Vastgesteld 15 april 2016
De vaste commissie voor Financiën belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft na kennisneming van de ontvangen nota van wijziging (Kamerstuk 34 323, nr. 7) de eer als volgt nader verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit nader verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave |
blz. |
|
• |
Inleiding |
1 |
• |
Brief Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en artikel Weekblad Fiscaal Recht |
2 |
• |
Algemeen |
2 |
• |
Budgettaire effecten |
4 |
Inleiding
De VVD heeft kennisgenomen van het nader verslag Wet aanpassing fiscale eenheid. En heeft daarover nog de hierna volgende vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging. De nota van wijziging bevat enkele technische wijzigingen die de leden van de PvdA-fractie niet tot nadere vragen nopen. De leden van de PvdA-fractie hebben nog enkele vragen en opmerkingen bij het wetsvoorstel en de nota naar aanleiding van het verslag.
De leden van de fractie van de SP en GroenLinks hebben naar aanleiding van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging enkele nadere vragen, welke zij de regering hierbij voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota van wijziging en de nota naar aanleiding van het verslag van de Wet aanpassing fiscale eenheid.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en de nota van wijziging inzake de Wet aanpassing fiscale eenheid. Deze nota’s gaven aanleiding tot enkele aanvullende vragen omtrent de bezitseis en de budgettaire dekking.
Het lid Van Vliet dankt de regering voor de heldere nota naar aanleiding van het verslag, waarin belangrijke vragen voor zowel de Tweede Kamer als voor de uitvoeringspraktijk zijn beantwoord. Tevens dank voor de overzichtelijke nota van wijziging. Er resteren voor het lid Van Vliet in dit verband en vooral, op dit moment, nog een zeer beperkt aantal verduidelijkende vragen.
Brief Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en artikel Weekblad Fiscaal Recht
De leden van de fractie van de VVD, CDA en D66 verzoeken de regering om een reactie te geven op inhoudelijke, technische en verduidelijkende vragen van de brief van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) van 8 april 2016.
De leden van de fractie van het CDA vragen de regering tevens in te gaan op de conclusies en aanbevelingen uit het artikel van Suvaal1 over onderhavig wetsvoorstel. Het lid Van Vliet vraagt de regering duidelijkheid verschaffen over de door de heer Suvaal gestelde voorbeelden van samenloop, dubbeltellingen, volzinnen en limieten, alsmede de casussen die in het artikel naar voren worden gebracht, inzake de toepassing van art. 13l Wet Vpb 1969. Het lid Van Vliet kan zich enige zorg op dit punt vanuit de praktijk goed voorstellen.
Algemeen
Dubbele heffing is in principe niet wenselijk. De NOB meent onder meer dat in voorkomende situaties wel sprake kan zijn van dubbele heffing. Hoe kijkt de regering daar naar, vragen de leden van de fractie van de VVD. En wat vindt de Staatssecretaris van de voorgestelde oplossing om dubbele heffing te voorkomen?
Het fiscale eenheidsregime is naar mening van de leden van de PvdA-fractie Europees gezien een vreemde eend in de bijt. Veel landen kennen een fiscaal concernregime, maar geen enkel regime gaat zo ver als de Nederlandse fiscale eenheid. De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat dit historisch zo is gegroeid. Het brede gebruik van de regeling in het gehele bedrijfsleven maakt duidelijk dat het fiscale eenheidsregime niet gemakkelijk valt af te schaffen. De Europese jurisprudentie en dit wetsvoorstel onderstrepen echter ook de kwetsbare kant van de regeling. De leden van de PvdA-fractie begrijpen tegen deze achtergrond de noodzaak van het wetsvoorstel. Europese jurisprudentie noopt tot het aanpassen van het fiscale eenheidsregime. De leden van de PvdA-fractie maken zich echter zorgen over de reikwijdte van het wetsvoorstel en de implicaties van Europese jurisprudentie die mogelijk in de toekomst tot verdere wijzigingen leidt, niet alleen op het gebied van de fiscale eenheid, maar ook op andere gebieden, zoals de verliesverrekening, de deelnemingsvrijstelling, de deelnemingsverrekening en de vaste inrichting. Zoals de regering ook zelf signaleert zijn met name de implicaties van het Groupe Steria arrest nog onduidelijk. Daarnaast kunnen ook, al dan niet naar aanleiding van onderhavige wetgeving, nieuwe procedures worden gestart die mogelijk uitkomsten hebben die dwingen tot verdere wijzigingen. De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat nu nog niet te voorzien is waar de kwetsbaarheden liggen, en dat deze in het wetsvoorstel zo veel mogelijk ondervangen zijn. Op welke manier gaat de Staatssecretaris de Kamer op de hoogte houden van nieuwe omstandigheden die mogelijk leiden tot verdere wijzigingen? De leden van de PvdA-fractie zouden graag vroeg geïnformeerd worden, zodat snel en efficiënt kan worden ingegrepen mocht dat nodig zijn.
In hoeverre moeten fiscale eenheden die op basis van jurisprudentie zijn aangevraagd en goedgekeurd worden aangepast op basis van het deze wet? Zijn gevallen denkbaar van fiscale eenheden die op basis van jurisprudentie goedgekeurd zijn, maar die op basis van het wetsvoorstel niet meer mogelijk zijn? Op welke manier wordt met deze fiscale eenheden omgegaan?
De ATAP-richtlijn voorziet in een bepaling voor hybride entiteiten. Heeft deze bepaling gevolgen voor de uitwerking van onderhavig wetsvoorstel, en/of het bestaande fiscale eenheidsregime? In hoeverre doorkruist onderhavig wetsvoorstel bestaande belastingverdragen? De leden van de PvdA-fractie vragen hierbij in het bijzonder om in te gaan op open-CV’s.
De leden van de PvdA-fractie kunnen zich goed vinden in het aanpassen van de bezitseis. De overgangstermijn van twee jaar achten zij redelijk om structuren aan te passen. Wat betekent de wijziging voor beschermingsconstructies van al dan niet beursgenoteerde bedrijven?
De leden van de fractie van de SP en GroenLinks lezen in de nota naar aanleiding van het verslag dat jaarlijks ongeveer 9.000 beschikkingen fiscale eenheid worden afgegeven. Deze leden vragen welk deel hiervan een afwijzing betreft en welk deel een toekenning.
De leden van de fractie van de SP en GroenLinks merken op dat de gevolgen van het wetsvoorstel niet vaststaan. Zo is onbekend of het invloed heeft op de deelnemingsvrijstelling, op tax planning mogelijkheden en of er andere onvoorziene situaties kunnen optreden. Daar komt bij dat het niet onmogelijk is dat bestudering van de zaak Groupe Steria opnieuw tot aanpassing van het fiscale eenheidsregime leidt. Deze leden vragen de regering of het wel wenselijk is om op dit moment wetgeving in te voeren, waarover zoveel onduidelijkheid bestaat. Zou het niet zinvoller zijn om te reflecteren op het fiscale eenheidsregime, ook in vergelijking met de mogelijkheden in andere lidstaten?
Op het punt van de verliesoverdracht vragen de leden van de fractie van de SP en GroenLinks of dit geen mogelijkheden tot ongewenste tax planning met zich meebrengt. Kan de regering dat uitsluiten?
De leden van de CDA-fractie danken de regering voor haar uitleg bij de aanscherping van de bezitseis, want zij constateren dat deze reden nog niet duidelijk werd in de memorie van toelichting. Deze leden begrijpen ook goed het argument van uitvoerbaarheid bij de interpretatie van materiele eigendom bij buitenlandse top- en tussenmaatschappijen. Tegelijkertijd delen deze leden de mening van de NOB dat de certificering via een Nederlandse stichting administratiekantoor zonder verbreking van de fiscale eenheid voorziet in een maatschappelijke behoefte. Ook Nederlandse familiebedrijven maken bij bedrijfsopvolging vaak gebruik van een stichting administratiekantoor. Kan de regering aangeven hoeveel fiscale eenheden met een stichting administratiekantoor er zijn?
In het Besluit fiscale eenheid 2003 zal voorzien worden in een mogelijkheid tot fiscaal geruisloze voortzetting van de zusterfiscale-eenheid als de als moeder aangewezen zuster geen deel meer uitmaakt van de fiscale eenheid. De leden van de CDA-fractie constateren dat de fiscale gevolgen dan geregeld zijn, maar de administratieve gevolgen blijven. Dit geldt ook voor de start van een zusterfiscale-eenheid, aangezien de gekozen moeder de boeken moet sluiten. Daarom vragen deze leden welk deel van de fiscale eenheden gestart wordt gedurende het boekjaar.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het antwoord van de regering op de vragen van deze leden of de regering de aanscherping van de bezitseis nader kan motiveren en in kan gaan op het zogenoemde STAK-arrest. Deze leden constateren dat de NOB meent dat het mogelijk is om de aanpassing van de bezitseis vorm te geven op een wijze die voor Nederlandse fiscale eenheden minder ingrijpend is, door in het Besluit fiscale eenheid 2003 een verzachting te bieden, uiteraard met inachtneming van het EU-recht. Deze leden vragen of de regering bereid is te reflecteren op de suggestie van de NOB.
Kunt u bevestigen, dat een (eventuele) opwaarderingswinst van een vordering ook valt onder de reikwijdte van het begrip «negatieve voordelen op een schuldvordering», zo vraagt het lid Van Vliet.
Budgettaire aspecten
De leden van de PvdA-fractie houden onverminderd zorgen over de dekking bij het wetsvoorstel. Langjarig wordt deze binnen het domein vennootschapsbelasting gevonden, maar op korte termijn wordt dekking gevonden in het incidenteel verhogen van de Awf-premie. De leden van de PvdA-fractie achten het onwenselijk dat de lasten op arbeid tijdelijk worden verhoogd om een lek in de vennootschapsbelasting te dichten. Zij vragen de regering om dit te heroverwegen en om de tijdelijk dekking tevens in het domein van de vennootschapsbelasting te vinden.
De leden van de fractie van SP en GroenLinks zijn enigszins teleurgesteld over het feit dat de regering blijkbaar niet in staat is een inschatting te geven van het budgettaire beslag van het regime fiscale eenheid. Deze informatie weegt voor deze leden namelijk zwaar. In hoeverre, vragen zij, weten andere landen wel het budgettair beslag van hun regimes, zoals het Franse intégration fiscale en het Britse group relief?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het antwoord van de regering op het verzoek van deze leden om een nadere toelichting op de dekking van de geraamde derving door voorliggend wetsvoorstel. De budgettaire dekking komt in 2017 voor 159 miljoen euro uit de taakstelling voor maatregelen die volgen uit het BEPS-project dan wel, indien noodzakelijk, door andere maatregelen binnen het Vpb-domein. Deze leden vragen welke andere maatregelen dit zouden zijn, aangezien er op dit moment nog geen duidelijkheid is over de eventuele budgettaire opbrengst van de maatregelen die volgen uit het BEPS-project.
De voorzitter van de commissie, Duisenberg
De adjunct-griffier van de commissie, Van den Eeden