Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt / uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State)
Hieronder is het nader rapport d.d. 17 april 2015, aangeboden aan de Koning door de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 24 maart 2015, nr. 2015000504, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 1 april 2015, nr. W12.15.0083/III, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De redactionele kanttekening om voor een aantal artikelen in de inwerkingtredingbepaling concrete data op te nemen is niet overgenomen. Dit omdat nog niet zeker is dat publicatie voor 1 januari 2016 gehaald zal worden. Verder stelt de Afdeling voor om in dat geval te bepalen dat deze artikelen op de eerste dag na plaatsing in het Staatsblad in werking treden. Dit is echter in dit geval geen optie omdat het artikelen betreft die onder andere de premiekorting wijzigen en deze dienen op 1 januari van een kalenderjaar in werking te treden.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de inwerkingtredingbepaling aan te vullen. In verband met de inwerkingtreding van de Wet raadgevend referendum met ingang van 1 juli 2015 is de inwerkingtredingbepaling aangevuld met een zin die machtiging geeft in het inwerkingtredingbesluit zo nodig toepassing te geven aan artikel 12 van die wet, aangezien mogelijk geen toepassing kan worden gegeven aan de termijn van 8 weken tussen het moment van de publicatie inzake de referendabiliteit en de inwerkingtreding. Ook de artikelsgewijze toelichting is op dit punt aangevuld.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma