Ontvangen 4 november 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 300.000 (x € 1.000).
II
In artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 100.000 (x € 1.000).
III
In artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 200.000 (x € 1.000).
In het kader van de decentralisaties moeten er meer middelen naar Wmo om ouderen en mensen met een beperking op een verantwoorde manier thuis te kunnen laten wonen en ouderen en gehandicapten te compenseren voor meerkosten die voortvloeien uit het hebben van een handicap en/of chronische ziekte. Hiertoe worden in artikel 3 het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 300 miljoen, waarvan € 200 miljoen bestemd is voor de Wmo in zijn algemeenheid en € 100 miljoen voor de chronisch zieken en gehandicapten onder de Wmo.
Dekking wordt gevonden in een verlaging van het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag in artikel 8 door de zorgtoeslag voor alleenstaanden procentueel zo aan te passen dat dit € 200 miljoen oplevert.
De indiener is van mening dat het rondpompen van ongerichte toeslagen verminderd moet worden en dit is een eerste stap. Liever zetten wij premie/belastingmiddelen gerichter in voor het ondersteunen bepaalde groepen, zoals voor chronisch zieken en gehandicapten en in de Wmo
Daarnaast is de afgelopen jaren in de langdurige zorg geëxperimenteerd met het project «regelarme zones in de zorg». De voorlopige resultaten zijn veelbelovend en laten zien dat met deze methode geld te besparen valt. Zo blijkt uit de tussenevaluatie regelarme zorg dat de kosten kunnen dalen met 7–19%. Daarom wordt er voor 2016 € 100 miljoen als besparing ingeboekt. Hiertoe wordt het BIKK met 100 miljoen verlaagd.
Keijzer