Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 februari 2016
Vrijdag 10 juli 2015 is tussen drie centrales van overheidspersoneel en werkgevers in de publieke sector een onderhandelingsresultaat bereikt over loonruimte voor de publieke sector (de loonruimte-overeenkomst). Inmiddels zijn er op basis van deze loonruimte-overeenkomst cao’s gesloten in de sectoren Rijk, Rechterlijke Macht, Politie en Defensie. Bij de onderwijssectoren waren al voorafgaand aan de loonruimte-overeenkomst afspraken gemaakt over (een groot deel van) 2015. Voor 2016 zijn daar nog geen cao-afspraken gemaakt vanwege de recente onzekerheid over de ontwikkeling van de ABP-pensioenpremie. Als gevolg van de aanhoudend lage rente en dalende rendementen heeft het ABP-bestuur op 28 januari jl. besloten om vanaf 1 april a.s. een herstelopslag van 1% voor de komende vijf jaar te heffen. Omdat in de loonruimte-overeenkomst was afgesproken geen herstelopslagen te heffen, hebben werkgevers door deze opslag in 2016 een gat in de dekking van de loonruimteovereenkomst omdat voor dat jaar concrete loonstijgingen overeen zijn gekomen. Werkgevers en werknemers in het onderwijs hebben daarop het kabinet gevraagd een oplossing te bieden.
Het kabinet heeft besloten de onderwijswerkgevers een extra loonbijstelling toe te kennen waarmee het werkgeversdeel van de herstelopslag van het begrotingsgefinancierde deel van de loonkosten in 2016 eenmalig wordt vergoed. Het kabinet vertrouwt er op dat hierdoor in de onderwijssectoren snel cao’s worden gesloten zodat ook de werknemers in het onderwijs de loonstijgingen uit het loonruimteakkoord tegemoet kunnen zien.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk