Gepubliceerd: 8 maart 2016
Indiener(s): Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen: belasting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34371-6.html
ID: 34371-(R2066)-6

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 8 maart 2016

Met belangstelling heb ik kennis genomen van het verslag van de vaste commissie voor Financiën belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van Rijkswet. Graag ga ik hieronder in op de door de verschillende fracties gestelde vragen en naar voren gebrachte punten. Bij de beantwoording van de gestelde vragen is de indeling van het verslag zo veel mogelijk aangehouden. Waar het de duidelijkheid ten goede komt, zijn vragen samengevoegd en samen beantwoord.

1. Inleiding

De leden van de fracties van de VVD, het CDA en de SP hebben kennis genomen van het voorstel en hebben enkele vragen en opmerkingen bij het voorstel.

2. Algemeen

De leden van de VVD-fractie benadrukken al geruime tijd de ongewenste gevolgen van FATCA. Goedwillende Nederlanders, die enkel omdat ze in Amerika geboren zijn ook de Amerikaanse nationaliteit hebben, die zich nooit hebben gerealiseerd dat ze jaarlijks een belastingaangifte moeten doen in Amerika, worden ineens geconfronteerd met de Amerikaanse fiscus die belastingen kan opleggen voor zaken waarover de Nederlandse Belastingdienst ook belasting heft. Tijdens het algemeen overleg Belastingdienst van 15 oktober 2015 heeft de Staatssecretaris toegezegd een «passend kanaal» te zoeken om dit probleem aan te kaarten in Amerika. Ook de leden van de CDA-fractie merken op dat het goed mogelijk is dat een belastingplichtige in zijn woonland aan al zijn belastingverplichtingen voldoet en zich niet bewust is dat hij door zijn of haar Amerikaanse nationaliteit ook nog fiscale verplichtingen heeft in de Verenigde Staten. De leden van de fractie van de VVD vragen de Staatssecretaris of hij kan aangeven welke acties hij heeft ondernomen om aan deze toezegging tegemoet te komen? De leden van de VVD-fractie vragen of we dezelfde problemen kunnen verwachten met de tenuitvoerlegging van FATCA voor Curaçao.

De Verenigde Staten kent, in afwijking tot veel andere landen, een belastingsysteem dat is gebaseerd op nationaliteit en niet op inwonerschap. Hierdoor kunnen situaties ontstaan waarbij zowel in de Verenigde Staten als in het woonland belasting wordt betaald over hetzelfde inkomen in het geval een belastingplichtige de Amerikaanse nationaliteit heeft.

De naar voren gebrachte problematiek is in december 2015 onder de aandacht van de Amerikaanse fiscale autoriteiten gebracht. In een reactie hebben de Verenigde Staten aangegeven dat de problematiek bekend is en ook door andere landen naar voren is gebracht. In het begrotingsvoorstel van de Amerikaanse regering voor het fiscale jaar 2016 is hiertoe een voorstel opgenomen1. Het Amerikaanse Congres moet hierover nog een beslissing nemen.

Deze ontwikkelingen worden nauwkeurig gevolgd. Met het Amerikaanse Ministerie van Financiën bestaat de intentie om het bestaande Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen2 te moderniseren. Tijdens deze besprekingen zal blijvend aandacht worden gevraagd voor de ontwikkelingen inzake bovenstaande problematiek.

Op Curaçao kunnen dezelfde problemen worden verwacht, aangezien Curaçao inwoners heeft die de Amerikaanse nationaliteit hebben, die een green card hebben of die andere voor de FATCA relevante banden met de Verenigde Staten hebben.

De leden van de SP-fractie vragen allereerst waarmee wordt onderbouwd dat de kans op belastingontduiking door Amerikaanse belastingplichtigen gering is in de pensioensector. De leden vragen of de regering dat kan toelichten? De leden van de SP-fractie vragen ook of kan worden uitgelegd waarom het doorgeven van de benodigde gegevens een forse verzwaring van de administratieve lasten zou inhouden voor bijvoorbeeld de pensioensector en de lokale banken?

De uitzondering voor de pensioenfondsen is door de Verenigde Staten standaard opgenomen in de tekst van de FATCA verdragen (IGA’s) die de Verenigde Staten heeft gesloten. Dat is ook in de IGA met Curaçao zo overgenomen. De uitzondering is opgenomen, omdat er sprake is van een laag risicoprofiel. Het risico dat pensioenfondsen worden gebruikt om Amerikaanse belasting te ontduiken is gering, onder andere vanwege de sterke regulering van de pensioensector.

De verzwaring van de administratieve lasten dient met name gezocht te worden in een additionele administratieve handeling, die meer overhead met zich meebrengt. Het gaat dan om het verzamelen van de conform FATCA benodigde gegevens en de correcte aanlevering daarvan aan de Curaçaose belastingdienst die belast is met het uitwisselen van de informatie onder FATCA.

De leden van de SP-fractie vragen hoeveel fte de Curaçaose belastingdienst tot zijn beschikking heeft en hoeveel fte belast zal zijn met de uitvoer van de FATCA.

De Inspectie der Belastingen van Curaçao heeft in totaal 107 fte tot haar beschikking. Voor de beantwoording van de vraag hoeveel fte belast is met FATCA, dient een onderscheid gemaakt te worden tussen het implementatieproces en de uitvoering.

Het implementatieproces bevindt zich thans in een vergevorderd stadium. Bij het implementatieproces zijn verschillende partijen betrokken geweest, zoals de Inspectie der Belastingen, de Sector Fiscale Zaken en externe (IT) consultants. In het jaar 2015 is zowel bij de Inspectie der Belastingen als bij de Sector Fiscale Zaken 1 fte belast geweest met de implementatie van FATCA. Voorts is voor de implementatie bijstand ontvangen van de Nederlandse Belastingdienst in de vorm van het tijdelijk ter beschikking stellen van een medewerker met de benodigde expertise.

Met de uitvoering van de gegevensuitwisseling onder FATCA zal naar verwachting minder fte belast zijn. Verwacht wordt dat binnen de Inspectie der Belastingen kan worden volstaan met de inzet van een inspecteur voor 0,1 fte en een IT medewerker voor 0,1 fte. Binnen de Sector Fiscale Zaken zal een beleidsmedewerker voor 0,1 fte belast zijn met de uitvoering. De ontwikkelingen worden echter nauwgezet gevolgd binnen de Belastingdienst, waarbij rekening is gehouden met additionele inzet van fte ten aanzien van het FATCA-traject, waarbij de bestaande 107 fte aangewend kan worden; in het geval meer fte vereist worden voor het FATCA-traject, kan hiervoor tijdelijk ook externe fte ingehuurd worden.

De leden van de fractie van de SP vragen op welke wijze de Nederlandse Belastingdienst de Curaçaose helpt met de implementatie.

Twee adviseurs van de Nederlandse Belastingdienst hebben het Curaçaose kernteam, bestaande uit deskundigen van de Directie Fiscale Zaken, de Inspectie der Belastingen, en een IT-consultancy bedrijf op Curaçao, geholpen met het beschrijven en implementeren van processen en het specificeren, bouwen en testen van het IT-systeem. Door in de aanpak direct te kiezen voor integratie van FATCA en CRS in processen, organisatie en techniek is Curaçao al voorbereid op de komst van de Common Reporting Standard in 2017.

De leden van de SP-fractie vragen of kan worden uitgelegd welke «bepaalde beleggingsentiteiten» zijn vrijgesteld van rapportageverplichtingen en waarom deze zijn vrijgesteld?

De uitzondering voor bepaalde beleggingsentiteiten is door de Verenigde Staten standaard opgenomen in de tekst van de FATCA verdragen (IGA’s). Deze uitzondering voor bepaalde beleggingsentiteiten om te rapporteren vloeit voort uit bijvoorbeeld de aard van de beleggingen. Als een beleggingsentiteit volledig in handen is van vrijgestelde begunstigden (zie hieronder), dan heeft de Verenigde Staten geen belang informatie te ontvangen van de beleggingsentiteit; de begunstigden zijn immers vrijgesteld. Dit betekent dat de beleggingsentiteit niet hoeft te rapporteren over deze deelnemers.

Het gaat om de volgende beleggingsentiteiten:

  • Beleggingsentiteiten waarvan de aandelen of participaties volledig in handen zijn van vrijgestelde begunstigden;

  • Beleggingsentiteiten onder auspiciën;

  • Een beleggingsentiteit die inwoner is van Curaçao en wier activiteit uitsluitend bestaat uit het 1. verstrekken van beleggingsadvies aan en optreden namens een cliënt, of 2. het beheren van portefeuilles voor een cliënt op basis van een volmacht of soortgelijk instrument, (bijvoorbeeld een machtiging tot beleggen) verstrekt door de houder van een financiële rekening of op basis van beleggingsbevoegdheden in de hoedanigheid van directeur ten behoeve van het beleggen, beheren of administreren van fondsen die zijn gestort namens een persoon of entiteit die de machtiging verleent of een vergelijkbaar instrument verleent aan een financiële instelling niet zijnde een nietparticiperende financiële instelling;

  • Een beleggingsentiteit gevestigd in Curaçao die wordt behandeld als een collectieve beleggingsinstelling, mits alle deelnemingsrechten in de collectieve beleggingsinstelling (met inbegrip van schuldbelangen hoger dan $ 50.000) worden aangehouden door een of meer vrijgestelde begunstigden, bepaalde actieve NFFE’s, Amerikaanse personen die geen omschreven Amerikaanse personen zijn, of financiële instellingen die geen niet-participerende financiële instellingen zijn;

De hierboven genoemde beleggingsentiteiten hebben uitsluitend participanten waarover niet gerapporteerd hoeft te worden of hebben een laag risicoprofiel.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering waarom het zo lang geduurd heeft voordat de wet aan het parlement werd voorgelegd. De leden van de CDA-fractie achten het juist dat Nederland een aanvullend protocol met een langere termijn getekend heeft dat bewijst dat Curaçao wel degelijk compliant is, maar vragen waarom dat überhaupt nodig was?

De voorbereiding van de goedkeuringsstukken heeft langer geduurd dan verwacht was. Daarnaast diende ook rekening te worden gehouden met het zomerreces van de Kamer. Dit alles maakte dat het Koninkrijk genoodzaakt was om een Aanvullend Verdrag met de Verenigde Staten te sluiten. De IGA met Curaçao zou immers op 30 september 2015 beëindigd zijn conform artikel 3 van de IGA, indien het niet voor die datum in werking zou zijn getreden; die beëindiging is middels het Aanvullend Verdrag voorkomen. Na de doorbreking van de stilzwijgende goedkeuring door de Kamer, werd besloten de uitdrukkelijke goedkeuring voor FATCA Curaçao en het Aanvullend Verdrag te koppelen. Hierdoor liep de uitdrukkelijke goedkeuringsprocedure van FATCA Curaçao enige vertraging op.

De belastingproblematiek die voortkomt uit de Amerikaanse nationaliteit of andere banden met Amerika en die aan het licht komt door de FATCA-wetgeving is serieus. In Nederland bleek dat US persons tegen een enorme bureaucratie aanlopen en in sommige gevallen zelfs tegen aanzienlijke dubbele belastingheffing. Nederland sluit heel veel verdragen tegen dubbele belastingheffing, maar voor deze vorm van dubbele belastingheffing, waarbij een staat heft op basis van het nationaliteitsbeginsel biedt het verdrag onvoldoende soelaas. Het valt te verwachten dat hetzelfde voor Curaçao zal gaan gelden en misschien zijn de problemen op Curaçao nog wel groter, omdat het een stuk dichter bij de Verenigde Staten ligt. Daarom hebben de leden van de CDA-fractie nog enkele vragen hierover.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering hoeveel mensen er op Curaçao wonen met de Amerikaanse nationaliteit, hoeveel inwoners van Curaçao een green card hebben of andere voor de FATCA relevante banden met de Verenigde Staten? Zij vragen op welke wijze deze inwoners geïnformeerd zijn over de gevolgen van het FATCA-verdrag? De leden van de CDA-fractie vragen bovendien hoeveel inwoners problemen ondervinden bij het afsluiten van een bankrekening vanwege hun banden met de Verenigde Staten?

Het is niet mogelijk om aan te geven hoeveel inwoners Curaçao telt met de Amerikaanse nationaliteit, een green card of andere voor FATCA relevante banden met de Verenigde Staten.

FATCA heeft betrekking op alle Amerikaanse burgers. De Amerikaanse burgers worden gedegen geïnformeerd door algemene informatieverstrekking door de financiële instellingen ten aanzien van de rapportageplicht alsmede door de brede media aandacht voor FATCA. Curaçaose instellingen beheren, vanwege hun rol als financieel centrum, bankrekeningen van Amerikaanse burgers en het maakt dan ook niet uit of deze Amerikaanse burgers op Curaçao gevestigd zijn of niet. Inwoners ondervinden geen problemen bij het afsluiten van een bankrekening vanwege banden met de Verenigde Staten. Daarnaast heeft Curaçao geen inzicht in de nationaliteiten van de bankrekeninghouders bij de banken op Curaçao, het is dan ook aan de instellingen om gedegen inlichtingen te verstrekken aan hun klanten.

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering een overzicht kan geven welke onderdelen van het belastingstelsel van Curaçao, inclusief genoten uitkeringen van de overheid, van belang zijn voor inwoners met de Amerikaanse nationaliteit omdat ze afwijken van het Amerikaanse belastingstelsel. Zijn er bijvoorbeeld uitkeringen of tegemoetkomingen die op Curaçao niet belast worden, maar waarover een inwoner met de Amerikaanse nationaliteit in de Verenigde Staten nog belasting verschuldigd is? Hoe verhoudt de vastgoedbelasting van Curaçao zich met de vermogenswinstbelasting van de Verenigde Staten? Zijn er veel tarieven die wezenlijk lager liggen dan het Amerikaanse tarief, zodat de Amerikaanse fiscus bijheft?

Het is niet mogelijk om aan te geven op welke punten het belastingstelsel van de Verenigde Staten afwijkt van het belastingstelsel van Curaçao. De kennis over het Amerikaanse belastingstelsel ontbreekt daartoe.

De fiscale gevolgen zijn per individueel geval verschillend. De regering zou eventueel via de media de mensen erop attent kunnen maken van mogelijke belastingverplichtingen in de Verenigde Staten, maar in principe heeft een iedere persoon de verplichting om zich te (laten) informeren over de wettelijke verplichtingen die op hem/haar van toepassing zijn. Overigens hebben de belastingverplichtingen in de Verenigde Staten voor deze mensen altijd bestaan, lang voor de introductie van FATCA.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders