Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2016
In de brief van 10 mei jongstleden met mijn reactie op het rapport van de Nationale ombudsman over invoering van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst, heb ik de verwachting uitgesproken dit kwartaal een beslissing te kunnen nemen over het al dan niet uitsluitend digitaal verzenden van definitieve toekenningsbeschikkingen (DT’s) van toeslagen naar de Berichtenbox van MijnOverheid.1 Het gaat dan om definitieve toeslagberekeningen over toeslagjaar 2015 die vanaf juni van dit jaar vastgesteld worden.2 De verzending van deze DT’s start jaarlijks begin juli en geschiedt in zogenoemde batches, die doorlopen tot in het volgende voorjaar (in dit geval 2017).
Hoewel het uitsluitend digitaal verzenden van de DT’s praktisch en technisch mogelijk zou zijn, heb ik toch besloten om daarmee nog niet dit jaar te beginnen, maar zet ik in op uitsluitend digitaal verzenden van deze berichten met ingang van het vaststellingsproces van DT’s dat start omstreeks juni 2017. Hieronder ga ik in op dit besluit.
Op zichzelf is de DT een bericht dat zich goed leent voor volledig digitale verzending. Voor alle DT’s geldt dat zij niet alleen in de Berichtenbox worden bezorgd, maar ook op het portaal MijnToeslagen worden geplaatst. Het portaal wordt goed bezocht, met duidelijke uitschieters rond de betaaldata van toeslagen.
Daarnaast zijn er verschillende signalen om mensen te attenderen op hun DT als zij de digitale versie in hun Berichtenbox nog niet gezien hebben.
Als de DT leidt tot terugbetaling van een deel van het ontvangen voorschot, krijgen mensen een papieren bericht met acceptgiro en informatie over de betalingsmogelijkheden (inclusief de mogelijkheid van een betalingsregeling). Dit bericht volgt binnen één tot vijf weken na de verzending van de DT naar de Berichtenbox. In deze brief worden mensen gewezen op het feit dat hun toeslag opnieuw is berekend, dus op hun DT in de Berichtenbox.
Als de DT leidt tot nabetalen van een te weinig ontvangen voorschot, krijgen mensen een signaal via de storting op hun bankrekening. De nabetaling vindt plaats binnen één week na de datum die op de DT staat. Deze signalen zorgen ervoor dat mensen in voorkomend geval nog voldoende tijd hebben om bezwaar te maken tegen de DT.
Als de DT overeenkomstig het uitbetaalde voorschot is, is er geen signaal naast de digitale verzending van de DT, maar is het risico van het niet (direct) kennisnemen van de digitaal verzonden DT ook beperkt.
Verder is het toeslagverstrekkingensysteem geheel ingericht op volledig digitale productie en verzending van alle soorten beschikkingen, ook de DT’s.
Niettemin zie ik toch aanleiding voor uitstel; die aanleiding is met name gelegen in de planning van het DT-proces. Deze planning maakt dat ik een besluit over het uitsluitend digitaal verzenden van DT’s zou hebben moeten nemen voordat uw Kamer gelegenheid heeft gehad voor een gedachtewisseling over het rapport van de Nationale ombudsman en de reactie daarop.
Een bijkomend voordeel van enig uitstel is dat dit de mogelijkheid biedt om te profiteren van een aantal ontwikkelingen rond MijnOverheid en de Berichtenbox die dit jaar en komend jaar gerealiseerd worden en die het gebruiksgemak voor zowel burgers zelf als hun helpers verder verbeteren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de realisatie van de burger-organisatiemachtiging (ook een van de aanbevelingen van de Nationale ombudsman) en de introductie door BZK van de Berichtenboxapp, die het geattendeerd worden op en raadplegen van berichten in de Berichtenbox nog gemakkelijker maakt.
Wat dit betreft is enige extra tijd aantrekkelijk. Aan de andere kant wil ik graag het momentum behouden dat de afgelopen maanden met de algemene EBV-campagne en de aangiftecampagne is gecreëerd (een toename van de bekendheid met MijnOverheid en Berichtenbox, en van de bekendheid met de ontwikkelingen rond digitale post van de Belastingdienst). Om daarvoor te zorgen zal ingezet worden op gerichte communicatie over digitale post via de Berichtenbox van MijnOverheid in de komende periode. Het is zaak om bij die communicatie ook andere overheidsorganisaties steeds meer te betrekken; de Belastingdienst heeft het afgelopen jaar als grote aanjager van MijnOverheid gefunctioneerd, maar voor het bestendigen van het gebruik van deze voorziening is het belangrijk dat mensen ook het gemak van MijnOverheid en de Berichtenbox voor zaken met andere overheidsorganisaties leren kennen.
Overigens ben ik blij te zien dat digitaal contact met de Belastingdienst steeds meer de norm wordt. De afgelopen aangifteperiode is ruim 98% van de bijna 9 miljoen ontvangen aangiftes inkomstenbelasting digitaal binnengekomen via MijnBelastingdienst. Vorig jaar was dat nog 96%. Het gebruik van de aangifteapp is substantieel toegenomen: van 200.000 aangiftes vorig jaar naar ruim 350.000 dit jaar. Ik leid hieruit af dat veel mensen gewend zijn aan digitale communicatie of hierbij hulp weten te organiseren, en dat zij (of hun eventuele hulpverleners) het gemak daarvan op prijs stellen.
Dit is een stimulans om door te gaan op de ingeslagen weg, in een passend tempo en steeds met oog voor de groep mensen die de overstap naar digitaal minder gemakkelijk maakt. In dit licht streef ik ernaar om als volgende stap het uitsluitend digitaal verzenden van de uitnodiging tot het doen van aangifte inkomstenbelasting 2016 via de Berichtenbox te realiseren.
De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes