Ontvangen 30 november 2015
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 14 Cultuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 1.000 (x € 1.000).
De indieners zien de vrijheid van meningsuiting als een groot goed. Zij voorzien echter door een toename van het dreigingsniveau een grotere terughoudendheid in de organisatie van cultuuruitingen met expliciete stellingnames en een toename in beveiligingskosten. Organisatoren van culturele activiteiten kunnen door onzekerheid bij hun personeel en bezoekers en door een toename in de kosten geneigd zijn om af te zien van de doorgang van de activiteit. De indieners achten dat onwenselijk. In Nederland moeten debatten, toneeloptredens, films en tentoonstellingen ondanks een toename van het dreigingsniveau doorgang kunnen vinden. De zorg voor de veiligheid en de openbare orde zijn in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de politie en het lokaal bestuur, maar de organisator heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. Daarom reserveren de indieners een bedrag van € 1 miljoen voor de organisatie van culturele uitingen en activiteiten die in de knel komen door het toegenomen dreigingsniveau. Hiermee worden organisaties die geen zelfcensuur toepassen ondersteund. Het is aan het ministerie om te zorgen voor de verdeling van de middelen over de organisaties die aanspraak maken op het vrijgemaakte bedrag.
Dekking wordt gevonden in een amendement de van indieners op de begroting van het gemeentefonds (Kamerstukken 34 300 B).
Monasch Van Veen