Nr. 74 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2016

Tijdens de behandeling van de Najaarsnota op 16 december 2015 (Handelingen II 2015/16, nr. 38, debat over de Najaarsnota) heb ik uw Kamer toegezegd uit te zoeken wanneer de uitgaven aan Defensie voor het laatst 1,08% van het BBP bedroegen. Hierbij voer ik deze toezegging uit.

De afgelopen jaren heeft de Minister van Defensie u verschillende keren geïnformeerd over de uitgaven aan Defensie, uitgedrukt in percentage van het BBP (bijvoorbeeld in Kamerstuk 34 000-X, nr. 12 van 24 oktober 2014). Daarnaast houdt het CPB langetijdreeksen aan voor de overheidsfinanciën. Deze reeksen gaan terug tot en met 1814 en bevatten ook de uitgaven aan Defensie als percentage van het BBP1. De tabel en grafiek in de bijlage bij deze brief tonen deze uitgaven in de periode van 1814 tot en met 2014 (bron: CPB).

In de jaren 2008 (1,07%) en 2014 (1,06) lag het percentage onder de 1,08%. Vanaf 2013 is dit enerzijds het gevolg de groei van het BBP (noemereffect), anderzijds is dit het gevolg van bezuinigingen die in 2011 zijn ingezet door het kabinet Rutte I. Het huidige kabinet heeft extra geld beschikbaar gesteld voor Defensie met de begrotingsakkoorden van 2013 en 2014 en in 2015 bij de ontwerpbegroting (naar aanleiding van de motie Van Der Staaij c.s, Kamerstuk 34 300, nr. 27). Daarnaast treft het kabinet maatregelen op het gebied van terrorismebestrijding en zijn de budgetten van de inlichtingendiensten verhoogd.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem