Voorgesteld 2 december 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat sinds 1 juli 2015 de ketenbepaling voor tijdelijke werknemers is veranderd, waarbij tijdelijke contracten als opeenvolgend worden gezien als zij elkaar met een tussenperiode van zes maanden of minder opvolgen in plaats van drie maanden;
overwegende dat dit nu al grote nadelige gevolgen blijkt te hebben voor mensen werkzaam in veel verschillende branches zoals seizoenswerk, recreatie, amateursport, onderwijs, etc.;
overwegende dat dit erg veel cao-herstelwerk en gekunstelde constructies voor niet-cao sectoren oplevert;
verzoekt de regering, anticiperend op de aangekondigde 1 mei-evaluatie van de Wwz, wetgeving voor te bereiden om de termijn waarbij contracten als opeenvolgend worden gezien weer op drie maanden te stellen per 1-7-2016,
en gaat over tot de orde van de dag.
Klein