Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 juni 2016
Raadslid zijn anno 2016 is een verantwoordelijke en eervolle, maar ook een veeleisende taak. De meeste gemeenteraadsleden doen het raadswerk erbij naast hun reguliere baan. Ze stoppen er veel (vrije) tijd en energie in en ze doen dat doorgaans graag. Toch krijgen ze daarvoor meestal weinig maatschappelijke waardering. Dat komt vooral omdat hun werk vaak onzichtbaar blijft voor degenen voor wie ze het doen: de inwoners van hun gemeente. Die hebben vaak onvoldoende idee wat raadsleden doen. Dat doet al hun intensieve en goede werk tekort en maakt het ook moeilijk om goede mensen voor het raadslidmaatschap te vinden.
De laatste tijd is er nog meer werk op raadsleden afgekomen. Denk hierbij aan de taakverzwaring vanwege decentralisaties in het sociaal domein, de migratieproblematiek en de toegenomen burgerparticipatie. Daardoor is het lokale bestuur nóg belangrijker geworden voor de kwaliteit van het openbaar bestuur in ons land. De nog in te voeren Omgevingswet onderstreept dat nog eens.
Kortom: er ligt veel op het bordje van het lokale bestuur. Dat geldt voor burgemeesters en wethouders, maar zeker ook voor raadsleden. Gemeenteraden zie ik als een vitale schakel in de lokale democratie en daar lever ik al lange tijd een bijdrage aan. Samen met de VNG en de beroepsverenigingen van raadsleden, burgemeesters, wethouders, griffiers en gemeentesecretarissen zette ik de afgelopen jaren in op de verdere professionalisering van politieke ambtsdragers, het versterken van het onderlinge samenspel en de aantrekkelijkheid van het politieke ambt.
Ook voor de VNG zijn raadsleden een belangrijke doelgroep. Om raadsleden extra te betrekken bij de vereniging is eind vorig jaar de VNG-commissie Raadsleden en Griffiers ingesteld. Veel praktische informatie is er voor raadsleden te vinden op het speciale VNG-raadsledenportal, inclusief zogenaamde raadgevers per inhoudelijk thema. Daar komt bij dat raadsleden zich zelf organiseren. Dat maakt hen als groep steeds krachtiger en daardoor worden zij steeds meer «gezien». Door het toegenomen belang van gemeenten als eerste bestuurslaag, is de aandacht voor raadsleden de afgelopen jaren alleen maar toegenomen.
Voor het Tweede Kamerlid Wolbert was het toegenomen belang van raadsleden op 18 november 2015 aanleiding in een motie te vragen om een krachtig actieplan, in overleg met de VNG. Dat actieplan zou moeten bestaan uit een onderzoek naar de positie van raadsleden, programma’s voor bijscholing en deskundigheidsbevordering en de uitwerking van raadsvriendelijk personeelsbeleid. Ook moet in dat plan de vraag aan bod komen of de tijdsbesteding, werkdruk, verantwoordelijkheid en de beloning van raadsleden nog met elkaar in balans zijn.
Inzichten uit recente onderzoeken en adviezen
Niet alleen via deze motie, maar uit verschillende hoeken klinkt de roep om extra aandacht voor het belang van raadsleden. Zo is er in de afgelopen maanden een groot aantal adviezen verschenen, onder andere door de De Raad voor het Openbaar Bestuur (Rob). 1 Recent kwamen hier de rapporten van de VNG-commissie onder leiding van Wim van de Donk en de VNG Denktank 2015 onder leiding van Kajsa Ollongren bij.
Het onderzoek naar de positie van raadsleden waar het Tweede Kamerlid Wolbert om verzoekt, heb ik inmiddels laten uitvoeren onder de noemer «Belevingsonderzoek onder decentrale volksvertegenwoordigers» 2. Dit onderzoek heb ik op 14 december 2015 aan de Tweede Kamer aangeboden, inclusief een begeleidend essay met de belangrijkste uitkomsten en conclusies.
Hoge werkdruk
Volksvertegenwoordigers blijken hun ambt heel anders te beleven dan de rest van de samenleving. Wat van buiten regelmatig wordt gezien als een ondankbaar ambt, blijkt van dichtbij als een veeleisend, maar mooi en eervol ambt te worden ervaren. Er komt een beeld naar voren van zelfverzekerde en trotse volksvertegenwoordigers die zich inzetten voor het collectief. Zij halen veel energie uit het vertegenwoordigen van bewoners in hun gemeente en het opkomen voor hun belangen. Ze zijn positief over de mate waarin ze daar in slagen.
Op het punt van de veeleisendheid maak ik mij wel zorgen. Raadsleden vinden dat ze te weinig toekomen aan die volksvertegenwoordigende taak, omdat vooral het controleren van het beleid veel tijd vraagt. Werkzaamheden als stukken lezen en vergaderen vragen veel tijd en geven weinig energie. Daardoor komen raadsleden vaak niet toe aan wat ze het leukst en belangrijkst vinden: het contact met en het vertegenwoordigen van de inwoners van hun gemeente.
De titel van het Rob-advies «15,9 uur», dat ik op 21 april jl. kreeg overhandigd, slaat op het gemiddeld aantal uren dat raadsleden aan hun raadswerk besteden. Eén van de aanbevelingen in het rapport is dat gemeenteraadsleden meer tijd zouden moeten besteden aan de dialoog met de samenleving en minder aan het doorworstelen van stapels documenten. Maar dan moeten ze wel de tijd hebben voor die dialoog en juist dat is een knelpunt. Daarom adviseert de Rob om griffiers te helpen bij het beter ondersteunen van de raadswerkzaamheden. Ook zou volgens de Rob de scholing van raadsleden moeten worden verbeterd en zouden zij een passende vergoeding voor hun raadswerk moeten krijgen.
Professionalisering
Raadsleden voeren hun raadswerk vaak uit naast een gewone baan. Voor het raadslidmaatschap bestaat geen bijzondere (voor)opleiding. Natuurlijk zijn er al ondersteuningsmogelijkheden van de politieke partij, organiseert de griffie een aantal trainingen voor de gehele raad en kan een raadslid al naar bijeenkomsten van Raadslid.nu of de VNG. Om alle taken, vooral de beleidsbepalende en controlerende taken, op tal van (nieuwe) gebieden effectief uit te kunnen voeren, helpt het als raadsleden daarvoor goed zijn toegerust (Rob-advies 15,9 uur). Bij het organiseren van scholing voor raadsleden is het belangrijk om te bedenken dat de tijd die daar in gaat zitten, bovenop de reguliere baan en raadswerkzaamheden komt. Het raadswerk is een vorm van lekenbestuur. Het aanbieden van (bij)scholing en ondersteuning aan raadsleden moet er niet toe leiden dat het raadswerk een louter professionele aangelegenheid wordt. Dat stelt eisen aan de wijze waarop het aanbod aan professionalisering en ondersteuning wordt gedaan.
Aantrekkelijkheid van het raadslidmaatschap
Uit hetzelfde belevingsonderzoek blijkt dat politiek geïnteresseerde burgers een vrij negatief beeld hebben van het ambt van volksvertegenwoordiger. Het vereiste partijlidmaatschap en de inschatting dat ze over te weinig kennis en ervaring te beschikken, blijken belangrijke drempels voor mensen om zelf politiek actief te worden. Ook de beeldvorming, waarin de gemeenteraad gezien wordt als arena van vergadertijgers, partijpolitieke conflicten en strijd, speelt daarbij een rol. Politieke ambtsdragers zijn dan ook bezorgd of er in de toekomst nog wel voldoende goede raadsleden te vinden zijn. Wat raadsleden doen, is voor veel burgers onzichtbaar. Daar ligt een voorname taak voor het lokale openbaar bestuur, de bestuurders en de raadsleden zelf om zichtbaar te maken wat zij doen voor de samenleving. Raadsleden hebben in de lokale democratie een cruciale rol om die verbinding met de samenleving te leggen. Zij kunnen aan de ontwikkelgave die er ligt om de politieke democratie te wortelen in de maatschappelijke democratie (Van de Donk) vorm en inhoud geven.
Lokaal speelt daarbij de vraag of de bestaande media nog wel toereikend zijn om aandacht te kunnen besteden aan wat er aan lokale politiek gebeurt. Zeker in kleine gemeenten is er journalistiek vrijwel geen aandacht voor lokale politiek.
Samenspel en (regionale) samenwerking
Een sfeer van onderling vertrouwen tussen raad en college en een goede ambtelijk-bestuurlijke samenwerking helpt raadsleden bij het optimaal vervullen van hun taken (Belevingsonderzoek, 2015). Colleges kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat raadsleden tijdig en op de juiste momenten beschikken over benodigde informatie, ook over de prestaties van regionale samenwerkingsverbanden. Zo kunnen raadsleden hun controlerende rol goed invullen (Rob-advies Wisselwerking). Het helpt daarbij als ze de raad tijdig meenemen in hun plannen, en oog hebben voor het feit dat raadsleden het raadwerk erbij doen en slechts beperkte tijd tot hun beschikking hebben.
Regionale verbanden zijn een steunpilaar als er complexe vraagstukken aan de orde zijn, bijvoorbeeld in het sociaal domein en op economisch gebied. Tegelijkertijd is het voor raadsleden ingewikkeld om grip te houden op de besluitvorming in deze verbanden (Rapport Studiegroep Openbaar Bestuur, Rob-advies Wisselwerking, Ollongren). Raadsleden hebben behoefte aan sturings- en controlemogelijkheden, willen goed en tijdig geïnformeerd zijn. Dat geldt voor de gedecentraliseerde taken in het sociaal domein, in gemeentelijke regelingen, maar ook in situaties waarin burgers zelf met initiatieven komen (Ollongren). Het vinden van een goed samenspel, met elkaar en met de samenleving, is een zoektocht voor iedere raad en college op zich. Daarvoor is het aan de ene kant nodig met elkaar het gesprek te voeren wat voor type informatie en sturing vanuit de raad wanneer gewenst is, en hoe het college daaraan tegemoet kan komen. Aan de andere kant is het nodig met elkaar te bezien hoe en wanneer het beste de verbinding met de samenleving kan worden gelegd.
Daarbij speelt dat steeds meer raadsleden ervaren dat lokale en regionale opgaven samenwerking vereisen. Regionale samenwerking blijkt soms essentieel om als raadslid van meerwaarde te zijn voor de eigen inwoners. Vanuit de inhoudelijke opgaven zoeken raadsleden van verschillende gemeenten elkaar vaker op. Daardoor dringen zich ook vragen op over de eigen volksvertegenwoordigende rol: Hoe leggen we het uit aan onze inwoners? Hoe kunnen we hen zo goed mogelijk vertegenwoordigen in de regio?
Griffiers
Griffiers zijn belangrijke en stabiele schakels binnen het gemeentebestuur. Ze ondersteunen raadsleden en nemen hen praktisch werk uit handen. Dat kan raadsleden veel werk schelen. Ook functioneren griffiers vaak als «smeerolie voor de bestuurscultuur» (Rob-advies «Wisselwerking» en «15,9 uur»). Een verdere versterking en professionalisering van de griffier draagt dan ook bij aan een sterkere positie van raadsleden.
Hoe die rol van de griffier er in de toekomst uit moet zien, is een vraag waar de griffiers op dit moment op reflecteren op basis van een onderzoek dat is mogelijk gemaakt met steun van BZK. Welke rol hebben zij, naast het bewaken van procedures, een gestroomlijnde stukkenstroom en goede vergaderdiscipline? Hoe kunnen zij de raad ondersteunen bij externe contacten?
Vergoeding en arbeidsvoorwaarden
Voor een vitale democratie is het van belang dat er goede en gedreven mensen zijn die zich willen inzetten voor het openbaar bestuur als gemeenteraadslid. Dat vereist dat mensen zien waarom dat de moeite waard is, maar ook dat ze de ruimte ervaren om zichzelf beschikbaar te stellen voor de publieke zaak. Daar hoort ook een passende vergoeding bij: democratie mag wat kosten.
Het rapport van de Studiegroep Openbaar Bestuur «Maak Verschil» (2016) en de Rob benadrukken het belang van goede arbeidsvoorwaarden. Volgens de Rob loopt de vergoeding voor raadsleden in kleine en grote gemeenten te sterk uiteen (Rapport 15,9 uur, 2016). Dit sluit aan bij de bevindingen van het Belevingsonderzoek onder decentrale politieke ambtsdragers. Veel raadsleden van kleinere gemeenten (en overigens ook Statenleden) vinden dat de werkdruk en de verantwoordelijkheid van het raadslidmaatschap niet opweegt tegen de huidige raadsvergoeding.
Wat te doen?
Op basis van de uitkomsten van de eerder genoemde rapporten en gesprekken met raadsleden, heb ik de afgelopen tijd samen met de VNG en de beroepverenigingen van raadsleden (Raadslid.nu) en griffiers (Vereniging van Griffiers) een actieplan opgesteld. Met dit plan wil ik de komende 1,5 jaar de positie van raadsleden verstevigen. Het actieplan bestaat uit vier lijnen, die elkaar op onderdelen raken en overlappen. Dat kan ook niet anders, want ze staan met elkaar in verband en kunnen elkaar op die manier versterken. De acties zijn onderdeel van mijn ambitie om het raadslidmaatschap aantrekkelijker te maken. Door raadsleden te ondersteunen en ruimte te geven om hun rol als volksvertegenwoordiger te kunnen invullen, maken ze hun werk ook beter zichtbaar en investeren ze zelf in de aantrekkelijkheid van hun functie in de ogen van de mensen in hun gemeente.
Actieplan
1. Scholing en kennisdeling in het belang van een goed functionerende raad
a. Aanpak ervaren werkdruk onder raadsleden
b. Structureel regionaal scholingsaanbod voor raadsleden
c. Digitaal leerplatform voor raadsleden
2. Samenspel binnen het gemeentebestuur
a. Programma Lokale Democratie in Beweging over vernieuwend samenspel binnen het gemeentebestuur in het licht van actuele opgaven
b. Visievorming op het griffiersambt ter ondersteuning van raden
3. Grip op regionale samenwerking en sociaal domein
a. Extra ondersteuning op het sociaal domein: opleidingsaanbod financieel toezicht, privacy en verantwoording en incidentmanagement.
b. Workshops Grip op regionale samenwerking verlengen
c. Onderzoek naar mogelijkheden om regionale oriëntatie van raadsleden te versterken.
4. Aantrekkelijkheid van het ambt vergroten
a. Adviesaanvraag over raadsvriendelijk personeelsbeleid en verantwoorde vergoeding
b. Aandacht voor voldoende raadsbudget
c. Programma Aanzien van het ambt, onder meer door het inzetten van ambassadeurs, aandacht voor First Time Voters en de cursus Politiek Betrokken, Politiek Actief.
Eerste uitwerking Actieplan
Ad 1) Scholing en kennisdeling in het belang van een goed functionerende raad
Voorop staat dat het verlichten van de werkdruk onder raadsleden complexe materie is die veel met gedrag en cultuur te maken heeft en daardoor niet zo maar met één actie is op te lossen. Het heeft onder meer te maken met de wijze van vergaderen in een gemeenteraad, met de stukkenstroom (vaak lange stukken, zonder samenvatting of duidelijke beslispunten) en de kwaliteit van stukken, maar ook met de vergadermores en de onderlinge samenwerking en vertrouwen. Daarnaast ervaart iedereen de werkdruk anders.
a. Aanpak ervaren werkdruk
Ik zal samen met Raadslid.nu en de Vereniging van Griffiers dit vraagstuk zo specifiek mogelijk analyseren en kijken wat wel en niet werkt. Zo gaan we raadsleden vragen wat hen kan helpen om efficiënter te werken. Raadsleden en griffiers uit het hele land hebben al voorbeelden aangedragen van nieuwe vergadermodellen, bondige raadsvoorstellen en raadsstukken, aandacht voor het thuisfont en een cursus snellezen.
De aangedragen voorbeelden worden actief verspreid. Omdat dit probleem per gemeente en per raadslid anders uitpakt, is maatwerk noodzakelijk.
Raadslid.nu organiseerde al een bijeenkomst op 20 mei jl. waarin de aanbevelingen uit het Rob-advies «15,9 uur» centraal stonden. De aanwezige raadsleden en griffiers wisselden ideeën uit om hun raadswerk in de beschikbare tijd uit te voeren. Aanbevelingen als het kiezen voor bepaalde thema’s (en andere thema’s niet tot in detail volgen) en het verdelen van taken tussen fracties behoeven in de politieke praktijk nadere uitwerking en doordenking.
b. Structureel regionaal scholingsaanbod opzetten voor raadsleden
Ik ga, samen met de VNG en Raadslid.nu, inzetten op een structureel regionaal trainingsaanbod. Zo wordt dit jaar een proef gedaan met «Raadsacademie-on-tour»: drie regionale academies door Raadslid.nu, in samenwerking met de Vereniging van Griffiers. Het aanbod van de academie wordt afgestemd op actuele thema’s in de regio zoals integriteit, veiligheidsgevoel en dilemma’s in het sociaal domein.
c. Digitaal Leerplatform voor raadsleden
Nieuw is ook dat de VNG, in samenwerking met Raadslid.nu en BZK, werkt aan een Digitaal Leerplatform. Hier kunnen alle raadsleden tijd- en plaatsonafhankelijk leren en actuele informatie vinden die voor hun raadswerk van belang is. Denk hierbij aan juridische en inhoudelijke basiskennis, filmpjes en e-learningmodules. Dit Leerplatform zal nieuwe raadsleden in 2018 een overzicht bieden met alle benodigde informatie.
Ad 2) Effectief en vernieuwend samenspel en wisselwerking binnen het gemeentebestuur
a. Programma Lokale Democratie in Beweging
Er loopt een meerjarig samenwerkingsprogramma «Lokale Democratie in Beweging» met gezamenlijke activiteiten van de beroepsverenigingen. BZK financiert dit programma. In 2016 vinden er diverse activiteiten plaats, zoals:
• een kijkje in elkaars keuken door raadsleden en burgemeesters;
• experimenteren met nieuwe manieren om inwoners bij raadsvergaderingen te betrekken, in samenwerking met de Democratic Challenge;
• het versterken van de lokale driehoek burgemeester – griffier – gemeentesecretaris;
• bespreken van dilemma’s in het ambtelijk-bestuurlijk samenspel tussen wethouders en gemeentesecretarissen.
De inzet is om dit programma voor 2017 te versterken door het invullen van een agenda die de noodzaak tot goed samenspel nog meer verbindt met de opgaven die op de lokale politieke ambtsdragers afkomen.
b. Investeren in het griffiersambt ter ondersteuning van raden
Samen met de Vereniging van Griffiers zet BZK in op de onderstaande acties:
• een lopend onderzoek naar het griffiersambt en de rol die zij ten opzichte van raden vervullen, door Universiteit van Tilburg op initiatief van BZK. De uitkomsten hiervan zijn in de zomer 2016 bekend en worden onderwerp van debat met alle griffiers vanuit de Vereniging van Griffiers.
• het ontwikkelen van een functieboek van griffiers in 2017 naar aanleiding het debat over het griffiersambt en de veranderende wensen van de gemeenteraad;
• het versterken van de werkgeversfunctie van de raad richting de griffie. Raadslid.nu en de Vereniging van Griffiers organiseren (met subsidie van BZK) 15 regionale bijeenkomsten voor raadsleden. Doel is om de werkgeversfunctie van de raad richting de griffie te versterken en raadsleden bewust te maken wat zij van de griffie mogen verwachten.
Ad 3) Grip op regionale samenwerking en sociaal domein
a. Extra ondersteuning op het sociaal domein
Er komt een opleidingsaanbod op het gebied van financieel toezicht, privacy en verantwoording binnen het sociaal domein. Hieraan blijkt een grote behoefte te bestaan bij raadsleden. Aansluitend hierop volgt een handreiking «Toezicht sociaal domein».
Verder kunnen raadsleden samen met bestuurders oefenen hoe ze moeten omgaan met incidenten rond migratie en de transitie in het sociaal domein. Het voorstel is om het bestaande aanbod aan te passen en raadsleden de mogelijkheid te geven te oefenen met het migratiedossier.
Er komt ook een Tafel casuïstiek voor raadsleden als verbreding van de succesvolle Tafel casuïstiek voor wethouders. Hier wordt vrijuit met collega’s gesproken over inhoudelijke dilemma’s en mogelijke oplossingen in het sociaal domein.
Verder geeft de VNG regelmatig workshops voor raadsleden, onder andere op het gebied van het sociaal domein. Ook is tijdens een congres aandacht besteed aan de veranderende rol van het raadslid als het gaat om het sociaal domein.
Tenslotte zullen er tijdens het regiocongres «Raad op Zaterdag» op 24 september a.s. workshops zijn als «Regionale samenwerking en de positie van de raad» en «Hoe gebruikt uw gemeente de monitor sociaal domein?».
b. Verlenging van de workshop Grip op regionale samenwerking
BZK, VNG, Raadslid.nu en de Vereniging van Griffiers hebben het aanbod van de populaire regionale workshops «Grip op samenwerking» dit jaar uitgebreid met zeven workshops. Daarna zal de workshop worden aangeboden via de VNG-academie. Tot nu toe hebben 24 workshops plaatsgevonden, waaraan raadsleden uit meer dan 110 gemeenten hebben deelgenomen.
c. Onderzoek naar mogelijkheden om regionale oriëntatie van raadsleden te versterken
Er wordt een onderzoek uitgezet naar manieren om «regionale oriëntatie» en «verbindend vermogen» als vaardigheden bij raadsleden te ontwikkelen en/of versterken. Hierbij zal ook de regionale component in de komende Omgevingswet worden meegenomen. Bij dit onderzoek wordt opgetrokken met de VNG, Raadslid.nu en Vereniging van Griffiers.
Ad 4) Aantrekkelijkheid en het aanzien van het raadslidmaatschap vergroten
a. Adviesaanvraag over raadsvriendelijk personeelsbeleid
Nog dit jaar wil ik de Raad voor het Openbaar bestuur vragen om te onderzoeken of de tijdsbesteding, werkdruk, verantwoordelijkheid en de beloning van raadsleden nog met elkaar in balans zijn. Ook zal ik de Raad advies vragen in hoeverre de secundaire arbeidsvoorwaarden raadsleden helpen bij het vervullen van hun ambt. In deze adviesaanvraag wordt ook het idee van burgerschapsverlof meegenomen.
b. Aandacht voor voldoende raadsbudget
Een onderzoek dat Raadslid.nu dit jaar liet uitvoeren3, laat zien dat er grote verschillen zijn tussen gemeenten als het gaat om het gereserveerde budget voor de ondersteuning van de gemeenteraad. Dan gaat het om kosten voor de ondersteuning door de griffie, de kosten voor onderzoek ten behoeve van de raad, zoals de accountant en de Rekenkamer maar ook de kosten voor opleiding van raadsleden en de griffie. Voldoende budget is een basisvoorwaarde is om gebruik te maken van het bestaande ondersteuningsaanbod. Ik ga daarom samen met de VNG, Raadslid.nu en Vereniging van Griffiers bekijken op welke manier dit bij gemeenten en gemeenteraden onder de aandacht kan worden gebracht.
c. Programma Aanzien van het ambt
Ik zet stevig in op een programma dat er op gericht is om zichtbaar te maken wat politieke functies inhouden en welke waarde volle rol politici hebben in de samenleving. Dit ontwikkel en voer ik samen uit met de beroepsgroepen van politieke ambtsdragers, de VNG, het IPO en de UvW.
Om die zichtbaarheid van het politieke ambt, zoals het raadslidmaatschap, te versterken gaan politieke ambtsdragers zelf als ambassadeurs aan de slag. Maak zichtbaar wat je doet, waarom je het doet en waarom het de moeite waard is. Laat burgers kennis maken met de gemeentepolitiek en de mensen achter de politiek. Inspireer hen om deel te nemen en bij te dragen aan de lokale politiek.
Daar ga ik me samen met andere politieke ambtsdragers, onder wie raadsleden, de komende tijd hard voor maken.
Verder kunnen geïnteresseerde burgers kennis maken met de lokale politiek via het politiek neutrale cursusprogramma «Politiek Actief en Politiek Betrokken» van ProDemos. Binnen dit programma is er speciale aandacht voor 18-jarigen die voor het eerst gaan stemmen bij verkiezingen
Tot slot
Ik ben er van overtuigd dat ik met het in deze brief genoemde Actieplan de positie van gemeenteraadsleden versterk en dat daarmee ook het aanzien en de aantrekkelijkheid van hun functie wordt vergroot. Dat zal niet van de ene op de andere dag lukken: dat zal een kwestie van jaren zijn. Het vraagt ook om de inzet en de betrokkenheid van de diverse beroepsgroepen en organisaties, zoals de VNG. Er gebeurt al veel, maar samen doen we er nu nog een schepje bovenop. Zodat raadsleden nog meer voldoening halen uit hun functie en ze meer waardering krijgen van de samenleving voor het even verantwoordelijke als veeleisende werk dat zij doen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk