Vastgesteld 8 oktober 2015
De vaste commissie voor Financiën belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de Belastingregeling Nederland Sint Maarten en hebben verder geen aanvullende vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Belastingregeling tussen Nederland en Sint Maarten. Vooral de pensioenparagraaf daarin geeft deze leden aanleiding tot het maken van enkele opmerkingen.
De Nederlandse Tweede Kamer heeft er zeer bewust voor gekozen om de regering te vragen om in afwijking van het OESO-modelverdrag het heffingsrecht over pensioenen bij het bronland te leggen. Bij de opbouw van Nederlandse pensioenen betaal je in zijn geheel geen belastingen over de inleg of de opbouw (aanspraken). Daarom is het van belang dat Nederland wel het heffingsrecht houdt over de uitkeringen.
In onderhavige belastingregeling heeft de Nederlandse regering ingestemd met een bronheffing van slechts 15%. Dat betekent dat emigreren naar Sint Maarten wel erg aantrekkelijk blijft en wordt voor Nederlanders met een relatief goed aanvullend pensioen, overigens net als naar de andere delen van het Koninkrijk in het Caribisch gebied. Hoe denkt de Nederlandse regering uitvoering te geven aan het beleid om bronheffingen over pensioenen af te spreken?
Een omgekeerd probleem doet zich voor bij het nettopensioen. Daarover zijn alle belastingen al betaald. Er vindt dus feitelijk een soort dubbele belasting plaats als dit nog een keer in het inkomen getrokken wordt. De leden van de CDA-fractie waren daarom ook fel tegen de invoering van het nettopensioen. Het doorsnijdt namelijk alle bestaande systemen. Dat blijkt ook wel in deze regeling: je moet het afkopen, anders wordt het onmiddellijk in de heffing getrokken. Deelt de regering de mening dat de invoering van het nettopensioen geen verstandige maatregel was?
Ook over het aanmerkelijkbelangvoorbehoud in relatie tot het Belastingplan hebben de leden van de CDA-fractie een vraag. In de belastingregeling gaat het aanmerkelijkbelangvoorbehoud van een termijn van vijf jaar, zoals opgenomen was in de BRK, naar een termijn van tien jaar. In het Belastingplan 2016 stelt de regering echter voor de termijn te laten vervallen, waardoor een onbeperkt aanmerkelijkbelangvoorbehoud geldt. Om te voorkomen dat deze wijziging strijd oplevert met het beginsel van de goede verdragstrouw is het cruciaal om de wijziging met alle verdragspartners te bespreken, het liefst in het kader van verdragsonderhandelingen. Daarom vernemen de leden van de CDA-fractie graag of de regering het onbeperkte aanmerkelijkbelangvoorbehoud met Sint Maarten als verdragspartner heeft besproken en zo ja, waarom dan geen onbeperkt aanmerkelijkbelangvoorbehoud in de regeling is opgenomen.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Duisenberg
De adjunct-griffier van de commissie, Van den Eeden