Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2015
Hierbij bied ik u de personeelsrapportage over de eerste helft van 2015 aan1. Met deze tussentijdse rapportage beziet Defensie de voortgang bij het bereiken van de doelen voor het lopende kalenderjaar. Waar relevant wordt een prognose gegeven voor heel 2015. In het derde deel van de rapportage doe ik tevens de toezeggingen aan uw Kamer gestand. Onderstaand treft u de belangrijkste conclusies van de personeelsrapportage.
Vulling
De personele vulling van Defensie is wederom licht gestegen – defensiebreed van 91,7 op 1 januari jl. naar 93,4 procent op 1 juli jl. Deze opwaartse trend wordt, in tegenstelling tot 2014, maar voor een klein deel veroorzaakt door een krimpend functiebestand, over de hele linie is er een lichte toename van het personeelsbestand op organieke functies. Ook het beëindigen van tijdelijke projectorganisaties draagt hieraan bij omdat het desbetreffende personeel dan terugvloeit naar de organieke functies.
CLSK en CZSK hebben meer burgerpersoneel in dienst dan het aantal beschikbare functies. Dit wordt voor een deel veroorzaakt doordat burgermedewerkers tijdelijk op lastig te vullen militaire functies zijn ingezet. Het betreft onder meer oud-militairen met een tijdelijke burgeraanstelling en technici.
Werving en selectie
De verwachting is dat de instroom voor burgers en militairen in 2015, net als in 2014, lager uitvalt dan gepland. Vooral technisch personeel en medisch personeel vragen onze blijvende aandacht. In het verlengde daarvan is het vergrijzend bestand burgerpersoneel bij vooral de onderhoudsbedrijven een aandachtspunt.
Er wordt voortdurend gezocht naar mogelijkheden om de werving van met name deze categorieën te verbeteren, zowel in de werving- en selectieketen als in de arbeidsmarktcommunicatie. Specifiek voor de werving van technisch personeel is op 23 en 24 september jl. voor middelbare scholieren wederom de tweedaagse TechBase georganiseerd. Gerichte aandacht voor schaarstecategorieën in de wervingscampagnes loont. Zo is als gevolg van de intensivering van de wervingscampagnes het wervingsresultaat van vliegers, luchtverkeers- en gevechtsleiders in de eerste helft van 2015 toegenomen. Uit een onderzoek naar de personeelslogistieke keten bij de Australische krijgsmacht komt een interessant voorbeeld over publiek-private samenwerking bij werving en selectie naar voren, die ik zal betrekken bij de uitwerking van de toekomstagenda voor het personeelsbeleid (Kamerstuk 34 000 X, nr. 32).
Het behalen van een hoger wervingsresultaat zal op korte termijn lastig blijven gezien de schaarste van met name technisch personeel. De achterblijvende instroom wordt deels gecompenseerd doordat ook de uitstroom voor burgers en militairen lager is dan verwacht. Verder maakt Defensie onder andere gebruik van doorstroom (bijvoorbeeld van onderofficier naar officier of van FPS fase 2 naar FPS fase 3) en verlenging van contracten om schaars personeel langer aan de organisatie te kunnen binden. Ook worden ingehuurd personeel en reservisten ingezet.
Organisatie
De numerus fixus uit de beleidsbrief 2011 vormt het uitgangspunt voor de formatie van Defensie. Sindsdien zijn er echter nieuwe maatregelen genomen in onder meer de nota In het belang van Nederland en andere ontwikkelingen geweest. De numerus fixus zal voortaan jaarlijks worden aangepast aan de actuele ontwikkelingen.
Die ontwikkelingen hebben tevens geleid tot een aanpassing van het bestand topfuncties. Er zijn drie nieuwe militaire topfuncties gecreëerd: bij het nieuwe Cyber Command, bij Operations (IT-uitvoeringsorganisatie) van de Defensie Materieel Organisatie en bij de Division Schnelle Kräfte, waarin de Luchtmobiele Brigade wordt geïntegreerd. Daarnaast is een burgertopfuctie toegevoegd bij de Hoofddirectie Beleid van de Bestuursstaf. Het bestand topfuncties groeit daarmee van 80 naar 84 (63 militair en 21 burger).
Ten slotte
Defensie is op personeelsgebied nog steeds volop in beweging. Enerzijds zijn we nog bezig met het doorvoeren van reducties ten gevolge van eerdere bezuinigingsmaatregelen. Anderzijds richt Defensie zich ook op uitbreidingen in het kader van de maatregelen die in de begroting 2016 zijn aangekondigd. Het vergt de komende tijd dan ook veel aandacht om deze twee tegengestelde bewegingen van krimp en uitbreiding goed op elkaar af te stemmen en deze op de juiste wijze te communiceren met het personeel. In dit spanningsveld is blijvende aandacht voor de instroom van personeel en het behoud van schaars personeel, noodzakelijk om de vulling en kwaliteit van het personeelbestand zeker te kunnen stellen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert