Kamerstuk 34287-11

Amendement van de leden Van Veldhoven en Dik-Faber dat regelt dat het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage verplicht wordt voor alle project-MER procedures in de Wet milieubeheer en in de Omgevingswet

Dossier: Wijziging van de Wet milieubeheer en de Crisis- en herstelwet in verband met de uitvoering van Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PbEU 2014, L 124) (implementatie herziening mer-richtlijn)


16,7 %
83,3 %

GrBvK

SP

GrKÖ

GL

PvdD

D66

50PLUS

Klein

CU

SGP

CDA

VVD

Houwers

PvdA

PVV

Van Vliet


Nr. 11 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN VELDHOVEN EN DIK-FABER

Ontvangen 25 mei 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel II, onderdeel K, wordt in artikel 7.26a «kan de commissie in de gelegenheid stellen» vervangen door: stelt de commissie in de gelegenheid om.

II

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIa (WIJZIGING OMGEVINGSWET)

Artikel 16.47, eerste lid, van de Omgevingswet komt te luiden:

  • 1. Het bevoegd gezag stelt de Commissie voor de milieueffectrapportage in de gelegenheid advies uit te brengen over het milieueffectrapport.

Toelichting

Op dit moment is het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage voor project-MER verplicht bij complexe projecten. Met dit wetsvoorstel wordt het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage voor de project-MER facultatief voor de beperkte procedure. In de Omgevingswet wordt het advies voor alle project-MER facultatief. Een facultatief advies heeft behoudens het attenderen van het bevoegd gezag dat deze mogelijkheid er is, geen toegevoegde waarde, aangezien de Commissie voor de milieueffectrapportage nu ook al, zonder wettelijke grondslag, vrijwillig om advies kan worden gevraagd.

Met dit amendement wordt het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage verplicht voor alle project-MER procedures. Onderdeel I regelt dit voor de beperkte procedure in de Wet milieubeheer, onderdeel II regelt dit voor alle project-MER in de Omgevingswet.

Bij de modernisering van de regelgeving voor de milieueffectrapportage in 2010 is er bewust voor gekozen om het verplichte advies voor complexe projecten in stand te laten. Dit onafhankelijke stempel is zowel in het voordeel van het bevoegd gezag, de initiatiefnemer en belanghebbenden. Het voorkomt in het vervolg van de besluitvormingsprocedure discussies over de feitelijke milieu-informatie van een project. Gezien de positieve ervaringen van de afgelopen jaren ten aanzien van deze onafhankelijke toets is er geen reden deze waarborg met de komst van de Omgevingswet in te trekken. Bovendien is de afgelopen jaren gebleken dat voor slechts een tiental projecten per jaar advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage niet verplicht is. Niettemin gaat het om projecten waarvan de Europese wetgever op voorhand heeft geoordeeld dat sprake is van aanzienlijke milieugevolgen. Het is daarom wenselijk om ook voor deze projecten een onafhankelijke waarborg in te bouwen dat de milieuinformatie juist en volledig is voordat het bevoegd gezag een besluit neemt.

Het niet verplichten van het advies wordt mede gedaan met het oog op de snelheid en eenvoud van de procedures. Ook met een verplicht advies kan dit doel worden bereikt. De Commissie voor de milieueffectrapportage kan voorzien in een kort en snel advies zodra duidelijk is dat een uitgebreid advies geen toegevoegde waarde heeft. Daar staat tegenover dat wanneer een uitgebreid advies wel nodig is de tijd die dit kost in het vervolg van de besluitvormingsprocedure ook veel tijd kan besparen.

Met dit amendement wordt ook aangesloten bij het bij de wijziging van de M.e.r.-richtlijn van 16 april 2014 (Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van de richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten) ingevoegde artikel 9bis, dat op mogelijke belangenconflicten wijst in situaties waarin het bevoegd gezag en de initiatiefnemer onderdeel zijn van hetzelfde bestuursorgaan. Een onafhankelijke toets kan dan als waarborg dienen dat serieus met MER wordt omgegaan, zodat geen wantrouwen en weerstand bij belanghebbenden wordt opgeroepen.

Van Veldhoven Dik-Faber