Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2016
Met veel genoegen stuur ik u een overzicht van de scholen die vandaag het predicaat Excellente School 2015–2017 hebben ontvangen1. Het zijn 130 scholen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs die zich onderscheiden door hun aanpak en de kwaliteit van hun onderwijs. Deze Excellente Scholen laten zien dat het mogelijk is om de lat telkens iets hoger te leggen en zo het beste onderwijs aan hun leerlingen te bieden. Ze kunnen andere scholen inspireren en helpen om hun onderwijs ook telkens iets beter te maken. Alle deelnemende scholen, ook de scholen die het predicaat niet ontvangen, verdienen respect en waardering. Ik hoop dat deelname aan het traject voor hen een aansporing is om te blijven werken aan onderwijs van excellente kwaliteit.
Zoals eerder aangekondigd, ontvangen scholen vanaf 2015 het predicaat voor een periode van drie jaar. In de praktijk blijkt immers dat de kwaliteit van de Excellente Scholen duurzaam is. Ook dit jaar ontvangt een overgrote meerderheid van de Excellente Scholen 2014 opnieuw het predicaat. Er zijn daarnaast 52 scholen die het predicaat voor het eerst ontvangen.
Nieuwe jury en rol inspectie
De nieuwe jury onder voorzitterschap van mevrouw drs. G.M.C. de Ranitz heeft bij de opzet en de vormgeving van het beoordelingsproces voortgebouwd op de werkwijze van de jury die de deelnemende scholen in 2012, 2013 en 2014 heeft beoordeeld. Scholen vulden een zelfevaluatie in en verzorgden een presentatie voor de jury. Vervolgens heeft de jury schoolbezoeken afgelegd. Nieuw is dat de jury nu bestaat uit drie deeljury’s: voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Het aantal aanmeldingen lag met ruim 200 inschrijvingen hoger dan in eerdere jaren. Uit een evaluatie onder de deelnemende scholen blijkt dat scholen over het algemeen erg tevreden waren over het gehele traject. Zij gaven aan op de hoogte te zijn van wat er van hen werd verwacht. De juryleden werden ervaren als betrouwbaar, eerlijk, deskundig en competent. Voor scholen was de voornaamste reden om zich aan te melden ervoor zorgen dat de school zich (nog) verder kan ontwikkelen en verbeteren. Dit kwam ook terug in de effecten die men ervaart binnen de school: collega’s, leerlingen en ouders zijn zichtbaar trots en de lat wordt telkens hoger gelegd. Scholen geven aan dat ze «Morgen beter willen presteren dan vandaag»: ze zijn zich bewuster waar ze in uitblinken en waar ontwikkelpunten liggen. Ook merken scholen dat leraren professioneler en enthousiaster te werk gaan en dat ze vaker verzoeken krijgen van andere scholen om hun kennis te delen.
De uitvoering van het traject Excellente Scholen valt sinds dit jaar onder verantwoordelijkheid van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie). Deze taak past goed bij de huidige ontwikkelingen waarbij de inspectie in toenemende mate scholen stimuleert om hun onderwijskwaliteit te blijven verbeteren. Een school komt in aanmerking voor het predicaat als er sprake is van goede onderwijskwaliteit. De jury kijkt daarnaast vooral naar het excellentieprofiel van de school. Scholen bepalen zelf in welke mate en op welke wijze zij zich willen profileren. Om ruimte te bieden aan de visie van de school en om het effectieve gebruik van deze ruimte te waarderen, is het niet wenselijk om excellentieprofielen vooraf voor te schrijven. Het is daarom aan de school om te benoemen op welk gebied zij excellent is en aan de jury om te verifiëren of het genoemde excellentieprofiel niet alleen goed wordt uitgevoerd door een school, maar ook herkenbaar is en doorwerkt in de gehele organisatie. Kortom, het excellentieprofiel moet aantoonbaar en duurzaam zijn. Voorbeelden van wat de jury bij scholen aantreft zijn onder andere een innovatief en onderscheidend onderwijsaanbod, zoals wetenschaps- en techniekactiviteiten of aandacht voor de brede vorming van leerlingen. Scholen kunnen zich ook onderscheiden door hun aanpak bij het omgaan met verschillen, bijvoorbeeld met behulp van verzameling, analyse, evaluatie en benutting van de leerlingkenmerken en -resultaten. Daarnaast zijn er scholen die de buitenwereld intensief betrekken en zo expertise in de school te brengen. Hoe verschillend de aanpakken ook zijn, alle Excellente Scholen zijn lerende organisaties. Ze creëren een cultuur die gericht is op verbetering en ze delen hun kennis met andere scholen.
Steeds meer Excellente Scholen
Het aantal Excellente Scholen vertoont een stijgende lijn. In 2012 ontvingen 52 scholen het predicaat. Dat werden er 76 in 2013,106 in 2014 en nu dus 130. Tegelijkertijd zien we dat in de provincies Friesland, Groningen, Drenthe, Flevoland en Zeeland zowel de aantallen aanmeldingen, als de aantallen Excellente Scholen achterblijven. Ik roep scholen en besturen in deze regio’s dan ook van harte op om zich aan te melden voor het traject. Scholen kunnen zich vanaf 1 februari tot 4 maart aanmelden om op te gaan voor het predicaat 2016–2018.
Uit evaluaties blijkt dat deelname aan het traject Excellente Scholen voor alle scholen toegevoegde waarde biedt. Ook scholen die het predicaat uiteindelijk niet ontvangen, zien deelname als heel waardevol. Ze ontvangen nuttige aanbevelingen van de jury die hen helpen hun onderwijs verder te verbeteren. Zo wisten acht deelnemende scholen die vorig jaar het predicaat niet ontvingen, dit jaar wel het predicaat te bemachtigen. Ik hoop dat veel scholen hun voorbeeld volgen en het traject zien als een stimulans om te blijven werken aan onderwijs van zeer goede kwaliteit.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker