Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 30 november 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat wanneer een van de normen van de Kaderrichtlijn Water niet wordt gehaald, Nederland volgens het door de Europese Commissie gehanteerde «one out, all out»-principe de doelen van de Kaderrichtlijn Water niet haalt;
constaterende dat Nederland zich binnen de EU inzet voor een ander dan het «one out, all out»-principe;
constaterende dat de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water door Nederland in een veelheid aan normen bovenop de wettelijke vereisten van de Kaderrichtlijn Water vertaald zijn, die daarmee ook leidend zijn voor het «one out, all out»-principe;
overwegende dat hierdoor het inzicht in de effectiviteit van maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren niet scherp is;
van mening dat dit onvoldoende rekening houdt met de daadwerkelijke kwaliteit van het oppervlaktewater en de ligging van Nederland;
verzoekt de regering, zolang de Europese Commissie vasthoudt aan het «one out, all out»-principe, zich in te zetten voor vereenvoudiging van de normensystematiek, zodat deze meer recht doet aan de realiteit,
en gaat over tot de orde van de dag.
Visser