Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 maart 2016
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van uw Kamer heeft mij bij bovenvermelde brief van 4 maart 2016 gevraagd haar zo spoedig mogelijk te informeren over de resultaten van mijn overleg met de VNG en andere betrokkenen, waaraan ik in mijn brief van 19 februari 2016 refereer (Kamerstuk 34 300 VII, nr. 58). Dit overleg betreft het bredere perspectief van de accountantscontrole bij gemeenten, waarover ik u informeerde in paragraaf 4 van mijn brief. Het overleg is gevoerd in de zogeheten Stuurgroep Vernieuwing BBV (Besluit Begroting en Verantwoording). In deze stuurgroep hebben vertegenwoordigers zitting van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Daarnaast zijn ook het Ministerie van Financiën en de commissie BBV vertegenwoordigd.
Zoals ik in mijn brief heb aangegeven, heeft het overleg betrekking op de volgende onderwerpen:
• het versterken van het gemeentelijk opdrachtgeverschap mbt de accountantscontrole;
• het invoeren van een eigen verantwoordingsrapportage van het college van burgemeester en wethouders respectievelijk gedeputeerde staten over de financiële rechtmatigheid in de jaarrekening;
• het waarborgen van het toezicht op de accountantscontrole;
• het vergroten van de aandacht in de accountantsopleiding voor de eigenheid van gemeenten;
• het opstellen van een specifieke interpretatie voor decentrale overheden van de accountantscontrolestandaarden.
Deze onderwerpen komen hierna achtereenvolgens aan de orde.
Met betrekking tot het gemeentelijk opdrachtgeverschap werkt de VNG aan een handreiking voor de gemeenteraden. Dit gebeurt in overleg met raadsleden, griffiers, inkoopdeskundigen, interne controleurs en accountants.
De bovengenoemde stuurgroep heeft ingestemd met het opnemen in de wet van een verplichte rechtmatigheidsverantwoording door de colleges van gedeputeerde staten respectievelijk van burgemeester en wethouders over de jaarrekening. Dit vergt uitwerking in concrete wijzigingsvoorstellen van de Gemeentewet en de Provinciewet en van de onderliggende besluiten, te weten het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (Bbv) en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado). Een expliciete rechtmatigheidsverantwoording onderstreept de politieke aanspreekbaarheid van de genoemde colleges en heeft naar verwachting een kwaliteitsverhogend effect op de financiële bedrijfsvoering bij gemeenten en provincies. De voorgestelde methodiek sluit bovendien aan bij de werkwijze zoals die bij de rijksoverheid reeds gangbaar is, waar de Minister in de zogenaamde bedrijfsvoeringparagraaf ook een verantwoording aflegt over de rechtmatigheid. De nieuwe methodiek zal op zijn vroegst met ingang van het verantwoordingsjaar 2018 kunnen worden ingevoerd.
Het toezicht op de accountantscontrole wordt uitgeoefend door de Autoriteit Financiële Markten (AFM), voor zover het de openbare accountantskantoren betreft. Dit is bepaald in de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta). De gemeenten Amsterdam en Den Haag hebben een gemeentelijke accountantsdienst. Het toezicht daarop wordt op grond van de Gemeentewet uitgeoefend door de respectievelijke Rekenkamers van deze gemeenten. Op suggestie van de VNG-werkgroep «vernieuwing accountantscontrole gemeenten» worden de mogelijkheden voor toezicht op de gemeentelijke accountantsdiensten opnieuw bezien. Uiteraard moet het toezicht in elk geval worden uitgevoerd conform de vereisten van de Wta, zoals is bepaald in artikel 213, lid 8, van de Gemeentewet.
Met de NBA is afgesproken dat zij in de opleiding tot accountant zorgt voor voldoende aandacht voor de eigenheid van de decentrale overheden. Hiermee wordt bereikt dat de opdrachtgevers inzicht hebben in de aanwezige kennis bij de accountant. Een dergelijke specialisatie wordt niet verplicht gesteld, maar geeft de opdrachtgever dus extra aanknopingspunten voor het kiezen van een accountant.
Met betrekking tot de interpretatie voor decentrale overheden van de accountantscontrolestandaarden, is afgesproken dat er een Handleiding Auditing Decentrale Overheden (HADO) wordt opgesteld. De NBA stelt deze handleiding op en deze wordt in een breed samengestelde implementatiecommissie HADO, onder voorzitterschap van BZK, besproken. De handleiding is bedoeld om problemen op te lossen, die bijvoorbeeld te maken kunnen hebben met de internationale COS-regels, welke gericht zijn op de controle in het bedrijfsleven en de private sector, en daarmee onvoldoende zijn toegesneden op de medeoverheden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk