Gepubliceerd: 30 november 2015
Indiener(s): Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34350-V-2.html
ID: 34350-V-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2015 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. Voorstel van wet

Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven van de begroting 2015 van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 1,03 miljard te verhogen en de ontvangsten te verhogen met EUR 85,2 miljoen.

2. Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2015 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS en de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties suppletoire begroting. Het aantal activiteiten en het aantal financiële instrumenten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken inclusief het postennet is aanzienlijk. Om de leesbaarheid te waarborgen zijn daarom alleen de financiële instrumenten die meer dan 3 procent van het artikelonderdeel uitmaken opgenomen in de financiële tabel. Dat betekent dat er in sommige gevallen geen uitputtende opsomming is van de financiële instrumenten per artikelonderdeel.

Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Op uitgavenniveau is voor deze toelichting een norm gehanteerd waarbij voor de beleidsartikelen 1–4 en niet-beleidsartikel 6 afwijkingen van 10% of meer, met een minimum van EUR 2 miljoen, ten opzichte van de stand van de eerste suppletoire begroting 2015 op sub-artikel niveau zijn opgenomen. Hierbij is een uitzondering gemaakt voor artikel 3.1 (EU-afdracht) omdat de mutaties op instrumentniveau in absolute zin een substantieel aandeel vormen van de mutatie op sub-artikel niveau. Voor niet-beleidsartikel 7 is een afwijking van 1% opgenomen. Voor verplichtingen wordt de norm van 10% op artikel niveau aangehouden.

3. Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2015. Zoals uit de hierna volgende tabel blijkt, is de netto HGIS (uitgaven minus ontvangsten) ten opzichte van de stand bij de Voorjaarsnota 2015 toegenomen met EUR 524,1 miljoen.

Wijzigingen in HGIS-uitgaven en -ontvangsten vanaf Voorjaarsnota 2015 (bedragen x € 1 mln)
 

Totaal

Wv. ODA

Uitgaven VJN 2015

6.024,1

4.489,8

mutatie MJN 2016

281,8

305,8

mutatie NJN 2015

289,2

349,5

Totaal mutaties

571,0

655,2

Uitgaven NJN 2015

6.595,1

5.145,0

 

Totaal

Wv. ODA

Ontvangsten VJN 2015

133,6

31,8

mutatie MJN 2016

15,7

5,4

mutatie NJN 2015

31,1

– 0,5

Totaal mutaties

46,9

4,9

Ontvangsten NJN 2015

180,5

36,7

De toename van de HGIS is het gevolg van meerdere mutaties. In de hierna volgende tabel zijn de uitgaven uitgesplitst.

Oorzaken uitgavenmutatie HGIS en ODA-daling vanaf Voorjaarsnota 2015 (bedragen x € 1mln)
 

Totaal

Wv. ODA

Bijstellingen BNP (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA)

101,5

105,4

Overboekingen van/naar HGIS

365,8

350,0

desalderingen op ontvangsten

34,5

9,9

Intertemporele kasschuif

163,5

190,0

Verwachte onderuitputting

– 94,4

 

TOTAAL

571,0

655,2

Toelichting uitgaven:

  • Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het BNI (ODA) en de prijscomponent van het BBP is de omvang van de HGIS bijgesteld.

  • Er vindt een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats. De belangrijkste mutaties zijn:

    • 1. Vanwege de, sinds augustus 2015, verhoogde vluchtelingeninstroom wordt de asielraming aangepast naar 58.000 voor 2015. De verhoogde raming heeft gevolgen voor de toerekening aan ODA van de eerstejaarsopvang voor vluchtelingen uit DAC-landen. Voor 2015 wordt er EUR 350 miljoen additioneel beschikbaar gesteld voor de eerstejaarsopvang. Onderuitputting bij verschillende departementen wordt ingezet als dekking. De totale asieltoerekening aan ODA komt daarmee in 2015 uit op EUR 1,186 miljard.

    • 2. Overheveling van budget binnen de Defensiebegroting. De budgetten voor de inzet van vessel protection detachments (VPD’s) zijn binnen artikel 1 (Inzet) overgebracht van overige inzet naar opdracht inzet, zodat alle HGIS en BIV (Budget Internationale Veiligheid) gerelateerde activiteiten onder hetzelfde artikelonderdeel worden verantwoord.

    • 3. Bij de afwikkeling van de uitgaven voor de GCCS zijn uitgaven gedaan door andere departementen. Deze uitgaven zijn niet-HGIS waardoor het HGIS saldo afneemt.

  • Een deel van de ontvangsten op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Defensie wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader te verhogen. Bij Buitenlandse Zaken betreft het hogere consulaire opbrengsten en een restitutie op een eerder betaalde bijdrage voor de wederoplevering van het ICC-gebouw. Binnen het Ministerie van Defensie zijn ontvangsten opgenomen die verband houden met de MINUSMA missie in Mali waarvoor vanuit de VN een vergoeding wordt betaald. Op de begroting van het Ministerie van Financiën stijgen de ontvangsten vanwege een aantal restituties door internationale financiële instellingen en ten slotte zijn op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking middelen opgenomen uit de begrotingsreserve voor de Faciliteit Opkomende Markten (FOM).

  • Een aantal kasschuiven heeft plaatsgevonden op de HGIS-onderdelen binnen de departementale begrotingen voor IDA (Financiën, EUR 80 miljoen) en noodhulpprogramma’s (BHOS, EUR 110 miljoen). Daarnaast is binnen het BIV in 2015 (EUR 26,5 miljoen) vrije ruimte ontstaan door vrijval van middelen binnen verschillende missieramingen. Dit wordt binnen het BIV meegenomen naar 2016.

  • Binnen de HGIS verwacht een aantal departementen dat de realisaties ca. EUR 94 miljoen lager zullen zijn dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen op de begrotingen van BZ, BHOS, VenJ en Defensie.

Voor een verdere toelichting op de diverse mutaties wordt verwezen naar de begrotingsartikelen op de respectievelijke suppletoire begrotingen.

Toelichting ontvangsten:

De ontvangsten binnen de HGIS nemen toe met EUR 46,9 miljoen. Op diverse onderdelen van de begroting zijn mutaties opgenomen. Een deel van deze mutaties wordt ingezet om de uitgaven van het HGIS-kader op diverse begrotingen te verhogen.

Bij Buitenlandse Zaken betreft het hogere consulaire opbrengsten, een restitutie op een eerder betaalde bijdrage voor de wederoplevering van het ICC-gebouw en de verkoop van panden in het buitenland. Op de begroting van Veiligheid en Justitie nemen de ontvangsten toe door een restitutie op de nieuwbouw van Eurojust. Binnen het Ministerie van Defensie zijn ontvangsten opgenomen die verband houden met de MINUSMA missie in Mali waarvoor vanuit de VN een vergoeding wordt betaald. Op de begroting van het Ministerie van Financiën stijgen de ontvangsten vanwege een aantal restituties door internationale financiële instellingen en ten slotte zijn op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking middelen opgenomen uit de begrotingsreserve voor de Faciliteit Opkomende Markten (FOM).

4. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2015

Buitenlandse Zaken (V):

Het voorstel is de uitgaven voor 2015 te verhogen met EUR 1,03 miljard. De belangrijkste reden hiervoor is een verhoging van de EU-afdracht. Hier staat tegenover dat een deel van de afdrachten aan VN-crisisbeheersingsoperaties zijn vertraagd en de apparaatsuitgaven afnemen.

In de volgende tabel volgt een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V), gevolgd door een toelichting. Alleen de mutaties die te maken hebben met beleidsmatige wijzigingen zijn in het overzicht opgenomen.

Bedragen x EUR 1 miljoen

Artikel

 

Mutatie

2.4

Veiligheid en stabiliteit

– 27,6

3.1

Afdracht Europese Unie

1.066,1

Toelichting

Artikel 2.4

De verlaging van het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband is het gevolg van een vertraging van de betaling van een deel van de Nederlandse contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties. Deze uitgaven vinden plaats na afroep door de VN en zijn gebaseerd op de kosten van de verschillende operaties, de geldende afspraken over het Nederlandse aandeel in de totale kosten, en de liquiditeitsbehoefte in dit specifieke jaar.

Artikel 3.1

Ten eerste betreft het de verwerking van de voorjaarsraming van de Europese Commissie. Dit heeft geleid tot een actualisatie van de raming voor het BNI en de geharmoniseerde grondslag voor de BTW-afdracht. Hierdoor stijgen de afdrachten met EUR 157 miljoen. Daarnaast zijn sinds de Miljoenennota 2016 twee aanvullende begrotingen (draft amending budget; DAB7 en DAB8) ingediend. De aanname van DAB8 in het Europees Parlement heeft niet tijdig genoeg plaatsgevonden om de aan DAB8 gekoppelde restituties nog in 2015 te verwerken. De uitbetaling van de restituties vindt nu plaats in 2016, dit resulteert voor 2015 in een aanvullende bruto-afdracht van EUR 909 miljoen, waarvoor EUR 612 miljoen reeds gereserveerd was op de aanvullende post zoals opgenomen in de Miljoenennota 2016. Voor de netto-afdracht moet hierbij nog 49 miljoen worden verrekend aan additionele inkomsten voor de perceptiekostenvergoeding voor de invoerrechten, waardoor er netto sprake is van een aanvullende afdracht van EUR 860 miljoen.

5. Toelichting per beleidsartikel

Beleidsartikel 1

Beleidsartikel 1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten Bedragen in EUR 1.000
   

Stand ontwerpbegroting

2015

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

2015

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

2015

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

2015

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

95.101

100.301

– 762

99.539

             

Uitgaven:

Instrument

       
             

Programma-uitgaven totaal

 

111.701

117.251

– 927

116.324

             

1.1

Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak

 

57.831

59.081

– 2.862

56.219

             
 

Subsidies

         
   

Internationaal recht

6.135

7.135

2.079

9.214

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

Verenigde Naties

40.501

40.501

– 5.008

35.493

   

OESO

6.375

6.625

134

6.759

   

VN-campagne VN veiligheidsraad

1.780

1.780

– 300

1.480

   

Internationaal Strafhof

3.040

3.040

233

3.273

             

1.2

Bescherming en bevordering van mensenrechten

 

53.870

58.170

1.935

60.105

             
 

Subsidies

         
   

Bevordering van het vrije woord

14.000

14.000

0

14.000

   

Landenprogramma's mensenrechten

10.915

13.915

935

14.850

             
 

bijdragen (inter) nationale organisaties

         
   

Landenprogramma's mensenrechten

21.205

22.505

1.000

23.505

   

Centrale mensenrechtenprogramma's

7.750

7.750

7.750

Uitgaven

Artikel 1.1

De per saldo daling van het budget kent twee oorzaken. Het budget voor Internationaal recht stijgt doordat de uitgaven voor de huisvesting van het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage zijn toegenomen, omdat extra kosten zijn gemaakt in verband met asbestverwijdering. Hier staat een daling tegenover van de uitgaven voor de Verenigde Naties vanwege koerseffecten.

Artikel 1.2

Het budget voor landenprogramma’s mensenrechten (onderdeel van het Mensenrechtenfonds) is verhoogd om additionele inzet mogelijk te maken op het gebied van gelijke rechten voor LHBTI, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, mensenrechten en bedrijfsleven en bescherming van mensenrechtenverdedigers.

Beleidsartikel 2

Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit Bedragen in EUR 1.000
   

Stand ontwerpbegroting

2015

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

2015

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

2015

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

2015

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

232.482

247.767

– 24.263

223.504

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

251.622

266.918

– 21.551

245.367

             

2.1

Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid

 

18.468

21.573

1.137

22.710

             
 

Subsidies

         
   

Programma ondersteuning buitenlands beleid

2.250

2.500

1.800

4.300

   

Atlantische Commissie

440

500

0

500

             
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

         
   

NAVO

14.713

15.713

– 2.413

13.300

   

Veiligheidsfonds

500

2.250

1.750

4.000

   

WEU

565

610

0

610

             

2.2

Bestrijding en terugdringing van internationaal

         
 

terrorisme en andere vormen van internationale

         
 

criminaliteit

 

6.800

8.541

1.059

9.600

             
 

Subsidies

         
   

Anti-terrorisme instituut

300

400

300

700

 

Opdrachten

         
   

Cyber Security Conference

6.500

8.141

259

8.400

   

Global Forum on Cyber Expertise

0

500

500

             

2.3

Bevordering van ontwapening en wapenbeheersing, bestrijding van proliferatie van massavernietigingswapens en het voeren van een transparant en verantwoord wapenexportbeleid

 

12.794

12.830

– 487

12.343

             

Bijdragen (inter) nationale organisaties

         
   

IAEA

7.317

7.317

– 317

7.000

   

OPCW en andere ontwapeningsorganisaties

3.557

3.585

3.585

   

CTBTO

1.920

1.920

– 170

1.750

             

2.4

Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

 

194.620

205.434

– 27.557

177.877

             
 

Subsidies

         
   

Landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

15.500

20.500

3.000

23.500

   

Nederland Helsinki Comité

28

28

0

28

             

Bijdragen (inter) nationale organisaties

         
   

OVSE

7.195

7.195

– 695

6.500

   

VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties

102.000

102.000

– 24.000

78.000

   

waarvan landenprogramma's veiligheid voor mensen (stabiliteitsfonds)

63.400

69.400

4.000

73.400

             

2.5

Bevordering van transitie in prioritaire gebieden

 

18.940

18.540

4.297

22.837

             
             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties/Subsidies

         
   

Landenprogramma's hervormingen Arabische Regio

8.118

8.118

4.122

12.240

   

MATRA-programma's

10.822

10.422

– 7

10.415

             
             

Ontvangsten

 

1.168

1.182

2.456

3.638

             

2.10

Doorberekening Defensie diversen

 

168

182

0

182

             

2.40

Restituties contributies

 

1.000

1.000

2.456

3.456

Verplichtingen

De verplichtingen nemen af vanwege de verlaging van het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband als gevolg van de vertraging van een deel van de Nederlandse contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties (zie ook uitgaven).

Uitgaven

Artikel 2.1

De per saldo stijging van het budget voor goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid wordt (hoofdzakelijk) veroorzaakt doordat het budget voor het Veiligheidsfonds en het Programma ondersteuning buitenlands beleid is verhoogd om hiermee in te zetten op ondersteuning in conflictsituaties (m.n. in Irak en Syrië) en op het terrein van contraterrorisme en cybersecurity. Hier staat een daling van de uitgaven voor de NAVO(-nieuwbouw) tegenover omdat op basis van de voortgang bij de nieuwbouw dit jaar een lagere bijdrage nodig is. Een deel van de voorziene uitgaven voor 2015 wordt via de eindejaarsmarge doorgeschoven naar 2016.

Artikel 2.4

De verlaging van het budget voor bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband is het gevolg van een vertraging van een deel van de Nederlandse contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties. Deze uitgaven vinden plaats na afroep door de VN en zijn gebaseerd op de kosten van de verschillende operaties, de geldende afspraken over het Nederlandse aandeel in de totale kosten, en de liquiditeitsbehoefte in dit specifieke jaar. De uitgaven voor programma’s op het gebied van vrede, veiligheid & ontwikkeling (Stabiliteitsfonds) zijn gestegen als gevolg van de problematiek in de instabiele ring rond Europa.

Artikel 2.5

De stijging van het budget voor de bevordering van transitie in prioritaire gebieden vloeit voort uit additionele inzet op het ondersteunen van hervormingen in een zestal Arabische transitielanden op het gebied van goed bestuur en duurzame en inclusieve groei.

Ontvangsten

Een deel van de eerder betaalde bijdrage ten behoeve van de wederoplevering van het huidige ICC-gebouw is dit jaar teruggestort. Hierdoor nemen de ontvangsten toe.

Beleidsartikel 3

Beleidsartikel 3 Europese samenwerking Bedragen in EUR 1.000
   

Stand ontwerpbegroting

2015

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

2015

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

2015

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

2015

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

7.962.322

7.939.033

1.068.685

9.007.718

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

6.680.065

8.113.981

1.068.685

9.182.666

             

3.1

Een democratische, slagvaardige en transparante Europese Unie die haar burgers vrijheid, recht, recht, veiligheid, welvaart en duurzame economische groei biedt

 

6.479.038

7.912.644

1.066.131

8.978.775

             
 

Bijdragen (inter)natioanle organisaties

         
   

BNP-afdracht

3.713.099

4.315.703

814.849

5.130.552

   

BTW-afdracht

67.406

898.408

3.939

902.347

   

Invoerrechten

2.698.533

2.698.533

247.343

2.945.876

             

3.2

Een effectief, efficient en cohorent optreden van de Unie ten opzichte van derde landen en regio's, inclusief ontwikkelingslanden

 

174.00

174.600

0

174.600

             
 

Bijdragen (inter)natioanle organisaties

         
   

Europees Ontwikkelingsfonds

174.600

174.600

 

174.600

             

3.3

Een hechtere Europese waardengemeenschap

 

10.100

10.100

– 350

9.750

             
 

Bijdragen (internationale organisaties

         
   

Raad van Europa

10.100

10.100

– 350

9.750

             

3.4

Versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28

 

16.327

16.637

2.904

19.541

             
 

Subsidies/Opdrachten

         
   

EU voorzitterschap

12.000

12.310

2.940

15.250

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

Benelux bijdrage

3.979

3.979

– 36

3.943

   

EIPA

348

348

0

348

             

Ontvangsten

 

413.890

674.858

69.933

744.791

             

3.10

Perceptiekostenvergoedingen

 

413.740

674.633

69.933

744.566

             
   

Invoerrechten

413.740

674.633

69.933

744.566

             

3.30

Restitutie Raad van Europa

 

150

225

 

225

Verplichtingen

De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven is toegelicht.

Uitgaven

Artikel 3.1

De mutatie op de afdracht aan de Europese Unie bestaat uit een aantal onderdelen:

Mutaties EU afdrachten Voorjaarsnota 2015 – Miljoenennota 2016:

Ten eerste betreft het de verwerking van de voorjaarsraming van de Europese Commissie. Dit heeft geleid tot een actualisatie van de raming voor het BNI en de geharmoniseerde grondslag voor de BTW-afdracht. In de voorjaarsraming autoriseert de Europese Commissie nooit nieuwe uitgaven.

Tabel 1: Mutatie in afdrachten (Miljoenennota 2016 minus Voorjaarsnota 2015; in miljoenen euro)
 

2015

Voorjaarsraming van de Europese Commissie

136,631

Overboeking van de perceptiekostenvergoeding naar niet-belastingontvangsten

20,456

Totale mutatie EU-afdrachten (bruto)

157,087

Mutaties EU afdrachten Miljoenennota 2016 – Najaarsnota 2015:

Daarnaast zijn sinds de Miljoenennota 2016 twee aanvullende begrotingen (draft amending budget; DAB7 en DAB8) ingediend. De aanname van DAB8 in het Europees Parlement heeft niet tijdig genoeg plaatsgevonden om de aan DAB8 gekoppelde restituties nog in 2015 te verwerken. De uitbetaling van de restituties vindt nu plaats in 2016, dit resulteert voor 2015 in een aanvullende bruto-afdracht van EUR 909 miljoen1, waarvoor EUR 612 miljoen reeds gereserveerd was op de aanvullende post zoals opgenomen in de Miljoenennota 2016 (H86).

Een overzicht van de mutaties van de EU-afdrachten sinds de Miljoenennota 2016 treft u aan in onderstaande tabel.

Tabel 2: Mutatie in afdrachten (Najaarsnota 2015 minus Miljoenennota 2016 in miljoenen euro)
 

2015

 

1. Bruto nacalculatie

512,386

 

2. Tweede terugbetaling naheffing 2014

251,597

 

3. Invoerrechten

145,061

Totale mutatie EU-afdrachten (bruto)

909,044

  • 1. De bruto nabetaling van EUR 512 miljoen is het gevolg van enkele opwaartse bijstellingen van de BTW en BNI-grondslagen voor de Nederlandse afdrachten aan de EU-begroting. Deze opwaartse bijstellingen vloeien voort uit de bronnenrevisie die in 2014 plaatsvond en uit een nieuwe herziening door het CBS en in samenwerking met DNB, waardoor de nationale rekeningen en de betalingsbalans beter op elkaar aansluiten.

  • 2. De tweede terugbetaling van de naheffing over 2014 zal om bovengenoemde reden niet meer in 2015 plaatsvinden. Door valuta-effecten valt deze restitutie hoger uit (EUR 269 miljoen) dan geraamd bij Miljoenennota 2016 (EUR 252 miljoen). Nu blijkt dat deze ontvangst pas in 2016 zal plaatsvinden, moet er voor 2015 de eerder ingeboekte EUR 252 miljoen weer worden afgeboekt. Voor het EMU-saldo is dit niet relevant, de terugbetaling is al in het EMU-saldo van 2014 verwerkt.

  • 3. Verder heeft de EU de raming voor de invoerrechten voor 2015 verhoogd. Dit leidt voor Nederland tot een verwachte extra bruto-afdracht van EUR 145 miljoen.

In 2016 zal Nederland de restitutie ontvangen van EUR 443 miljoen. Deze bestaat uit de volgende onderdelen: de restitutie van EUR 66 miljoen voor de nacalculatie 2015, de tweede nabetaling van de restitutie over 2014 van EUR 252 miljoen, die tegelijkertijd verhoogd wordt naar EUR 269 miljoen door valuta-effecten, de restitutie van EUR 38 miljoen uit hoofde van de hogere invoerrechtenafdracht en de restitutie van EUR 70 miljoen door hogere additionele inkomsten. Nadere informatie over de aanvullende begrotingen is terug te vinden in brieven aan de Kamer van 72 en 203 oktober j.l.

Artikel 3.4

Het budget voor de versterkte Nederlandse positie in de Unie van 28 stijgt omdat bepaalde uitgaven voor het EU-Voorzitterschap in 2015 betaald zijn die oorspronkelijk voorzien waren voor 2016. Om binnen het totale vastgestelde budget te blijven wordt bij Voorjaarsnota 2016 het budget voor dat jaar met hetzelfde bedrag verlaagd.

Ontvangsten

De stijging van de ontvangsten met 49 miljoen euro is gerelateerd aan de stijging van de invoerrechten binnen het uitgavenkader. Het betreft de vergoeding die de lidstaten ontvangen voor het innen van de invoerrechten.

Beleidsartikel 4

Beleidsartikel 4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen Bedragen in EUR 1.000
   

Stand ontwerpbegroting

2015

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

2015

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

2015

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

2015

(4)=(2+3)

Verplichtingen

 

50.981

57.200

270

57.470

             

Uitgaven:

         
             

Programma-uitgaven totaal

 

53.220

57.205

– 401

56.804

             

4.1

Op basis van eigen verantwoordelijkheid consulaire dienst-verlening bieden aan Nederlanders in het buitenland

 

10.545

14.545

1.601

16.146

             
 

Subsidies

         
   

Gedetineerdenbegeleiding

2.000

2.000

350

2.350

             
 

Opdrachten

         
   

Consulaire bijstand

259

259

51

310

   

Reisdocumenten en verkiezingen

4.025

5.825

0

5.825

   

Consulaire opleidingen

500

400

0

400

   

Consulaire informatiesystemen

3.761

6.261

1.000

7.261

             

4.2

Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren

 

5.319

6.829

– 1.186

5.643

             
 

Opdrachten

         
   

Visumverlening

900

1.100

0

1.100

   

Ambtsberichtenonderzoek

300

130

– 30

100

   

Legalisatie en verificatie

100

80

80

   

Consulaire informatiesystemen

3.156

3.156

344

3.500

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

Asiel en migratie

863

863

863

             

4.3

Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur

 

6.927

7.585

0

7.585

             
 

Subsidies

         
   

Internationaal cultuurbeleid

3.598

6.389

90

6.479

   

Erfgoed

3.329

1.196

– 90

1.106

             

4.4

Het inzetten van Publieksdiplomatie door het Postennetwerk en BZ om het beeld van Nederland in het buitenland te versterken en op een positief realistische manier uit te dragen

 

20.899

20.881

– 559

20.322

             
 

Subsidies

         
   

Instituut Clingendael

2.320

2.320

– 269

2.051

   

Programma ondersteuning buitenlands beleid

3.058

3.458

0

3.458

   

overige subsidies

270

250

0

250

             
 

Opdrachten

         
   

Bezoeken hoogwaardigheidsbekleders en uitgaven Corps Diplomatique en internationale Organisaties

3.200

4.600

0

4.600

   

waarvan in- en uitgaande Staatsbezoeken

2.000

3.200

0

3.200

   

Adviesraad Internationale vraagstukken

525

525

0

525

   

Internationale manifestaties en diverse bijdragen

106

166

– 106

60

             

4.5

Een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor internationale organisaties in Nederland

 

9.530

7.365

– 257

7.108

             
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

         
   

Speciaal Tribunaal Libanon

490

1.800

0

1.800

   

Internationaal Strafhof

4.400

4.400

0

4.400

   

Nederland Gastland

640

1.165

0

1.165

             

Ontvangsten

 

42.090

42.090

5.800

47.890

             

4.10

Consulaire dienstverlening aan Nederlanders

 

19.300

19.300

800

20.100

             

4.20

Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen

 

22.000

22.000

5.000

27.000

             

4.40

Dooberekening Defensie diversen

 

790

790

0

790

Uitgaven

Geen toelichting

Ontvangsten

De consulaire ontvangsten nemen toe doordat er meer visa zijn afgegeven dan oorspronkelijk geraamd.

Beleidsartikel 5

Niet-beleidsartikel 5 Geheim Bedragen in EUR 1.000
 

Stand ontwerpbegroting

2015

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

2015

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

2015

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

2015

(4)=(2+3)

Verplichtingen

0

0

 

0

           

Uitgaven

0

0

 

0

Verplichting en uitgaven

Geen mutaties

Niet-beleidsartikel 6

Niet-beleidsartikel 6 Nominaal en onvoorzien Bedragen in EUR 1.000
 

Stand ontwerpbegroting

2015

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

2015

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

2015

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

2015

(4)=(2+3)

Verplichtingen

17.018

1.087

– 1.057

30

           

Uitgaven:

       
           

Uitgaven totaal

17.018

1.087

– 1.057

30

           

6.1

Nominaal en onvoorzien

17.018

1.087

– 1.057

30

Verplichtingen

Conform de toelichting onder de uitgaven.

Uitgaven

De verlaging op het artikel nominaal en onvoorzien is het gevolg van de bijstelling van de BBP-raming. Deze raming is gepubliceerd in de MEV 2015 door het CPB. Hierdoor neemt het beschikbare budget voor dit niet-beleidsartikel af.

Niet-Beleidsartikel 7

Niet-beleidsartikel 7 Apparaat Bedragen in EUR 1.000
 

Stand ontwerpbegroting

2015

(1)

Stand 1e suppletoire begroting

2015

(2)

Mutaties 2e suppletoire begroting

2015

(3)

Stand 2e suppletoire begroting

2015

(4)=(2+3)

Verplichtingen

683.284

680.102

44.391

724.493

           

Uitgaven

760.864

757.623

– 9.774

747.849

           

7.1.1

Personeel

478.800

471.109

– 10.845

460.264

 

Eigen personeel

470.300

462.609

– 10.845

451.764

 

Inhuur extern

8.500

8.500

0

8.500

           

7.1.2

Materieel

282.064

286.514

– 32.929

253.585

 

ICT

38.100

80.586

– 2.586

78.000

 

bijdragen aan SSO's

64.116

69.116

0

69.116

 

Overige materiele uitgaven

179.848

136.812

– 30.343

106.469

           

7.2

Koersverschillen

pm

 

34.000

34.000

           

Ontvangsten

19.450

21.450

7.000

28.450

           

7.10

Diverse ontvangsten

19.450

21.450

7.000

28.450

           

7.11

Koersverschillen

pm

   

pm

Verplichtingen

De verplichtingen zijn verhoogd en verder in lijn gebracht met het uitgavenniveau. (De stand van de verplichtingen is lager dan het uitgavenplafond omdat een deel van de verplichtingen vorig jaar al is aangegaan).

Uitgaven

Een deel van de uitgaven voor onderhoud aan vastgoed in het buitenland, IT uitgaven en kosten voor het openen en upgraden van posten in het buitenland vallen begin 2016. Deze uitgaven worden opgenomen als eindejaarsmarge. Daarnaast zijn koersverliezen opgenomen die zijn opgetreden vanwege de stijging van de koers van de USD ten opzichte van de Euro. Volgens een gebruikelijke systematiek werkt het ministerie met een vooraf voor een jaar vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta. Deze vaste wisselkoers wordt jaarlijks vastgesteld door het CPB. Voor 2015 wordt een bedrag van EUR 34 miljoen geraamd. Het genoemde bedrag is opgenomen onder koersverschillen. Ten slotte dalen de uitgaven voor eigen personeel omdat een reservering voor de werkkostenregeling dit jaar niet wordt aangesproken en omdat uitgaven voor personeel in het buitenland zijn afgenomen. Het apparaatsbudget daalt per saldo ten gevolge van voornoemde mutaties.

Ontvangsten

De ontvangsten stijgen als gevolg van de verkoop van panden in het buitenland (o.a. in Denemarken, Hongarije, Chili en Bolivia). Deze onroerend goed ontvangsten worden toegevoegd aan het zgn. huisvestingsfonds.