Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2016
In deze brief informeer ik u, zoals toegezegd tijdens het afgelopen notaoverleg MIRT van 23 november 2015 (Kamerstuk 34 300 A, nr. 58), over mijn beleid en de bereikte resultaten van het programma Beter Benutten. Als bijlage bij de brief stuur ik u het programmaboek Beter Benutten (zie bijlage 1)1. Tevens kom ik in deze brief terug op uw verzoek van 28 april 2016 om vooruitlopend op het algemeen overleg van 14 juni 2016, u meer informatie over mijn beleid met betrekking tot spitsmijdenprojecten te sturen.
De Beter Benutten aanpak en resultaten
Het is belangrijk dat blijvend wordt geïnvesteerd in de infrastructuur, daarom realiseert dit kabinet 717 kilometer aan nieuwe rijstroken. Er is meer nodig om de bereikbaarheid te verbeteren. Met Beter Benutten is ingezet op een brede mix aan kosteneffectieve maatregelen met focus op de economische meerwaarde, slimme technologie en het vergroten van keuzemogelijkheden voor reizigers en vervoerders. Dit doe ik in twaalf regio’s in samenwerking met regionale overheden en het bedrijfsleven, dat onder andere meewerkt door het aanbieden van flexibele reisopties aan hun medewerkers. De doelstelling van Beter Benutten was ambitieus: het streven was om op korte termijn met gerichte, slimme maatregelen circa 20% minder congestie op de drukste trajecten te realiseren. Dit ten opzichte van de situatie zonder het programma Beter Benutten. Voor onze economie is een goede doorstroming op wegen, vaarwegen en openbaar vervoer van groot belang.
In de twaalf regio’s zijn ruim 300 maatregelen uitgevoerd. Deze zijn onderverdeeld in infrastructurele maatregelen, ITS-maatregelen en maatregelen gericht op het vergroten van de keuzemogelijkheden voor reizigers en vervoerders. Van de 300 zijn ongeveer 150 maatregelen gericht op het uitbreiden van de capaciteit van de infrastructuur. Hierbij valt onder andere te denken aan spitsstroken (bijvoorbeeld de spitsstroken tussen Purmerend en Zaandam); extra rijstroken (zoals de derde rijstrook op de A1 tussen Bunschoten en Hoevelaken); fietsinfrastructuur; slimme aanpassingen aan kruispunten of de belijning van wegen; en uitbreidingen van op- en afritten (zoals op de A6 bij Lelystad). Een hoofdweg in Arnhem is heringericht, zodat de doorstroming toeneemt en tegelijkertijd de verkeersveiligheid en leefbaarheid verbetert.
Naast deze infrastructurele projecten, zijn maatregelen ontwikkeld gericht op dynamisch verkeersmanagement en ITS, die de verkeersafwikkeling efficiënter maken en de kansen op duurzame doorontwikkeling door het bedrijfsleven vergroten. Zo heeft de provincie Noord- Holland de doorstroming op zowel de weg als over het water verbeterd door een systeem in te voeren waar informatie over het wegverkeer en de scheepvaart gekoppeld wordt en de beste momenten gekozen worden om een brug te openen. Ook zijn op 167 kruispunten de verkeerslichten geoptimaliseerd om de doorstroming te verbeteren.
De derde categorie Beter Benutten maatregelen is er op gericht om de keuzemogelijkheden voor reizigers en vervoerders te vergroten, zoals spitsmijdenprojecten. Samen met vervoerders, verladers en brancheorganisaties zijn logistieke maatregelen uitgevoerd die hebben bijgedragen aan minder vrachtauto’s in de spits en aan het versterken van de concurrentiekracht van de logistieke sector. In Brabant zijn bijvoorbeeld kleine infrastructurele maatregelen getroffen om de vaarwegen geschikt te maken voor een groter type schepen dan voorheen en zijn tegelijkertijd afspraken gemaakt met het bedrijfsleven om meer goederen over het water te vervoeren. Ook zijn in alle twaalf regio’s fietsmaatregelen uitgevoerd om mensen de voordelen te laten ervaren om met de fiets naar het werk te gaan. Deze maatregelen hebben geleid tot een betere stedelijke bereikbaarheid en leefbaarheid. Alle maatregelen uit het programma zijn beschreven in het programmaboek, dat ik met deze brief mee stuur2.
Het Beter Benutten programma heeft geleid tot 19% minder vertraging in de spits op de drukste trajecten. Van de 354 regionale maatregelen zijn ruim 300 maatregelen uitgevoerd. Gemiddeld zijn er per werkdag 48.000 auto’s of vrachtauto’s minder in de spits. Oude patronen zijn daadwerkelijk doorbroken en reizigers maken zichtbaar andere mobiliteitskeuzes.
Nu de mobiliteit weer toeneemt, is het belangrijk te blijven investeren in uitbreiding van de huidige infrastructuur en tegelijkertijd de deuren open houden voor slimme, innovatieve oplossingen die de bereikbaarheid verbeteren. Zo ontstaan oplossingen die worden ontwikkeld vanuit de behoeften van de reiziger, vervoerder en verlader en die ruimte geven aan initiatieven uit de samenleving. Dit levert nieuwe kennis op, verhoogt de slagkracht bij het verbeteren van de economie en draagt bij aan meer ruimte op de weg. Om die reden is de samenwerking met de regionale overheden en het bedrijfsleven doorgezet in het Beter Benutten Vervolgprogramma.
Spitsmijdenprojecten
Spitsmijdenprojecten zijn een onderdeel van het Beter Benutten programma.
Zoals eerder in deze brief toegezegd wil ik hierover het volgende toelichten. Er zijn zeven spitsmijdenprojecten in het kader van Beter Benutten. Zo zijn bijvoorbeeld op de A12 Galecopperbrug, op de A15 bij Rotterdam en rond Utrecht spitsmijdenprojecten ingezet om verkeershinder tijdens wegwerkzaamheden te beperken, zoals eerder met u afgesproken in het kader van de minder hinder aanpak bij werkzaamheden. Rond Rotterdam en Arnhem Nijmegen zijn vooruitlopend op de nodige infrastructurele uitbreidingen spitsmijdenprojecten uitgevoerd om op korte termijn de files te beperken. Dergelijke projecten geven zowel het Rijk als de regionale overheden daarmee een instrument om op korte termijn files aan te pakken. Ook het bedrijfsleven onderschrijft het nut van de spitsmijdenprojecten. Zo bericht het AD van 28 april («Vrees voor terugkeer van files») dat werkgevers in de Rotterdamse regio’s het spitsmijdenproject in Rotterdam een goed instrument vinden om de terugkeer van lange files te voorkomen. Het Rotterdamse spitsmijdenproject zorgt ervoor dat de reistijd met 8 minuten verkort wordt om de haven uit te komen.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus