioenovereenkomsten van alle of een groep van de in de onderneming werkzame personen bij een pensioeninstelling uit een andere lidstaat als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel b, van de Pensioenwet of een verzekeraar met een zetel buiten Nederland als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet. Het tweede tot en met zesde lid is van overeenkomstige toepassing.
B
Aan hoofdstuk IVB wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 23, vierde lid, van de Pensioenwet vervalt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,