Wetsartikelen 1, 2 en 3
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2014 wijzigingen aan te brengen in:
a. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB);
b. de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA);
c. de begrotingsstaat inzake het agentschap Domeinen Roerende Zaken van het Ministerie van Financiën.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem
Slotwetmutaties worden toegelicht voor zover deze op artikelniveau groter zijn dan 5% van het beschikbare bedrag na de suppletoire begroting samenhangend met de Najaarsnota en daarnaast groter zijn dan € 2,5 mln.
Per artikel wordt op de belangrijkste onderdelen een toelichting gegeven (waardoor de som van de afzonderlijke artikelonderdelen kan afwijken van het artikeltotaal).
Beleidsartikel 1 Belastingen
Uitgaven (– € 15,1 mln.) en verplichtingen (– € 291 mln.)
Voor een toelichting op de verplichtingen wordt verwezen naar de toelichting op de uitgaven. Het verschil tussen het totaal van de gerealiseerde verplichtingen en de gerealiseerde uitgaven wordt verklaard door een lagere stand van de openstaande betaling- en garantieverplichtingen ultimo 2014.
Apparaatuitgaven (– € 3,0 mln.)
Gedurende de uitvoering van het begrotingsjaar voorzag de Belastingdienst een tekort voor 2014. De bij Najaarsnota toegekende middelen waren echter niet toereikend voor het voorziene tekort. De Belastingdienst is binnen de budgettaire kaders gebleven door een aantal uitgavenposten voor het jaar 2014 (€ 11 mln.) niet te realiseren in 2014, maar door te schuiven naar 2015.
Programmauitgaven (– € 12,2 mln.)
De slotwetmutatie van de programmauitgaven bestaat vrijwel geheel uit lagere uitgaven belasting- en invorderingsrente (– € 11,9 mln.). Onderdeel van de raming 2014 waren de uitgaven, die voortvloeien uit het arrest van de Hoge Raad inzake het vergoeden van samengestelde rente. De uitbetaling daarvan vindt in 2015 plaats.
Ontvangsten (– € 317,6 mln.)
Belastingontvangsten (– € 401,7 mln.)
De belastingontvangsten worden toegelicht in de Voorjaarsnota, Najaarsnota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. Voor een toelichting op de mutaties in de afdracht van het Gemeente- en Provinciefonds, het BTW-compensatiefonds en het BES-fonds wordt verwezen naar de slotwetten van de betreffende fondsen.
De aansluiting met de bedragen in het jaarverslag IX 2014 (beleidsartikel 1, tabel budgettaire gevolgen van beleid) is als volgt:
Stand ontwerpbegroting |
Stand 1ste suppletoire begroting |
Stand 2de suppletoire begroting |
Mutaties slotwet |
Realisatie 2014 |
|
---|---|---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten |
136.771.184 |
138.164.642 |
138.795.569 |
– 364.120 |
138.431.449 |
-/- Afdracht Gemeentefonds |
18.381.232 |
18.485.389 |
18.763.190 |
– 22.189 |
18.741.001 |
-/- Afdracht Provinciefonds |
1.171.987 |
1.247.354 |
1.289.532 |
6.208 |
1.295.740 |
-/- Afdracht BTW-Compensatiefonds |
2.816.420 |
2.817.391 |
2.902.051 |
51.785 |
2.953.836 |
-/- Afdracht BES-fonds |
32.709 |
31.906 |
36.853 |
1.833 |
38.686 |
Belastingontvangsten IX |
114.368.836 |
115.582.602 |
115.803.943 |
– 401.757 |
115.402.186 |
Niet-belastingontvangsten (+ € 84,2 mln.)
Apparaatontvangsten (– € 2,9 mln.)
De apparaatontvangsten vloeien voort uit werkzaamheden voor derden. De gerealiseerde ontvangsten zijn in 2014 € 2,9 mln. lager.
Programmaontvangsten (+ € 87,1 mln.)
De slotwetmutatie van de programmaontvangsten bestaat met name uit hogere ontvangsten belasting- en invorderingsrente (€ 64,5 mln.) en boetes en schikkingen (€ 19,4 mln.).
De meerontvangsten bij de rente zijn het gevolg van hoger dan verwachte renteontvangsten in november en december. In deze twee maanden werd bijna een derde van de totale jaaropbrengst gerealiseerd, o.a. door enkele incidenteel hoge betalingen.
Bij de boetes leverde de verhoging van de boetetarieven meer op dan geraamd. Ook viel het aandeel in de boetes inkomstenbelasting hoger uit dan geraamd, als gevolg van het vaststellen van nieuwe verdeelsleutels met de sociale fondsen.
Beleidsartikel 2 Financiële markten
Verplichtingen (– € 1,5 mld.)
Garantieregeling bancaire leningen (– € 1,5 mld.)
Per 1 januari 2011 is de garantieregeling bancaire leningen gesloten en konden er geen aanvragen meer worden ingediend. Ultimo 2013 stond er nog een kleine € 10 miljard aan gegarandeerde leningen uit. De laatste gegarandeerde lening is begin december 2014 afgelost. Hiermee is de garantieregeling definitief afgewikkeld. Over de gehele looptijd, 2008 t/m 2014, hebben er geen schade-uitkeringen plaatsgevonden.
Uitgaven (– € 4,6 mln.)
Muntcirculatie (– € 2,7 mln.)
Er zijn minder munten aangemaakt dan begroot, waardoor er ook minder muntmetaal aangekocht is.
Ontvangsten (+ € 80,7 mln.)
Toename munten in circulatie (+ € 83,7 mln.)
Er zijn meer munten in omloop gebracht dan dat er uit omloop terugkwamen, waardoor het aantal munten in circulatie is toegenomen. Deze toename heeft geleid tot netto inkomsten gelijk aan de nominale waarde van de munten.
Beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Verplichtingen (– € 574,1 mln.)
Garantie SNS (– € 566,4 mln.)
De Staat garandeert de door SNS Propertize aangetrokken schuld. De maximale omvang van deze garantie was inclusief de verschuldigde rente, € 4,2 mld. De maximale omvang is per jaareinde met € 566,4 mln. afgenomen tot € 3,6 mld.
Uitgaven (– € 5,1 mln.)
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (– € 5,3 mln.)
In de raming werd rekening gehouden met een mogelijke verkoop van UCN. Dit heeft niet plaatsgevonden waardoor minder uitgaven zijn gedaan dan geraamd.
Ontvangsten (+ € 64,1 mln.)
Rente SNS krediet (+ € 6,2 mln.)
Het door de Staat aan SNS Reaal N.V. bij de nationalisatie verstrekte overbruggingskrediet is ook in 2014 beschikbaar gebleven. Daardoor heeft SNS Reaal een hogere vergoeding over het door de Staat verstrekte overbruggingskrediet betaald dan verwacht.
Dividend staatsdeelnemingen (+ € 34,9 mln.)
De hogere dividendopbrengst zijn voornamelijk het gevolg van hoger dan geraamde dividendontvangsten van Tennet.
Afdrachten Staatsloterij (– € 5,3 mln.)
De hoogte van de afdrachten van Staatsloterij is afhankelijk van de omzet. De omzet is lager uit gevallen dan verwacht.
Dividend ABN AMRO en ASR (+ € 23,9 mln.)
De dividendopbrengsten van ABN en ASR zijn hoger dan geraamd.
Beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen
Verplichtingen (+ € 2,6 mld.)
Deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen (+ € 455,3 mln.)
De aanpassing van de verplichting wordt voornamelijk veroorzaakt door de wisselkoersaanpassing van de garanties afgegeven aan de Wereldbank.
Aanpassing garantie DNB inzake IMF door wisselkoerswijziging (+ € 2,1 mld.)
De aanpassing van de verplichting wordt veroorzaakt door de wisselkoersaanpassing van de garanties afgegeven aan DNB inzake de deelnemingen van het IMF.
EU-betalingsbalanssteun (– € 10,0 mln.)
Naar aanleiding van een verandering in het Nederlandse aandeel in de EU-begroting is de bestaande garantieverplichting bijgesteld.
EFSM (– € 12,0 mln.)
Naar aanleiding van een verandering in het Nederlandse aandeel in de EU-begroting is de bestaande garantieverplichting bijgesteld.
Beleidsartikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties
Verplichtingen (– € 17,9 mld.)
Garantieverplichting exportkredietverzekering (– € 17,4 mld.)
In 2014 is er voor € 8,9 mld. aan nieuwe verplichtingen aangegaan en is € 16,3 mld. aan verplichtingen vervallen, waaronder 8,9 mld. vreemd valutarisico. Over 2014 bedraagt het saldo van nieuwe en vervallen garanties – € 7,4 mld. Deze mutatie betreft het afboeken van het resterende deel van het verplichtingenplafond.
Garantieverplichting Regeling Investeringen (– € 505,2 mln.)
In 2014 is er voor € 5,7 mln. aan nieuwe verplichtingen aangegaan en is € 57,2 mln. aan verplichtingen vervallen. Over 2014 bedraagt het saldo van nieuwe en vervallen garanties – € 51,4 mln. Deze mutatie betreft het afboeken van het resterende deel van het verplichtingenplafond.
Garantieverplichting Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) (– € 150,0 mln.)
Het jaarlijkse plafond voor de MIGA bedraagt € 150,0 mln. In 2014 is er geen beroep gedaan op de MIGA faciliteit.
Uitgaven (+ € 158,3 mln.)
Schade-uitkering EKV (– € 26,6 mln.)
De schade-uitkeringen zijn lager uitgevallen dan de raming. De schadedreigingen hebben zich in 2014 in mindere mate dan begroot gematerialiseerd.
Storting in reserve EKV (+ € 186,4 mln.)
Overeenkomstig het nieuwe garantiekader is voor de exportkredietverzekeringen een begrotingsreserve ingesteld. De begrotingsreserve dient voor het opvangen van toekomstige schades. Vanwege het onvoorspelbare en volatiele verloop van de uitgaven en ontvangsten bij de EKV is een begrotingsreserve geschikt. In 2014 heeft een eerste storting plaatsgevonden van € 186,4 mln. In de begroting 2015 is de oprichting van de begrotingsreserve reeds aangekondigd, daarnaast is op 16 december een kamerbrief verstuurd1 om de Tweede Kamer en Eerste Kamer te informeren over de storting in de begrotingsreserve.
Ontvangsten (+ € 25,5 mln.)
Premies EKV (+ € 28,3 mln.)
Dit jaar zijn er meer premies ontvangen dan in voorgaande jaren, voornamelijk vanwege een aantal grote transacties in de scheepsbouwsector.
Schaderestituties EKV (– € 3,3 mln)
Bij de 2e suppletoire begroting is de raming voor schaderestituties met € 60 mln. naar boven bijgesteld, voornamelijk doordat in 2014 een terugbetalingsafspraak is gemaakt met Argentinië over de uitstaande schuld. De realisatie is beperkt lager uitgevallen.
Beleidsartikel 6 BTW-compensatiefonds
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten (+ € 51,8 mln.)
Bijdrage aan gemeenten & bijdrage aan provincies (+ € 51,8 mln.)
Het verschil wordt met name veroorzaakt door een toename van investeringen in diverse projecten bij zowel gemeenten als provincies.
Niet-beleidsartikel 8 Centraal Apparaat
Verplichtingen (– € 3,0 mln.)
De mutatie bestaat vooral uit hogere verplichtingen op externe inhuur (+ € 2,1 mln.) en lagere verplichtingen (– € 5,2 mln.) bij overige materiële posten. Vooruitlopend op de taakstelling zijn er per saldo minder verplichtingen aangegaan bij overige materiële posten, zoals bij communicatie en het laten uitvoeren van (externe) onderzoeken.
Uitgaven (– € 5,9 mln.)
Materieel (– € 4,5 mln.)
Bij overig materieel zijn de uitgaven lager dan geraamd (– € 4,4 mln.) door overgang van dienstverlening naar SSO's, en door minder uitgaven op het gebied van communicatie, zoals licenties.
Beleidsartikelen Nationale Schuld (IXA)
Toelichting
Beleidsartikel 11 Financiering Staatsschuld
Verplichtingen en uitgaven (+ € 10,2 mld.)
Rentelasten vaste schuld (+ € 62,4 mln.)
Gedurende het jaar waren de rentelasten reeds naar beneden bijgesteld als gevolg van de lagere rentestand. De realisatie is licht hoger uitgevallen dan in de tweede suppletoire begroting werd voorgesteld.
Rentelasten vlottende schuld (– € 15,6 mln.)
Door de lagere rente ontvangt de overheid relatief veel onderpand op receiverswaps. Hierdoor is de behoefte aan vlottende schuld lager en zijn de rentelasten lager dan geraamd.
Voortijdige beëindiging (+ € 12,6 mln.)
In 2014 zijn staatsobligaties ingekocht. Het inkopen van staatsobligaties (zie ook aflossing vaste schuld) zorgt voor uitgaven bij voortijdige beëindiging.
Mutaties vaste schuld (+ € 842 mln.)
De aflossing van vaste schuld is hoger uitgevallen dan in de tweede suppletoire begroting gepresenteerd. Dit komt voornamelijk doordat er staatsobligaties zijn ingekocht.
Mutaties vlottende schuld (+ € 9,3 mld.)
De vlottende schuld is afgenomen. Dit wordt vooral veroorzaakt door het toegenomen bij de Staat geplaatste onderpand, hogere uitgifte op de kapitaalmarkt en gerealiseerd agio. Hierdoor is de behoefte aan vlottende schuld veel lager dan geraamd.
Ontvangsten (– € 3,5 mld.)
Rentebaten vaste en vlottende schuld (– € 2,9 mln. en – € 9,4 mln.)
De rentebaten zijn lager dan bij tweede suppletoire begroot als gevolg van de lagere rentestand.
Uitgifte vaste schuld (+ € 0,9 mld.)
Er wordt een doelvolume gepubliceerd dat wordt meegenomen in de raming. Nadat alle veilingen gedaan zijn is pas duidelijk wat is binnengehaald. De werkelijk uitgifte is hoger uitgevallen.
Uitgifte vlottende schuld (– € 4,4 mld)
Zie toelichting onder «mutaties vlottende schuld.»
Voortijdige beëindiging (+ € 22,5 mln.)
De ontvangsten bij voortijdige beëindiging bestaan uit gerealiseerd agio wegens het inkopen van staatsobligaties. Als een obligatie oorspronkelijk tegen meer dan de nominale waarde is verkocht dan is er sprake van agio. Dit agio wordt gedurende de looptijd van de obligatie geboekt als lagere rentelasten (door de hogere verkoopprijs zijn de effectieve rentelasten lager dan de couponrente van de obligatie). Bij het voortijdig inkopen van een obligatie wordt het nog te realiseren agio geboekt als ontvangsten bij voortijdige beëindiging.
Beleidsartikel 12 Kasbeheer
Verplichtingen en uitgaven (– € 1,8 mld.)
Mutatie in rekening-courant en deposito (– € 1,8 mld.)
In het jaarverslag van 2014 worden de mutaties in de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers aan het schatkistbankieren gesaldeerd weergegeven. Sinds de tweede suppletoire begroting zijn zowel de uitgaven met € 1,8 mld. als de ontvangsten met € 2,7 mld. naar beneden bijgesteld. De door deelnemers in de schatkist aangehouden middelen zijn zo bezien met € 0,9 mld. minder gedaald dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt voornamelijk doordat het tekort van de sociale fondsen lager is uitgevallen dan verwacht.
Verstrekte leningen (– € 3,2 mln)
Er zijn minder leningen verstrekt dan begroot.
Ontvangsten (– € 2,6 mld.)
Ontvangen aflossingen (+ € 85,4 mln.)
Er is in 2014 meer aan leningen afgelost dan in de tweede suppletoire begroting werd geraamd.
Mutatie in rekening-courant en deposito (– € 2,7 mld.)
In het jaarverslag van 2014 worden de mutaties in de rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers aan het schatkistbankieren gesaldeerd weergegeven. Het bedrag dat deelnemers gezamenlijk aanhouden in de schatkist is dermate gedaald dat het per saldo een uitgave voor het Rijk betreft. De bij tweede suppletoire begroting geraamde ontvangsten worden derhalve bijgesteld naar nul.
Domeinen Roerende Zaken
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(1)+(2)+(3) |
(5) |
(6)=(5)-(4) |
|
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Mutaties (+ of –) 1e suppletoire begroting |
Mutaties (+ of –) 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
Realisatie 2014 |
Slotwetmutaties (+ / –) (+ = tekortschietend t.o.v. geraamd bedrag) |
Baten-lastendienst Domeinen Roerende Zaken |
||||||
Totale baten |
21.849 |
2.825 |
481 |
25.155 |
26.405 |
1.251 |
Totale lasten |
21.849 |
– 854 |
340 |
21.335 |
22.148 |
814 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
3.679 |
141 |
3.820 |
4.257 |
437 |
Totale kapitaalontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
210 |
210 |
Totale kapitaaluitgaven |
300 |
3.290 |
250 |
3.840 |
4.561 |
721 |
Saldo baten & lasten (+ € 4,3 mln.)
De verklaring voor het hogere saldo (+ € 4.3 mln.) van baten & lasten ten opzichte van de ontwerpbegroting komt vooral door:
– € 1,1 mln. te verklaren door hogere inkomsten bij het proces coördineren ontmanteling hennepkwekerijen. Meer afvalopbrengsten dan begroot en het uitvoeren van (niet begrote) bestuurlijke ruimingen.
– € 0,9 mln. die DRZ ontvangt voor het proces hertaxatie BPM. In de begroting was geen rekening gehouden met deze opbrengst.
– Hogere volumes voor zowel het proces vernietigen datadragers (+ € 1,2 mln) en het CJIB (+ € 0,9 mln).
Kapitaaluitgaven (+ € 4,3 mln.)
De oorzaak van de hogere kapitaaluitgaven is een eenmalige niet begrote uitkering aan het moederdepartement à € 3,3 mln. (afroming eigen vermogen) en hogere investeringen (+ € 1,0 mln.) dan begroot.
Staat van baten en lasten van de baten-lastenagentschap Domeinen Roerende Zaken van het Ministerie van Financiën (Bijdragen x € 1.000)
Staat van baten en lasten (bedragen x € 1.000) |
(1) Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
(2) Realisatie 2014 |
(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Realisatie 2013 |
---|---|---|---|---|
Baten |
||||
Omzet moederdepartement |
50 |
885 |
835 |
64 |
Omzet overige departementen |
17.977 |
21.484 |
3.507 |
20.994 |
Omzet derden |
3.050 |
2.838 |
– 212 |
2.886 |
Rentebaten |
30 |
57 |
27 |
40 |
Vrijval voorzieningen |
742 |
1.141 |
399 |
217 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Exploitatie bijdrage |
||||
Totaal baten |
21.849 |
26.405 |
4.556 |
24.201 |
Lasten |
||||
Apparaatskosten |
||||
Personele kosten |
6.116 |
6.399 |
283 |
5.536 |
– waarvan eigen personeel |
5.881 |
6.113 |
232 |
5.238 |
– waarvan externe inhuur |
30 |
113 |
83 |
207 |
– waarvan overige P-kosten |
205 |
173 |
– 32 |
90 |
Materiële kosten |
15.046 |
13.599 |
– 1.447 |
12.563 |
– waarvan ICT |
1.025 |
1.042 |
17 |
1.182 |
– waarvan bijdrage aan SSO's |
3.250 |
3.164 |
– 86 |
3.105 |
– waarvan overige materiële kosten |
10.771 |
9.392 |
– 1.379 |
8.276 |
Afschrijvingskosten |
||||
– materieel |
460 |
381 |
– 79 |
404 |
– immaterieel |
227 |
80 |
– 147 |
123 |
Overige lasten |
||||
– dotaties voorzieningen |
0 |
337 |
337 |
1.952 |
– rentelasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
– bijzondere lasten |
0 |
1.352 |
1.352 |
197 |
Totaal lasten |
21.849 |
22.148 |
299 |
20.775 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
4.257 |
4.257 |
3.426 |
Toelichting saldo van baten en lasten ten opzichte van ontwerpbegroting 2014
Toelichting baten
Omzet moederdepartement (+ € 0,8 mln.)
De dienst Hertaxatie BPM voertuigen was niet begroot. DRZ is deze dienst in 2014 gaan uitvoeren voor de Belastingdienst en ontvangt daarvoor € 0,8 mln.
Omzet overige departementen (+ € 3,5 mln.)
De landelijke coördinatie van ontmantelingen van hennepkwekerijen draagt € 1,1 mln. meer bij. Dit wordt veroorzaakt door:
– Het uitvoeren van Bestuurlijke ruimingen: DRZ is gestart met het uitvoeren van Bestuurlijke ruimingen in 2014. De opbrengst bedraagt € 0,5 mln., deze was niet begroot.
– Opbrengst hennepafval: alleen de ontmantelbijdrage van de politie en OM was begroot. De meeropbrengst uit deze afvalstroom bedraagt € 0,6 mln.
Activiteiten voor het CJIB zoals opslag, taxatie en verkoop van voertuigen, dragen € 0,9 mln. meer bij dan oorspronkelijk begroot. Voornaamste oorzaak is een stijging van het volume met bijna 100% t.o.v. de begroting.
Het vernietigen van datadragers heeft € 1,3 mln. meer opgeleverd dan begroot; € 0,6 mln. hiervan is veroorzaakt door het wegwerken van oude partijen van voor 2014. Dienstverlening bij strategische verkopen en overtollige verkopen van meubilair via Rijksmarktplaats leveren € 0,2 mln. meer op.
Omzet derden (– € 0,2 mln.)
Oorzaak van de achterblijvende omzet derden zijn de lagere opgelden. De begroting was te hoog.
Vrijval Voorziening (+ € 0,4 mln.)
Voor de overgang naar het Kas Verplichtingen Stelsel heeft DRZ de debiteurenstand herzien. Hierdoor valt de voorziening dubieuze debiteuren vrij. Dit was niet begroot. Daarnaast is in 2014 een gedeelte van de reorganisatievoorziening uit 2011 vrijgevallen in verband met afname van de reistijdcompensatie. De vrijval van de voorziening voor RGD-huren van Bleiswijk is conform planning. Zie ook het voorzieningenoverzicht bij de toelichting op de balans.
Toelichting lasten
Personele Lasten (+ € 0,3 mln.)
De ontwerpbegroting van DRZ is gebaseerd op een formatie van 101,8 fte. De formatie bedraagt 131,8 fte per 31 december 2014. In de loop van 2014 is gedeeltelijk invulling gegeven aan de stijging van de fte’s voor bijvoorbeeld het proces Hertaxatie BPM-voertuigen, inrichting applicatiebeheer en het CJIB. Hierdoor overtreffen de P-uitgaven het budget. Daarnaast is voor € 0,1 mln. meer uitgegeven aan uitzendkrachten dan begroot.
Materiële lasten (– € 1,5 mln.)
Mutaties in de materiële lasten betreffen het resultaat van de volgende posten:
• |
Lagere ontmantelingskosten hennepkwekerijen |
– € 0,8 mln. |
• |
Lagere huurkosten |
– € 0,1 mln. |
• |
Lagere vernietiging- en opslagkosten in beslaggenomen partijen |
– € 0,3 mln. |
• |
Diverse lagere kosten |
– € 0,1 mln. |
• |
Lagere vernietigingskosten vuurwerk |
– € 0,2 mln. |
Afschrijvingskosten (– € 0,2 mln.)
Lagere afschrijvingskosten ontstaan met name door een niet uitgevoerde maar wel begrote investeringen in Beslagportaal 2.0.
Dotaties voorziening (+ € 0,3 mln.)
Oorzaak van de dotatie voorziening is de voorraad te vernietigen vuurwerk. Van een grote partij (207 ton) vuurwerk afkomstig van het ILT is pas eind november een beslissing gekomen voor vernietiging. Dit is niet meer gerealiseerd in 2014, waardoor de eindvoorraad per 31 december 247 ton vuurwerk bedraagt. De voorziening van de vernietigingskosten was niet begroot.
Bijzondere lasten (+ € 1,4 mln.)
De bijzondere lasten bestaan uit:
– De reservering van het efficiencyresultaat voor het OM ad € 1,2 mln. In het convenant met het OM is een efficiencyafspraak gemaakt. DRZ reserveert een percentage van het resultaat voor het OM. Bepalend voor het percentage is de hoogte van het aandeel van het OM in de omzet van DRZ, exclusief omzet Hennep, ICT en Rijksmarktplaats.
– Boekverlies activa ad € 0,2 mln. In 2014 heeft een aanpassing van de activaprocedure plaatsgevonden die is doorgevoerd in SAP. Dit resulteert in een boekverlies van € 0,2 mln.
Kasstroomoverzicht 2014 (bedragen x € 1.000) |
(1) Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
(2) Realisatie |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) |
---|---|---|---|
1. Rekening courant RHB 1/1 + stand depositorekeningen |
5.518 |
5.518 |
0 |
2. Totaal operationele kasstroom |
502 |
7.456 |
6.954 |
Totaal investeringen (-/-) |
– 300 |
– 1.259 |
– 959 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
196 |
196 |
3 Totaal investeringskasstroom |
– 300 |
– 1.063 |
– 763 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
– 3.290 |
– 3.290 |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
Aflossingen op leningen (-/-) |
0 |
0 |
0 |
Beroep op de leenfaciliteit (+) |
0 |
0 |
0 |
4 Totaal financieringskasstroom |
0 |
– 3.290 |
– 3.290 |
5. Rekening courant RHB 31/12 + stand depositorekeningen |
5.720 |
8.621 |
2.901 |
Toelichting
Investeringen (– € 1 mln.)
In 2014 is geïnvesteerd in software (€ 31.000), verbouwingen (€ 342.000), heftrucks (€ 252.000), een messenset voor de shredder (€ 37.000), meubilair (€ 17.000), ICT-apparatuur (€ 125.000), autoklemmen (€ 36.000), voertuigen (€ 175.000), een kluis (€ 47.000), upgrade van een inbraakinstallatie (€ 42.000), botenbokken (€ 19.000) en diverse kleinere investeringen.
DRZ heeft de investeringen geïnvesteerd uit eigen middelen.
Uitkering moederdepartement (– € 3,3 mln.)
Er heeft een niet begrote uitkering aan het moederdepartement plaatsgevonden van € 3,3 mln.