Aangeboden 20 mei 2015
A. |
Algemeen |
3 |
|
1. |
Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening |
3 |
|
2. |
Leeswijzer |
5 |
|
B. |
Beleidsverslag |
6 |
|
1. |
Beleidsprioriteiten |
6 |
|
2. |
Beleidsartikel |
7 |
|
Artikel 1. BES-fonds |
7 |
||
3. |
Bedrijfsvoeringsparagraaf |
10 |
|
C. |
Jaarrekening |
11 |
|
1. |
De verantwoordingsstaat |
11 |
|
2. |
De saldibalans |
12 |
|
D. |
Bijlage |
15 |
|
1. |
Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland |
15 |
AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.
Hierbij bied ik het jaarverslag met betrekking tot de begroting van het BES-fonds (H) over het jaar 2014 aan.
Onder verwijzing naar de artikelen 63 en 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties decharge te verlenen over het in het jaar 2014 gevoerde financiële beheer.
Ten behoeve van de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening is door de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 82 van de Comptabiliteitswet 2001 een rapport opgesteld. Dit rapport wordt separaat door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Rekenkamer met betrekking tot:
a. het gevoerde financieel en materieel beheer;
b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
c. de financiële informatie in het jaarverslag;
d. de betrokken saldibalans;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering;
f. de in het jaarverslag opgenomen informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering.
Bij het besluit tot dechargeverlening dienen verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken te worden betrokken:
a. het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2014;
b. het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;
c. het rapport van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot het onderzoek van de centrale administratie van ’s Rijks schatkist en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;
d. de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer met betrekking tot de in het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2014 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk over 2014, alsmede met betrekking tot de Saldibalans van het Rijk over 2014 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 83, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001).
Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
Dechargeverlening door de Tweede Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Tweede Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer.
Dechargeverlening door de Eerste Kamer
Onder verwijzing naar artikel 64 van de Comptabiliteitswet 2001 verklaart de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van
De voorzitter van de Eerste Kamer,
Handtekening:
Datum:
Op grond van artikel 64, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.
Het jaarverslag van het BES-fonds maakt onderdeel uit van de financiële verantwoording van het Rijk, maar heeft daarbinnen een eigen bijzonder karakter. Het jaarverslag van het BES-fonds kent in tegenstelling tot een departementaal jaarverslag slechts één beleidsartikel: het BES-fonds. Het beleid dat wordt gevoerd ter realisatie van de algemene beleidsdoelstelling is direct verbonden met dit ene beleidsartikel. De apparaatsuitgaven/ontvangsten voor de uitvoering van het BES-fonds zijn opgenomen bij het moederdepartement.
Dit jaarverslag zal de eerdere, op 2014 betrekking hebbende, begrotingen van het BES-fonds (de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 en de eerste en tweede suppletoire begrotingen 2014) als uitgangspunt nemen. Terugkijkend op de beleidsprioriteiten zal hierbij de ontwerpbegroting 2014 van het BES-fonds van belang zijn.
Het jaarverslag is verdeeld in twee onderdelen: het beleidsverslag en de jaarrekening.
Het beleidsverslag 2014
Het beleidsverslag is een terugblik op het gevoerde beleid in 2014. Hierin komt de realisatie van de beleidsprioriteiten aan bod, worden de budgettaire gevolgen van het gevoerde beleid in beeld gebracht en worden er beleidsmatige conclusies ten aanzien van de beleidsprioriteiten getrokken. Bovendien wordt in de paragraaf beleidsartikel stilgestaan bij de prestatiegegevens die betrekking hebben op de beleidsdoelstellingen van het BES-fonds. Hier wordt ook de toelichting gegeven op het verschil tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting en realisatie.
Wat betreft de budgettaire gevolgen van beleid is alleen een inhoudelijke toelichting gegeven bij opmerkelijke verschillen (boven € 1,0 mln.) tussen de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2014 en de realisatie 2014.
De jaarrekening 2014
In de jaarrekening treft u de verantwoordingsstaat voor de begroting van het BES-fonds en de saldibalans met toelichting. De Slotwet wordt als een apart kamerstuk gepubliceerd.
De bijlage
Ten slotte volgt er nog een bijlage Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland.
Groeiparagraaf
Er zijn dit jaar geen nieuwe ontwikkelingen voor de groeiparagraaf te melden.
Het begrotingsjaar 2014 heeft in het teken gestaan van de voorbereidingen op de grote evaluatie van de nieuwe staatkundige structuur sinds 10 oktober 2010. Deze evaluatie zal in 2015 worden uitgevoerd. Uit de kleine evaluatie in het eerste kwartaal van 2014 (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 IV, nr. 35) kwamen al punten naar voren waarvan de regering een aantal aanbevelingen al in 2014 heeft geïmplementeerd. Het gaat hier om de aanbevelingen van de onderzoekers over het verbeteren van de coördinatie binnen het Rijk en praktische voorstellen om het wetgevingsproces voor Caribisch Nederland te verbeteren. In 2014 zijn door de eilanden meerjarenplannen opgesteld voor het wegwerken van achterstanden en wenselijke investeringen op korte- en middellange termijn. Deze meerjarenplannen worden door de eilanden met steun van de ministeries nader uitgewerkt.
Het is verder van belang dat er geen discrepantie ontstaat tussen eilandelijke taken, welke deels ook door diverse departementen worden ondersteund, en financiën. Hiervoor heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een onderzoek ingesteld naar de toereikendheid van de vrije uitkering en een actualisatie van het referentiekaderonderzoek uit 2012. Dit onderzoek is in maart 2015 opgeleverd. Het onderzoek wordt met de eilanden besproken in de Caribisch Nederland-week (CN-week) van juni 2015. In 2014 zijn de middelen voor sociaal-economische activiteiten opgenomen op de begroting Koninkrijksrelaties (IV) daar waar deze gelden eerder vanuit het BES-fonds werden verstrekt. Financieel-technische redenen zijn hiervan de oorzaak. Het betreft hier uitkeringen conform artikel 88 lid 8, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
De indexatie van de vrije uitkering vindt plaats op basis van een actueel indexatiecijfer (t-1, dus de inflatie van het voorafgaande jaar), per eiland afzonderlijk en afhankelijk van besluitvorming binnen het Kabinet om tot indexatie over te gaan.
Via het BES-fonds wordt bewerkstelligd dat de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba middelen krijgen toebedeeld om hun taken naar behoren uit te voeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het BES-fonds. Als fondsbeheerder draagt hij zorg voor een adequate omvang van het fonds in relatie tot de overeengekomen taakverdeling tussen Nederland en de openbare lichamen. De openbare lichamen zijn autonoom in de besteding van de vrije uitkering.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is systeemverantwoordelijk voor de bestuurlijke en financiële verhouding met de eilanden. Dit uitgangspunt laat onverlet dat de openbare lichamen bepaalde wettelijke taken en activiteiten dienen uit te voeren waarvan zij op de algemene middelen zijn aangewezen.
De Caribisch Nederland-week (CN-week), die jaarlijks wordt georganiseerd, biedt de mogelijkheid aan de besturen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius om te overleggen met de departementen in Den Haag. De week draagt bij aan een goede relatie en samenwerking tussen de rijksoverheid en de drie eilandbesturen.
De wet Financiën BES (de wet FinBES) biedt – indien nodig – instrumenten voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de toezichthouder, het College financieel toezicht (Cft) om in te grijpen. Het openbare lichaam kan in principe alleen uitgaven doen die zijn opgenomen in een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurde begroting.
Het BES-fonds is een beleidsarm fonds. Immers, het is aan de eilanden om verantwoording af te leggen over de via het BES-fonds verstrekte middelen. De systeemverantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is hierbij van groot belang. Om te voorkomen dat er discrepanties ontstaan tussen eilandelijke taken en financiën, toetst de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties strikt op artikel 87 van de Wet financiën BES. Op grond van dit artikel dient het Rijk bij beleidsvoornemens, die leiden tot een wijziging van taken voor de openbare lichamen, aan te geven welke financiële gevolgen hier aan zijn verbonden voor de openbare lichamen.
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
Realisatie 2014 |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 |
Verschil 2014 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen: |
0 |
28.154 |
35.519 |
35.688 |
38.786 |
32.709 |
6.077 |
|
Uitgaven: |
0 |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
38.686 |
32.709 |
5.977 |
|
1.1 |
BES-fonds |
0 |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
38.686 |
32.709 |
5.977 |
Opdrachten |
0 |
0 |
56 |
46 |
0 |
100 |
– 100 |
|
Onderzoek |
0 |
0 |
56 |
46 |
0 |
100 |
– 100 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
0 |
0 |
38.489 |
35.642 |
38.686 |
32.609 |
6.077 |
|
Overige uitkering |
0 |
0 |
3.241 |
1.204 |
0 |
520 |
– 520 |
|
Vrije uitkering |
0 |
0 |
35.248 |
34.438 |
38.686 |
32.089 |
6.597 |
|
Ontvangsten: |
0 |
25.128 |
38.545 |
35.688 |
38.686 |
32.709 |
5.977 |
Bijdragen aan medeoverheden
Vrije uitkering
De vrije uitkering zijn de vrij besteedbare middelen voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarmee zij hun publieke taken uitvoeren.
Daarnaast is in 2014 de tweede aflossing van een renteloze lening in mindering gebracht op de vrije uitkering, ten behoeve van het verbeteren van de onderwijshuisvesting van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Ook heeft in 2014 een eerste inhouding op de vrije uitkering plaatsgevonden om de doelsaldi, de middelen die aan de eilandgebieden beschikbaar zijn gesteld ten tijde van 10 oktober 2010 om tijdens de transitie de normale bedrijfsvoering van de openbare lichamen doorgang te laten vinden, terug te krijgen.
Het bedrag aan vrije uitkering dat de eilanden van Caribisch Nederland ontvangen luidt in US dollars. Overeengekomen is dat het valutarisico samenhangend met schommelingen in de koers van de dollar ten opzichte van de euro bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties rust. De overschrijding van de vrije uitkering van € 6,5 mln. van het BES-fonds is toe te schrijven aan het negatieve wisselkoersresultaat (€ 1,6 mln.) en een eenmalige bijdrage van € 3,9 mln. van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor goede kwantitatieve en kwalitatieve levering van drinkwater en onderhoud aan de rioolwaterzuivering voor de eilanden van Caribisch Nederland. Ook hebben de Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Veiligheid en Justitie (VenJ), Infrastructuur en Milieu (IenM) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) extra gelden (totaal € 1,1 mln.) aan de eilandgebieden via de vrije uitkering beschikbaar gesteld. Het betrof gelden voor een campagne tegen vrouwengeweld, eenmalige gratis paspoortverstrekking minderjarige kinderen (tot 12 jaar) in Caribisch Nederland, de gelden voor reis- en verblijfskosten gepaard met de organisatie van de CN-week en is er een voorschot op de vrije uitkering van 2015 aan Saba verstrekt voor het verkeersknelpunt in Windwardside.
Ontvangsten
Artikel 88, derde lid van de Wet financiën BES regelt dat bij (begroting)wet voor ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk wordt afgezonderd ten behoeve van het BES-fonds. De uitgaven en de afgezonderde inkomsten over ieder uitkeringsjaar zijn aan elkaar gelijk. Gelet hierop is ten laste van het BES-fonds ook een post ontvangsten opgenomen.
Inleiding
Het BES-fonds kent een bedrijfsvoeringparagraaf met twee verplichte elementen, te weten rechtmatigheid en de totstandkoming van de beleidsinformatie. Voor rechtmatigheid geldt dat wordt vermeld of en bij welk beleidsartikel de tolerantiegrens voor verplichtingen en ontvangsten is overschreden en wat daarvan de oorzaak was. Ten aanzien van de beleidsinformatie is aangegeven op welke manier aandacht is besteed aan de totstandkoming daarvan.
Rechtmatigheid
Uit het onderzoek naar de financiële informatie en de saldibalans in het Jaarverslag 2014 van het BES-fonds blijkt dat deze voldoen aan de eisen die de CW 2001 stelt. Dit betekent dat er geen belangrijke fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid en de deugdelijke weergave zijn geconstateerd die de tolerantiegrenzen overschrijden, en dat de informatie voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. De informatie over de bedrijfsvoering en het gevoerde beleid in het Jaarverslag 2014 van het BES-fonds is op deugdelijke wijze tot stand gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften.
Totstandkoming van beleidsinformatie
De totstandkoming van de beleidsinformatie in het jaarverslag voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
-1- |
-2- |
3=(2–1) |
||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. |
Omschrijving |
Oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Realisatie |
Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
||||||
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
Verplichtingen |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
Totaal |
32.709 |
32.709 |
32.709 |
38.786 |
38.686 |
38.686 |
6.077 |
5.977 |
5.977 |
|
Beleidsartikelen |
||||||||||
1 |
BES-Fonds |
32.709 |
32.709 |
32.709 |
38.786 |
38.686 |
38.686 |
6.077 |
5.977 |
5.977 |
Activa |
31-12-’14 |
31-12-’13 |
Passiva |
31-12-’14 |
31-12-’13 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1) |
Uitgaven ten laste van de begroting |
38.686 |
35.688 |
2) |
Ontvangsten ten gunste van de begroting |
38.686 |
35.688 |
|
3) |
Liquide middelen |
0 |
0 |
|||||
4) |
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding |
0 |
0 |
4a) |
Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding |
0 |
0 |
|
5) |
Rekening-courant RHB Begrotingsreserve |
0 |
0 |
5a) |
Begrotingsreserves |
0 |
0 |
|
6) |
Uitgaven buiten |
0 |
0 |
7) |
Ontvangsten buiten |
0 |
0 |
|
begrotingsverband |
begrotingsverband |
|||||||
(intra-comptabele |
(intra-comptabele |
|||||||
vorderingen) |
schulden) |
|||||||
8) |
Kas-transverschillen |
0 |
0 |
|||||
Subtotaal |
38.686 |
35.688 |
Subtotaal |
38.686 |
35.688 |
|||
9) |
Openstaande rechten |
0 |
0 |
9a) |
Tegenrekening |
0 |
0 |
|
openstaande rechten |
||||||||
10) |
Extra-comptabele |
0 |
0 |
10a) |
Tegenrekening |
0 |
0 |
|
vorderingen |
extra-comptabele |
|||||||
vorderingen |
||||||||
11a) |
Tegenrekening extra- |
0 |
0 |
11) |
Extra-comptabele |
0 |
0 |
|
comptabele schulden |
schulden |
|||||||
12) |
Voorschotten |
2.175 |
1.205 |
12a) |
Tegenrekening |
2.175 |
1.205 |
|
voorschotten |
||||||||
13a) |
Tegenrekening garantie- |
0 |
0 |
13) |
Garantieverplichtingen |
0 |
0 |
|
verplichtingen |
||||||||
14a) |
Tegenrekening open- |
100 |
0 |
14) |
Openstaande |
100 |
0 |
|
staande verplichtingen |
verplichtingen |
|||||||
15) |
Deelnemingen |
0 |
0 |
15a) |
Tegenrekening |
0 |
0 |
|
deelnemingen |
||||||||
TOTAAL |
40.961 |
36.893 |
TOTAAL |
40.961 |
36.893 |
Toelichting bij de saldibalans per 31 december 2014
ad 1 en 2) Begrotingsuitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2014 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
ad 12 en 12a) Voorschotten
De saldi van de per 31 december 2014 openstaande voorschotten en van de in 2014 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
Ontstaansjaar |
Stand 01-01-2014 |
Bevoorschot in 2014 |
Afgerekend in 2014 |
Stand 31-12-2014 |
---|---|---|---|---|
2013 |
1.205.450 |
0 |
0 |
1.205.450 |
2014 |
0 |
38.338.275 |
37.369.127 |
969.148 |
Totaal |
1.205.450 |
38.338.275 |
37.369.127 |
2.174.598 |
De saldi van de per 31 december 2014 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:
Artikel |
Omschrijving |
(Bedragen in €) |
---|---|---|
1 |
BES-fonds |
2.174.598 |
Totaal |
2.174.598 |
Toelichting:
Artikel 1: BES-fonds
Het openstaand saldo heeft voor een groot deel betrekking op in 2013 verstrekte voorschotten (ad € 1,2 mln.) in het kader van uitkering voor integrale projecten aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (zie ministeriële regeling integrale projecten 2014). De betaling van deze uitkering geschiedt door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, nadat de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de door een Bestuurscollege ingediend projectvoorstel heeft goedgekeurd. In het jaarverslag BES-fonds 2013 is vermeld dat het merendeel van de voorschotten in de loop van 2014 zou worden afgewikkeld.
Op 13 november 2014 is de regeling bijzondere uitkering integrale projecten 2013 verlengd in verband met doelmatige aanwending van deze middelen door de openbare lichamen van Caribisch Nederland (Staatscourant nr. 32050, 21 november 2014). Hierdoor zullen uiterlijk in 2016 de voorschotten worden afgewikkeld.
Het over 2014 openstaande voorschotbedrag (circa € 1,0 mln.) betreft een infrastructureel project Windwardside op Saba waarvoor BZK een voorschot op de vrije uitkering 2015 heeft verleend om het project te financieren. Dit voorschot zal ultimo 2024 zijn afgewikkeld.
ad 14 en 14 a) Openstaande verplichtingen
Het bedrag aan openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1 januari 2014 |
0 |
||
Aangegane verplichtingen in 2014 |
38.785.533 |
+/+ |
|
38.785.533 |
|||
Tot betaling gekomen in 2014 |
38.685.533 |
||
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren |
0 |
||
38.685.533 |
-/- |
||
Totaal |
100.000 |
Realisatie |
Realisatie |
Realisatie |
|||
---|---|---|---|---|---|
Ministerie |
Artikel |
Artikelonderdeel |
2012 |
2013 |
2014 |
IV. Koninkrijksrelaties |
Artikel 1. Waarborgfunctie |
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. |
|||
Artikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners |
2.2 Bevordering autonomie |
72 |
322 |
2.292 |
|
VI. Veiligheid en Justitie |
Artikel 31. Nationale Politie |
31.2 Bekostiging nationale politie |
0 |
18.193 |
20.536 |
Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding |
33.3 Opsporing en vervolging |
4.886 |
4.829 |
3.997 |
|
Artikel 34 Sanctietoepasing |
34.3 Tenuitvoering strafrechtelijke sancties en vreemdelingenbewaring |
10.506 |
9.790 |
9.384 |
|
Artikel 35 Jeugd |
35.2 Uitvoering jeugdbescherming en voogdij AMV's |
718 |
685 |
880 |
|
VII. Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties |
Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie |
1.1 Bestuurlijke en financiële verhouding |
319 |
422 |
0 |
1.2 Participatie |
250 |
0 |
0 |
||
Artikel 6. Dienstverlenende en innovatieve overheid |
6.3 Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen |
0 |
1.052 |
0 |
|
6.5 Reisdocumenten en basisadministratie personen |
1.254 |
128 |
1.430 |
||
Artikel 7. Arbeidszaken |
7.2 Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen |
810 |
810 |
810 |
|
VIII. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
Artikel 1. Primair Onderwijs |
1.70 Bekostiging |
11.641 |
11.949 |
11.481 |
1.71 Subsidies |
308 |
504 |
437 |
||
Artikel 3. Voortgezet Onderwijs |
3.70 Bekostiging |
12.967 |
13.065 |
13.403 |
|
Artikel 4. Beroeps en Volwasseneneducatie |
4.70 Bekostiging |
3.019 |
3.801 |
4.313 |
|
4.71 Subsidies |
200 |
||||
4.72 Opdrachten |
3.545 |
||||
4.76 Bijdrage (inter)nationale organisaties |
3.206 |
3.788 |
1.000 |
||
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en Personeelsbeleid |
9.71 Subsidies |
183 |
171 |
256 |
|
9.71 Subsidies |
2.097 |
2.097 |
2.097 |
||
Artikel 11. Studiefinanciering |
11.80.03 Overige |
1.868 |
2.809 |
2.129 |
|
Artikel 14. Cultuur |
14.71 Subsidies |
41 |
50 |
50 |
|
Artikel 16. Onderzoek en Wetenschapsbeleid |
16.71 kust-en zeeonderzoek |
2.500 |
2.500 |
2.500 |
|
Artikel 25. Emancipatie |
25.71 Subsidies |
80 |
106 |
156 |
|
IX. Financiën en Nationale Schuld |
Artikel 1. Belastingen |
Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken (Belastingdienst/Caribisch Nederland) |
10.933 |
21.477 |
13.211 |
Artikel 2. Financiële Markten |
Bijdrage toezicht DNB |
980 |
780 |
900 |
|
Bijdrage toezicht AFM |
289 |
415 |
288 |
||
X. Defensie |
Het deel dat ten goede komt aan Caribisch Nederland is niet te bepalen. |
||||
XII. Infrastructuur en Milieu |
12. Waterkwaliteit |
12.01 Waterkwaliteit |
50 |
50 |
50 |
17 Luchtvaart |
17.01 Luchtvaart |
515 |
2.388 |
10.510 |
|
18. Scheepvaart |
18.01 Scheepvaart en havens |
100 |
160 |
160 |
|
21. Duurzaamheid |
21.05 Duurzaamheid |
3.697 |
|||
22. Externe Veiligheid |
22.03 Externe Veiligheid |
39 |
|||
23. Meteorologie, seismologie en aardobservatie |
23.01 Meteorologie en seismologie |
650 |
640 |
610 |
|
24. Handhaving en toezicht |
24.01 Handhaving en toezicht |
885 |
770 |
795 |
|
26. Bijdrage investeringsfondsen |
26.01 Bijdrage aan het Infrastructuurfonds |
700 |
770 |
770 |
|
97. Algemeen departement |
97.01 IenM-brede programma middelen |
100 |
50 |
0 |
|
XIII. Economische Zaken |
Artikel 11. Goed functionerende economie en markten |
Beleidsvoorbereiding, veiligheid en frequenties |
58 |
42 |
0 |
Bijdrage Metrologie |
228 |
173 |
50 |
||
Bijdrage aan het CBS |
650 |
650 |
675 |
||
Artikel 12. Een sterk innovatievermogen |
Bijdrage overige organisaties |
60 |
0 |
0 |
|
Artikel 13. Een excellent ondernemingsklimaat |
Bevorderen ondernemerschap |
0 |
44 |
81 |
|
Artikel 14. Een doelmatige en duurzame energievoorziening |
Overige subsidies |
1.300 |
3.160 |
6.807 |
|
Artikel 16. Concurrerende, duurzame en veilige agro-, visserij- en voedselketens |
Gewasbescherming |
40 |
0 |
0 |
|
Artikel 18. Natuur en Regio |
Caribisch Nederland / bijzondere uitkering natuur en natuurbeleidsplan |
505 |
1.113 |
1.559 |
|
XV. Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Artikel 2. Bijstand, Toeslagenwet en Sociale werkvoorziening |
2.11.09 Onderstand |
743 |
958 |
1.249 |
2.11.10 Re-integratie |
411 |
0 |
0 |
||
Artikel 3. Arbeidsongeschiktheid |
3.11.01 Ongevallenverzekering (OV) |
562 |
592 |
616 |
|
Artikel 5. Werkloosheid |
5.11.02 Cessantiawet |
79 |
46 |
3 |
|
Artikel 6. Ziekte en Zwangerschap |
6.11.02 Ziekteverzekering (ZV) |
1.685 |
2.471 |
2.530 |
|
Artikel 8. Oudedagsvoorziening |
8.11.02 Algemene Ouderdomsverzekering (AOV) |
15.480 |
15.537 |
15.254 |
|
Artikel 9. Nabestaanden |
9.11.01 Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (AWW) |
869 |
814 |
863 |
|
Artikel 98 Algemeen |
98.14.01 Uitvoeringskosten RCN |
2.490 |
2.626 |
2.675 |
|
XVI. Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Artikel 1. Volksgezondheid |
2. Ziektepreventie |
166 |
397 |
1.240 |
Artikel 4. Zorgbreed beleid |
5. Zorguitgaven |
84.686 |
88.033 |
86.008 |
|
5. Jeugdzorg |
4.532 |
4.547 |
1.610 |
||
Artikel 10. Apparaatsuitgaven CN |
2. Zorg |
5.194 |
|||
2. Jeugdzorg |
3.664 |
||||
XVIII Wonen en Rijksdienst |
Artikel 2. Woonomgeving en Bouw |
2.3 Kwaliteit Woonomgeving |
1.000 |
1.680 |
80 |
Totaal |
187.471 |
227.454 |
242.084 |