Ontvangen 19 januari 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel B, wordt aan artikel 13a een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van artikel 127, eerste lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, kan de verzekeraar de in het eerste lid bedoelde vergoeding niet verrekenen met andere vorderingen, waaronder in ieder geval de opeisbare premie, bedoeld in artikel 16, eerste lid, en het eigen risico, bedoeld in artikel 19, eerste lid.
Met dit amendement beoogt indiener onmogelijk te maken dat het persoonsgebonden budget voor wijkverpleging wordt verrekend met vorderingen die de zorgverzekeraar heeft op de verzekerde, bijvoorbeeld volgend uit het eigen risico. De keuze voor het pgb mag niet leiden tot minder zorg omdat er een vordering ligt op de verzekerde. In de wet is nadrukkelijk afgesproken dat voor de wijkverpleging geen eigen risico geldt om een gemakkelijk toegankelijke zorgvoorziening te realiseren.1 Deze toegankelijkheid wordt aangetast als verrekening met vorderingen door de zorgverzekeraar plaatsvindt.
Het toegekende pgb voor wijkverpleging is niet bedoeld om andere openstaande rekeningen mee te voldoen, maar om zorg in te kopen als alternatief voor zorg in natura. Wanneer de zorgverzekeraar een openstaande vordering kort op het pgb, kan daardoor de uitbetaling van de zorgverlener(s) die via een pgb word(t/en) ingehuurd in de knel komen en daarmee ook het zorgproces.
Voorts kan er, wanneer de zorgverzekeraar het eigen risico of een andere vordering ten laste van het pgb voor wijkverpleging laat komen, sprake zijn van oneigenlijk gebruik. Het pgb is immers niet afgegeven voor het betalen van het eigen risico of een andere vordering. Het is mogelijk dat de budgethouder in de situatie komt dat door verkeerde besteding van pgb-gelden, deze gelden onrechtmatig blijken te zijn verstrekt. Indiener vindt dit onwenselijk en wil dit voorkomen.
Tot slot is de rechtspositie van budgethouders ten opzichte van mensen die wijkverpleging in natura krijgen in het geding. Iemand die wijkverpleging in natura krijgt, zal uit de aard van die zorg immers niet geconfronteerd kunnen worden met het verrekenen van zorguren met een openstaande vordering.
De zorgverzekeraar dient derhalve de toekenning en betaling van het pgb administratief volledig los te knippen van andere financiële stromen met de verzekerde.
Leijten