Voorgesteld 8 oktober 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Waarderingskamer stelt dat er geen eenduidige beoordelingscriteria zijn voor de vraag hoe moet worden omgegaan met de WOZ-waardering van tijdelijke mantelzorgwoningen, waardoor er veel onzekerheid is voor gemeenten over de vraag hoe deze woningen moeten worden gewaardeerd;
constaterende dat de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten van de Wet waardering onroerende zaken de mogelijkheid biedt om te definiëren welke objecten buiten de WOZ-waardering kunnen blijven;
verzoekt de regering, landelijk te regelen dat tijdelijke mantelzorgwoningen niet worden meegenomen in de WOZ-waardering,
en gaat over tot de orde van de dag.
Schouten