Voorgesteld 18 mei 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Minister de bevoegdheid krijgt de Nederlandse nationaliteit in te trekken van personen die over een dubbele nationaliteit beschikken en een gevaar vormen voor de nationale veiligheid;
overwegende dat het voor het land van de tweede nationaliteit van groot belang kan zijn kennis te nemen van deze intrekking en de aanleiding tot dit besluit;
voorts overwegende dat uitwisseling van deze informatie bijdraagt aan de gewenste internationale samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding;
verzoekt de regering om, na afloop van het intrekken van de nationaliteit het land van de tweede nationaliteit van deze intrekking en gronden waarop het rust op de hoogte te stellen, tenzij zwaarwegende redenen zich hiertegen verzetten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Toorenburg
Segers