Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 september 2015
Tijdens het algemeen overleg over personeel van 1 juli jl. (Kamerstuk 34 000 X, nr. 108) heb ik toegezegd uw Kamer zo snel mogelijk te informeren over het wel of niet uitbesteden van de cateringdienstverlening. Inmiddels kan ik u berichten dat ik heb besloten de uitbesteding stop te zetten.
Dit besluit komt voort uit een nieuwe toetsing van de business case van het project. Zorgvuldige projectvoering vereist dat de business case regelmatig wordt geactualiseerd en getoetst. Om te beoordelen of het aanvragen van offertes redelijkerwijs zou leiden tot gunning, is onlangs een dergelijke toets uitgevoerd. Daarbij is gebleken dat de verhouding tussen kosten en opbrengsten aanmerkelijk ongunstiger uitkomt dan bij eerdere berekeningen. Enerzijds zijn de hoge kosten vooral het gevolg van de te verwachten compensatie van arbeidsvoorwaarden waarover met de bonden overeenstemming moet worden bereikt. Anderzijds vallen de opbrengsten onder meer lager uit doordat de dienstverlening sinds de oorspronkelijke sourcingtoets uit 2009 flink is verkleind. Door deze combinatie van factoren zou de terugverdientijd op ongeveer twintig jaar uitkomen, waarmee de uitbesteding nu niet langer zinvol is. Dit betekent dat het uitbestedingstraject wordt beëindigd.
Het is onveranderd mijn intentie cateringdiensten op termijn meer in samenwerking met de markt te laten uitvoeren. Dat zal geleidelijk gebeuren. Daarnaast zal Defensie in de bedrijfsvoering van Paresto maatregelen nemen die tot meer doelmatigheid leiden. Er zal hierbij rekening worden gehouden met het natuurlijke verloop en de samenstelling van het huidige personeelsbestand.
Defensie gaat deze voornemens verder uitwerken en daarbij de medezeggenschap en de centrales van overheidspersoneel op de gebruikelijke wijze betrekken. Ik zal u over de voortgang informeren.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert