Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2015
Tijdens het wetgevingsoverleg Personeel op 2 november jl. heb ik uw Kamer nadere informatie toegezegd over de uitkomst van de gesprekken met de voorzitter van de paritaire commissie en de directeur-generaal van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Hierbij doe ik deze toezegging gestand.
De paritaire commissie, het RIVM en het Ministerie van Defensie zijn van mening dat het onderzoek naar chroomhoudende verf zo snel mogelijk moet worden voltooid. Op verzoek van de Kamer is nogmaals onderzocht of een verdere versnelling tot de mogelijkheden behoort. Inmiddels is duidelijk dat een verdere versnelling tot een onaanvaardbare aantasting van de kwaliteit van het onderzoek zal leiden. Aangezien de zorgvuldigheid en objectiviteit van het onderzoek van primair belang zijn, zal het traject derhalve op de eerder afgesproken wijze worden doorlopen.
Het spreekt voor zich dat de paritaire commissie, het RIVM en het Ministerie van Defensie alles in het werk stellen om het tempo van het onderzoek te waarborgen, te versnellen waar mogelijk, maar zonder afbreuk te doen aan kwaliteit en dus zorgvuldigheid en objectiviteit. In de volgende stand van zaken brief, die eind januari 2016 is voorzien, verwacht ik u meer inhoudelijke informatie over het onderzoek te kunnen bieden.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert