Gepubliceerd: 18 december 2015
Indiener(s): Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34300-IX-13.html
ID: 34300-IX-13

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2015

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, dat de «Groep van crediteuren van Cuba» op 12 december overeenstemming heeft bereikt met Cuba over de herstructurering van de uitstaande schuld van in totaal US$11,1 miljard (ongeveer € 10,1 miljard). De groep bestaat uit Australië, Oostenrijk, België, Canada, Denemarken, Finland, Frankrijk, Italië, Japan, Nederland, Spanje, Zweden, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

Nederland is met minder dan 1% van de totale vordering van de groep een relatief kleine crediteur. De vordering van Nederland bestaat uit drie componenten: hoofdsom, contractuele rente en boeterente. De boeterente is een opslag op de contractuele rente in gevallen dat niet aan de betalingsverplichting wordt voldaan. De totale Nederlandse vordering bedraagt circa € 47,4 miljoen waarvan € 23,1 miljoen hoofdsom, € 12,6 miljoen contractuele rente en € 11,7 miljoen boeterente.

De vordering van Nederland vindt deels haar oorsprong in leningen in het kader van ontwikkelingssamenwerking (€ 39 miljoen) en deels in schade die in het verleden door de exportkredietverzekering is uitgekeerd (€ 8,4 miljoen). In beide gevallen gaat het om oude vorderingen: de leningen dateren uit de jaren zeventig en tachtig en de schade is rond de eeuwwisseling ontstaan.

Het akkoord voorziet erin dat Cuba het bedrag van € 35,7 miljoen aan hoofdsom en contractuele rente in achttien jaar geheel terugbetaalt. Met andere woorden, Cuba betaalt alsnog het bedrag terug dat oorspronkelijk aan Nederland verschuldigd was. De boeterente, dus de opslag die werd gerekend omdat Cuba niet betaalde, wordt over diezelfde periode na iedere betaling geleidelijk kwijtgescholden. Na de eerste vijf jaar van terugbetaling wordt weer rente bij Cuba in rekening gebracht over de dan nog uitstaande vordering.

De overeenstemming die Cuba met de bovengenoemde landen heeft bereikt betekent dat een langslepende kwestie is opgelost.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem