Ontvangen 30 november 2015
In het voorstel van de wet tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2016 (Kamerstuk II, 2015/2016 34 300 XV nr. 1) wordt de departementale begrotingsstaat als volgt gewijzigd (Bedragen x € 1.000).
Art. |
Omschrijving |
Stand van ontwerpbegroting vóór nota van wijziging |
Stand van ontwerpbegroting na nota van wijziging |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
10 |
Tegemoetkoming ouders |
5.329.468 |
5.329.468 |
239.915 |
5.433.168 |
5.429.468 |
239.915 |
De (sub-)totaaltellingen in de begrotingsstaat worden met deze wijzigingen in overeenstemming gebracht.
Als gevolg van de vierde nota van wijziging op het belastingplan (Kamerstuk II, 2015/2016 34 302 nr. 79) dient de ontwerpbegroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kamerstuk II, 2015/2016 34 300 XV nr. 1) te worden aangepast. De wijzigingen hebben betrekking op Kinderopvang en de kinderbijslag (AKW).
Enkel de intensivering in de AKW heeft een kas- en verplichtingeneffect in 2016 tot gevolg en is dus zichtbaar in de tabel. De intensivering op de kinderopvangtoeslag heeft een kaseffect vanaf 2017 en leidt niet tot een wijziging van de begrotingswet. De kinderopvangtoeslag wordt per 1-1-2017 geïntensiveerd met 100 miljoen euro. Bij voorjaarsnota wordt het kasritme van deze maatregel verwerkt.
De kinderbijslag wordt per 1-1-2016 geïntensiveerd met 100 miljoen euro. Dit gebeurt door het basiskinderbijslagbedrag te verhogen met € 34,00 per jaar. De daarvan afgeleide bedragen voor kinderen van 6–11 jaar (85%) en 0–5 jaar (70%) worden naar rato verhoogd.
Daarnaast komt er een extra verhoging van 3,7 miljoen euro, waarmee de extra tegemoetkoming voor alleenstaande of alleenverdienende ouders met een thuiswonend gehandicapt kind met 540 euro wordt verhoogd. Deze verhoging komt bovenop de verhoging als gevolg van indexatie van de extra tegemoetkoming per 1-1-2016. Het kaseffect van deze maatregel treedt op in 2017 maar de maatregel schept wel een verplichting in 2016.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid L.F. Asscher