Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2015 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
1. |
Leeswijzer |
|
2. |
Het beleid |
|
2.1. |
Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten |
|
2.2. |
Beleidsartikelen |
|
2.3. |
Niet-beleidsartikelen |
In deze 1e suppletoire begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting 2015 een uitgavenpeil van € 36,2 miljard geraamd.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat een overzicht van de belangrijkste suppletoire mutaties (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 2.2 en 2.3). Op de beleidsartikelen worden alleen de mutaties groter dan € 2,5 miljoen toegelicht.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties weergegeven. Daaronder worden de mutaties toegelicht.
Artikelnr. |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|---|
Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting 2015 |
36.032,1 |
1.256,7 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||||
1 |
Leerlingen- en studentenontwikkeling |
diverse |
75,1 |
– 6,4 |
2 |
Bijstelling autonome raming studiefinanciering |
11, 12, 13 |
79,4 |
11,4 |
3 |
Correctie vooruitbetalingen |
4, 15 |
– 184,0 |
– |
4 |
Eindejaarsmarge 2014/2015 |
diverse |
126,8 |
– |
5 |
Kasschuiven |
diverse |
– 29,4 |
– |
6 |
Generieke digitale infrastructuur (GDI) |
diverse |
– 5,6 |
– |
7 |
Rente studiefinanciering |
11 |
– |
– 40,3 |
8 |
Niet kaderrelevante mutaties |
11,12 |
– 103,0 |
43,8 |
9 |
Loon- en prijsbijstelling tranche 2015 |
91 |
166,3 |
– |
10 |
Overige mutaties |
diverse |
10,8 |
9,4 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
36.168,6 |
1.274,6 |
Bovenstaande uitgaven- en ontvangstenmutaties hebben een meerjarige doorwerking.
Toelichting:
1.
Uit de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen 2015 blijkt dat het aantal leerlingen en studenten in 2015 per saldo hoger is dan de in de OCW-begroting 2015 verwerkte referentieraming 2014. Onderstaande tabel geeft de verdeling per sector weer:
Artikelnr. |
Omschrijving |
2015 |
---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
6,0 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
28,3 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
1,2 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
18,9 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
30,4 |
11,12,13 |
Studiefinanciering |
– 9,7 |
Subtotaal uitgaven |
75,1 |
|
12, 13 |
Minus: Lesgeldontvangsten en WTOS ontvangsten |
– 6,4 |
Totaal leerlingen- en studentenontwikkeling |
81,5 |
2.
De raming voor studiefinanciering laat hogere kaderrelevante uitgaven zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2015 verwerkte raming uit het voorjaar 2014. Dit is het gevolg van de verwerking van nieuwe uitvoeringsgegevens van DUO. De hogere uitgaven doen zich zowel voor bij de basisbeurs en de aanvullende beurs.
3 & 4.
In 2014 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. Daartegenover zijn eind 2014 twee betalingen gedaan, die eigenlijk in 2015 hadden moeten plaatsvinden. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd met een brief over de technische mutaties jaarafsluiting 2014.
De middelen die in 2015 vrijvallen doordat de twee betalingen reeds in 2014 zijn gedaan (totaal € 184,0 miljoen) worden overgeboekt naar artikel 91 Nominaal en onvoorzien. Na correctie van de negatieve eindejaarsmarge van vorig jaar (– € 57,1 miljoen), blijft er een eindejaarsmarge over van € 126,8 miljoen. Een deel van deze eindejaarsmarge wordt ingezet voor overlopende verplichtingen van 2014 naar 2015.
5.
Deze post bestaat uit diverse overlopende verplichtingen op de OCW-begroting, voor onder andere Caribisch Nederland (– € 18,9 miljoen), flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (– € 6,0 miljoen) en het cultuurstelsel 2017–2020 (– € 6,0 miljoen). Deze middelen worden doorgeschoven naar latere jaren.
6.
Dit betreft de bijdrage van OCW aan de voorzieningen binnen de generieke digitale infrastructuur (GDI).
7.
De raming voor studiefinanciering laat lagere renteontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2015 verwerkte raming uit het voorjaar 2014. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de neerwaarts bijgestelde rentevoet.
8.
De raming voor studiefinanciering laat lagere niet-kaderrelevante uitgaven en hogere niet-kaderrelevante ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2015 verwerkte raming van het voorjaar 2014. Dit betreft de doorwerking van de realisaties in 2014. De lagere uitgaven doen zich onder andere voor bij de reisvoorziening en de rentedragende lening. De hogere ontvangsten betreffen aflossingen op leningen: vanwege de lagere rente wordt het aflossingsdeel in de terugbetalingen groter.
9.
De loon- en prijsbijstelling tranches 2015 zijn toegevoegd aan de OCW-begroting.
10.
De overige mutaties betreffen overboekingen van en naar andere departementen en desalderingen van uitgaven en ontvangsten.
Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vast-gestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
9.963.954 |
0 |
9.963.954 |
– 27.978 |
9.935.976 |
14.751 |
22.827 |
14.140 |
25.434 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||||
Uitgaven |
9.963.954 |
0 |
9.963.954 |
– 27.978 |
9.935.976 |
14.751 |
22.827 |
14.140 |
25.434 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,5% |
99,8% |
|||||||||
Bekostiging |
9.413.110 |
0 |
9.413.110 |
– 7.562 |
9.405.548 |
14.697 |
23.501 |
17.984 |
29.136 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
9.268.730 |
0 |
9.268.730 |
– 8.402 |
9.260.328 |
13.602 |
23.301 |
17.784 |
29.136 |
|
– |
Bekostiging Primair Onderwijs |
9.255.775 |
9.255.775 |
– 8.647 |
9.247.128 |
13.435 |
23.301 |
17.784 |
29.136 |
||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
12.955 |
12.955 |
245 |
13.200 |
167 |
0 |
0 |
0 |
||
• |
Prestatiebox |
128.000 |
128.000 |
128.000 |
|||||||
• |
Aanvullende bekostiging |
16.380 |
0 |
16.380 |
840 |
17.220 |
1.095 |
200 |
200 |
0 |
|
– |
Conciërgeregeling |
11.432 |
11.432 |
11.432 |
|||||||
– |
Subsidieregeling Passend Onderwijs |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Overig |
4.948 |
4.948 |
840 |
5.788 |
1.095 |
200 |
200 |
0 |
||
Subsidies |
122.615 |
0 |
122.615 |
– 18.984 |
103.631 |
1.505 |
2.400 |
– 142 |
0 |
||
– |
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
23.862 |
23.862 |
23.862 |
|||||||
– |
Nederlands onderwijs buitenland |
13.355 |
13.355 |
13.355 |
|||||||
– |
Herstart en Op de Rails |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) |
8.992 |
8.992 |
– 1.912 |
7.080 |
||||||
– |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
|||||||
– |
Overig |
66.406 |
66.406 |
– 17.072 |
49.334 |
1.505 |
2.400 |
– 142 |
0 |
||
Opdrachten |
11.344 |
11.344 |
– 1.324 |
10.020 |
– 50 |
– 37 |
– 37 |
– 37 |
|||
Bijdrage aan agentschappen |
28.431 |
0 |
28.431 |
– 121 |
28.310 |
– 1.414 |
– 3.037 |
– 3.665 |
– 3.665 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
28.431 |
28.431 |
– 121 |
28.310 |
– 1.414 |
– 3.037 |
– 3.665 |
– 3.665 |
||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
15.981 |
0 |
15.981 |
13 |
15.994 |
13 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds |
5.716 |
5.716 |
13 |
5.729 |
13 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheid |
7.964 |
7.964 |
7.964 |
|||||||
– |
UWV |
2.301 |
2.301 |
2.301 |
|||||||
Bijdrage aan medeoverheden |
361.550 |
0 |
361.550 |
0 |
361.550 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
261.750 |
261.750 |
261.750 |
|||||||
– |
Convenant G37 |
95.000 |
95.000 |
95.000 |
|||||||
– |
Ondersteuning niet G37 |
4.800 |
4.800 |
4.800 |
|||||||
Bijdrage aan sociale fondsen |
10.923 |
0 |
10.923 |
0 |
10.923 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Brede Scholen |
10.923 |
10.923 |
10.923 |
|||||||
Ontvangsten |
1.661 |
1.661 |
1.661 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 7,6 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Een overboeking van bekostiging naar subsidies (€ 12,5 miljoen) voor het innovatiefonds en het doorbraakproject ICT.
– Een overboeking van artikel 1 naar artikel 3 (€ 5,5 miljoen) voor het verbeteren van de opleidingen voor leraren in het VMBO.
– Het budgettaire effect van de leerlingenraming (€ 6,0 miljoen). Uit de referentieraming leerlingen- en studentenaantallen 2015 blijkt dat het aantal leerlingen in het primair onderwijs in 2015 per saldo hoger is dan de in de OCW-begroting 2015 verwerkte referentieraming 2014. Dit wordt veroorzaakt door meer geboorten en een hoger immigratiesaldo.
– Een overboeking van structureel € 2,1 miljoen van VWS. Met de decentralisatie van de jeugdzorg is VWS niet langer verantwoordelijk voor de vaststelling van het aantal plaatsen bij onderwijsinstellingen verbonden aan de gesloten jeugdzorg. De zorgkosten gebaseerd op het aantal plaatsen 2014 worden structureel aan OCW overgeboekt.
– Toevoeging uit de eindejaarsmarge voor de overlopende verplichting voor Stichting Gewoon Anders (€ 1,2 miljoen). Vanwege uitvoeringssystematiek leidt deze verplichting uit 2014 pas in 2015 tot uitgaven.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 19,0 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Een overboeking van € 20,9 miljoen van artikel 1 naar artikel 9. Vanuit het sectorakkoord zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de lerarenbeurs, zowel voor meer masters als voor het behalen van de brede bevoegdheid gym.
– Een overboeking van bekostiging naar subsidies van € 12,5 miljoen. Dit betreft de middelen voor het innovatiefonds en het doorbraakproject ICT (€ 12,5 miljoen).
– Een kasschuif van € 5 miljoen van 2015 naar 2016 en 2017. Voor het doorbraakproject ICT zijn incidenteel middelen beschikbaar. Het project heeft een looptijd van drie jaar met de daarbij behorende uitgaven. Door een kasschuif (€ 5 miljoen) naar 2016 en 2017 (€ 2,5 miljoen per jaar) worden de beschikbare middelen over de jaren verdeeld.
– Een overboeking van artikel 1 naar artikel 3 (€ 8,3 miljoen) voor diverse projecten, waaronder de (adaptieve) eindtoets (€ 3,9 miljoen), Passend onderwijs (€ 1,4 miljoen) en School aan Zet (€ 1,9 miljoen).
– Een kasschuif van € 2,8 miljoen van 2014 naar 2015. Voor een aantal projecten zoals onder andere Passend onderwijs, Excellentie en In balans is in totaal € 2,8 miljoen aan juridische verplichtingen doorgeschoven naar 2015.
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.502.074 |
0 |
7.502.074 |
79.655 |
7.581.729 |
7.812 |
– 7.230 |
– 19.688 |
– 25.300 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
1.425 |
1.425 |
|||||||||
Uitgaven |
7.480.508 |
0 |
7.480.508 |
53.452 |
7.533.960 |
23.264 |
6.290 |
– 8.124 |
– 19.075 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
|||||||||
Bekostiging |
7.341.604 |
0 |
7.341.604 |
29.191 |
7.370.795 |
23.740 |
9.326 |
– 2.194 |
– 13.758 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
7.022.187 |
0 |
7.022.187 |
29.191 |
7.051.378 |
23.740 |
9.326 |
– 2.194 |
– 13.758 |
|
– |
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum |
6.434.326 |
6.434.326 |
27.306 |
6.461.632 |
23.798 |
9.346 |
– 2.174 |
– 13.738 |
||
– |
Bekostiging lichte ondersteuning |
574.810 |
574.810 |
574.810 |
|||||||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
13.051 |
13.051 |
1.885 |
14.936 |
– 58 |
– 20 |
– 20 |
– 20 |
||
• |
Prestatiebox |
177.363 |
0 |
177.363 |
0 |
177.363 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs |
177.363 |
177.363 |
177.363 |
|||||||
• |
Aanvullende bekosting |
142.054 |
0 |
142.054 |
0 |
142.054 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) |
2.741 |
2.741 |
2.741 |
|||||||
– |
Regeling leerplusarrangement, nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen |
77.677 |
77.677 |
77.677 |
|||||||
– |
Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo |
250 |
250 |
250 |
|||||||
– |
Regeling functiemix VO Randstadregio's |
61.386 |
61.386 |
61.386 |
|||||||
Subsidies |
59.937 |
0 |
59.937 |
11.276 |
71.213 |
736 |
– 364 |
– 2.713 |
– 2.100 |
||
– |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, BE |
12.052 |
12.052 |
12.052 |
|||||||
– |
ICT-projecten |
700 |
700 |
700 |
|||||||
– |
Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek) |
3.465 |
3.465 |
– 1.000 |
2.465 |
||||||
– |
Onderwijs Bewijs |
1.363 |
1.363 |
1.363 |
|||||||
– |
Regionale verwijzingscommissies VO |
6.985 |
6.985 |
6.985 |
|||||||
– |
Pilots zomerscholen |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
|||||||
– |
Overige projecten |
26.372 |
26.372 |
12.276 |
38.648 |
736 |
– 364 |
– 2.713 |
– 2.100 |
||
Opdrachten |
1.582 |
0 |
1.582 |
– 30 |
1.552 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
In- en uitbesteding |
1.582 |
1.582 |
– 30 |
1.552 |
||||||
Bijdragen aan agentschappen |
30.001 |
0 |
30.001 |
– 21 |
29.980 |
– 1.261 |
– 2.672 |
– 3.217 |
– 3.217 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
30.001 |
30.001 |
– 21 |
29.980 |
– 1.261 |
– 2.672 |
– 3.217 |
– 3.217 |
||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
47.146 |
0 |
47.146 |
13.036 |
60.182 |
49 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
ZBO: College voor Toetsen en Examens |
4.165 |
4.165 |
4.165 |
|||||||
– |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/BVE (incl. examens) |
42.981 |
42.981 |
13.036 |
56.017 |
49 |
|||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
238 |
0 |
238 |
0 |
238 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
GRAZ (ECML) en PISA |
238 |
238 |
238 |
|||||||
Ontvangsten |
1.361 |
1.361 |
1.361 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 79,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 26,2 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Garantieverplichtingen aan onderwijsinstellingen die in 2015 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat.
– Bijstelling van de verplichtingenraming doordat een deel van de uitgavenmutaties voor 2016 reeds in 2015 wordt verplicht.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 29,2 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– De realisatie van het aantal leerlingen is hoger dan de raming (+ € 28,3 miljoen).
– Overboekingen van en naar andere beleidsterreinen (+ € 0,9 miljoen).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 11,3 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Een overboeking van beleidsterrein 1 primair onderwijs van € 5,5 miljoen van NOA-middelen.
– Het saldo van diverse overboekingen van en naar andere beleidsterreinen (€ 5,8 miljoen).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s.
Het budget voor de SLOA-instellingen wordt per saldo met € 13,0 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Overboeking van beleidsterrein 1 primair onderwijs van € 4,9 miljoen inzake hun bijdrage aan het CITO en het SLO voor diverse projecten.
– Overboeking van beleidsterrein 4 beroepsonderwijs en volwasseneducatie inzake hun bijdrage aan het CITO voor de centraal ontwikkelde examens mbo (+ € 6,1 miljoen).
– Overige (+ € 2 miljoen).
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.063.888 |
4.063.888 |
– 74.269 |
3.989.619 |
– 128.676 |
– 124.128 |
– 107.116 |
– 107.098 |
|||
Waarvan garantieverplichtingen |
415 |
415 |
|||||||||
Uitgaven |
4.107.238 |
4.107.238 |
– 39.362 |
4.067.876 |
– 88.820 |
– 112.687 |
– 110.184 |
– 123.134 |
|||
Waarvan juridisch verplicht |
99,5% |
99,7% |
|||||||||
Bekostiging |
3.724.131 |
0 |
3.724.131 |
– 45.616 |
3.678.515 |
– 95.278 |
– 130.253 |
– 139.549 |
– 142.931 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.355.048 |
3.355.048 |
– 41.180 |
3.313.868 |
– 88.997 |
– 123.972 |
– 135.053 |
– 129.940 |
||
– |
Bekostiging roc's/overige regelingen |
3.220.435 |
3.220.435 |
– 38.888 |
3.181.547 |
– 90.183 |
– 125.172 |
– 136.253 |
– 131.140 |
||
– |
Bekostiging kbb's |
69.650 |
69.650 |
– 4.457 |
65.193 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Bekostiging CaribischNederland |
5.664 |
5.664 |
2.165 |
7.829 |
1.186 |
1.200 |
1.200 |
1.200 |
||
– |
Bekostiging vavo |
59.299 |
59.299 |
0 |
59.299 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
• |
Prestatiebox |
228.865 |
228.865 |
– 765 |
228.100 |
– 865 |
– 865 |
– 865 |
– 865 |
||
– |
Kwaliteitsafspraken |
228.865 |
228.865 |
– 765 |
228.100 |
– 865 |
– 865 |
– 865 |
– 865 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
140.218 |
140.218 |
– 3.671 |
136.547 |
– 5.416 |
– 5.416 |
– 3.631 |
– 12.126 |
||
– |
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo |
14.017 |
14.017 |
– 73 |
13.944 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Versterken centrale en uniforme toetsing |
4.981 |
4.981 |
– 4.981 |
0 |
– 5.376 |
– 5.376 |
– 5.376 |
– 5.376 |
||
– |
RMC's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Plusvoorzieningen overbelaste jongeren en wijkscholen |
30.400 |
30.400 |
0 |
30.400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Programmagelden regio's |
19.150 |
19.150 |
108 |
19.258 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Convenanten met RMC-regio's |
17.100 |
17.100 |
– 35 |
17.065 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Leerlinggebonden financiering (LGF) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Taal en Rekenen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
School-ex 2.0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Regionaal Investeringsfonds |
13.450 |
13.450 |
1.310 |
14.760 |
– 40 |
– 40 |
1.745 |
– 6.750 |
||
– |
Salarismix Randstadregio's |
41.120 |
41.120 |
0 |
41.120 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Subsidies |
242.918 |
0 |
242.918 |
13.529 |
256.447 |
5.306 |
6.270 |
7.407 |
– 1.161 |
||
– |
Subsidieregeling praktijkleren |
209.000 |
209.000 |
– 2.747 |
206.253 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– 2.500 |
||
– |
Actieplan Laaggeletterdheid |
4.000 |
4.000 |
0 |
4.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Pilots laaggeletterdheid |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Sectorplan mbo-hbo techniek |
3.800 |
3.800 |
– 3.800 |
0 |
1.800 |
1.300 |
0 |
0 |
||
– |
Netwerkscholen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Loopbaanorientatie |
2.100 |
2.100 |
0 |
2.100 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Overige projecten |
19.018 |
19.018 |
20.076 |
39.094 |
6.006 |
7.470 |
9.907 |
1.339 |
||
Opdrachten |
4.294 |
0 |
4.294 |
1 |
4.295 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
In- en uitbesteding |
4.294 |
4.294 |
1 |
4.295 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
18.141 |
0 |
18.141 |
4.283 |
22.424 |
3.555 |
2.720 |
1.382 |
1.382 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
18.141 |
18.141 |
17 |
18.158 |
1.055 |
220 |
– 1.118 |
– 1.118 |
||
– |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
0 |
0 |
4.266 |
4.266 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
||
Bijdrage aanmedeoverheden |
112.515 |
0 |
112.515 |
– 9.556 |
102.959 |
– 7.064 |
3.200 |
15.200 |
14.200 |
||
– |
Caribisch Nederland |
25.791 |
25.791 |
– 11.256 |
14.535 |
– 8.764 |
1.500 |
13.500 |
12.500 |
||
– |
RMC's |
32.425 |
32.425 |
0 |
32.425 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Educatie |
54.299 |
54.299 |
1.700 |
55.999 |
1.700 |
1.700 |
1.700 |
1.700 |
|||
Bijdrage aan sociale fondsen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Participatiebudget |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
5.239 |
0 |
5.239 |
– 2.003 |
3.236 |
4.661 |
5.376 |
5.376 |
5.376 |
||
– |
College voor Examens |
332 |
332 |
218 |
550 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Wet SLOA |
4.907 |
4.907 |
– 2.221 |
2.686 |
4.661 |
5.376 |
5.376 |
5.376 |
||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
6.500 |
6.500 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
3.000 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 74,7 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt met name veroorzaakt door:
– In 2015 wordt € 41,1 miljoen overgeboekt naar artikel 91 en worden de uitgaven op artikel 4 met dit bedrag verlaagd. Dit leidt niet tot een verplichtingenmutatie.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van de jaarlijkse doorrekening van de referentieraming en het berekenen van het macrobudget voor het mbo op basis van de definitieve telling vanaf 2016. De verplichtingen voor deze gedaalde uitgaven worden in 2015 aangegaan en de uitgaven worden in 2016 gerealiseerd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 45,6 miljoen verlaagd. De verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– In 2014 is abusievelijk de regeling salarismix 2015 (€ 41,1 miljoen) uitbetaald aan de mbo-instellingen (2014–2015, 34 000-VIII, nr. 82). Deze betaling is begin 2015 verrekend met de rijksbijdrage. De middelen die in 2015 overblijven doordat de betalingen reeds in 2014 zijn gedaan, worden overgeboekt naar artikel 91 (zie ook de algemene toelichting).
– De jaarlijkse meerjarige doorrekening van de referentieraming 2015 leidt tot lagere aantallen mbo-studenten ten opzichte van de referentieraming 2014 en daarom wordt het macrobudget neerwaarts bijgesteld.
– De bekostiging voor de kbb’s is met € 4,5 miljoen verlaagd, omdat deze middelen aan het instrument subsidies worden toegevoegd en aan de SBB worden verstrekt voor het uitoefenen van de bovensectorale taken en het voorbereiden van de transitie van de wettelijke taken van de kbb’s naar de SBB.
– Aan de bekostiging Caribisch Nederland wordt in 2015 € 2,2 miljoen toegevoegd. Dit komt grotendeels door een stijging van het aantal mbo-studenten in Caribisch Nederland (€ 1,2 miljoen, zie ook de algemene toelichting) en een kasschuif van 2014 naar 2015 (€ 1 miljoen).
– Het instrument versterken centrale en uniforme toetsing wordt in 2015 met € 5,0 miljoen verlaagd. Deze middelen worden overgeheveld naar het instrument bijdrage ZBO/RWT ten behoeve van het Cito en Cvte en het instrument subsidies voor examinering.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 13,5 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Vanuit de subsidieregeling praktijkleren wordt € 2,7 miljoen overgeboekt naar het instrument bijdrage aan agentschappen voor de uitvoeringskosten van deze regeling.
– Voor het sectorplan mbo-hbo worden middelen overgeboekt naar artikel 6 (Hoger Onderwijs) en vanwege een verandering in de liquiditeitsbehoefte vinden er kasschuiven naar 2016 en 2017 plaats (€ 3,1 miljoen).
– Er wordt € 4,5 miljoen overgeheveld van het instrument bekostiging voor subsidie aan de SBB.
– Via een kasschuif worden er middelen uit 2014 toegevoegd voor het NOA (€ 4 miljoen).
– Aan dit instrument worden middelen toegevoegd van het instrument bekostiging voor uitvoering en onderzoeken in het kader van de kwaliteitsafspraken en voor examinering (€ 4 miljoen).
– De uitgaven zijn met € 6,5 miljoen verhoogd als gevolg van desaldering van de ontvangsten.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 4,3 miljoen verhoogd. Deze verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Er wordt via een kasschuif en vanuit het instrument subsidies een bedrag van € 4,3 miljoen toegevoegd voor de uitvoering van de subsidieregeling praktijkleren door RVO.
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met € 9,6 miljoen verlaagd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door vertraging in het masterplan onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland, hierdoor kunnen betalingen pas later plaatsvinden.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 2 miljoen verlaagd. Er wordt € 3,9 miljoen toegevoegd uit versterken centrale en uniforme toetsing en er wordt een bedrag van € 5,9 miljoen overgeheveld naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs) ten behoeve van Cito.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt in 2015 met € 6,5 miljoen verhoogd. De ontvangsten worden vanaf heden structureel geraamd op € 3 miljoen vanwege de jaarlijkse afrekeningen op verschillende subsidies en regelingen. De additionele ophoging van € 3,5 miljoen in 2015 wordt verklaard door de afrekening van de regeling Innovatiearrangement.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.782.940 |
– 4.000 |
2.778.940 |
44.090 |
2.823.030 |
6.224 |
– 18.728 |
– 27.581 |
– 42.456 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
10.000 |
10.000 |
|||||||||
Uitgaven |
2.774.109 |
– 4.000 |
2.770.109 |
17.286 |
2.787.395 |
18.976 |
– 1.143 |
– 17.893 |
– 27.268 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
|||||||||
Bekostiging |
2.724.998 |
– 4.000 |
2.720.998 |
10.343 |
2.731.341 |
14.490 |
– 831 |
– 18.410 |
– 27.785 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
2.548.885 |
– 4.000 |
2.544.885 |
10.343 |
2.555.228 |
14.490 |
– 831 |
– 18.410 |
– 27.785 |
|
– |
Onderwijsdeel hbo |
2.478.148 |
– 4.000 |
2.474.148 |
10.343 |
2.484.491 |
14.490 |
– 831 |
– 18.410 |
– 27.785 |
|
– |
Deel ontwerp en ontwikkeling |
69.253 |
69.253 |
69.253 |
|||||||
– |
Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo |
1.484 |
1.484 |
1.484 |
|||||||
• |
Prestatiebox |
176.113 |
0 |
176.113 |
0 |
176.113 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
176.113 |
176.113 |
176.113 |
|||||||
Subsidies |
375 |
0 |
375 |
2.693 |
3.068 |
– 476 |
– 1.149 |
0 |
0 |
||
– |
Regeling stimulering Bèta/techniek |
0 |
2.758 |
2.758 |
– 476 |
– 1.149 |
|||||
– |
Overig |
375 |
375 |
– 65 |
310 |
||||||
Opdrachten |
100 |
0 |
100 |
65 |
165 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Uitbesteding |
100 |
100 |
65 |
165 |
||||||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
29.529 |
0 |
29.529 |
1.250 |
30.779 |
1.250 |
250 |
250 |
250 |
||
– |
NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo) |
27.154 |
27.154 |
1.250 |
28.404 |
1.250 |
250 |
250 |
250 |
||
– |
NWO (Promotiebeurs voor leraren) |
2.375 |
2.375 |
2.375 |
|||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
2.191 |
0 |
2.191 |
2.375 |
4.566 |
2.375 |
2.157 |
2.157 |
2.157 |
||
– |
SKI 123 en NUFFIC |
2.191 |
2.191 |
2.375 |
4.566 |
2.375 |
2.157 |
2.157 |
2.157 |
||
Bijdragen aan agentschapppen |
16.916 |
0 |
16.916 |
560 |
17.476 |
1.337 |
– 1.570 |
– 1.890 |
– 1.890 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
16.916 |
16.916 |
560 |
17.476 |
1.337 |
– 1.570 |
– 1.890 |
– 1.890 |
||
Ontvangsten |
1.213 |
1.213 |
1.213 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 44,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 26,8 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Garantieverplichtingen aan onderwijsinstellingen die in 2015 zijn aangegaan en waar OCW garant voor staat (€ 10,0 miljoen).
– Bijstelling van de verplichtingenraming doordat de uitgavenmutatie voor het jaar 2016 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2015 wordt verplicht. Daarom wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2015.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 10,3 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
– een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: € 18,9 miljoen (Referentieraming 2015: zie het algemeen deel);
– een intertemporele compensatie (voor 2015 – € 5,3 miljoen) om de beschikbare budgetten voor Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven;
– een overheveling van € 2,4 miljoen naar het instrument «bijdragen aan (inter)nationale organisaties» inzake het aandeel hbo in de herschikking van de middelen voor het EP-NUFFIC (zie toelichting hierna);
– diverse overige geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget per saldo verlagen met € 0,9 miljoen.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 2,7 miljoen verhoogd. Het betreft met name de middelen voor de regeling stimulering Bèta/techniek: enerzijds betreft dit het naar artikel 6 overgeboekte aandeel van artikel 4 (mbo) voor de Centra voor innovatief vakmanschap (€ 1,1 miljoen) en anderzijds is binnen artikel 6 een intertemporele compensatie (voor 2015 + € 1,6 miljoen) gepleegd om de beschikbare budgetten voor het Sectorplan mbo-hbo techniek in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 0,6 miljoen verhoogd, als gevolg van aanvullende ondersteuning door DUO op enkele projecten voor het hoger onderwijs (studielink en BRON-HO).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 1,3 miljoen verhoogd, in verband met bijdragen van de Ministeries van EZ en IenM aan het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA voor het uitvoeren van onderzoek.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Tussen de Ministers van OCW en BH&OS is afgesproken dat de ODA-labeling (ODA: Official Development Assistance) van de subsidie aan de Stichting EP-Nuffic (per 1 januari 2015 zijn organisaties Nuffic en Europees Platform gefuseerd) met ingang van 2015 wordt omgezet in non-ODA. De consequentie hiervan is dat dit een verlaging betekent van het ODA-plafond van € 7,1 miljoen in 2015 en 2016 en voor de jaren vanaf 2017 van € 6,5 miljoen. Beide ministeries nemen de daaraan verbonden financiële compensatie elk voor de helft structureel voor hun rekening. Dat betekent dat in 2015
€ 3,6 miljoen wordt gecompenseerd tussen BH&OS en OCW; voor het jaar 2016 gaat het om hetzelfde bedrag, voor de jaren vanaf 2017 om een bedrag van € 3,2 miljoen.
De door OCW te leveren compensatie van in omvang dezelfde bedragen wordt bereikt door herschikking van middelen op de artikelen 6 (hbo) en 7 (wo).
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.132.980 |
– 6.000 |
4.126.980 |
39.157 |
4.166.137 |
– 122 |
– 12.602 |
– 23.390 |
– 34.120 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
|||||||||||
Uitgaven |
4.145.632 |
– 6.000 |
4.139.632 |
29.942 |
4.169.574 |
12.234 |
– 1.720 |
– 12.602 |
– 23.690 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
|||||||||
Bekostiging |
4.114.307 |
– 6.000 |
4.108.307 |
32.109 |
4.140.416 |
14.609 |
437 |
– 10.445 |
– 21.533 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.980.053 |
– 6.000 |
3.974.053 |
32.109 |
4.006.162 |
14.609 |
437 |
– 10.445 |
– 21.533 |
|
– |
Onderwijsdeel wo |
1.631.636 |
– 2.906 |
1.628.730 |
28.909 |
1.657.639 |
11.409 |
– 2.763 |
– 13.645 |
– 24.733 |
|
– |
Onderzoeksdeel wo |
1.731.848 |
– 3.094 |
1.728.754 |
3.200 |
1.731.954 |
3.200 |
3.200 |
3.200 |
3.200 |
|
– |
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek |
616.569 |
616.569 |
616.569 |
|||||||
– |
Bekostiging tweede mastergraden in het wo |
0 |
0 |
||||||||
• |
Prestatiebox |
134.254 |
0 |
134.254 |
0 |
134.254 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
134.254 |
134.254 |
134.254 |
|||||||
Subsidies |
4.954 |
0 |
4.954 |
0 |
4.954 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Subsidieregeling Sirius programma 2 |
2.407 |
2.407 |
2.407 |
|||||||
– |
Subsidieregeling Libertas Noodfonds |
265 |
265 |
265 |
|||||||
– |
Overig |
2.282 |
2.282 |
2.282 |
|||||||
Opdrachten |
1.362 |
0 |
1.362 |
81 |
1.443 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Uitbesteding |
1.362 |
1.362 |
81 |
1.443 |
||||||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
3.673 |
0 |
3.673 |
0 |
3.673 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) |
3.673 |
3.673 |
3.673 |
|||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
21.336 |
0 |
21.336 |
– 2.248 |
19.088 |
– 2.375 |
– 2.157 |
– 2.157 |
– 2.157 |
||
– |
Organisaties incl. o.a. NUFFIC maar excl. NVAO en SKI 123 (zie ook tabel 6.5 uit MJN 2015) |
21.336 |
21.336 |
– 2.248 |
19.088 |
– 2.375 |
– 2.157 |
– 2.157 |
– 2.157 |
||
Ontvangsten |
16 |
16 |
16 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 39,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 9,2 miljoen) wordt veroorzaakt doordat de uitgavenmutatie voor het jaar 2016 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2015 wordt verplicht. Daarom wordt deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2015.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 32,1 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
– een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: € 30,4 miljoen (Referentieraming 2015: zie het algemeen deel);
– overboekingen van het Ministerie van EZ voor in totaal € 2,4 miljoen betreffende de programma’s Zwaartekracht en Alternatieven dierproeven;
– een intertemporele compensatie (voor 2015 – € 0,7 miljoen) om de beschikbare budgetten voor Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven;
– een overheveling van € 1,2 miljoen naar het instrument «bijdragen aan (inter)nationale organisaties» inzake het aandeel wo in de herschikking van de middelen voor het EP-NUFFIC (zie toelichting hierna);
– diverse overige geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget per saldo verhogen met € 1,2 miljoen.
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd, als gevolg van aanvullende ondersteuning door DUO op enkele projecten voor het hoger onderwijs.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Organisaties inclusief onder andere NUFFIC, maar exclusief NVAO en SKI 123 (zie ook tabel 6.5 uit MJN 2015)
Tussen de Ministers van OCW en BH&OS is afgesproken dat de ODA-labeling (ODA: Official Development Assistance) van de subsidie aan de Stichting EP-Nuffic (per 1 januari 2015 zijn organisaties Nuffic en Europees Platform gefuseerd) met ingang van 2015 wordt omgezet in non-ODA. De consequentie hiervan is dat dit een verlaging betekent van het ODA-plafond van € 7,1 miljoen in 2015 en 2016 en voor de jaren vanaf 2017 van € 6,5 miljoen. Beide ministeries nemen de daaraan verbonden financiële compensatie elk voor de helft structureel voor hun rekening. Dat betekent dat in 2015
€ 3,6 miljoen wordt gecompenseerd tussen BH&OS en OCW; voor het jaar 2016 gaat het om hetzelfde bedrag, voor de jaren vanaf 2017 om een bedrag van € 3,2 miljoen.
De door OCW te leveren compensatie van in omvang dezelfde bedragen wordt bereikt door herschikking van middelen op de artikelen 6 (hbo) en 7 (wo).
Artikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
HGIS-deel 2015 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
6.582 |
0 |
6.582 |
2.723 |
9.305 |
– 530 |
– 530 |
– 600 |
569 |
|||
Uitgaven |
11.235 |
0 |
11.235 |
923 |
12.158 |
70 |
70 |
0 |
0 |
1.039 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
77,50% |
86,40% |
||||||||||
Subsidies |
1.739 |
0 |
1.739 |
0 |
1.739 |
0 |
0 |
0 |
0 |
364 |
||
– |
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) |
725 |
725 |
725 |
||||||||
– |
Frans-Nederlandse academie (FNA) |
0 |
0 |
|||||||||
– |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
600 |
600 |
600 |
||||||||
– |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur |
364 |
364 |
364 |
364 |
|||||||
– |
overige incidentele subsidies |
50 |
50 |
50 |
||||||||
Opdrachten |
205 |
0 |
205 |
0 |
205 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Beleidsonderzoek en benchmarking |
100 |
100 |
100 |
||||||||
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
105 |
105 |
105 |
||||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
8.841 |
0 |
8.841 |
923 |
9.764 |
70 |
70 |
0 |
0 |
225 |
||
– |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
135 |
135 |
135 |
135 |
|||||||
– |
EP-Nuffic |
3.485 |
3.485 |
3.485 |
||||||||
– |
Nederlandse Taalunie |
2.640 |
2.640 |
853 |
3.493 |
|||||||
– |
Europa College Brugge |
30 |
30 |
30 |
||||||||
– |
Unesco |
20 |
20 |
20 |
||||||||
– |
OESO CERI |
76 |
76 |
76 |
||||||||
– |
Fulbright Center |
368 |
368 |
70 |
438 |
70 |
70 |
|||||
– |
DCIC Cultural Contact Point |
90 |
90 |
90 |
90 |
|||||||
– |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
185 |
185 |
||||||||
– |
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training (voormalig Nationaal Agentschap Leven Lang Leren) |
1.762 |
1.762 |
1.762 |
||||||||
– |
Programma's Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen Agentschap NL) |
0 |
0 |
|||||||||
– |
Incidentele EU-programma's en activiteiten |
50 |
50 |
50 |
||||||||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
450 |
0 |
450 |
0 |
450 |
0 |
0 |
0 |
0 |
450 |
||
– |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk V BuZa) |
450 |
450 |
450 |
450 |
|||||||
Ontvangsten |
99 |
99 |
99 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 2,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 1,8 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een vierjarige verplichting aan Neth-ER (Netherlands house for Education and Research) met kasgevolgen in 2015–2018. De verplichtingenramingen voor de jaren 2016 t/m 2018 zijn overeenkomstig aangepast.
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
257.146 |
0 |
257.146 |
18.717 |
275.863 |
– 2.292 |
– 875 |
– 849 |
– 849 |
||
Uitgaven |
249.541 |
0 |
249.541 |
18.717 |
268.258 |
– 2.292 |
– 875 |
– 849 |
– 849 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
95,2% |
97,2% |
|||||||||
Bekostiging |
24.168 |
0 |
24.168 |
– 844 |
23.324 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
• |
Prestatiebox |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Professionalisering po/vo/bve |
0 |
0 |
0 |
|||||||
• |
Aanvullende bekostiging |
24.168 |
0 |
24.168 |
– 844 |
23.324 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Functiemix VO Randstadregio's |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Salarismix MBO Randstadregio's |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen |
24.168 |
24.168 |
– 844 |
23.324 |
||||||
– |
G.O.- en vakbondsfaciliteiten po |
0 |
0 |
0 |
|||||||
Subsidies |
198.125 |
0 |
198.125 |
19.465 |
217.590 |
– 1.889 |
– 100 |
0 |
0 |
||
– |
Lerarenbeurs/zij-instroom |
123.200 |
123.200 |
20.650 |
143.850 |
||||||
– |
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo |
27.300 |
27.300 |
– 1.085 |
26.215 |
– 1.789 |
|||||
– |
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen |
17.100 |
17.100 |
17.100 |
|||||||
– |
Verankering academische opleidingsschool |
2.640 |
2.640 |
2.640 |
|||||||
– |
InnovatieImpuls Onderwijs |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
|||||||
– |
Arbeidsmarkt-/kennisactiviteiten po |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Onderwijscoöperatie |
2.945 |
2.945 |
2.945 |
|||||||
– |
Open Universiteit (LOOK) |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Promotiebeurs voor leraren |
7.625 |
7.625 |
7.625 |
|||||||
– |
Projecten professionalisering |
2.000 |
2.000 |
– 100 |
1.900 |
– 100 |
– 100 |
||||
– |
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
|||||||
– |
Caribisch Nederland |
2.097 |
2.097 |
2.097 |
|||||||
– |
Overige projecten |
7.218 |
7.218 |
7.218 |
|||||||
Opdrachten |
21.092 |
0 |
21.092 |
130 |
21.222 |
– 70 |
– 70 |
0 |
0 |
||
– |
Onderzoek, ramingen en communicatie |
3.847 |
3.847 |
130 |
3.977 |
– 70 |
– 70 |
||||
– |
Leraren- en schoolleiders |
17.245 |
17.245 |
17.245 |
|||||||
Bijdrage aan agentschappen |
6.156 |
0 |
6.156 |
– 34 |
6.122 |
– 333 |
– 705 |
– 849 |
– 849 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
6.156 |
6.156 |
– 34 |
6.122 |
– 333 |
– 705 |
– 849 |
– 849 |
||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfs-gezondheid |
0 |
0 |
0 |
|||||||
Ontvangsten |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
– Het budget voor de lerarenbeurs wordt in 2015 verhoogd met € 20,7 miljoen. Dit betreft de in het sectorakkoord PO afgesproken maatregel dat 30% van de leraren in 2020 een academische pabo of een masteropleiding heeft afgerond en de afgesproken maatregel «meer en betere gymlessen»: leraren die hun bevoegdheid willen halen om gym te geven kunnen hiervoor een beroep doen op de lerarenbeurs.
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vast-gestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.246.402 |
0 |
4.246.402 |
– 28.912 |
4.217.490 |
– 142.880 |
– 189.551 |
– 209.149 |
– 258.351 |
||
Uitgaven |
4.246.402 |
0 |
4.246.402 |
– 28.912 |
4.217.490 |
– 142.880 |
– 189.551 |
– 209.149 |
– 258.351 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||||||
Inkomensoverdrachten |
2.214.066 |
0 |
2.214.066 |
27.177 |
2.241.243 |
– 31.665 |
– 53.684 |
– 50.393 |
3.753 |
||
• |
Basisbeurs |
1.224.947 |
0 |
1.224.947 |
114.850 |
1.339.797 |
77.530 |
65.274 |
68.947 |
125.348 |
|
– |
Gift (R) |
1.053.070 |
1.053.070 |
15.704 |
1.068.774 |
– 29.392 |
– 70.909 |
– 78.990 |
– 103.996 |
||
– |
Prestatiebeurs (NR) |
171.877 |
171.877 |
99.146 |
271.023 |
106.922 |
136.182 |
147.938 |
229.344 |
||
• |
Aanvullende beurs |
690.044 |
0 |
690.044 |
35.929 |
725.973 |
19.397 |
13.269 |
16.081 |
16.304 |
|
– |
Gift (R) |
579.416 |
579.416 |
8.097 |
587.513 |
1.362 |
– 4.361 |
– 9.887 |
– 20.882 |
||
– |
Prestatiebeurs (NR) |
110.628 |
110.628 |
27.832 |
138.460 |
18.035 |
17.631 |
25.968 |
37.186 |
||
• |
Reisvoorziening |
135.506 |
0 |
135.506 |
25.429 |
160.935 |
32.187 |
30.262 |
21.555 |
5.426 |
|
– |
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R) |
414.922 |
414.922 |
– 53.175 |
361.747 |
– 55.375 |
– 57.713 |
– 59.251 |
– 63.315 |
||
– |
Gift (R) |
577.661 |
577.661 |
22.023 |
599.684 |
15.682 |
8.873 |
– 570 |
– 17.705 |
||
– |
Prestatiebeurs (R) |
– 857.077 |
– 857.077 |
56.581 |
– 800.496 |
71.881 |
79.102 |
81.376 |
86.446 |
||
• |
Overige uitgaven |
163.569 |
0 |
163.569 |
– 149.031 |
14.538 |
– 160.779 |
– 162.489 |
– 156.976 |
– 143.325 |
|
– |
Overige uitgaven relevant (R) |
117.242 |
117.242 |
21.124 |
138.366 |
11.783 |
5.670 |
6.697 |
7.526 |
||
– |
Overige uitgaven niet-relevant (NR) |
46.327 |
46.327 |
– 170.155 |
– 123.828 |
– 172.562 |
– 168.159 |
– 163.673 |
– 150.851 |
||
Leningen |
1.913.040 |
0 |
1.913.040 |
– 59.495 |
1.853.545 |
– 116.944 |
– 148.217 |
– 173.862 |
– 277.393 |
||
– |
Rentedragende lening (NR) |
1.723.876 |
1.723.876 |
– 54.075 |
1.669.801 |
– 111.500 |
– 142.859 |
– 168.403 |
– 272.496 |
||
– |
Collegegeldkrediet (NR) |
189.164 |
189.164 |
– 5.420 |
183.744 |
– 5.444 |
– 5.358 |
– 5.459 |
– 4.897 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
119.296 |
0 |
119.296 |
3.406 |
122.702 |
5.729 |
12.350 |
15.106 |
15.289 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
119.296 |
119.296 |
3.406 |
122.702 |
5.729 |
12.350 |
15.106 |
15.289 |
||
Ontvangsten |
804.481 |
0 |
804.481 |
12.503 |
816.984 |
19.552 |
18.296 |
16.304 |
13.106 |
||
– |
Ontvangen rente en relevant hoofdsom (R) |
236.592 |
236.592 |
– 39.540 |
197.052 |
– 55.035 |
– 80.369 |
– 108.800 |
– 140.827 |
||
– |
Kortlopende vorderingen (R) |
88.329 |
88.329 |
8.198 |
96.527 |
8.505 |
8.891 |
9.256 |
9.604 |
||
– |
Terugontvangen hoofdsom (NR) |
479.560 |
479.560 |
43.845 |
523.405 |
66.082 |
89.774 |
115.848 |
144.329 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting instrumenten (algemeen):
Het onderscheid relevant en niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen van het diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de betalingen van prestatiebeurzen (zolang die nog niet omgezet zijn in een gift) en verstrekte rentedragende leningen.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op verstrekte studieleningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen.
De mutaties als gevolg van de bijstelling van het leerlingenvolume en de prijsbijstelling worden toegelicht in het algemene deel van deze 1e suppletoire begroting.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
In totaal wordt € 27,2 miljoen meer uitgegeven aan inkomensoverdrachten dan eerder geraamd. Dit is het gevolg van de volgende mutaties:
– De basisbeursuitgaven vallen hoger uit dan eerder geraamd. In 2015 wordt per saldo € 114,9 miljoen meer aan basisbeursuitgaven verwacht.
– Dit betreft € 15,7 miljoen meer relevante basisbeursuitgaven (gift). Bij de bol worden per saldo € 5,3 miljoen minder basisbeursuitgaven verwacht. De uitgaven basisbeurs bij de bol die direct als gift wordt verstrekt (niveau 1 en 2) dalen met € 12,3 miljoen; de relevante uitgaven basisbeurs als prestatiebeurs bol (niveau 3 en 4, voornamelijk omzettingen) vallen naar verwachting € 7,0 miljoen hoger uit. Bij het hoger onderwijs stijgen de relevante basisbeursuitgaven, merendeels als gevolg van meer omzettingen met € 21,0 miljoen, voornamelijk bij het hbo.
– De niet-relevante uitgaven basisbeurs (prestatiebeurs) stijgen met € 99,1 miljoen. Dit is voornamelijk het gevolg van een gewijzigde boekingssystematiek bij de niet relevante uitgaven. DUO is een andere boekingsmethode gaan hanteren bij het registreren van omzettingen van prestatiebeurs naar gift en rentedragende leningen. Dit resulteert in hogere niet-relevante uitgaven op omzettingen en lagere niet-relevante uitgaven op rentedragende leningen. Per saldo ontstaat er door de gewijzigde systematiek dus geen verschil.
– De uitgaven aanvullende beurs vallen per saldo € 35,9 miljoen hoger uit dan geraamd:
– Dit betreft € 8,1 miljoen meer relevante aanvullende beurs-uitgaven (gift en omzettingen). In lijn met de stijging van de uitgaven bij de basisbeurs stijgen ook de relevante uitgaven bij de aanvullende beurs.
– De niet-relevante uitgaven aanvullende beurs stijgen in 2015 met € 27,8 miljoen, voornamelijk vanwege de wijziging in de boekingssystematiek.
– De uitgaven voor de reisvoorziening stijgen in 2015 met € 25,4 miljoen:
– Dit is het gevolg van de volgende boekingen:
– een correctie van de inschatting voor de netto opbrengsten van het onterecht kaartbezit; lagere contractkosten als gevolg van dalende aantallen OV-kaart gerechtigden; lagere gemiddelde kaartprijzen waardoor de definitieve vergoeding 2014 lager uitvalt dan eerder geraamd en lagere nabetaling over 2014.
– Lagere niet-relevante prestatiebeurs-boekingen die als gevolg van de boekingssystematiek resulteren in hogere relevante uitgaven op dit artikelonderdeel.
– Meer omzettingen van niet-relevante prestatiebeurs-uitgaven naar OV-uitgaven in gift.
– De overige uitgaven vallen in 2015 € 149,0 miljoen lager uit dan geraamd:
– Van deze bijstelling is + € 21,1 miljoen relevant. Deze mutatie van de overige uitgaven geschiedt op basis van de realisaties over 2014 op dit artikelonderdeel.
– De niet-relevante overige uitgaven vallen € 170,1 miljoen lager uit. Met deze mutatie worden de technische bijstellingen op de verschillende onderdelen aangesloten. Ook lagere aantallen toekenningen van OV-kaarten zorgen hier voor een meevaller.
Leningen
Er wordt per saldo naar verwachting € 59,5 miljoen minder uitgegeven aan rentedragende leningen dan geraamd:
– De verwachte daling bij de uitgaven aan rentedragende leningen is ondermeer het gevolg van een lagere groei van het gemiddelde geleende bedrag wat blijkt uit de realisatiecijfers over 2014.
– De uitgaven aan collegegeldkrediet worden op basis van de realisaties over 2014 verlaagd.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt per saldo met € 3,4 miljoen verhoogd. Dit is grotendeels het gevolg van een intertemporele compensatie (al bij najaarsnota 2014 gemeld) van € 3,0 miljoen van 2014 naar 2015 vanwege herziening van het kasritme voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (PVS).
Ontvangsten
De ontvangstenraming wordt per saldo verhoogd met € 12,5 miljoen:
– Op basis van de realisatiecijfers over 2014 en de lagere rente worden de relevante rente-ontvangsten naar beneden bijgesteld. Samen met de relevante ontvangsten op de hoofdsom wordt per saldo – € 39,5 miljoen gemuteerd.
– Bij de kortlopende vorderingen worden € 8,2 miljoen meer ontvangsten verwacht.
– Op basis van de realisaties 2014 worden de verwachte niet-relevante ontvangsten met € 43,8 miljoen verhoogd. Dit betreft ontvangsten van direct verstrekte rentedragende studieleningen en in langlopende leningen omgezette prestatiebeurs-uitgaven.
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
89.214 |
0 |
89.214 |
5.524 |
94.738 |
– 1.003 |
– 2.476 |
– 3.333 |
– 3.958 |
||
Uitgaven |
89.214 |
0 |
89.214 |
5.524 |
94.738 |
– 1.003 |
– 2.476 |
– 3.333 |
– 3.958 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||||||
Inkomensoverdrachten |
71.644 |
0 |
71.644 |
5.592 |
77.236 |
– 124 |
– 582 |
– 1.039 |
– 1.655 |
||
• |
TS 17- |
0 |
0 |
0 |
6.600 |
6.600 |
500 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Minderjarige deelnemers bol (R) |
0 |
0 |
6.600 |
6.600 |
500 |
0 |
0 |
0 |
||
• |
TS 18+ |
6.064 |
0 |
6.064 |
– 164 |
5.900 |
– 164 |
– 164 |
– 164 |
– 164 |
|
– |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) |
4.576 |
4.576 |
– 164 |
4.412 |
– 164 |
– 164 |
– 164 |
– 164 |
||
– |
Deeltijd vo (R) |
1.488 |
1.488 |
1.488 |
|||||||
• |
VO 18+ |
65.580 |
0 |
65.580 |
– 844 |
64.736 |
– 460 |
– 418 |
– 875 |
– 1.491 |
|
– |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) |
6.031 |
6.031 |
– 482 |
5.549 |
– 238 |
148 |
470 |
410 |
||
– |
Meerderjarige scholieren vo (R) |
53.342 |
53.342 |
– 121 |
53.221 |
197 |
– 51 |
– 775 |
– 1.293 |
||
– |
Meerderjarige scholieren vso (R) |
4.954 |
4.954 |
63 |
5.017 |
– 114 |
– 210 |
– 266 |
– 303 |
||
– |
STOEB/ALR (NR) |
1.253 |
1.253 |
– 305 |
948 |
– 305 |
– 305 |
– 305 |
– 305 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
17.570 |
0 |
17.570 |
– 68 |
17.502 |
– 879 |
– 1.894 |
– 2.294 |
– 2.303 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
17.570 |
17.570 |
– 68 |
17.502 |
– 879 |
– 1.894 |
– 2.294 |
– 2.303 |
||
Ontvangsten |
3.709 |
0 |
3.709 |
– 421 |
3.288 |
– 672 |
– 692 |
– 712 |
– 741 |
||
– |
TS 17- (R) |
269 |
269 |
19 |
288 |
– 237 |
– 220 |
– 170 |
– 141 |
||
– |
TS 18+ (R) |
703 |
703 |
– 607 |
96 |
– 607 |
– 608 |
– 608 |
– 608 |
||
– |
VO 18+ (R) |
2.737 |
2.737 |
167 |
2.904 |
172 |
136 |
66 |
8 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De raming inkomensoverdrachten wordt per saldo met € 5,6 miljoen verhoogd.
– In het Regeerakkoord is besloten de WTOS 17- (inkomensafhankelijke regeling voor ouders van groepen minderjarige leerlingen en minderjarige mbo’ers) budgettair onder te brengen in het kindgebonden budget voor ouders van kinderen van 16–17 jaar. In 2015 blijken zich voor deze regeling toch nog betalingen voor te doen. Een eerder naar het Ministerie van SZW overgeboekt bedrag van € 6,6 miljoen wordt daarvoor terugontvangen waarmee het budget voor 2015 voor deze regeling wordt verhoogd.
– Een verlaging van € 1,1 miljoen betreft het saldo van leerlingen- en prijsbijstellingsmutaties (zie het algemene deel voor de toelichting) en mutaties naar aanleiding van de realisaties 2014.
Artikel 13. Lesgelden
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.515 |
0 |
7.515 |
– 63 |
7.452 |
– 467 |
– 936 |
– 1.104 |
– 1.105 |
||
Uitgaven |
7.515 |
0 |
7.515 |
– 63 |
7.452 |
– 467 |
– 936 |
– 1.104 |
– 1.105 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||||||
Bijdrage aan agentschappen |
7.515 |
0 |
7.515 |
– 63 |
7.452 |
– 467 |
– 936 |
– 1.104 |
– 1.105 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
7.515 |
0 |
7.515 |
– 63 |
7.452 |
– 467 |
– 936 |
– 1.104 |
– 1.105 |
|
Ontvangsten |
246.227 |
246.227 |
– 3.627 |
242.600 |
– 5.431 |
– 21.064 |
– 27.359 |
– 24.212 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Ontvangsten
Lesgeld wordt gevraagd aan meerderjarige deelnemers in de beroepsopleidende leerweg van het middelbaar beroepsonderwijs en aan meerderjarige leerlingen in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.
De raming van de lesgeldontvangsten wordt verlaagd met € 3,6 miljoen. Deze mutatie wordt grotendeels veroorzaakt door een verwacht lager aantal lesgeldplichtigen waardoor minder lesgeld wordt ontvangen.
Artikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
892.898 |
0 |
892.898 |
– 37.465 |
855.433 |
7.470 |
– 13.544 |
– 5.696 |
– 5.879 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
629.000 |
629.000 |
0 |
629.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Uitgaven |
733.744 |
0 |
733.744 |
– 17.680 |
716.064 |
– 1.500 |
– 555 |
6.393 |
6.750 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
97,1% |
97,4% |
|||||||||
Bekostiging |
614.211 |
0 |
614.211 |
9.024 |
623.235 |
29.259 |
23.118 |
29.431 |
29.431 |
||
– |
Culturele basisinfrastructuur |
480.811 |
0 |
480.811 |
– 11.189 |
469.622 |
29.459 |
29.430 |
29.431 |
29.431 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
327.558 |
327.558 |
– 11.189 |
316.369 |
29.459 |
29.430 |
29.431 |
29.431 |
|||
Vierjaarlijkse fondsen |
153.253 |
153.253 |
0 |
153.253 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Monumentenzorg |
82.691 |
0 |
82.691 |
0 |
82.691 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
24.905 |
0 |
24.905 |
106 |
25.011 |
106 |
106 |
106 |
106 |
|
– |
Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea |
14.242 |
0 |
14.242 |
20.307 |
34.549 |
– 106 |
– 6.218 |
– 106 |
– 106 |
|
– |
Cultuureducatie met Kwaliteit |
10.000 |
0 |
10.000 |
0 |
10.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Archeologie |
1.562 |
0 |
1.562 |
– 200 |
1.362 |
– 200 |
– 200 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
72.516 |
0 |
72.516 |
– 31.008 |
41.508 |
– 31.018 |
– 23.932 |
– 23.297 |
– 22.940 |
||
– |
Verbreden inzet cultuur |
8.687 |
0 |
8.687 |
300 |
8.987 |
1.300 |
1.300 |
1.300 |
1.800 |
|
– |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
7.323 |
0 |
7.323 |
32 |
7.355 |
– 1.000 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Programma bibliotheekvernieuwing |
25.942 |
0 |
25.942 |
– 25.894 |
48 |
– 25.894 |
– 25.894 |
– 25.894 |
– 25.894 |
|
– |
Programma leesbevordering |
2.850 |
0 |
2.850 |
0 |
2.850 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Programma CRISP |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Programma erfgoed en ruimte |
8.000 |
0 |
8.000 |
– 1.800 |
6.200 |
– 2.000 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Programma ondernemerschap |
1.737 |
0 |
1.737 |
0 |
1.737 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Specifiek cultuurbeleid |
17.977 |
0 |
17.977 |
– 3.646 |
14.331 |
– 3.424 |
662 |
1.297 |
1.154 |
|
– |
Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009–2012 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Opdrachten |
4.062 |
0 |
4.062 |
488 |
4.550 |
138 |
138 |
138 |
138 |
||
– |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
4.062 |
0 |
4.062 |
488 |
4.550 |
138 |
138 |
138 |
138 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
39.710 |
0 |
39.710 |
3.695 |
43.405 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Nationaal Archief |
39.710 |
0 |
39.710 |
3.695 |
43.405 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
3.245 |
0 |
3.245 |
121 |
3.366 |
121 |
121 |
121 |
121 |
||
– |
Uitvoering internationale verdragen |
2.310 |
0 |
2.310 |
55 |
2.365 |
55 |
55 |
55 |
55 |
|
– |
Uitvoering internationale contributies |
875 |
0 |
875 |
66 |
941 |
66 |
66 |
66 |
66 |
|
– |
Europese samenwerking |
60 |
0 |
60 |
0 |
60 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
780 |
0 |
780 |
1.907 |
2.687 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 37,5 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een hogere huisvestingssubsidie aan het Rijksmuseum Amsterdam, na afronding van de verbouwing, voor de resterende jaren van de huidige basisinfrastructuur 2013–2016. Om deze subsidieverplichting te kunnen aangaan, is de verplichtingenruimte in 2014 verhoogd ten laste van 2015 (€ 7,2 miljoen) en 2016.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van de meerjarige verplichting voor de cultuurkaart, die is aangegaan in 2014. Om deze verplichting te kunnen aangaan, is de verplichtingenruimte in 2014 verhoogd ten laste van 2015 (€ 4,9 miljoen) tot en met 2020.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van aanpassing van de subsidies in de huidige basisinfrastructuur 2013–2016 met loon- en prijsbijstelling. Om deze meerjarige verplichtingen te kunnen aangaan, is de verplichtingenruimte in 2014 verhoogd ten laste van 2015 (€ 4,5 miljoen) en 2016.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van nog enkele meerjarige verplichtingen die zijn aangegaan in de loop van 2014 en waarvoor de verplichtingenruimte bij najaarsnota 2014 is opgehoogd, gedeeltelijk ten laste van het jaar 2015 (€ 3,2 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor vierjaarlijkse instellingen in de basisinfrastructuur wordt per saldo met € 11,2 miljoen verlaagd. Belangrijkste reden is dat een bedrag van € 14,8 miljoen is overgeboekt aan begrotingsartikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid, in verband met subsidieverlening aan de Koninklijke Bibliotheek. Een nadere toelichting over de subsidie aan de Koninklijke Bibliotheek is opgenomen in de toelichting onder Subsidies. Omgekeerd is het budget voor de vierjaarlijkse instellingen in de basisinfrastructuur verhoogd met een bedrag van € 3,7 miljoen dat afkomstig is van begrotingsartikel 16. Het gaat hier om een bijdrage voor de subsidie aan Naturalis.
– Het budget voor investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea wordt per saldo met € 20,3 miljoen verhoogd in verband met een reservering voor de effecten van het nieuwe huisvestingsstelsel.
Subsidies
– Het budget voor het programma bibliotheekvernieuwing wordt per saldo met € 25,9 miljoen verlaagd. De reden hiervoor is de inwerkingtreding van de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen per 1 januari 2015. Deze wet geeft een fundamentele positie aan de Koninklijke Bibliotheek in het landelijke openbare stelsel van bibliotheekvoorzieningen. De subsidiëring van de Koninklijke Bibliotheek wordt uitgevoerd via begrotingsartikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid. Daarom is naar dat begrotingsartikel € 25,9 miljoen overgeboekt ten behoeve van de Koninklijke Bibliotheek.
– Het budget voor specifiek cultuurbeleid wordt per saldo met € 3,6 miljoen verlaagd. Een bedrag van € 6 miljoen uit 2015 is doorgeschoven ten gunste van de nieuwe basisinfrastructuurperiode 2017–2020. Daarnaast zijn middelen toegevoegd uit het Programma erfgoed en ruimte.
Artikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
996.075 |
0 |
996.075 |
1.000 |
997.075 |
||||||
Uitgaven |
996.406 |
0 |
996.406 |
– 141.837 |
854.569 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
|||||||||
Bekostiging |
991.549 |
0 |
991.549 |
– 141.632 |
849.917 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Publieke Omroep (omroepinstellingen) |
905.086 |
0 |
905.086 |
– 128.845 |
776.241 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Landelijke publieke omroep |
751.216 |
751.216 |
– 100.802 |
650.414 |
|||||||
Wereldomroep |
0 |
0 |
|||||||||
Regionale Omroep |
153.870 |
153.870 |
– 28.043 |
125.827 |
|||||||
Minderhedenprogrammering |
0 |
0 |
0 |
||||||||
Bezuiniging Publieke Omroep (nog in te vullen) |
0 |
0 |
|||||||||
– |
Beheertaken landelijke publieke omroep |
60.130 |
0 |
60.130 |
– 11.459 |
48.671 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Stichting Omroep Muziek |
14.885 |
14.885 |
– 3.213 |
11.672 |
|||||||
Uitzenden en uitzendgereedmaken |
24.962 |
24.962 |
– 4.549 |
20.413 |
|||||||
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) |
20.283 |
20.283 |
– 3.697 |
16.586 |
|||||||
– |
Dotaties, bijdragen publieke omroep |
30.360 |
0 |
30.360 |
– 1.708 |
28.652 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties |
17.047 |
17.047 |
17.047 |
||||||||
Stimuleringsfonds voor de Pers |
2.185 |
2.185 |
2.185 |
||||||||
Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO) |
7.722 |
7.722 |
– 1.434 |
6.288 |
|||||||
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) |
1.900 |
1.900 |
1.900 |
||||||||
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) |
1.506 |
1.506 |
– 274 |
1.232 |
|||||||
Kabelraden |
0 |
0 |
0 |
||||||||
– |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve (AMR) |
– 4.853 |
0 |
– 4.853 |
380 |
– 4.473 |
|||||
– |
Overige bekostiging media (uit rente AMR) |
500 |
0 |
500 |
500 |
||||||
– |
Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016 |
326 |
0 |
326 |
0 |
326 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
326 |
326 |
326 |
||||||||
Subsidies |
920 |
0 |
920 |
0 |
920 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Subsidies |
920 |
920 |
920 |
|||||||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
3.902 |
0 |
3.902 |
– 205 |
3.697 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Commissariaat voor de Media |
3.902 |
3.902 |
– 205 |
3.697 |
||||||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
35 |
0 |
35 |
0 |
35 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Uitvoering internationale contributies |
35 |
35 |
35 |
|||||||
Ontvangsten |
190.500 |
0 |
190.500 |
1.000 |
191.500 |
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,0 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– De budgetten onder Bekostiging worden per saldo in totaal met € 141,6 miljoen verlaagd. Dit heeft voor € 142 miljoen betrekking op een correctie van een foutieve betaling in 2014. Deze betaling stond gepland voor 1 januari 2015 maar is vlak voor de jaarwisseling al in 2014 betaald. Hierdoor zijn de uitgaven op het instrument Bekostiging in 2014 € 142 miljoen en op het instrument Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s € 0,8 miljoen hoger uitgekomen dan geraamd. Met een brief van 3 februari 2015 «technische mutatie jaarafsluiting 2014» is de Tweede Kamer over deze mutatie geïnformeerd. De middelen die in 2015 overblijven doordat de betalingen reeds in 2014 zijn gedaan worden overgeboekt naar artikel 91 Nominaal en onvoorzien.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 1,0 miljoen verhoogd.
Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
951.909 |
0 |
951.909 |
– 1.390 |
950.519 |
– 2.822 |
– 2.486 |
– 3.343 |
– 3.435 |
||
Uitgaven |
973.046 |
0 |
973.046 |
39.465 |
1.012.511 |
– 2.922 |
– 2.841 |
– 2.493 |
– 3.343 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,8% |
99,8% |
|||||||||
Bekostiging |
846.796 |
0 |
846.796 |
48.609 |
895.405 |
4.795 |
4.895 |
5.250 |
4.400 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
609.364 |
0 |
609.364 |
36.676 |
646.040 |
– 3.994 |
– 3.835 |
– 3.835 |
– 3.835 |
|
NWO-wet en WHW |
|||||||||||
– |
NWO |
475.371 |
475.371 |
– 3.994 |
471.377 |
– 3.994 |
– 3.835 |
– 3.835 |
– 3.835 |
||
– |
KNAW |
87.744 |
0 |
87.744 |
0 |
87.744 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
KB |
46.249 |
0 |
46.249 |
40.670 |
86.919 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
237.432 |
0 |
237.432 |
11.933 |
249.365 |
8.789 |
8.730 |
9.085 |
8.235 |
|
– |
NWO Talentenontwikkeling |
162.318 |
0 |
162.318 |
0 |
162.318 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NWO STW |
8.000 |
0 |
8.000 |
0 |
8.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur |
54.243 |
0 |
54.243 |
0 |
54.243 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Nationaal Regieorgaan onderwijsonderzoek |
12.871 |
0 |
12.871 |
6.491 |
19.362 |
4.789 |
4.730 |
5.085 |
4.235 |
|
– |
Kust- en zeeonderzoek |
0 |
0 |
0 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
|
– |
Poolonderzoek |
0 |
0 |
0 |
2.942 |
2.942 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
|
Subsidies |
40.470 |
0 |
40.470 |
– 9.917 |
30.553 |
– 8.000 |
– 8.000 |
– 8.000 |
– 8.000 |
||
Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap |
24.273 |
0 |
24.273 |
– 3.661 |
20.612 |
– 3.661 |
– 3.661 |
– 3.661 |
– 3.661 |
||
– |
LF TUD bibliotheek |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Stichting SURF |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
CPG |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Montesquieu Instituut |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Max Planck Instituut |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NCB/Nationaal Herbarium |
9.896 |
0 |
9.896 |
– 3.700 |
6.196 |
– 3.700 |
– 3.700 |
– 3.700 |
– 3.700 |
|
– |
BPRC |
8.271 |
0 |
8.271 |
27 |
8.298 |
27 |
27 |
27 |
27 |
|
– |
NEMO |
3.327 |
0 |
3.327 |
11 |
3.338 |
11 |
11 |
11 |
11 |
|
– |
STT |
218 |
0 |
218 |
1 |
219 |
1 |
1 |
1 |
1 |
|
– |
NTU/INL |
2.561 |
0 |
2.561 |
0 |
2.561 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
EIB |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidieregeling St.AAP |
1.026 |
0 |
1.026 |
1 |
1.027 |
1 |
1 |
1 |
1 |
||
Kaderregeling subsidiëring projecten t.b.v. onderzoek en wetenschap |
15.171 |
0 |
15.171 |
– 6.257 |
8.914 |
– 4.340 |
– 4.340 |
– 4.340 |
– 4.340 |
||
– |
Kust- en zeeonderzoek |
2.500 |
0 |
2.500 |
– 2.500 |
0 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– 2.500 |
– 2.500 |
|
– |
Poolonderzoek |
2.942 |
0 |
2.942 |
– 2.942 |
0 |
– 1.500 |
– 1.500 |
– 1.500 |
– 1.500 |
|
– |
Genomics |
0 |
0 |
0 |
0 |
||||||
– |
Nationale coördinatie |
6.979 |
0 |
6.979 |
– 815 |
6.164 |
– 340 |
– 340 |
– 340 |
– 340 |
|
– |
Bilaterale samenwerking |
2.750 |
0 |
2.750 |
0 |
2.750 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Weerstandsverhoging onderzoeksinstellingen (CBRN) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Hersenen en Cognitie |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Nader te verdelen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
835 |
835 |
300 |
300 |
300 |
300 |
||
– |
Uitbesteding |
0 |
0 |
0 |
835 |
835 |
300 |
300 |
300 |
300 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
303 |
0 |
303 |
– 2 |
301 |
– 17 |
– 36 |
– 43 |
– 43 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
303 |
0 |
303 |
– 2 |
301 |
– 17 |
– 36 |
– 43 |
– 43 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
84.990 |
0 |
84.990 |
– 60 |
84.930 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
EMBC |
800 |
0 |
800 |
0 |
800 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
EMBL |
4.795 |
0 |
4.795 |
– 60 |
4.735 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
ESA |
30.950 |
0 |
30.950 |
0 |
30.950 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
CERN |
39.945 |
0 |
39.945 |
39.945 |
||||||
– |
ESO |
8.500 |
0 |
8.500 |
0 |
8.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
487 |
0 |
487 |
0 |
487 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Nationaal contactpunt Kaderprogramma |
487 |
0 |
487 |
0 |
487 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
101 |
0 |
101 |
0 |
101 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,4 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (-€ 40,9 miljoen) wordt veroorzaakt door dat uitgaven mutaties voor het jaar 2015 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2014 zijn verplicht. Daarom zijn deze verwerkt in het verplichtingenbudget 2014.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 48,6 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
– Een interne overboeking van € 40,7 miljoen van artikel 14 (Cultuur) naar artikel 16 (OWB) met betrekking tot de Wet Stelsel Openbare Bibliotheekvoorzieningen (WSOB). De taken die zijn vastgelegd in artikel 9 van de WSOB worden uitgevoerd door de Koninklijke Bibliotheek.
– Een interne overboeking van artikel 16.71 (subsidies) naar artikel 16.70 (bekostiging) van € 5,4 miljoen met betrekking tot Kust-, Zee- en Poolonderzoek. Deze onderzoeken zijn onderdeel van de bekostiging van de NWO.
– Diverse interne en externe overboekingen voor een totaal bedrag van € 2,5 miljoen ten behoeve van projecten die worden uitgevoerd door het Nationaal Regieorgaan OnderwijsOnderzoek. En een correctie boeking van de hoofdbekostiging NWO naar het Nationaal Regieorgaan OnderwijsOnderzoek van € 4,0 miljoen.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 9,9 miljoen verlaagd. De verlaging is een gevolg van de volgende mutaties:
– De hierboven genoemde overboeking van € 5,4 miljoen van artikel 16.71 naar artikel 16.70.
– Een interne overboeking van € 3,7 miljoen van artikel 16 naar artikel 14 in verband met de huisvestingslasten van Naturalis Biodiversity Center.
– Een interne overboeking van € 0,8 miljoen van artikel 16.71 naar artikel 16.72 (opdrachten).
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.605 |
0 |
7.605 |
– 1.846 |
5.759 |
– 2.673 |
– 1.867 |
– 71 |
– 22 |
||
Uitgaven |
15.172 |
0 |
15.172 |
66 |
15.238 |
– 901 |
– 338 |
– 22 |
– 22 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
60,6% |
71,3% |
|||||||||
Bekostiging |
4.148 |
0 |
4.148 |
0 |
4.148 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Kennisinfrastructuur |
4.148 |
0 |
4.148 |
0 |
4.148 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
2.948 |
0 |
2.948 |
2.948 |
||||||
– |
LHBT |
1.200 |
0 |
1.200 |
1.200 |
||||||
Subsidies |
7.199 |
0 |
7.199 |
523 |
7.722 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Subsidieregeling emancipatie |
1.446 |
0 |
1.446 |
57 |
1.503 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
1.446 |
0 |
1.446 |
1.446 |
||||||
– |
LHBT |
0 |
0 |
57 |
57 |
||||||
Subsidieregeling emancipatie 2011 |
5.753 |
0 |
5.753 |
466 |
6.219 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
3.601 |
0 |
3.601 |
269 |
3.870 |
|||||
– |
LHBT |
2.152 |
0 |
2.152 |
197 |
2.349 |
|||||
Opdrachten |
1.084 |
0 |
1.084 |
172 |
1.256 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
585 |
0 |
585 |
97 |
682 |
|||||
– |
LHBT |
499 |
0 |
499 |
75 |
574 |
|||||
Bijdrage aan agentschappen |
151 |
0 |
151 |
– 1 |
150 |
– 8 |
– 18 |
– 22 |
– 22 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
151 |
0 |
151 |
– 1 |
150 |
– 8 |
– 18 |
– 22 |
– 22 |
|
Bijdrage aan mede-overheden |
2.590 |
0 |
2.590 |
– 733 |
1.857 |
– 893 |
– 320 |
0 |
0 |
||
Gemeentefonds BZK |
2.190 |
0 |
2.190 |
– 733 |
1.457 |
– 893 |
– 320 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
1.290 |
0 |
1.290 |
– 573 |
717 |
– 573 |
||||
– |
LHBT |
900 |
0 |
900 |
– 160 |
740 |
– 320 |
– 320 |
|||
EL&I Talent naar de Top |
400 |
0 |
400 |
0 |
400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
400 |
400 |
400 |
|||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
105 |
105 |
||||||||
– |
LHBT |
0 |
105 |
105 |
|||||||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,9 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het aangaan van verplichtingen in 2014 met kasjaren na 2014.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 0,5 miljoen verhoogd. Er heeft een kasschuif met behulp van de eindejaarsmarge plaatsgevonden van 2014 naar 2015 van € 0,5 miljoen voor betalingen die gepland waren in 2014, maar niet meer in 2014 tot betaling zijn gekomen.
Opdrachten
– Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd. Er heeft een kasschuif met behulp van de eindejaarsmarge plaatsgevonden van 2014 naar 2015 van € 0,2 miljoen voor betalingen die gepland waren in 2014, maar niet meer in 2014 tot betaling zijn gekomen.
Bijdragen aan medeoverheden
– Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met € 0,8 miljoen verlaagd. Dit betreft overboekingen naar het gemeentefonds. «We can Young» € 0,2 miljoen, voor het LHBT-emancipatiebeleid € 0,2 miljoen en voor «Eigen Kracht» € 0,4 miljoen. De gemeenten worden met de meicirculaire gemeentefonds 2015 op de hoogte gebracht van de bijdragen.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor bijdrage aan (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd. Er heeft een kasschuif met behulp van de eindejaarsmarge plaatsgevonden van 2014 naar 2015 van € 0,1 miljoen voor betalingen die gepland waren in 2014, maar niet meer in 2014 tot betaling zijn gekomen.
Artikel 91. Nominaal en Onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
1.355 |
0 |
1.355 |
229.452 |
230.807 |
164.859 |
165.919 |
165.608 |
165.233 |
|
Uitgaven |
1.355 |
0 |
1.355 |
229.452 |
230.807 |
164.859 |
165.919 |
165.608 |
165.233 |
|
• |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
103.445 |
103.445 |
102.475 |
102.523 |
101.825 |
101.278 |
• |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
62.887 |
62.887 |
62.384 |
63.396 |
63.783 |
63.955 |
• |
Nader te verdelen |
1.355 |
0 |
1.355 |
63.120 |
64.475 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2015» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2015» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Loonbijstelling
– De loonbijstelling tranche 2015 bedraagt € 103,4 miljoen. De verdeling over de artikelen van de OCW-begroting wordt verwerkt in de begroting 2016.
Prijsbijstelling
– De relevante prijsbijstelling tranche 2015 bedraagt € 33,0 miljoen. Daarnaast krijgt OCW ook € 29,9 miljoen prijsbijstelling over de niet-kaderrelevante artikelen van studiefinanciering. De verdeling over de artikelen van de OCW-begroting wordt verwerkt in de begroting 2016.
Nader te verdelen
– De post nader te verdelen wordt verhoogd met € 63,1 miljoen. Dit betreft het nog niet verdeelde deel van de eindejaarsmarge 2014/2015. De totale eindejaarsmarge bedraagt € 126,8 miljoen, zie ook te toelichting in paragraaf 2.1, onder punt 4. Hiervan wordt € 63,7 miljoen ingezet voor overlopende verplichtingen die niet in 2014 tot betaling zijn gekomen, maar in 2015.
Artikel 95. Apparaatskosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Stand ontwerpbegroting 2015 |
Mutaties |
Stand vastgestelde begroting 2015 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 |
Mutatie 2016 |
Mutatie 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
247.052 |
0 |
247.052 |
– 2.481 |
244.571 |
– 6.406 |
– 5.904 |
– 5.174 |
– 4.272 |
||
Uitgaven |
247.052 |
0 |
247.052 |
– 2.481 |
244.571 |
– 6.406 |
– 5.904 |
– 5.174 |
– 4.272 |
||
Personele uitgaven |
159.386 |
0 |
159.386 |
12.421 |
171.807 |
10.904 |
10.076 |
9.938 |
10.247 |
||
Waarvan |
|||||||||||
– |
eigen personeel |
143.343 |
0 |
143.343 |
16.767 |
160.110 |
15.027 |
13.848 |
13.598 |
13.886 |
|
– |
externe inhuur |
6.081 |
0 |
6.081 |
2.224 |
8.305 |
2.115 |
1.987 |
1.909 |
1.924 |
|
Materiële uitgaven |
87.666 |
0 |
87.666 |
– 14.902 |
72.764 |
– 17.310 |
– 15.980 |
– 15.112 |
– 14.519 |
||
Waarvan |
|||||||||||
– |
ICT |
21.136 |
0 |
21.136 |
9.779 |
30.915 |
7.518 |
6.858 |
6.584 |
6.636 |
|
– |
Bijdrage aan SSO's |
29.454 |
0 |
29.454 |
– 5.419 |
24.035 |
– 5.725 |
– 5.262 |
– 4.598 |
– 4.093 |
|
– |
Begrotingsreserve schatkistbankieren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
567 |
0 |
567 |
0 |
567 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 12,4 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door:
• een kasschuif met behulp van de eindejaarsmarge van € 0,9 miljoen als gevolg van een vertraging in de realisatie van Prioritair Beleid en aanpassing van budget aan de financieringsbehoefte van Sociaal Beleidskader Rijk (SBR) waardoor uitgaven die gepland waren in 2014 pas in 2015 zullen plaatsvinden;
• een budget neutrale overboeking tussen de instrumenten binnen artikel 95 van € 11,2 miljoen waarmee de budgetten op verwachte realisatiestanden worden geboekt.
Materiële uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 14,9 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
• een budget neutrale overboeking tussen de instrumenten binnen artikel 95 van – € 11,9 miljoen waarmee de budgetten op verwachte realisatiestanden worden geboekt;
• de bijdrage van OCW aan de voorzieningen binnen de generieke digitale infrastructuur (GDI) van € 5,6 miljoen.
• kasschuiven met behulp van de eindejaarsmarge die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 2,9 miljoen:
– Door vertraagde inter- (en intra-) departementale besluitvorming zal € 2,1 miljoen pas in 2015 gerealiseerd kunnen worden;
– Door vertraging in facilitaire investeringen zal hiervan € 0,8 miljoen in 2015 worden gerealiseerd.