Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 maart 2016
In uw brief van 2 maart 2016 verzoekt u mij om een nadere toelichting te geven op de gestelde randvoorwaarden voor de projectvoorstellen voor Paleis Soestdijk en een reactie op een aantal vragen over de ontwikkeling van Paleis Soestdijk.
Zowel in de beantwoording van vragen van uw Kamer d.d. 21 augustus 2015 (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 3120) als in mijn brief van 21 december 2015 (Kamerstuk 34 300 XVIII, nr. 47) heb ik u geïnformeerd over de procedure van de openbare inschrijving.
Alvorens ik in ga op de vier specifieke punten uit uw brief, wil ik graag benadrukken dat het hier een procedure betreft die is gericht op verkoop van landgoed en paleis Soestdijk zonder dat de Staat daarbij aanvullende middelen ter beschikking stelt. Met nadruk zij gesteld dat het niet een aanbestedingsprocedure betreft waarin specifieke inhoudelijke eisen (kunnen) worden gesteld aan een in te kopen product of dienst.
De procedure volgt het biedboek zoals ik dat u eerder ter informatie heb gezonden (Kamerstuk 34 300 XVIII, nr. 47). Beoogd eindpunt van de procedure is «de selectie (in drie fasen) van een marktpartij, welke marktpartij door middel een vorm van verwerving van het (gebruik van het) landgoed, paleis, bijgebouwen en marechausseekazerne voor eigen rekening en risico zal herontwikkelen en (doen) exploiteren». Beoordeeld zal worden of de marktpartijen daarvoor kwalitatief goede, zakelijk rendabele en maatschappelijk uitvoerbare plannen hebben ingediend.
Vraag 1
Moeten de uit te werken voorstellen voor Soestdijk het geheel van paleis, bijgebouwen en de 165 hectare land eromheen beslaan, of kan men een deel van het perceel buiten beschouwing laten, dan wel besluiten tot afstoten van een deel ervan aan derden?
Antwoord vraag 1
In de omgevingsvisie van provincie en gemeenten en in het – door mij onderschreven – advies van de Ronde Tafel Paleis Soestdijk wordt, als één van de richtinggevende uitgangspunten, meegegeven dat het ensemble van park, parkbos en paleis als één geheel moet worden beschouwd vanwege de grote cultuurhistorische waarde ervan. In het biedboek is dan ook gesteld dat de plannen worden beoordeeld naar de mate waarin de inschrijver laat blijken «te streven naar een uitgebalanceerde, samenhangende nieuwe situatie, waarin architectonische, stedenbouwkundige en landschapsarchitectonische integratie van gebouwen en terreinen wordt bewerkstelligd». Eén en ander laat onverlet dat in een later stadium het eigendom van het totale landgoed in verschillende handen kan komen te liggen. Aan potentiële kopers is dan ook gevraagd hun visie te geven op de eigendomsituatie op het complex.
Vraag 2
Zijn indieners eraan gehouden de geschatte 100 miljoen euro aan achterstallig onderhoud voor het paleis volledig in hun plannen te verwerken en uit te voeren? Zo nee, is er een ondergrens gesteld aan minimaal uit te voeren achterstallig onderhoud aan de gebouwen?
Antwoord vraag 2
Nee. In een eerdere fase van de herbestemming van Soestdijk is zeer globaal berekend wat er nodig zou kunnen zijn voor aanpassing van het paleis tot een hoogwaardige museale functie. De hoogte van de investering is echter helemaal afhankelijk van de voorgestelde bestemming van het paleis. Indieners dienen er rekening mee te houden dat aan de bij de nieuw gebruik behorende wet- en regelgeving voldaan moet worden.
Vraag 3
Zijn er eisen gesteld aan de toegankelijkheid van paleis Soestdijk en/of de tuinen voor publiek? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 3
In de genoemde omgevingsvisie is het beleid van provincie en gemeenten ten aanzien van Soestdijk gericht op openbare toegankelijkheid. Ook in het advies van de Ronde Tafel is die wens geuit. Bij de beoordeling van de plannen zal dan ook gekeken worden naar de mate waarin in de nieuwe invulling van de bestemming wordt tegemoetgekomen aan dat beleid c.q. die wens.
Vraag 4
Kunt u, in het algemeen, de randvoorwaarden opsommen, die aan de indieners van voorstellen zijn meegegeven?
Antwoord vraag 4
De randvoorwaarde is dat de plannen moeten aansluiten bij de omgevingsvisie van provincie en gemeenten en het advies van de Ronde Tafel Paleis Soestdijk (zie ook de antwoorden op vraag 1 en 3). Dat bepaalt de uitvoerbaarheid van de plannen. Verder moeten de indieners met hun plannen – zoals vermeld – voldoen aan wettelijke kaders die van toepassing zijn. Daarnaast zijn procedurele voorwaarden meegegeven. Die zijn gericht op het creëren van een gelijk speelveld voor alle inzenders en om ervoor te zorgen dat plannen in onderlinge vergelijking zo goed mogelijk kunnen worden beoordeeld. Voor die voorwaarden verwijs ik naar het biedboek fase 1 zoals ik deze aan uw Kamer heb aangeboden (Kamerstuk 34 300 XVIII, nr. 47) en de procedureleidraad fase 2 en 3 zoals opgenomen als bijlage bij deze brief1.
Voor Paleis Soestdijk zijn initiatiefnemers via een openbare inschrijving gevraagd om te komen met plannen voor een nieuwe bestemming inclusief de exploitatie daarvan. Daarvoor zijn richtinggevende uitgangspunten meegegeven: behoud van het ensemble en de ecologische kwaliteiten van het landgoed, restauratie van het corps de logis, behoud van de façade en publiekstoegankelijkheid. De plannen moeten aansluiten op het provinciale en gemeentelijke beleid en voldoen aan wet- en regelgeving.
De vier geselecteerde plannen beantwoorden op hoofdlijnen aan de gestelde randvoorwaarden. Uit de nadere uitwerking van de vier geselecteerden zal moeten blijken hoe dat verder vorm krijgt.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok