Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2015
Met de brief destructiemarkt en kadavertarieven heb ik u geïnformeerd over het uitgebreid onderzoek dat ik ben gestart naar de destructiemarkt (Kamerstuk 34 000-XIII, nr. 141, d.d. 16 december 2014). Daarbij is de belangrijkste vraag op welke wijze de destructiemarkt in de toekomst kan worden ingevuld en of meer concurrentie op deze markt mogelijk is en tot een scherpere prijsstelling kan leiden. Het onderzoek gaat tevens in op de actuele hoogte van de ondernemersvergoeding die Rendac mag rekenen. Hierbij informeer ik u over beide rapporten die tevens bijgevoegd zijn1.
Het onderzoek naar de inrichting van de destructiemarkt behandelt verschillende alternatieven voor een andere inrichting van de markt. Het rapport geeft geen eensluidend advies om al dan niet tot wijziging van de marktordening over te gaan.
Liberalisering van het systeem biedt in zijn algemeenheid meer prikkels voor efficiency en innovatie dan de huidige marktordening. Daarnaast biedt een vrije markt in potentie ook meer keuzevrijheid voor ondernemers en minder afhankelijkheid van één speler. Deze voordelen moeten wel worden gezien in het licht van de conclusie van de onderzoekers dat er weinig animo lijkt te zijn voor het betreden van de markt.
Een vrije markt brengt ook potentiële risico’s met zich mee, zoals uit het onderzoek naar voren komt. Zowel voor het voortbestaan van uniforme en betaalbare destructietarieven, als voor de dier- en volksgezondheid.
Het beperken van deze risico’s is essentieel voor het draagvlak onder het destructiebestel en voor het borgen van de publieke belangen op het gebied van dier- en volksgezondheid. Bij een eventuele keuze voor liberalisering van het bestel zal dan ook ten minste een prijsplafond, en een landsdekkende dienstverplichting moeten worden ingevoerd. Bovendien moeten harde garanties op het gebied van dier- en volksgezondheid worden afgegeven door potentiele toetreders.
Gegeven de risico’s die gemoeid zijn met het herinrichten van de destructiemarkt zal ik eerst op basis van de rapporten en voornoemde randvoorwaarden overleg voeren met de verschillende stakeholders, om zodoende tot een gewogen besluit te komen.
Het onderzoek naar de ondernemersvergoeding die Rendac mag rekenen, leidt tot een lager tarief dan momenteel wordt gehanteerd. Ik zal deze uitkomst meenemen in de gesprekken over een nieuwe overeenkomst tussen Staat en Rendac.
Overleg met stakeholders zal op zo kort mogelijke termijn plaatsvinden. Over de uitkomsten van dit overleg zal ik u informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma