Voorgesteld 19 april 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het mvo-beleid van de exportkredietverzekeringsfaciliteit is bedoeld om negatieve effecten op derden en het milieu als gevolg van economische activiteiten te voorkomen en te minimaliseren;
constaterende dat bij de verstrekking van een exportkredietverzekering voor twee Nederlandse baggeraars die participeerden in een omstreden prestigeproject van de Egyptische president Al-Sisi, voor het eerst de uitzonderingsclausule 3.7 van het mvo-beleid van de exportkredietverzekeringsfaciliteit is toegepast;
van mening dat er uiterste zorgvuldigheid is geboden op het gebied van mensenrechten en milieustandaarden bij het verstrekken van exportkredietverzekeringen door de Nederlandse overheid, in het bijzonder bij betrokkenheid van risicosectoren en in omstreden projecten;
constaterende dat het kabinet en Atradius Dutch State Business meer proactief en transparant kunnen communiceren over de mvo-gerelateerde informatie en de beoordeling daarvan ten behoeve van het verstrekken van exportkredietverzekeringen;
verzoekt de regering om, ervoor zorg te dragen dat transparant inzicht wordt verschaft in de afweging die ten grondslag ligt aan de verstrekking van exportkredietverzekeringen, inclusief de mvo-aspecten, en de effecten van het huidige mvo-beleid mee te nemen in de voor dit jaar geagendeerde beleidsdoorlichting exportkredietverzekeringen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Jan Vos