Voorgesteld 26 november 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het percentage van het bnp dat in Nederland wordt verdiend met export al decennialang gelijk is gebleven, terwijl de toegevoegde waarde uit export in omringende landen in diezelfde tijd substantieel is gestegen;
overwegende dat uit recent onderzoek van ING «Wat Nederland kan leren van buurlanden, naar een toekomstgericht exportmodel» blijkt dat dit gebrek aan groei van de toegevoegde waarde gerelateerd kan worden aan het feit dat de Nederlandse export te eenzijdig is gericht op export naar West-Europese landen;
overwegende dat de export naar groeimarkten/opkomende markten vaak gepaard gaat met complexere financieringsvraagstukken, waarbij ondersteuning door de Nederlandse overheid cruciaal is;
overwegende dat inspelen op kansen in de verre groeimarkten en ontwikkelingsmarkten vaak om een vroegtijdige betrokkenheid en andere financieringsconstructies vraagt, bijvoorbeeld meer gericht op combinaties van export en investeringen, early stage projectontwikkeling en het met grote snelheid kunnen arrangeren van de financiering;
overwegende dat het Nederlands exportfinancieringsmodel sterk gericht is op garanties en verzekeringen en de mogelijkheden die Atradius DSB heeft om risico's af te dekken, terwijl concurrerende landen nieuwe instrumenten introduceren waarmee zij een bredere rol kunnen spelen in de financiering;
verzoekt de regering, invulling te geven aan de eerder uitgesproken ambitie gericht op verbetering van het level playing field omtrent exportfinanciering, door voor 1 maart 2016 een visie te presenteren op de wenselijkheid en financiële haalbaarheid van het invoeren van instrumenten gericht op directe exportfinanciering, flexibele vormen van investeringsfinanciering en rentesubsidie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Taverne