Kamerstuk 34199-64

Amendement van het lid Jan Vos dat beoogt aan de mogelijkheid van kruisparticipaties enkele aangescherpte voorwaarden te verbinden

Dossier: Voorstel van wet houdende regels met betrekking tot de productie, het transport, de handel en de levering van elektriciteit en gas (Elektriciteits- en gaswet)

Gepubliceerd: 6 oktober 2015
Indiener(s): Jan Vos (PvdA)
Onderwerpen: economie energie natuur en milieu overige economische sectoren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34199-64.html
ID: 34199-64
Wijzigingen: 34199-68

Nr. 64 AMENDEMENT VAN HET LID JAN VOS

Ontvangen 6 oktober 2015

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 4.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «de meerderheid van de aandelen» vervangen door: ten minste 75 procent van de aandelen.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een komma worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • d. de buitenlandse transmissiesysteembeheerder is afkomstig uit Duitsland of België,

  • e. de beide kamers der Staten-Generaal hebben ingestemd met het voornemen de aandelen in een transmissiesysteembeheerder direct of indirect te laten berusten bij een buitenlandse transmissiesysteembeheerder of bij de middellijk of onmiddellijk aandeelhouder van de buitenlandse transmissiesysteembeheerder.

II

Aan artikel 4.10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Dit amendement beoogt aan de mogelijkheid van kruisparticipaties enkele aangescherpte voorwaarden te verbinden. Allereerst wordt de ondergrens van het aandeelhouderschap van de Nederlandse overheid op ten minste 75% vastgesteld. Daarnaast wordt bepaald dat kruisparticipatie slechts mogelijk is met een hoogspanningsnetbeheerder uit de aangrenzende landen Duitsland en België. Ten slotte wordt een instemmingsrecht voor de beide kamers der Staten-Generaal opgenomen.

Stroom en gas zijn basisproducten waarvan iedereen afhankelijk is, en die aangevoerd worden via monopolistische netwerken. Productie, transport en levering van energie zijn dan ook deels in handen van de overheid, en gereguleerd via speciale energiewetgeving, die nu herzien wordt. De landelijke netwerken van TenneT en Gasunie zijn voor 100% in handen van de overheid.

Sinds de afsplitsing van de hoogspannings- en hoge druknetwerken rond 2000 geldt voor TenneT en Gasunie dat deze voor 100% publiek eigendom zijn. Dit is dus al het geval onder alle ministers van Economische Zaken sinds die tijd. Er is zelfs een privatiseringsverbod opgenomen in de wet. Iedere vorm van onheuse inmenging van commerciële partijen op het beheer van het netwerk wordt hiermee uitgesloten. Van belang hierbij is te voorkomen dat vanuit een versterkt winstmotief bespaard zou kunnen worden op de omvangrijke investeringen (ruim 2 miljard euro per jaar), die steeds nodig zijn om de kwaliteit van de netten goed op peil te houden. Het staatsaandeelhouderschap bij TenneT en Gasunie is mede bedoeld om deze twee bedrijven af te schermen van invloed van buitenaf en de onafhankelijkheid op het hoogste niveau te waarborgen,

Het gaat om monopolistische kerninfrastructuur, die de toegang tot de basisvoorzieningen stroom en gas voor iedereen moeten verzekeren. Zonder stroom doet (bijna) niets het meer in Nederland en de economische schade en de maatschappelijke kosten van stroomstoringen zijn zeer hoog. Dit vereist een hoge mate van borging van het publieke belang van leveringszekerheid.

Een onderdeel van de Wet Stroom is dat deze wet het mogelijk maakt dat 49,9% van de landelijke netwerken wordt geprivatiseerd 49,9% van de aandelen is echter niet nodig voor een beperkte kruisparticipatie die hiermee beoogd wordt. Eerder noemde het kabinet een mogelijk aandelenpercentage van 5 tot 15%. Met dit amendement wordt de aandelenruil beperkt tot 25%, wat dus ruim voldoende mogelijkheden geeft. Daarnaast wordt kruisparticipatie beperkt tot de aangrenzende landen, waar samenwerking het meeste op zou kunnen leveren. Ten slotte is er een instemmingsrecht voor de beide kamers der Staten-Generaal.

Jan Vos