Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2015
Op het wetsvoorstel elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst zijn twee amendementen ingediend. Door de heren Omtzigt en Van Vliet is een amendement (Kamerstuk 34 196, nr. 13) ingediend inhoudende dat iedereen op verzoek zijn zaken met de Belastingdienst op papier kan blijven doen. Het inrichten van zo’n algemene uitzonderingsmogelijkheid waarbij een ieder desgewenst voor berichtenverkeer op papier kan kiezen staat haaks op de grondgedachte van het wetsvoorstel dat in beginsel alle berichtenverkeer elektronisch geschiedt. Daarnaast zou een dergelijke «opt out» grote (in ieder geval niet vóór 1 oktober 2015 te realiseren) wijzigingen in de systemen van de Belastingdienst opleveren. Dit amendement zou leiden tot structurele hoge beheerskosten. Hoewel ik vanwege de korte periode tussen het wetgevingsoverleg en de stemmingen niet over een raming van die kosten beschik, zullen die beheerskosten naar alle waarschijnlijkheid de geraamde budgettaire opbrengst inzake het onderhavige wetsvoorstel grotendeels teniet doen.
Voorts wordt met deze ongeclausuleerde optoutregeling de geldende verplichte digitale aangifte voor ondernemers feitelijk ongedaan gemaakt. Ook doen zeer veel particuliere belastingplichtigen al sinds jaar en dag digitaal aangifte. Door dit amendement worden zij weer teruggeleid naar het papieren spoor. De nu al bereikte voordelen ten aanzien van de groep ondernemers en de groep particulieren die digitaal aangifte doen (zowel qua uitvoeringslasten, besparingen, naleving als dienstverlening zoals de vooringevulde aangifte) worden hierdoor teniet gedaan.
Door de heer Omtzigt is ook een amendement ingediend (Kamerstuk 34 196, nr. 14). Dit amendement houdt in dat in de ministeriële regeling wordt bepaald dat door de Belastingdienst op verzoek een e-mailnotificatie wordt verzonden en dat, indien is verzocht om zo’n notificatie, een besluit dat is verzonden door middel van een elektronisch bericht niet eerder in werking treedt dan nadat de e-mailnotificatie is ontvangen. Dit amendement is voor de Belastingdienst onuitvoerbaar. De Belastingdienst kan weliswaar van Logius (de beheerder van de Berichtenbox) informatie ontvangen over het tijdstip waarop een e-mailnotificatie is verzonden, maar kan niet zien wanneer die notificatie door de burger is ontvangen. Daarnaast is – juist vanwege de veranderlijkheid van mailadressen – bewust gekozen voor de Berichtenbox als elektronisch postadres van de burger. Dit verzekert dat berichten de burger ook daadwerkelijk bereiken. Het moment van ontvangst van de e-mailnotificatie van doorslaggevende betekenis maken voor de inwerkingtreding van een besluit zou het fundament onder de Berichtenbox wegtrekken. Tot slot ondergraaft dit amendement het uit de Algemene wet bestuursrecht voortvloeiende uitgangspunt dat het tijdstip van verzending bij elektronisch berichtenverkeer het moment is waarop het bericht het systeem voor gegevensverwerking bereikt waarvoor het bestuursorgaan geen verantwoordelijkheid draagt. Het amendement zou daardoor tot veel onzekerheid en discussies leiden over de vraag of een besluit in werking is getreden.
Om voornoemde redenen moet ik beide amendementen ontraden.
Verder maak ik uw Kamer graag attent op een door mij gedane toezegging tijdens het wetgevingsoverleg elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst. Wanneer ik voornemens ben ten aanzien van de aangifte inkomstenbelasting, het indienen van bezwaar inzake belastingen of toeslagen en de uitspraak op bezwaar, navorderingsaanslagen inkomstenbelasting, verzoeken om informatie van de Belastingdienst, boeten en klachten verplicht elektronisch berichtenverkeer te introduceren zal ik uw Kamer daarover tijdig vooraf informeren.
De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes