Voorgesteld 8 september 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat praktisch alle directe en indirecte overheidsbedrijven wettelijk vennootschapsbelastingplichtig zijn geworden, hetgeen deels leidt tot administratievelastenverzwaring;
overwegende dat nog steeds sprake kan zijn van objectief vrijgestelde activiteiten bij deze overheidslichamen;
overwegende dat de dividendbelasting een voorheffing is op de vennootschapsbelasting en dat op verzoek teruggave wordt verleend van eerder ingehouden dividendbelasting indien deze betrekking heeft op objectief vrijgestelde activiteiten;
overwegende dat de Wet op de dividendbelasting voor bepaalde gevallen ook voorziet in de mogelijkheid om inhouding van dividendbelasting vooraf achterwege te laten wanneer de gerechtigde aan de inhoudingsplichtige schriftelijk laat weten dat de situatie inhouding in de weg staat dan wel leidt tot teruggave achteraf;
verzoekt de regering, in het kader van administratievelastenverlichting de mogelijkheid te onderzoeken om inhouding van dividendbelasting achterwege te laten in het geval van vrijgestelde activiteiten bij overheidslichamen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Vliet