Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2015 wijzigingen aan te brengen in de begrotingsstaat van de begroting van de Koning.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte
In paragraaf 2 zullen de voorgestelde mutaties worden toegelicht.
Uitgaven |
Art nr. |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 |
40.085 |
|
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
233 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
40.318 |
|
Voorgestelde mutaties 2e suppletoire begroting 2015 |
||
1. Actualisering grondwettelijke uitkeringen 2015 |
43 |
1 |
2. Eindafrekening DKH 2014 |
500 |
2 |
3. Onderhoud Groene Draeck |
– 51 |
2 |
4. Compensatie loonakkoord |
210 |
2 |
5. Kasschuif pensioenlasten |
– 34 |
2 |
6. Compensatie loonakkoord |
44 |
3 |
Stand 2e suppletoire begroting 2015 |
41.030 |
Ad 1: Actualisering grondwettelijke uitkeringen 2015
Onder meer als gevolg van het besluit de nullijn voor de ambtenarensalarissen los te laten, wordt rekening gehouden met een aanpassing van de raming voor de grondwettelijke uitkeringen. Het loslaten van de nullijn werkt via de koppeling aan het netto-inkomen van de vicepresident van de Raad van State door naar de grondwettelijke uitkeringen. Zoals reeds is aangekondigd in de ontwerpbegroting van de Koning 2016 (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 1 en 2), betreft de geraamde bijstelling voor 2015 € 43.000. Bij de indexering is gebruikgemaakt van de contractloonstijging van 1,1% zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan 2015. Bij de verantwoording over 2015 zal op basis van de feitelijke ontwikkeling van de ambtenarensalarissen inzicht worden gegeven in de daadwerkelijke gerealiseerde uitkeringen. Indien de uiteindelijke loon- en prijsontwikkeling voor 2015 afwijkt van de verwachting, zal ook de werkelijke uitkering afwijken van het in deze suppletoire begroting genoemde bedrag. Deze afwijking is derhalve als PM aan te merken.
Ad 2: Eindafrekening Dienst van het Koninklijk Huis 2014
Dit betreft de budgettaire verwerking van de reeds in het jaarverslag van de Koning 2014 (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 200 I, nr. 1) en de ontwerpbegroting van de Koning 2016 (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 1 en 2) vermelde eindafrekening van de Dienst van het Koninklijk Huis over 2014 voor het bedrag van € 500.000.
Ad 3: Onderhoud Groene Draeck
Naar aanleiding van de evaluatie van de begroting van de Koning (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000 I, nr. 11) worden de onderhoudsuitgaven voor de Groene Draeck niet meer op de begroting van de Koning geraamd, maar op de begroting van het Ministerie van Defensie. Uit de evaluatie is gebleken dat de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de begroting van de Koning sinds de invoering van deze begrotingsopzet correct zijn toegepast, maar dat de uitgaven die samenhangen met het reguliere onderhoud aan de Groene Draeck conform deze uitgangspunten niet meer thuishoren op de begroting van de Koning. De Groene Draeck is verbonden aan de voormalige drager van de kroon en de uitgaven daarvoor kunnen niet meer worden beschouwd als functioneel ten behoeve van de huidige Koning. Het budget van € 51.000 dat op de begroting van de Koning beschikbaar was voor regulier onderhoud, wordt daarom overgeheveld naar de begroting van Defensie, zoals ook reeds is aangegeven in de ontwerpbegroting 2016 (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 1 en 2).
Defensie heeft in samenwerking met een externe expert geconstateerd dat het reguliere onderhoudsbudget van € 51.000, dat voorheen op de begroting van de Koning stond, ontoereikend is voor het totale uit te voeren onderhoud tegen actuele tarieven. Meerjarig wordt door Defensie een totaalbedrag van € 95.000 geraamd. Voor het verschil is dekking gevonden binnen de begroting van Defensie, zoals dat ook in afgelopen jaren met hogere uitgaven het geval was. Het Ministerie van Defensie laat onderzoeken of de intensiteit van het uit te voeren onderhoud en de daarmee samenhangende geraamde onderhoudskosten, reëel en marktconform is.
De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. Het Ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor het onderhoud. Dit wordt uitgevoerd door het Marinebedrijf, een onderdeel van het Ministerie van Defensie.
Ad 4 en 6: Compensatie loonakkoord
Ter dekking van hogere uitgaven als gevolg van het gesloten loonakkoord en de eenmalige extra uitkering van € 500 voor ambtenaren, wordt een budgettaire compensatie geleverd vanuit de aanvullende post van het Ministerie van Financiën. De Rijksbegroting als geheel gaat niet omhoog.
Ad 5: Kasschuif pensioenlasten
De pensioenlasten van het loonakkoord vallen in 2016. Dit leidt tot een mutatie in de vorm van een kasschuif naar 2016. Ten tijde van de eerste suppletoire begroting 2016 zal dit bedrag budgettair worden verwerkt.
Ontvangsten |
Art. nr. |
|
---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 |
– |
|
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
57 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
57 |
|
Voorgestelde mutaties 2e suppletoire begroting 2015 |
– |
– |
Stand 2e suppletoire begroting 2015 |
57 |
Sinds de mutaties in de eerste suppletoire begroting 2015 zijn er geen extra ontvangstenmutaties te melden.