Kamerstuk 34200-XIII-4

Memorie van toelichting

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken 2014

Gepubliceerd: 20 mei 2015
Indiener(s): Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34200-XIII-4.html
ID: 34200-XIII-4

Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 4

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

11 Goed functionerende economie en markten

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

196.702

18.380

– 17.841

197.241

195.559

– 1.682

UITGAVEN

197.794

18.382

– 19.264

196.912

197.270

358

             

Subsidies

1.700

 

– 1.344

356

356

 

– Digitalisering regionale radio

1.700

 

– 1.344

356

356

 
             

Opdrachten

12.446

17.687

– 23.226

6.907

6.593

– 314

– Onderzoek en Opdrachten

2.339

58

305

2.702

2.833

131

– PIANOo/TenderNed

6.218

– 1.627

– 3.951

640

689

49

– Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

3.889

19.256

– 19.580

3.565

3.071

– 494

             

Bijdragen aan agentschappen

11.165

48

5.020

16.233

16.075

– 158

– Agentschap Telecom

10.386

34

809

11.229

10.735

– 494

– Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

       

351

351

– Dienst ICT Uitvoering

779

14

4.211

5.004

4.989

– 15

             

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

168.594

108

1.343

170.045

170.667

622

– Metrologie

14.092

– 104

12

14.000

14.319

319

– Raad voor Accreditatie

296

 

– 86

210

262

52

– ACM

421

 

23

444

695

251

– CBS

153.785

212

1.394

155.391

155.391

 
             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.889

539

– 1.057

3.371

3.579

208

– Nederlands Normalisatie

Instituut (NEN)

1.153

 

– 18

1.135

1.480

345

– Internationale organisaties

2.676

539

– 1.035

2.180

2.043

– 137

– Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden

60

 

– 4

56

56

 
             

ONTVANGSTEN

52.265

756

1.015

54.036

58.853

4.817

– Ontvangsten ACM

       

963

963

– High Trust

31.300

 

– 300

31.000

34.441

3.441

– Diverse ontvangsten

20.965

756

1.315

23.036

23.449

413

Toelichting op de ontvangsten

High Trust

De hoger dan begrote ontvangsten zijn voornamelijk veroorzaakt door een telecomboete aan KPN van € 2,7 mln en betalingsregelingen waarvan de inkomsten niet voor 2014 waren voorzien.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

12 Een sterk innovatievermogen

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

589.198

146.748

78.883

814.829

656.850

– 157.979

UITGAVEN

814.790

32.992

33.825

881.607

695.721

– 185.886

             

Leningen

95.814

118.937

17.850

232.601

72.107

– 160.494

– Innovatiefonds (IF): innovatiekrediet

67.459

13.322

– 18.223

62.558

43.282

– 19.276

– IF: risicokapitaal

15.555

2.115

2.923

20.593

13.430

– 7.163

– IF: Vroege fase / informal Investors / ROM’s

 

103.500

– 96.850

6.650

3.395

– 3.255

– IF: Fund of Funds

12.800

 

130.000

142.800

12.000

– 130.800

             

Subsidies

64.577

– 717

11.468

75.328

49.598

– 25.730

– Innovatie Prestatie Contracten

1.084

 

188

1.272

1.127

– 145

– Eurostars

7.916

– 324

493

8.085

7.299

– 786

– Lucht- en Ruimtevaart

20.281

1

1.187

21.469

7.317

– 14.152

– Overig

35.296

– 394

9.600

44.502

33.855

– 10.647

             

Opdrachten

2.633

– 24

– 551

2.058

1.151

– 907

– Onderzoek en opdrachten

2.633

– 24

– 551

2.058

1.151

– 907

             

Bijdragen aan agentschappen

64.882

1.025

– 187

65.720

65.706

– 14

– Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

64.741

1.025

– 259

65.507

65.462

– 45

– Agentschap Telecom

141

 

72

213

244

31

             

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

133.761

– 8.662

14.213

139.312

138.851

– 461

– TNO

133.761

– 8.662

14.213

139.312

138.851

– 461

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

453.123

– 77.567

– 8.968

366.588

368.312

1.724

– Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag)

101.561

– 35.027

– 8.299

58.235

58.011

– 224

– Internationaal Innoveren

4.000

   

4.000

4.539

539

– Grote Technologische Instituten (GTI’s)

40.973

68

1.729

42.770

43.028

258

– Topsectoren overig

215.097

– 28.399

– 15.797

170.901

171.756

855

– Ruimtevaart (ESA)

90.259

– 13.500

13.399

90.158

90.154

– 4

– Overig (inclusief onderzoeksprojecten)

1.233

– 709

 

524

824

300

             

ONTVANGSTEN

49.968

23.527

– 17.189

56.306

61.491

5.185

– Luchtvaartkredietregeling

2.102

 

394

2.496

2.523

27

– Technische Ontwikkelingsprojecten (TOP)

4.000

 

– 3.150

850

860

10

– Rijksoctrooiwet

31.212

   

31.212

35.182

3.970

– IF: Innovatiekredieten

9.816

   

9.816

8.685

– 1.131

– IF: SEED

       

3.209

3.209

– IF: Fund to fund

       

103

103

– IF: ontvangsten ROM’s

 

23.000

– 20.000

3.000

2.999

– 1

– Eurostars

1.250

527

– 780

997

248

– 749

– Diverse ontvangsten

1.588

 

6.347

7.935

7.660

– 275

Toelichting op de verplichtingen

Er is in 2014 voor € 158 mln minder aan verplichtingen aangegaan. Dit wordt met name veroorzaakt door lagere gerealiseerde verplichtingen in het Innovatiefonds (– € 144,4 mln). In 2014 is € 100 mln toegevoegd aan het Innovatiefonds voor het Dutch Venture Initiative (DVI) en € 25 mln vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën als voeding van het Toekomstfonds. De verplichtingen zijn nog niet tot realisatie gekomen omdat het tweede DVI-fonds nog ingericht moest worden en over de besteding van de middelen in het Toekomstfonds in 2015 een besluit wordt genomen.

Toelichting op de uitgaven

Er is in 2014 € 185,9 mln minder aan uitgaven gerealiseerd dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • Leningen (– € 160,5 mln). Als gevolg van de lagere realisatie van verplichtingen in de afgelopen jaren voor het Innovatiekrediet is het beroep op de kasmiddelen in 2014 € 19,3 mln lager dan geraamd. De middelen voor het tweede DVI-fonds (€ 100 mln) en voor fundamenteel en toegepast onderzoek (€ 25 mln) konden in 2014 nog niet worden uitgegeven (zie ook toelichting bij de verplichtingen). Ook het beschikbare kasbudget voor de co-investeringsfaciliteit voor business angels is niet in 2014 uitgegeven. De in 2014 aangegane verplichting zal in de komende jaren worden uitgefinancierd.

  • Subsidies (– € 25,7 mln). Luchtvaartkredietregeling (– € 12,7 mln). Rekkof heeft in 2014 nog niet kunnen voldoen aan de voorwaarde van de financiering van haar eigen aandeel in de ontwikkelingskosten. Daarom zijn de beschikbare middelen van € 12,7 mln in 2014 niet uitgegeven. MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) – € 9,5 mln. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de betalingen op de tweede call in 2014 lager uitvielen dan aanvankelijk werd aangenomen. De bevoorschotting van deze projecten zal voor het merendeel vanaf 2015 plaatsvinden.

Toelichting op de ontvangsten

Er is in 2014 € 5,2 mln meer ontvangen dan geraamd. Dit wordt met name veroorzaakt door:

  • Octrooiontvangsten € 4 mln. Zowel de jaartaksen voor de Nederlandse verleende octrooien als de jaartaksen voor de Europese verleende octrooien die rechtsgeldig zijn in Nederland, zijn gestegen met respectievelijk 9% en 18%. Dit hangt samen met in mei 2010 gewijzigde jaartaksen. Daarnaast is door wijziging van het Europees Octrooiverdrag het aantal voor Nederland geldig wordende Europese octrooien met ruim 19% toegenomen.

  • Seed-regeling € 3,2 mln. Door succesvolle vervolginvesteringen in ondernemingen uit de portfolio van de Seedcapital-regeling zijn terugontvangsten gerealiseerd die oorspronkelijk niet geraamd waren.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

13 Een excellent ondernemingsklimaat

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

2.377.631

22.066

– 518.983

1.880.714

757.490

– 1.123.224

Waarvan garantieverplichtingen

2.190.294

– 1.158

– 527.886

1.670.250

516.609

– 1.153.641

UITGAVEN

319.466

32.383

62.422

414.271

404.941

– 9.330

             

Garanties

97.011

25.342

27.087

149.440

153.377

3.937

– BMKB

65.000

26.500

10.000

101.500

97.779

– 3.721

– Begrotingsreserve BMKB

   

26.555

26.555

26.555

0

– Groeifinancieringsfaciliteit

9.343

 

– 5.800

3.543

2.168

– 1.375

– Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

13.000

– 1.158

6.000

17.842

17.875

33

– Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

9.668

 

– 9.668

0

   

– Begrotingsreserve MKB-financiering

       

9.000

9.000

             

Subsidies

19.945

15.374

6.555

41.874

30.567

– 11.307

– Bevorderen ondernemerschap

5.430

12.924

– 417

17.937

8.254

– 9.683

– Interdepartementaal Programma Biobased Economy

2.744

– 150

395

2.989

3.509

520

– Uitfinanciering subsidies

11.771

2.600

6.577

20.948

18.804

– 2.144

             

Opdrachten

25.669

– 472

– 114

25.083

24.104

– 979

– Onderzoek & ontwikkeling

1.043

1.063

282

2.388

2.640

252

– ICT-beleid

19.980

– 1.122

1.386

20.244

20.001

– 243

– Beleidsvoorbereiding en evaluaties

2.316

– 413

– 1.243

660

459

– 201

– Regiegroep Regeldruk/ACTAL

2.330

 

– 539

1.791

1.004

– 787

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

19.337

1.127

1.232

21.696

17.034

– 4.662

– NBTC

10.152

 

15

10.167

10.152

– 15

– UNWTO

233

   

233

291

58

– Bijdragen aan instituten

8.952

400

1.217

10.569

6.591

– 3.978

             

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

137.042

– 11.414

24.208

149.836

150.288

452

– Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen

137.042

– 11.414

24.208

149.836

150.288

452

             

Bijdragen aan agentschappen

20.462

2.426

3.454

26.342

29.573

3.231

– Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

18.258

2.426

2.170

22.854

25.906

3.052

– Dienst ICT Uitvoering

   

234

234

22

– 212

– Logius

2.204

 

1.050

3.254

3.645

391

             

ONTVANGSTEN

72.087

– 5.500

– 8.343

58.244

55.967

– 2.277

– BMKB

29.000

– 5.500

10.000

33.500

30.389

– 3.111

– Begrotingsreserve BMKB

9.406

 

– 9.400

6

0

– 6

– Groeifinancieringsfaciliteit

8.000

 

– 5.800

2.200

2.436

236

– Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

13.000

 

– 3.000

10.000

9.380

– 620

– Begrotingsreserve GO

   

9.000

9.000

9.612

612

– Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

10.000

 

– 9.950

50

46

– 4

– Joint Strike Fighter (JSF)

1.303

   

1.303

988

– 315

– Diverse ontvangsten

1.378

 

807

2.185

3.116

931

Toelichting op de verplichtingen

Op artikel 13 is voor ruim € 1,1 mld minder aan verplichtingen aangegaan. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat voor het verstrekken van garanties minder verplichtingenruimte nodig was dan in de oorspronkelijke begroting werd geraamd. De niet benutte ruimte op de BMKB (– € 3,9 mln), de Garantie Ondernemingsfinanciering (– € 91,2 mln) en de Groeifinancieringsfaciliteit (– € 49,5 mln) wordt ingezet voor de aangekondigde garanties in het Aanvullend Actieplan MKB-financiering. Dit betreft garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering (€ 400 mln), achtergestelde leningenfondsen (€ 500 mln) en de funding van Qredits (€ 100 mln). De Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF) is in 2014 niet benut (– € 1 mld). EZ is in gesprek met de maritieme sector en de banken over de oorzaken van het beperkte gebruik van de GSF. Naast de verlagingen is er ook sprake van een verhoging. Het gaat hier om het afstorten in de interne begrotingsreserve BMKB (€ 26,6 mln).

Toelichting op de uitgaven

Garanties

Er is in 2014 een interne begrotingsreserve ingesteld voor de garanties die in het kader van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering zullen worden verstrekt. Initieel is een bedrag van € 9 mln als buffer in de interne begrotingsreserve gestort. Dit budget stond tijdelijk op Bevorderen Ondernemerschap (Subsidies) geraamd. De schadebetalingen op de BMKB garantieregeling zijn uiteindelijk lager uitgevallen dan bij Najaarsnota 2014 was geraamd (– € 3,7 mln).

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Bijdrage aan instituten (– € 4,0 mln). Het aanvullend budget van € 3,2 mln voor de NFIA was aanvankelijk geraamd in deze categorie, maar is uiteindelijk verantwoord onder de Bijdrage aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) omdat het uitvoeringskosten betreft. Bij de 1e suppletoire begroting 2015 zal de reeks overgeheveld worden van «bijdragen aan instituten» naar «bijdragen aan agentschappen».

Toelichting op de ontvangsten

De ontvangsten van de BMKB zijn € 3,1 mln lager dan bij Najaarsnota 2014 werd geraamd. Aanvankelijk werd rekening gehouden met fors hogere ontvangsten vanwege afgewezen verliesdeclaraties. De ontvangsten vanwege afgewezen verliesdeclaraties lagen wel hoger dan in 2013, maar waren uiteindelijk lager dan bij Najaarsnota werd verwacht.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

3.899.850

77.771

234.476

4.212.097

2.646.202

– 1.565.895

Waarvan garantieverplichtingen

   

43.500

43.500

 

– 43.500

UITGAVEN

1.538.633

– 35.112

– 47.474

1.456.047

1.441.886

– 14.161

             

Subsidies

1.331.133

– 45.640

– 93.876

1.191.617

1.181.789

– 9.828

– Topsectoren Energie

45.787

– 1.624

1.220

45.383

34.925

– 10.458

– Energie-innovatie (IA)

19.749

 

11.642

31.391

27.383

– 4.008

– Green Deal

28.692

– 4.065

– 21.828

2.799

918

– 1.881

– Energieakkoord

35.000

– 4.195

– 26.575

4.230

666

– 3.564

– MEP

470.000

– 17.800

– 4.250

447.950

432.032

– 15.918

– SDE/SDE+

588.556

– 16.956

0

571.600

235.116

– 336.484

– Interne begrotingsreserve duurzame energie

       

369.356

369.356

– Compensatie Energie-intensieve bedrijven (ETS)

78.000

– 1.000

– 19.500

57.500

56.955

– 545

– CCS

39.047

 

– 33.847

5.200

4.905

– 295

– Hoge Flux Reactor

7.250

 

0

7.250

7.250

0

– Elektrisch rijden

2.210

 

– 160

2.050

2.184

134

– Caribisch Nederland

11.500

 

– 4.520

6.980

6.807

– 173

– Overige subsidies

5.342

 

3.942

9.284

3.292

– 5.992

             

Garanties

   

8.700

8.700

9.206

506

– Geothermie

           

– Interne begrotingsreserve Geothermie

   

8.700

8.700

9.206

506

             

Opdrachten

27.268

– 3.124

3.647

27.791

28.108

317

– O&O bodembeheer

666

540

4.960

6.166

3.843

– 2.323

– Joint implementation

2.308

– 965

– 943

400

768

368

– Straling

11.456

– 2.699

– 480

8.277

9.257

980

– Pallas

9.100

 

788

9.888

10.004

116

– Onderzoek en opdrachten

3.738

 

– 678

3.060

4.236

1.176

             

Bijdragen aan agentschappen

34.998

14.904

– 781

49.121

47.281

– 1.840

– Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

31.012

13.954

– 787

44.179

41.949

– 2.230

– Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

693

 

1

694

692

– 2

– Kern Fysische Dienst

3.293

 

5

3.298

3.690

392

– Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

 

950

 

950

950

0

             

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

113.106

– 1.390

2.584

114.300

110.603

– 3.697

– Doorsluis COVA heffing

111.000

   

111.000

107.594

– 3.406

– TNO bodembeheer

2.106

– 1.390

2.584

3.300

3.009

– 291

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

32.128

138

32.252

64.518

64.899

381

– ECN/NRG

31.347

257

32.314

63.918

57.903

– 6.015

– Interne begrotingsreserve risicopremie lening ECN/NRG

       

6.600

6.600

– Diverse instituten

781

– 119

– 62

600

396

– 204

             

ONTVANGSTEN

12.165.411

– 504.000

– 586.902

11.074.509

10.801.567

– 272.942

– COVA

111.000

   

111.000

107.594

– 3.406

– SDE+

200.000

   

200.000

173.619

– 26.381

– Aardgasbaten

11.850.000

– 504.000

– 596.000

10.750.000

10.505.291

– 244.709

– Ontvangsten zoutwinning

1.761

 

713

2.474

2.474

0

– Diverse ontvangsten

2.650

 

8.385

11.035

10.405

– 630

– Ontvangsten Geothermie

       

2.184

2.184

Toelichting op de verplichtingen

De laatste fase van de openstelling van de SDE+ is in december 2014 gesloten. Hierdoor vindt een deel van de toezeggingen op basis van SDE+ regeling 2014 pas in 2015 plaats.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Topsectoren Energie/Energie-innovatie

Een deel van de budgetten 2014 wordt in 2015 toegezegd. Hierdoor verschuift een deel van de betalingen ook naar 2015.

MEP/SDE/SDE+/Interne begrotingsreserve duurzame energie

In de interne begrotingsreserve duurzame energie is € 369 mln gestort vanwege onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij projecten waaraan reeds subsidie is toegekend. Daarnaast betreft het reeds verplichte projecten die niet tot uitvoering komen en door andere projecten moeten worden vervangen met het oog op het bereiken van de doelstelling. Via de reserve blijven de middelen beschikbaar tot het moment dat ze alsnog zullen worden uitbetaald.

Energieakkoord

De lagere uitgaven op het onderdeel Energieakkoord zijn met name het gevolg van subsidietoezeggingen in het kader van de regeling Demonstratie energie-innovatie (DEI) die pas laat in het jaar hebben plaatsgevonden en niet meer hebben geleid tot kasuitgaven in 2014.

Overige subsidies

De lagere uitgaven worden veroorzaakt door een vertraging in de uitfinanciering van oude projecten, met name het project «Transitiemanagement RVO».

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Doorsluis COVA heffing

De afdracht aan de COVA is lager dan geraamd, omdat het volume aardolieproducten waarover de voorraadheffing is geheven in 2014 lager is uitgekomen dan de raming.

Toelichting op de ontvangsten

Doorsluis COVA heffing

De lagere ontvangsten zijn het gevolg van een lager volume aardolieproducten waarover de voorraadheffing is geheven.

SDE+

Het Ministerie van Financiën heeft in 2014 aan heffingen minder gerealiseerd dan geraamd. De ontvangsten zijn achtergebleven bij de raming vanwege de relatief warmere winter in 2014.

Aardgasbaten

De lagere ontvangsten zijn toe te schrijven aan een tegenvallende afdracht Winstaandeel over 2014.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

659.135

108.354

39.266

806.755

729.130

– 77.625

Waarvan garantieverplichtingen

122.200

 

122.200

28.537

– 93.663

UITGAVEN

565.726

104.692

– 4.191

666.227

660.124

– 6.103

             

Subsidies

48.576

44.498

– 12.194

80.880

78.379

– 2.501

– Agrarisch ondernemerschap (16.1)

5.688

1.896

1.310

8.894

8.824

– 70

– Duurzame veehouderij (16.1)

4.775

14.546

– 14.165

5.156

6.256

1.100

– Mestbeleid (16.1)

2.550

269

– 2.819

0

0

0

– Plantaardige productie (16.1)

14.386

2.163

2.381

18.930

12.724

– 6.206

– Agrarische innovatie en overig (16.1)

3.140

– 105

39

3.074

2.091

– 983

– Visserij (16.1)

 

4.039

1.560

5.599

5.416

– 183

– Cofinanciering GLB/GVB (16.1)

8.760

– 6.260

– 2.500

0

0

0

– Interne begrotingsreserve landbouw (16.1)

       

2.511

2.511

– Dierenwelzijn productiedieren en gezelschapsdieren (16.3)

2.008

 

2.000

4.008

4.820

812

– Apurement (16.5)

7.269

27.950

0

35.219

35.247

28

– Interne begrotingsreserve apurement (16.5)

       

490

490

             

Garanties

17.800

6.200

0

24.000

27.191

3.191

– Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit (16.1)

3.000

0

3.000

3.056

56

– Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit (16.1)

14.800

6.200

0

21.000

23.691

2.691

– Garantie nieuwe agrarische schadeverzekering (16.1)

       

444

444

             

Opdrachten

134.701

27.400

– 805

162.906

156.959

– 5.947

– Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)

11.606

14.740

– 1.409

24.937

25.706

769

– Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2)

5.943

2.970

– 1.993

6.920

5.909

– 1.011

– Plant- en diergezondheid (16.3)

14.237

1.220

– 3.155

12.302

10.680

– 1.622

– Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

101.047

7.970

5.008

114.025

110.282

– 3.743

– Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)

1.868

500

2.354

4.722

4.382

– 340

             

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

123.393

– 8.785

– 9.108

105.500

105.610

110

– College Toelating Bedrijdingsmiddelen en Biociden (16.3)

456

1.090

1.461

3.007

2.792

– 215

– Dienst Landbouwkundig Onderzoek (16.4)

72.118

1.787

3.059

76.964

77.341

377

– ZON-mw (dierproeven) (16.4)

300

– 300

305

305

0

– 305

– Medebewind productschappen (16.5)

50.519

– 11.362

– 13.933

25.224

25.477

253

             

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

3.650

 

– 114

3.536

3.145

– 391

– Diergezondheidsfonds

3.650

 

– 114

3.536

3.145

– 391

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

7.915

882

2.739

11.536

10.647

– 889

– UNEP, FAO en overige contributies

7.915

882

2.739

11.536

10.647

– 889

             

Bijdragen aan agentschappen

229.691

34.497

13.681

277.869

278.193

324

– Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

95.485

33.001

1.793

130.279

130.740

461

– Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

125.959

1.496

11.871

139.326

138.948

– 378

– Dienst Landelijk Gebied

222

 

0

222

222

0

– Rijksrederij

8.025

 

17

8.042

8.283

241

             

ONTVANGSTEN

292.779

73.243

26.941

392.963

357.416

– 35.547

– Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)

20.781

43.419

13.421

77.621

74.439

– 3.182

– Provisies agrarische schadeverzekering (16.1)

1.800

   

1.800

2.004

204

– Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2)

430

 

– 80

350

94

– 256

– Plant- en diergezondheid (16.3)

500

 

2.954

3.454

3.932

478

– Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

10.584

1.874

8.788

21.246

20.177

– 1.069

– Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)

258.684

27.950

1.858

288.492

256.755

– 31.737

– Agentschappen (16.9)

       

15

15

Toelichting op de verplichtingen

De lagere verplichtingen houden verband met feit dat binnen het garantieplafond in het kader van de garantiefaciliteit landbouw van € 122,2 mln een feitelijk beroep is gedaan van € 28,5 mln (verschil -€ 93,7 mln). Hiertegenover staan hogere verplichtingen van € 10,4 mln voor verliesdeclaraties in het kader van de borgstellingsfaciliteit en € 4,5 mln voor een correctie door de EU met betrekking tot een ingediende declaratie bij het Europese Visserijfonds.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

Plantaardige productie (16.1)

De lagere uitgaven worden veroorzaakt door vertragingen op de betalingen voor de regeling Marktintroductie Energie Innovaties (MEI) en de Investeringsregeling Milieuvriendelijke Maatregelen (IMM). Deze betalingen zullen in latere jaren plaatsvinden.

Interne begrotingsreserve landbouw (16.1)

In verband met onder meer de genoemde lagere uitgaven voor de regeling MEI en de regeling IMM is € 2,5 mln in de interne begrotingsreserve landbouw gestort voor compenstie in volgende jaren.

Garanties

Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit (16.1)

Garantie nieuwe agrarische schadeverzekering (16.1)

De hogere uitgaven houden verband met hogere betalingen voor de financiering van verliesdeclaraties aan banken, op basis van de garantstelling landbouw (€ 2,7 mln) en onverwachte uitgaven aan garanties van agrarische schadeverzekeringen (€ 0,5 mln). Tegenover de hogere betalingen aan verliesdeclaraties staan hogere ontvangsten uit de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit.

Opdrachten

Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

De lagere uitgaven houden verband met vertraging in de uitvoering van projecten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling van kennisbeleid. De uitgaven zullen in latere jaren plaatsvinden.

Toelichting op de ontvangsten

Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)

De lagere ontvangsten houden grotendeels verband met het feit dat voor € 6 mln minder is onttrokken aan de interne begrotingsreserve landbouw omdat de uitgaven op diverse subsidieregelingen waaronder de MEI en de IMM lager zijn uitgevallen. Hiertegenover is € 2,7 mln meer onttrokken aan de interne begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit voor de financiering van verliesdeclaraties aan banken.

Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)

De lagere ontvangsten betreffen voor het grootste deel lagere landbouwheffingen door minder invoer van landbouwproducten uit landen buiten de EU dan voorzien.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

17 Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

847.506

21.688

– 476

868.718

862.305

– 6.413

UITGAVEN

795.701

21.688

– 10.655

806.734

807.497

763

             

Bekostiging

718.296

18.648

– 304

736.640

739.107

2.467

– Wageningen Universiteit

167.020

4.146

– 1.846

169.320

169.299

– 21

– HBO-groen

79.496

1.217

185

80.898

84.478

3.580

– MBO-groen

148.885

4.419

802

154.106

153.186

– 920

– Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA)

11.600

1.133

 

12.733

12.733

0

– Wachtgelden

13.009

915

27

13.951

13.966

15

– VMBO-groen

290.681

6.717

515

297.913

297.706

– 207

– Aequor

7.605

121

13

7.739

7.739

0

             

Subsidies

74.793

2.990

– 10.309

67.474

66.194

– 1.280

– Groene Kennis Coöperatie

4.030

 

– 598

3.432

3.325

– 107

– School als Kenniscentrum

33.828

 

– 8.417

25.411

23.851

– 1.560

– Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

1.547

 

3

1.550

2.044

494

– Aanvullende onderwijssubsidies

31.482

2.990

– 1.366

33.106

33.272

166

– Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

2.394

 

12

2.406

1.267

– 1.139

– Educatie

1.512

 

57

1.569

 

– 1.569

             

Opdrachten

1.112

50

– 44

1.118

646

– 472

– Kennisverspreidingsprojecten

1.112

50

– 44

1.118

646

– 472

             

Bijdragen aan agentschappen

1.500

 

2

1.502

1.550

48

– Rijksdienst voor Ondernemend

Nederland

1.500

 

2

1.502

1.550

48

             

Leningen

           

– Schatkistbankieren

           
             

ONTVANGSTEN

75

 

7

82

231

149

Toelichting op de verplichtingen

Op het totaal van het verplichtingbudget is € 6,4 mln niet gerealiseerd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat er weinig gebruik gemaakt is van de mogelijkheid van Schatkistbankieren door het Groene Onderwijs (– € 43,0 mln). Hier staat tegenover dat op Bekostiging € 40,5 mln meer is gerealiseerd dan er was geraamd. De hogere verplichtingenrealisatie wordt veroorzaakt door de uitgaven die in 2015 hoger zullen liggen dan in 2014. De rijksbijdrage 2015 is bepaald op basis van actuele prijzen na afstemming met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze afstemming kwam voor dit deel tot stand na de Najaarsnota 2014. Verplichtingen voor de bekostiging in een bepaald jaar worden vastgelegd in het voorgaande jaar, voor 2015 dus in 2014.

Toelichting op de uitgaven

Op het onderdeel Bekostiging is € 2,5 mln meer betaald dan er geraamd was. De belangrijkste reden hiervoor is de bekostiging HBO. Hier heeft een bijstelling van € 3,6 mln plaatsgevonden vanwege OCW-conforme prijzen per inschrijving en graad.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

18 Natuur en Regio

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

402.156

28.104

– 29.199

401.061

392.375

– 8.686

Waarvan garantieverplichtingen

50.509

 

– 50.509

0

0

0

UITGAVEN

432.349

– 113.471

26.332

345.210

337.416

– 7.794

             

Subsidies

75.334

710

4.117

80.161

75.285

– 4.876

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

69.597

400

4.100

74.097

68.547

– 5.550

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

2.000

233

2.233

1.591

– 642

– Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

3.737

310

– 216

3.831

5.147

1.316

             

Leningen

31.500

– 1.071

0

30.429

30.489

60

– Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

31.500

– 1.071

0

30.429

30.489

60

             

Opdrachten

43.200

– 4.733

– 6.307

32.160

33.519

1.359

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

710

– 215

495

30

– 465

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

23.501

– 1.940

3.687

25.248

24.572

– 676

– Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

18.989

– 2.793

– 9.779

6.417

8.917

2.500

             

Bijdragen aan medeoverheden

153.652

– 112.407

– 4.037

37.208

33.599

– 3.609

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

20.005

2.625

0

22.630

27.849

5.219

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

32.147

– 15.032

– 3.337

13.778

5.171

– 8.607

– Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

101.500

– 100.000

– 700

800

579

– 221

             

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

26.350

 

254

26.604

26.604

0

– Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

26.350

254

26.604

26.604

0

             

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

888

364

– 21

1.231

785

– 446

– Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

888

364

– 21

1.231

785

– 446

             

Bijdragen aan agentschappen

101.425

3.666

32.326

137.417

137.135

– 282

– Dienst Landelijk Gebied

56.590

77

18.714

75.381

75.291

– 90

– Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

36.980

3.109

12.799

52.888

52.719

– 169

– Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

7.855

480

813

9.148

9.125

– 23

             

ONTVANGSTEN

86.282

5.515

24.285

116.082

118.525

2.443

– Landinrichtingsrente

42.161

3.034

45.195

51.357

6.162

– Bijdragen van derden

 

   

0

– EU-bijdragen

2.096

0

2.096

1

– 2.095

– Jachtakten

1.031

0

1.031

913

– 118

– Verkoop gronden

40.000

18.200

58.200

58.177

– 23

– Overige

994

5.515

3.051

9.560

8.077

– 1.483

Toelichting op de verplichtingen

De lagere verplichtingen hangen grotendeels samen met de lagere uitgaven.

Toelichting op de uitgaven

Subsidies

De lagere uitgaven op het onderdeel «Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren» houden verband met lager vastgestelde subsidies aan de cofinanciering van de Europese Territoriale Samenwerking (– € 1 mln). Ook is vertraging ontstaan in de realisatie van projecten van het programma Pieken in de Delta (– € 2,7 mln) en van het regio- en infrastructuurprogramma «Zuidelijke Spooraansluiting Chemelot» (– € 1,7 mln). Deze uitgaven worden in de komende jaren gedaan.

Opdrachten

De hogere uitgaven op het onderdeel «Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur» worden veroorzaakt door de afwikkeling van klassieke landinrichtingsprojecten en soortenbescherming.

Bijdrage aan medeoverheden

De hogere uitgaven op onderdeel «Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren» houden verband met de afwikkeling van oude TOPPER-projecten in het kader van het bedrijventerreinenbeleid en de uitfinanciering van een aantal Sterke Regioprojecten. De lagere uitgaven op het onderdeel «Wederzijds versterken van ecologie en economie» houden verband met het feit dat door EZ € 6,2 mln ter beschikking is gesteld aan het Provinciefonds in het kader van de decentralisatie van de middelen inzake de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Ook zijn de uitgaven voor de PAS € 2,4 mln lager uitgevallen omdat een aantal projecten in 2015 tot betaling komt.

Toelichting op de ontvangsten

Landinrichtingsrente

De meerontvangsten houden voornamelijk verband met het feit dat begunstigden van ruilverkavelingsprojecten gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om landinrichtingsrente vervroegd af te kopen.

EU-bijdragen

De lagere ontvangsten houden grotendeels verband met het feit dat er vanaf begin 2000 een taakstelling voor Platteland Ontwikkelingsprogramma (POP)- inkomsten ten behoeve van grondverwerving is geraamd. Verwerving is echter geen onderdeel meer van het POP-programma vanaf 2007. Op deze taakstelling zijn derhalve vanaf 2007 geen ontvangsten meer gerealiseerd.

De niet-beleidsartikelen

Bedragen x € 1.000

40 Apparaat

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

368.972

7.595

16.715

393.282

390.795

– 2.487

UITGAVEN

367.581

9.180

16.521

393.282

390.795

– 2.487

             

Personele uitgaven kerndepartement

202.782

– 14.920

2.001

189.863

192.843

2.980

– waarvan eigen personeel

158.022

– 3.534

2.001

156.489

166.932

10.443

– waarvan externe inhuur

5.800

   

5.800

4.906

– 894

             

Materiële uitgaven kerndepartement

102.055

3.847

10.273

116.175

108.070

– 8.105

– waarvan ICT

6.580

 

5.346

11.926

4.874

– 7.052

– waarvan bijdrage aan SSO’s (exclusief DICTU)

31.654

3.074

– 8,975

25.753

47.147

21.394

– waarvan SSO DICTU

22.052

9000

11.401

42.401

42.045

– 356

             

Personele uitgaven buitendiensten

41.889

14.597

6.503

62.989

60.585

– 2.404

– waarvan eigen personeel

39.199

14.597

6.503

60.299

58.464

– 1.835

– waarvan externe inhuur

2.690

   

2.690

2.098

– 592

             

Materiële uitgaven buitendiensten

20.855

5.656

– 2.256

24.255

29.297

5.042

– waarvan ICT

3.315

   

3.315

4.480

1.165

– waarvan bijdrage aan SSO’s

4.147

   

4.147

4.936

789

             

ONTVANGSTEN

14.943

16.739

7.847

39.529

31.607

– 7.922

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven kerndepartement

De hogere personele uitgaven en verplichtingen (€ 2,7 mln) hangen samen met reis- verblijf- en verplaatsingskosten die op het onderdeel personeel worden verantwoord. Een deel van het budget staat op het onderdeel materiële uitgaven.

Materiële uitgaven kerndepartement

De lagere materiële uitgaven en verplichtingen (€ 8,1 mln) hebben betrekking op de lagere uitgaven voor de huisvesting, uitgaven voor reis- en verblijfskosten die op het onderdeel personeel worden verantwoord en intern gesaldeerde facilitaire uitgaven en ontvangsten.

Personele uitgaven buitendiensten

De lagere personele uitgaven en verplichtingen (€ 2,4 mln) hangen grotendeels samen met uitgaven die op het onderdeel materieel zijn betaald, met niet vervulde vacatures en met projecten bij het Centraal Planbureau die niet zijn doorgegaan.

Materiële uitgaven buitendiensten

De hogere materiële uitgaven en verplichtingen (€ 5,1 mln) wordt veroorzaakt door de uitbetaling van een schikking van de Autoriteit Consument en markt met energieleverancier Liander. Deze schikking is het gevolg van een uitspraak van de rechter over aanpassing van lantarenpalen als gevolg van een geval van elektrocutie.

Toelichting op de ontvangsten

De lagere ontvangsten (€ 7,9 mln) hangen samen met de vertraagde binnenkomst van geraamde ontvangsten voor bij telecom- en postbedrijven in rekening gebrachte tarieven door de Autoriteit Consument en Markt. Daarnaast zijn interne verrekeningen doorgevoerd bij personele- en materiële onderdelen die resulteren in lagere ontvangsten.

Bedragen x € 1.000

41 Nominaal en Onvoorzien

Stand ontwerp begroting 2014

Mutaties 1e suppletoire begroting 2014

Mutaties 2e suppletoire begroting 2014

Totaal geraamd

Realisatie

Slotwetmutaties

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

(5)

(6)=(5)-(4)

VERPLICHTINGEN

250

8.530

– 8.780

0

0

0

UITGAVEN

250

8.530

– 8.780

0

0

0

             

41.10 Prijsbijstelling

 

2.855

– 2.855

0

0

0

41.20 Loonbijstelling

 

5.592

– 5.592

0

0

0

41.30 Onvoorzien

250

– 250

0

0

0

0

41.40 Nog te verdelen

333

– 333

0

0

0

Toelichting

Op artikel 41 Nominaal en onvoorzien worden geen uitgaven gedaan. Bij 2e suppletoire begroting 2014 zijn de loon- en prijsbijstelling toegedeeld aan de relevante artikelen.